Waarom faalt het overheidsbeleid (bijna) altijd?

Met dank overgenomen van BoerBurgerBeweging (BBB) i, Tweede Kamerfractie BoerBurgerBeweging (BBB) i, gepubliceerd op vrijdag 8 september 2023.

Gepubliceerd op: 08-09-2023

De overheid faalt vaak. De oorzaken zijn divers, net als de dossiers. Maar de rode draad zijn een overheid en politiek die beloften doen die ze niet kunnen waarmaken. Tijd voor een bescheiden overheid, bepleit Mona Keijzer, nummer 2 op de concept kandidatenlijst van BBB. Een pleidooi voor het accepteren van onvolmaaktheid en bescheidenheid van bestuurders, politici, ambtenaren en burgers.

Met de beste bedoelingen zijn de afgelopen decennia vele wetten en lagere regelgeving aangenomen en bijbehorende beleidsuitvoeringssystemen in stelling gebracht. Steeds preciezer zijn beoogde beleidsdoelen vastgesteld waardoor elk individu het gedroomde rechtvaardige deel kon ontvangen. Uiteraard werd er ook een controle- en handhavingssysteem opgetuigd om fraude tegen te gaan. Op de vleugels van een groot geloof in wat techniek en digitalisering vermag, is de bijbehorende ICT ontwikkeld en ingezet. We zijn modellen, integraliteit, computersystemen, algoritmen en maakbaarheid gaan aanbidden. We hebben inmiddels zoveel wetten en regels dat de capaciteit ontbreekt om ze allemaal te handhaven. De rechterlijke macht kan alle rechtszaken die in een rechtsstaat nu eenmaal kunnen volgen op overheidsbesluiten (die ingrijpen op rechten) niet meer aan.

Het falen van beleid

Zo langzamerhand ontwaken we en constateren we dat op allerlei gebieden het beleid faalt. Het Toeslagenschandaal, de PAS-wetgeving, natuurbeschermingsregels die op het niveau van spouwmuren vleermuizenpopulaties beschermen en zo duurzaamheidsdoelen frustreren, beloften om asiel- en migratieinstroom te beperken, het niet kunnen afschaffen van BTW op groente en fruit, de hersteloperatie in Groningen en het (bijna) gratis maken van kinderopvang. Wanneer je mensen vraagt om onderwerpen die Den Haag maar niet opgelost krijgt, wordt deze lijst met voorbeelden langer en langer. De overheid faalt dus vaak. De oorzaken zijn divers zoals ook de dossiers dat zijn. Maar de rode draad is een overheid en politiek die beloften doen die ze niet kunnen waarmaken vanuit de overtuiging dat een goede samenleving absoluut bereikbaar is en van hogerhand afgedwongen moet worden. De burger is inmiddels gewend aan een overheid die zich opstelt als probleemmanager en spreekt deze overheid op die maakbaarheidsbelofte aan. Deze gang van zaken loopt inmiddels tegen zijn grenzen aan en het is belangrijk dat we een andere afslag gaan nemen.

Is het zinvol om nuancerende opmerkingen te maken? Er zijn immers ook veel dingen die wel goed gaan. Desalniettemin is het belangrijk om de gedachten[1] over de gestelde vraag op papier te zetten. Want de aannames, overtuigingen, principes en processen die achter de falende beleidsdossiers zitten, zijn relevant om in daglicht te zetten omdat ze de motor kunnen zijn voor noodzakelijke veranderingen. Doen we het niet dan loopt de overheid steeds verder vast met grote gevolgen voor het vertrouwen in die overheid en daarmee uiteindelijk de stabiliteit van ons land.

Aannames, overtuigingen, principes en processen achter falend beleid

Welke aannames, overtuigingen, principes en processen die achter de falende beleidsdossiers zitten, zijn dat? Ik noem een paar voorbeelden.

Voorzorgsprincipe

De overtuiging dat de overheid moet zorgen voor de veiligheid van burgers, duurzaamheid, diversiteit en inclusie moet bewaken. Het voorzorgsprincipe is daarbij een wolf in schaapskleren aangezien dit principe verregaande interventies als noodzakelijk percipieert.

