Sint Pieter, de verlosser? – de politieke stijl van Pieter Omtzigt
De huidige verkiezingscampagne draait voor een groot deel om de persoon van Pieter Omtzigt. Het gaat daarbij niet zozeer om het verkiezingsprogramma van NSC; mensen geven vooral aan vertrouwen te hebben in Omtzigt als persoon. Ze hebben het gevoel dat “Sint Pieter” alles wat fout is in Nederland weer goed zal maken. Omtzigt zelf houdt niet op te benadrukken dat hij de hoge verwachtingen allemaal niet zal kunnen waarmaken. Hij weet zelfs nog niet of hij wel premier wil worden. Waar komt dit verlosserimago vandaan?
Het verlossersimago van Omtzigt is iets heel anders dan bijvoorbeeld Martin Luther King jr. die in de jaren zestig bewust de metafoor van de Messias inzette om zijn achterban te inspireren, te mobiliseren en hoop te geven op een toekomst zonder racisme. Omtzigt lijkt het verlossersimago een beetje te overkomen. Een analyse van zijn politieke stijl op basis van speeches, interviews en zijn boek Nieuw Sociaal Contract biedt inzicht hoe dat zo komt.
Omtzigts politieke stijl wisselde in de loop der jaren sterk, waardoor zijn huidige stijl tal van tegenstrijdigheden bevat. Zo is hij tegelijkertijd heel rationeel en emotioneel, hij is een enorme twijfelaar maar staat ook bekend als een vastbijter die als hij ergens zijn tanden in zet niet meer loslaat. Hij is een voorbeeldpoliticus maar ook iemand die afstand neemt van politiek Den Haag. Allemaal zaken die elkaar lijken tegen te spreken, maar toch allemaal echt Pieter Omtzigt zijn.
Meestal pakt zo’n intern tegenstrijdige stijl niet goed uit voor een politicus, want mensen begrijpen dan niet meer wat voor vlees ze in de kuip hebben. Slechts een enkeling lukt het om ondanks interne tegenstellingen toch geloofwaardig over te komen. Omtzigt lukt dat omdat de politieke achtbaan die hij de afgelopen jaren doormaakte voor een groot deel zijn stijlwisselingen verklaart. Omtzigt is daar ook heel open in en dat is slim. Mensen vinden zijn stijl daardoor best logisch. En wie ondanks tegenstrijdigheden geloofwaardig is, straalt uit tegenstrijdigheden te kunnen overwinnen, en dus eigenlijk het onmogelijke mogelijk te maken. Zoals een verlosser.
Dat was vroeger anders. Toen Omtzigt in 2004 de politiek inging, paste zijn stijl precies bij die van het politieke archetype van de “samenwerker”; een politicus die hoopt de wereld te verbeteren met wat volgens de meeste mensen rationeel de beste oplossing is. Al snel kwam hij erachter dat rationeel de beste oplossing lang niet altijd door iedereen wordt omarmd, want er spelen natuurlijk ook nog allerlei belangen. Dit zorgde ervoor dat hij van zijn samenwerkerstype langzaam veranderde in het archetype van de “rebel”.
Het rebellenarchetype is ook idealistisch, net als de samenwerker. Maar waar de samenwerker wordt gedreven door een positief geloof in de goede bedoelingen van de medemens, is de drijfveer van de rebel negatief. De energie van de rebel komt voort uit een scherpe analyse van wat er fout is aan het huidige beleid, waar de (politieke) elite verantwoordelijk voor wordt gehouden.
De rebelse verontwaardiging kwam bij Omtzigt pas in de loop van zijn politieke carrière door de misstanden die hij meemaakte. In zijn boek Nieuw Sociaal Contract markeert Omtzigt zelfs het moment in 2007 dat hij voor het eerst meedeed aan een protestbijeenkomst, een politieke vorm die vooral bij de rebellenstijl past. Dat was toen een hele stap voor hem. Hij protesteerde samen met de havenarbeiders die een deel van hun gespaarde pensioengeld in rook zagen opgaan, en daar kwam hij voor in actie.
De tweede stap richting de rebellenstijl kwam toen Omtzigt in 2012 op een onverkiesbare plaats op de CDA-lijst kwam. Hij besloot radicaal van politiek te veranderen: “Vanaf het moment dat ik met die voorkeurscampagne begon ben ik dus mijn mandaat bij de kiezer gaan halen en ik heb sindsdien ook nooit meer wat anders gedaan.” Het markeert zijn verandering van een politicus die vanuit de politieke arena de wereld wil veranderen (de archetypes van een samenwerker, regent of probleemoplosser) naar iemand die van buitenaf de politiek zélf wil veranderen (de archetypes van de rebel, boze burger of het orakel).
Naast de rebel had hij soms ook veel weg van een boze burger of een orakel, de andere twee archetypen die van buitenaf de politiek willen veranderen. Het verschil met een rebel is dat een boze burger veel emotioneler is dan een rebel, die uiteindelijk wel een rationele analyse achter zijn emotie heeft. Het verschil met een orakel is dat een orakel een absolute, gevoelde waarheid heeft in plaats van een rationele. Omtzigts rationele strijd werd steeds emotioneler en vasthoudender, naar gelang hij meer tegenwerking ondervond.
Omtzigt was dus geen echte, klassieke rebel – dit archetype past bijvoorbeeld heel goed bij SP-politici als Lilian Marijnissen en Renske Leijten. Het verklaart wel waarom Omtzigt en Leijten zo goed konden samenwerken. Maar Omtzigt was niet van meet af aan kritisch op de politiek als geheel. Hij is naar dit archetype gedreven door de politieke ervaringen, zoals de toeslagenaffaire en zijn frustraties binnen het CDA.
De laatste tijd heeft Omtzigt echter weer veel minder een anti-politieke stijl. Weliswaar wil hij nog steeds de politiek veranderen, echter niet door te gaan protesteren maar door politieke middelen als de invoering van een constitutioneel hof of een ander kiesstelsel. Hij profileert zich nu als een politicus, die met mensen van binnen en buiten de politiek samen wil werken aan een betere samenleving.
Tegelijkertijd blijft zijn antipolitieke boodschap nagalmen. Omtzigt erkent dat hij hierin een dubbele positie inneemt: “En ik besef terdege dat ik, ook al ben ik vaak een outsider gebleven en misschien ook wel geworden, een onderdeel ben van het systeem en van onze samenleving.”
Door zijn ambivalente politieke stijl ontstaat er een utopisch beeld waarin Omtzigt de belofte lijkt te vervullen van de politicus die zó bijzonder is dat hij alles in één vertegenwoordigt en daardoor ook iedereen goed kan representeren. Aan zulke hoge verwachtingen is echter onmogelijk te voldoen.
Omtzigt lijkt hier zelf ook niet comfortabel mee. Anders dan Martin Luther King construeert hij niet zelf een Messias verhaal. Het lijkt dan ook waarschijnlijker dat dit niet zijn definitieve stijl is. Het is logischer dat hij zich na de verkiezingen weer verder ontwikkelt. Bij welk archetype hij uitkomt, is een interessante vraag...
Dr. Carola Schoor is programmaleider Politiek & Bestuur bij het Centre for Professional Learning (CPL) van de Universiteit Leiden, Faculteit Governance and Global Affairs.