Uitroepen van crisis als onderdeel van populistisch draaiboek

woensdag 8 mei 2024, analyse van dr. Léonie de Jonge i

Op 22 april, exact vijf maanden na de Tweede Kamerverkiezingen, werd bekend dat partijen aan de formatietafel overwegen de situatie rond asiel en migratie tot nationale crisis uit te roepen zodra ze een kabinet hebben gevormd. Het afkondigen van een noodtoestand zou vergaande maatregelen mogelijk maken, zoals een tijdelijke stop in de behandeling van asielaanvragen. Daarmee lijkt het invoeren van een asielstop - een van de belangrijkste programmapunten van de PVV - binnen handbereik.

Deskundigen zetten vraagtekens bij dit plan. Volgens migratie-experts wijzen de cijfers niet per se op een noodzaak om asielzoekers te weigeren. Bovendien is onduidelijk wat het uitroepen van een crisis juridisch betekent. Los van de noodzaak en haalbaarheid van een dergelijk plan, is deze nieuwe ontwikkeling in de formatieonderhandelingen echter geenszins verrassend: het uitroepen van een ‘crisis’ past precies in het draaiboek van de PVV.

Populisme en crisis

De PVV is een schoolvoorbeeld van een populistisch radicaal-rechtse partij. In de wetenschappelijke literatuur woedt al sinds geruime tijd een discussie over de relatie tussen populisme en crises. Lange tijd werd het ontstaan van een crisis gezien als een belangrijke en zelfs noodzakelijke voorwaarde voor de opkomst van populisme. In zijn in 2014 artikel ‘How to Perform Crisis: A Model for Understanding the Key Role of Crisis in Contemporary Populism’ draait de Australische politicoloog Benjamin Moffitt de rollen echter om.

Moffitt beschouwt crises niet als externe voorwaarde of prikkel voor de opkomst van populisme, maar ziet juist het uitroepen en framen van een crisis als een essentieel onderdeel van de gereedschapskist van de populist. Volgens Moffitt is een crisis juist iets dat actief en bewust wordt aangewakkerd en ‘geperformd’ door populisten. Dit lijkt nu in de praktijk te worden gebracht aan de formatietafel.

Draaiboek van de populist

In zijn artikel schetst Moffitt zes stappen in dit populistische draaiboek. De eerste stap bestaat uit het identificeren van een probleem of ‘mislukking’, die vervolgens onder de aandacht wordt gebracht als een urgente kwestie. De nadruk die hierbij wordt gelegd op urgentie zorgt ervoor dat kwesties die al enige politieke aandacht genieten - zoals migratie - gemakkelijker succesvol tot crisis kunnen worden verklaard.

De gekozen ‘mislukking’ wordt vervolgens verheven tot het niveau van een crisis door het te koppelen aan andere problemen. De PVV verbindt migratie bijvoorbeeld regelmatig aan tekorten op de woningmarkt, in het onderwijs en in de zorg. Zo stelt de partij in haar verkiezingsprogramma van 2023 dat “ons onderwijsstelsel en zorgstelsel [...] de continue instroom van extra vreemdelingen al lang niet meer aan[kunnen]”. De druk op de zorg en krapte op de woningmarkt worden op deze manier weggezet als symptomen van een groter, structureel probleem: een migratiecrisis.

Het gebruik van metaforen is volgens Moffitt kenmerkend voor deze tweede stap. Een ander essentieel onderdeel is de roep om kortetermijnoplossingen. Populisten presenteren het probleem (de crisis) als iets dat binnen korte tijd moet worden opgelost, ter voorkoming van desastreuze, soms zelfs onomkeerbare, gevolgen.

De derde stap is het aanwijzen van een schuldige, de veroorzaker(s) van de crisis – vaak de ‘elite’ (voor Wilders: de linkse grachtengordel-elite), die vervolgens lijnrecht tegenover ‘het volk’ (Henk en Ingrid) wordt gezet: de echte gedupeerden van de crisis.

Zodra de ‘mislukking’ is geïdentificeerd, verheven tot crisis en een schuldige is aangewezen, moet het crisisgevoel worden verspreid. Bij deze vierde stap is een rol weggelegd voor de media, die een sleutelrol spelen bij het verspreiden van informatie over de crisis, en daardoor ook bij het in stand houden van een voortdurend crisisgevoel.

Als vijfde stap biedt de populist zijn leiderschap aan als de enige weg uit de crisis. De oplossingen die hierbij worden aangedragen zijn vaak eenvoudig, en/of roepen om een vereenvoudiging van politieke instellingen en processen.

Het verkiezingsprogramma van de PVV leent zich uitstekend ter illustratie van dit stappenplan: “Ons mooie Nederland is door de voortdurende asieltsunami en massa-immigratie zwaar afgetakeld. Onder Rutte zijn meer dan 1 miljoen niet-westerse allochtonen binnengekomen. En dat terwijl Nederland overbevolkt is. Ons land is na Malta het dichtstbevolkte land van de hele EU. Het is onbegrijpelijk dat vrijwel alle politieke partijen ons hebben opgezadeld met een krankzinnig open-grenzen beleid. En het is onverantwoord dat tot op de dag van vandaag een letterlijk ongelimiteerde asielinstroom wordt toegestaan. Er moet nu snel orde op zaken worden gesteld. En dat kan alleen met de PVV!”

In deze alinea komen zo’n beetje alle stappen van Moffitt aan bod, van het identificeren van een mislukking (de ‘aftakeling’ van Nederland door massa-immigratie) – inclusief metaforen (‘asieltsunami’) – tot het aanwijzen van een schuldige (Rutte), het benadrukken van urgentie (‘snel’) en het aanbieden van leiderschap als enige weg uit de crisis.

De zesde en laatste stap bestaat uit het vasthouden van de aandacht en bezorgdheid omtrent de gekozen crisis. De performance of crisis door populisten is dus, als het ware, een continu proces met als doel het gevoel van crisis aan te zetten en te doen voortduren.

Voorbode van een uiterst-rechts kabinet?

In het licht van de huidige situatie lijkt dit draaiboek een praktische toepassing te hebben gevonden aan de formatietafel. Het strategisch gebruik tijdens de kabinetsformatie om de asielsituatie tot nationale crisis uit te roepen past naadloos in dit patroon.

Hoewel migratie al geruime tijd van meer dan ‘enige politieke aandacht’ geniet, en Wilders geenszins de enige politieke speler is die dit thema politiseert, kan de PVV, nu als grootste speler met de touwtjes in handen tijdens de onderhandelingsgesprekken, het populistische draaiboek in volle glorie aan het brede publiek presenteren. Daarbij dient de formatietafel als bühne.

Deze ontwikkelingen zijn mogelijk een voorbode voor wat ons te wachten staat als een populistische radicaal-rechtse partij aan het roer komt. Door de performatieve praktijken die inherent zijn aan het populistische gebruik van crises door te lichten met behulp van het stappenplan van Moffitt, zijn we in ieder geval beter in staat om het fenomeen in toekomst te herkennen en te begrijpen.

Esmee Bakker is masterstudent Internationale Betrekkingen aan de Rijksuniversiteit Groningen

Léonie de Jonge i is politicoloog aan de Rijksuniversiteit Groningen en onderzoeker bij het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP).

.