Uitvoerbaarheid door ICT

De aanname dat ICT altijd kan uitvoeren wat er aan beleid bedacht wordt. De mate van uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid is officieel onderdeel van beleidsvoorstellen maar vaak wordt er toegeschreven naar hoe het wel kan. Zelden gebeurt het dat een beleidsvoornemen in de prullenbak belandt omdat de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid onvoldoende is omdat deze bijvoorbeeld willekeur oplevert.

Focus op één beleidsterrein

De overtuiging dat klimaatverandering het ergste is dat ons ooit overkomen is en koste wat kost bestreden moet worden. Het klimaat verandert, dat is een feit. Tegelijkertijd zijn er meer belangen te wegen dan het klimaat en de natuur. Maar de vraag wat het voorgenomen klimaatbeleid betekent voor de algemene welvaart en grondrechten en of dat acceptabel is, wordt niet of onvoldoende gesteld.

Beleidsmakers en het volk

De overtuiging dat de ander, het volk, het beleidssubject onvoldoende in staat is om op de juiste manier een goed leven na te streven. Dit uiteraard beoordeeld vanuit de standaarden van de hoogopgeleide, hoge cultuur consumerende, progressief stemmende stedeling. De realisatie dat ook veel rijksambtenaren vooral in en om de randstad wonen geeft te denken.

Wereldburgerschap

De overtuiging dat iedereen een wereldburger is en overal op de wereld gelukkig kan zijn en dat dit het enige juiste perspectief is van waaruit je mensen benadert en problemen oplost. Terwijl heel veel mensen compleet gelukkig zijn in de omgeving waar ze geboren en getogen zijn.

Gelijke behandeling in de praktijk

De principes die in onze wetgeving zitten, waardoor de overheid gelijke gevallen gelijk moet behandelen en ieder toegang tot een rechter heeft, al dan niet via de sociale advocatuur. Dus wanneer je als overheid één casus oplost, staan al snel burgers op de stoep om hetzelfde te verlangen. Soms terecht, maar het desbetreffende overheidsorgaan had daar niet altijd op gerekend. Dit leidt ook tot een overheid die zich te pas en te onpas beroept op precedentwerking terwijl dit niet altijd aan de orde is. Dit leidt weer tot ongeloof en wantrouwen.

Misbruik en absolute preventie

De aanname dat mensen misbruik zullen maken van regels en vervolgens de aanname dat dit tegen elke prijs voorkomen moet worden.

Overheidsbevoegdheden en rechtsbescherming

Het principe in ons bestuursrecht dat wanneer een overheid een besluit neemt dat op rechtsgevolg gericht is, de burger hiertegen in rechte op kan treden. Er zijn alleen inmiddels zoveel bevoegdheden voor overheden bijgekomen, die niet zelden de rechtspositie van een burger kunnen veranderen, dat de rechtspraak de rechtszaken die daaruit voortvloeien niet meer aan kan. De werkdruk is inmiddels zo hoog dat er al jaren om formatie-uitbreiding wordt gevraagd en leidt tot rechters die klagen dat ze “stempelmachines” zijn geworden.

Kwaliteitsbewaking: Secundair vs primair proces

Het proces van kwaliteitsbewaking dat vanzelfsprekend op gang komt wanneer een beleidsdoel wordt vastgesteld waardoor steeds meer mensen in het secundaire proces werken dat het primaire proces beoordeeld waarvoor dan inmiddels onvoldoende mensen zijn.

Klant-denken

De politieke processen waarin problemen, die altijd meerdere kanten hebben, vanuit eenvoudige beeldvorming, die in soundbites te vatten is, benaderd worden. De overheid heeft zichzelf als bedrijf neergezet en de burger als klant. Die klanten verwachten van deze managementorganisaties dat de problemen die zij ervaren efficiënt opgelost worden. Het komt zelden voor dat de overheid stelt dat iets geen zaak is waar de overheid zich mee dient te bemoeien. Ook ontbreekt vaak de erkenning dat een probleem weliswaar kan worden opgelost, maar dat er ook nadelen aan die oplossing verbonden zijn en die ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer door de overheid tot gevolg heeft, terwijl deze levenssfeer juist beschermd zou moeten worden tegen overheidsingrijpen. Zoals het bekende gezegde luidt: ‘De weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen.’

Maatwerk is geen oplossing

Zijn deze aannames, overtuigingen, principes en uitgangspunten allemaal fout? Nee, zeker niet. Het systeem loopt alleen vast.

Vaak wordt dan geroepen dat maatwerk het probleem gaat oplossen. Nog niet eens zo lang geleden heeft de Nationale Ombudsman daar al voor gewaarschuwd. Maatwerk is geen oplossing voor slecht beleid, stelde de Nationale Ombudsman. Meer vertrouwen in de overheid begint met een rechtvaardige overheid. Een overheid die zich betrouwbaar toont, voorspelbaar en behoorlijk handelt en het burgerperspectief centraal stelt. En die fundamentele rechten van volwassenen en kinderen beschermt. De overheid moet allereerst het beloofde werk goed doen. Maar aldus de Nationale Ombudsman, in de basis zit het niet goed, dát moet worden aangepakt. Wat volgens mij mist is de notie dat volmaaktheid een utopie is, dat deze niet te vinden is omdat je nou eenmaal altijd met feilbare mensen te maken hebt. Ook techniek is door mensen gemaakt en is dus feilbaar.

Van het accepteren van onheil naar het zoeken van een schuldige dader

Jaren geleden zag ik een documentaire over hoe mensen omgaan met onheil. Eeuwenlang werd door de meeste getroffenen onheil en ellende gezien als een daad van God. Maar langzamerhand schoven we op. Ellende die ons overkwam, kwam zeker niet meer van God. Door de ontkerkelijking hadden steeds meer mensen afscheid genomen van God en werd het noodlot vaker gezien als reden voor ongeluk en ellende. Inmiddels wordt in toenemende mate gezocht naar een verantwoordelijke dader. Door het grote geloof in maakbaarheid van de samenleving, een mens die geluk en voorspoed in eigen hand heeft, is pech en ongeluk niet meer te verteren. Er moet een schuldige aangewezen worden. In de loop van de 20e eeuw keken burgers om zich heen. Zij zagen een overheid die zich steeds meer als bron van voorspoed en geluk in allerlei beleidsdossiers en wetgeving had gemanifesteerd. Zij hoorden politici die zichzelf neerzetten als sterke managers die aangesteld zijn om problemen op te lossen. De door ongeluk getroffene kon een schuldige vinden. Soms terecht, maar soms ook niet. Tegenwoordig wordt bij ongelukken onderzoek gedaan en wordt gekeken waar de oorzaak van het falen ligt. Niet zelden leidt dit tot aanbevelingen voor nog preciezere en omvangrijkere regels om het onheil de volgende keer te voorkomen.

Falen in de praktijk: Voorbeelden

Arbeidsongeschiktheidswetgeving

Op 17 mei 2023 oordeelde de Rekenkamer dat de uitvoering van de wetgeving op het gebied van arbeidsongeschiktheid is vastgelopen. Onuitvoerbaar en op een bepaald aspect zelfs onwetmatig. De Wet Werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) loopt vast. 20.000 mensen wachten gemiddeld een half jaar op een herbeoordeling. 18.000 mensen die zonder werkgever in de ‘ziektewet’ zitten wachten op een beoordeling. Er is een tekort aan keuringartsen waardoor de wachtlijst alleen maar verder op loopt. De regering heeft zich desalniettemin inmiddels voorgenomen om een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ZZP’ers verplicht te willen stellen. Op zichzelf een rechtvaardig idee binnen de huidige constellatie van sociale wetgeving, maar loopt de rechtvaardigheidsverdelingsmachine van de overheid inmiddels niet vast?

Natuurbescherming

Met de beste bedoelingen is een systeem van natuurbescherming gebouwd waarbij stukjes grond en de daar aanwezige flora en fauna als beschermingswaardig gekwalificeerd is. Als oorzaak van verslechtering is stikstof aangewezen. Nadat allerlei pogingen om in het juridische construct toch tot vergunningverlening over te gaan gestrand zijn, zijn inmiddels de consequenties van de gemaakte keuzes onvermijdelijk, wanneer niet gekozen worden voor een werkwijze waarmee de strijd met de wetgever die in Brussel resideert, wordt aangegaan. Nu wordt vaak gesteld dat Brusselse wetgeving niet aangepast kan worden. Het hoeft geen betoog dat de onmogelijkheid om eenmaal in wetten gegoten doelen aan te passen, ongeacht de consequenties die je nu eenmaal ten volle ontmoet in de uitvoeringspraktijk, de democratie op een zijspoor gemanoeuvreerd heeft. Het is ook ten diepste egocentrisch: wij, de wetgever van dit moment hebben de wijsheid tot in de eeuwigheid in pacht. Er kan blijkbaar geen generatie meer komen die iets anders vindt. De status quo is in beton gegoten.

Migratiebeleid

In 2000 werden de a- en b-status in de Vreemdelingenwet afgeschaft. Het statusonderscheid leidde tot vele rechtszaken. Het feit dat wij een goed functionerende sociale advocatuur hebben, helpt de vluchteling de weg naar de rechter voor weinig geld te vinden. Inmiddels is het rechtvaardige en goed georganiseerde Nederlandse vluchtelingenbeleid een factor geworden die in 2023 bijna 80.000 vluchtelingen naar Nederland trekt. We stevenen af op een zomer waar weer velen buiten zullen slapen. De spreidingswet die gemeente moet gaan dwingen opvangplekken te realiseren is symptoombestrijding. Het zal slechts het ongemak van een zichtbaar vastlopend asielbeleid tijdelijk verdoezelen. Totdat de gevonden opvangplaatsen ook weer overstromen. Totdat de mensen die in de gevonden opvangplaatsen na het ontvangen van een verblijfsvergunning aanspraak maken op de beperkt voorradige sociale huurwoningen. Hier geldt overigens hetzelfde als bij natuurbeschermingsrecht, namelijk dat het Europese wetgeving is die in de praktijk als een onaantastbare status quo functioneert. Deze kan wel aangepast worden, maar daar heb je een meerderheid voor nodig die vanwege de verschillende nationale belangen binnen de Europese Unie of binnen de Verenigde Naties slechts zeer moeizaam of niet gevonden zal worden.

Wet prenataal huisbezoek

Het moet ergens eind jaren ’90 van de vorige eeuw geweest zijn toen ik, inmiddels wethouder geworden luisterde naar de radio. Een jong kind was vermoord door een familielid. De burgemeester van de desbetreffende gemeente kreeg van een journalist de vraag wat hij gedaan had om deze dood te voorkomen. De burgemeester antwoordde onverwachts dat dit in eerste instantie een vraag voor de familie was. Inmiddels hebben we de Wet prenataal huisbezoek waardoor gemeenten zwangere vrouwen in kwetsbare situatie een huisbezoek aan moeten bieden. Uiteraard is er een protocol dat bepaalt wanneer een zwangere in een kwetsbare situatie zit. Heel veel mensen zullen dit een goed idee vinden. Ik ben sceptisch. En niet alleen omdat de jeugdzorg kampt met gebrek aan personeel. Er zijn ook twee andere redenen. De eerste reden is dat het protocol op basis waarvan beoordeeld wordt of iemand in een kwetsbare situatie zit, is nogal ruim beschreven is. Mensen die denken dat het niet op hen van toepassing is, zouden eens moeten gaan praten met gezinnen die onterecht met jeugdzorg te maken hebben gekregen. Op een dag kan een overheid met vergaande bevoegdheden die zich uitstrekken tot achter de voordeur bij op jouw stoep staan. De tweede reden betreft het moment waarop ook dit beleid faalt en terecht naar de gemeente of zorginstelling in kwestie kijkt: waarom is deze ellende door jullie niet voorkomen? Conclusie zal zijn dat overheid gefaald heeft. Een overheid die het voorkomen van alle ellende en nood tot haar verantwoordelijkheid heeft gemaakt, kan bijna niet anders dan falen.

Vertrouwenspersoon

Recent is in de Tweede Kamer een wetsvoorstel aangenomen dat bedrijven verplicht een vertrouwenspersoon te hebben. De bedoeling hierachter is wederom lovenswaardig, namelijk het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag. De definitie daarvan is pijlsnel uitgebreid van seksueel overschrijdend gedrag naar elk overschrijdend gedrag al naar gelang de frustratietolerantie van het vermeende slachtoffer hetgeen tot veel relevante meldingen kan leiden. Het Tv-programma The Voice en De Wereld Draait door hadden een vertrouwenspersoon. Maar zoals we weten, heeft dat niet geholpen. Wanneer dit wetsvoorstel door de Eerste Kamer komt, hebben bedrijven met 10 werknemers of meer de verplichting om een vertrouwenspersoon te hebben. Het spreekt voor zich dat de kosten hiervan in de producten die zij leveren worden meegenomen. Maar het gaat mij hier nu niet om dat vaak vergeten wordt dat aan alles ook financiële consequenties zitten die wij aan het einde van de dag samen betalen. Mij gaat het om het gegeven dat ook hier de consequentie kan zijn dat mensen zich in bedrijven niet meer uitspreken tegen een agressieve leidinggevende of collega. Waarom zouden ze stelling nemen met alle risico’s die daarbij horen? Het vermeende slachtoffer kan zich toch melden bij de vertrouwenspersoon? Niet elk mens is immers dapper genoeg om voor een collega in de bres te springen, hebben we bij de genoemde programma’s gezien. Er zal bij bedrijven ongewenst gedrag blijven. De overheid zal hier uiteindelijke het verwijt krijgen dat zij onvoldoende handhaaft en dus faalt.

Het effect van normerende wetgeving

Alle goed bedoelde, normerende wetgeving heeft dus ook een ander effect. Waarom zou je goed doen, wanneer er een overheid is die goed doen tot zijn primaire proces heeft verklaard? T.S. Eliot schreef: “They constantly try to escape from the darkness outside and within by dreaming of systems so perfect that no one will need to be good.” Ik vrees dat het inmiddels tot achter de voordeur uitgebreide welzijnsbeleid er toe gaat leiden dat onze samenleving die altijd voorop gelopen heeft in het doen van bijvoorbeeld vrijwilligerswerk zo langzamerhand verkilt en verhardt. Om maar eens een voorbeeld te noemen: Ja, je zorgt voor je eigen ouders, maar die eenzame buurman kan toch aankloppen bij de gemeente wanneer hij geen kinderen heeft of wanneer die ver weg wonen?

Er is een wetgevings- en uitvoeringsapparaat opgetuigd dat zo gedetailleerd is dat fouten niet te voorkomen zijn. De juridische fictie in onze rechtstaat dat eenieder de wet behoort te kennen is door de hoeveelheid wetten en regels inmiddels ridicuul geworden.

Beeldvorming

Maar er speelt nog iets anders. De weg naar de hel wordt niet alleen geplaveid door goede bedoelingen maar in huidige politieke bestel ook door beeldvorming. Het is noodzakelijk geworden politiek in korte zinnen en stellingen behapbaar te maken tot quotes van maximaal 20 seconden in journaals. Daarmee is politiek verworden tot een verplicht simplificeren van de complexe werkelijkheid. Je bent voor of tegen vluchtelingen. Voor of tegen natuurbescherming. Voor of tegen de boeren. Voor of tegen elektrificeren van het wagenpark. Voor of tegen beschermingen van kwetsbare kinderen. Voor of tegen een fiscaal rechtvaardigheidsverdelingssysteem. Voor of tegen kapitalisme. Voor of tegen vrijheid van transgenders. Voor of tegen….. noem maar op. Terwijl de werkelijkheid van het leven van echte mensen vele malen genuanceerder is dan dat. Het feit dat het allemaal onderwerpen zijn waar de overheid zich mee bemoeit, maakt ook nog noodzakelijk dat politici zich erover uitspreken. En die moeten glashelder zijn in 140 tekens anders komt het standpunt niet over de bühne.

Democratische besluitvorming is in de beeldvorming steeds meer een alles-of-niets-spel geworden. Democratie is echter niet het einde van een discussie waarin bepaald wordt voor altijd hoe een maatschappij eruit moet zien. Het is het constant elke dag weer bediscussiëren van overtuigingen, doelen, middelen en invullingen van wat een goed leven is. Revolutionair de barricaden beklimmen en jouw ideaalplaatje afdwingen, maakt een einde aan die discussie en legt dwingend een blauwdruk neer voor een goed leven.

Een goed leven

Wat is dat: een goed leven? Een goed leven gaat om mensen die in gemeenschappelijkheid en in vrijheid een voor hen waardig bestaan nastreven. Mensen willen hun samenleving vormgeven naar hun eigen overtuiging. Dat zou niet alleen naar mijn mening het uitgangspunt van politiek moeten zijn, maar het is niet gek dat na decennia nadruk op individualisering, emancipatie en onderwijs burgers dat ook zelf willen bepalen. Echter, in toenemende mate is de overheid de definitie van een goed leven en een goede samenleving via wetten en regels gaan invullen. Maar wat is de overheid in deze? Op verschillende niveaus is dat de combinatie van ambtenaren, bestuurders en volksvertegenwoordigers. We weten dat dit vooral hoogopgeleide mensen zijn die afgestudeerd zijn in talen, rechten, sociologie en aanverwante alfastudies. Mensen die zelden voor eigen rekening en risico een onderneming gevoerd hebben. Mensen die de financiële middelen hebben en wegen kennen om falend Haags beleid af te kopen of af te wenden. Zij zijn geneigd de burger, de subjecten van hun beleid te zien als beleidselementen die zich hebben te gedragen naar de visie en het bijbehorende plan van de politieke besluitvorming. Niet zelden beroept men zich daarbij op meerderheidsbesluitvorming. Dat dit een gebrekkige kijk op democratie is, wordt voor het gemak vergeten. In een democratie dient de meerderheid immers ook om te zien naar de minderheid. Wanneer de ‘beleidssubjecten’ hiertegen in opstand komen door demonstratie of gedrag strijdig met het vastgestelde beleid worden deze burgers gediskwalificeerd en gezien als onvoldoende opgeleid, dan wel onvoldoende intelligent of onbeschaafd en dus eigenlijk niet echt in staat om hún leven en samenleven vorm te geven. Indien niet goedschiks, dan maar kwaadschiks via handhaving worden ze in gareel gebracht. De voortschrijdende techniek helpt daar meedogenloos bij.

Afhakende burgers

Het dromen over handhaving via computersystemen is niet alleen een progressieve droom. Het is ook een noodzakelijke droom geworden. Ook in het handhavingsapparaat is personeelstekort. De rechtspraak luidt al jaren de noodklok. Ik vind dit problematisch want het leidt tot willekeur. De pakkans is steeds kleiner geworden. Recent stelde de gemeente Amsterdam een blowverbod in zonder bijbehorende uitbreiding van politiecapaciteit. Deze tendens leidt onmiskenbaar tot willekeur. Je wordt op de bon geslingerd, terwijl mensen langs jou en de politieagent lopen en rijden terwijl ze zich schuldig maken aan precies hetzelfde vergrijp.

Die burgers die kinderen opvoeden, naar hun werk gaan, hun ouders helpen en verzorgen, de sportvereniging draaiend houden, hun belastingaangifte op tijd doen en hun belasting vervolgens ook gewoon betalen zijn inmiddels niet meer verbaasd, maar haken af. Of door niet langer te stemmen op partijen die in verschillende verbanden decennia onderdeel geweest van onze regering of door zich in toenemende mate te proberen te onttrekken van het verstikkende beleid.

Niet zelden worden de principes en grenzen van de grote politieke stromingen, zoals het liberalisme, het conservatisme, socialisme, ecologisme overschreden met het uitstorten van allerlei wetten, regels en uitvoering over de bevolking. In ieder geval wordt het mensbeeld dat bij een westerse, liberale samenleving hoort onrecht aangedaan, namelijk de vrije mens die eigen afwegingen wil maken voor zichzelf en de gemeenschap waar hij of zij onderdeel van uitmaakt.

Ik vind dit verontrustend. De geschiedenis geeft naast alle ellende ook aan dat mensen van nature op gemeenschap uit zijn en van daaruit gericht op het bouwen van een samenleving die henzelf en anderen ondersteunt. De geschiedenis laat zien dat er helaas altijd mensen waren die tussen wal en schip vielen. En dat is in het moderne, vrije Westen nog steeds zo. We doen alsof we deze onvolmaaktheid voorkomen kan worden door elke keer weer een wettelijke reparatie te doen of weer een miljard euro ergens tegen aan te smijten. Het zal niet helpen. Volmaaktheid zal niet gevonden worden. Elke keer weer zullen er levende wezens zijn die zich onttrekken aan of niet passen in het systeem. Wanneer bereiken we het punt dat we dit gegeven gewoon accepteren en niet langer grijpen naar preciezere regels, meer geld en/of meer handhaving maar andere oplossingen zoeken?

Bescheidenheid en zelfbeperking in het overheidshandelen

Het is de hoogste tijd bescheidenheid over de effectiviteit van overheidshandelen te betrachten. Dé overheid bestaat niet maar is een samenwerking tussen overheidsorganisaties waar politici, bestuurders en ambtenaren hun best doen. Maar het zijn uiteindelijk allemaal mensen die fouten maken. Elke dag. Niet voor alle problemen zijn binnen het systeem passende oplossingen. Denken dat digitalisering, kunstmatige intelligentie en algoritmen dit wel mogelijk zullen maken, gaat voorbij aan alle negatieve effecten daarvan. Los nog van het feit dat deze systemen gewoon door mensen inclusief al hun vooroordelen en beperkingen gemaakt zijn. Een overheid die zich te houden heeft aan de rechtstatelijke beginselen en beginselen van behoorlijk bestuur zoals gelijkheidsbeginsel, motiveringsplicht, evenredigheid en toegang tot de rechter ontkomt niet aan zelfbeperking.

Nu is het natuurlijk niet zo dat samenlevingen zich maar moeten neerleggen bij alles wat over hen heen komt. Alsjeblieft niet. Maar enige zelfbeperking, bedachtzaamheid en in de zucht naar gladstrijken ook nadenken over de nadelen van beleidsoperaties, gebeurt naar mijn smaak te weinig met een falende overheid als gevolg.

Tot slot: dit is geen pleidooi voor een terugtredende overheid. Voor je het weet, wordt dit essay misbruikt om bezuinigingen te realiseren. Dat is eerder vertoond. Dit verhaal is wel een pleidooi voor nadenken wanneer je de overheid weer een nieuwe taak wil geven om veiligheid, duurzaamheid of inclusie te bewerkstelligen. Dit is een pleidooi voor een bescheiden overheid die onvolmaaktheid accepteert omdat het nu eenmaal een menselijke conditie is. Een overheid die gaat schrappen in taken want alleen dan kan je echt schrappen in regels. Dat is tot op heden niet echt gelukt.

Ziet u die bescheiden overheid wel zitten? Laten we dan afspreken dat alleen gepleit wordt voor een bescheiden overheid wanneer het doel is minder geld uit te geven aan kwaliteitsmanagers, handhavers, consultants, accountants, beleidsmedewerkers, juristen en om die reden allerlei wetgeving en protocollen geschrapt worden. Deze zijn weliswaar met de beste bedoelingen in het leven geroepen om risico’s te beperken, kwaliteit te verhogen, duurzaamheid te bereiken en inclusie na te streven, maar in de praktijk loopt het vast. En wat het in ieder geval opgeleverd heeft, is het beperken van de vrijheid om invulling te geven aan het eigen ambacht waardoor mensen de desbetreffende sectoren verlaten of vluchten in zelfstandig ondernemerschap. Maar bovenal heeft het individuele vrijheden om invulling aan het eigen leven en de desbetreffende gemeenschap te geven zeer beperkt.

Conclusie

Dit essay, deze poging om te achterhalen waardoor de overheid faalt, pleit voor een bescheiden overheid, voor bescheidenheid van alle betrokkenen: bestuurders, politici, ambtenaren en burgers. Het pleit ook voor het accepteren van onvolmaaktheid omdat het streven naar volmaaktheid een vastlopende overheid heeft opgeleverd.

Als u direct aan de slag wil, doe dan het volgende. Ga op verschillende beleidsterreinen eens na of alle overheidsverplichtingen, protocollen, certificering echt geleid hebben tot een betere wereld voor de mensen waar het om gaat. Of kan het ook zonder? Als die vraag te algemeen is, vraagt u uzelf dan eens af of voor al die overheidsverplichtingen, kwaliteitseisen, protocollen en certificering nog wel personeel is? Als het antwoord daarop ‘ja’ is, vraag je dan af of voor het primaire proces nog voldoende personeel is. In de zorg en het onderwijs is het antwoord op die laatste vraag in ieder geval ‘nee’. U weet nu wat te doen.

[1] Mijn gedachten zijn gevormd door de vele ervaringen die ik door de jaren heen heb opgedaan, de gesprekken die ik gevoerd heb, de boeken en interviews die ik gelezen of beluisterd heb. De meest recente zijn van Paul Frissen (De Integrale staat), Maxim Februari (Doe zelf normaal), Esther van Fennema (Het verlaten Individu) en Bina Ayar (De maakbare mens).

Deel dit artikel