De VVD-crisis
Een kabinetscrisis aan één partij toeschrijven, doet de waarheid vaak geweld aan. Voor een conclusie is het nog wat vroeg, maar de VVD speelde zeker een cruciale rol. Zij wilde krachtiger maatregelen om immigratie te beperken. Voor de ChristenUnie was beperking van gezinshereniging een stap te ver. Nadat al overeenstemming was bereikt over vele maatregelen op het gebied van arbeids- en studiemigratie en ook ten aanzien van asiel, was de laatste stap voor twee partijen een stap te ver.
Toch is het boven alles een VVD-crisis. Die partij bekleedt nu eenmaal een spilfunctie. Het gaat dan ook niet alleen om de schuldvraag of om de vraag of de eis van de VVD redelijk was, maar wel om de wetenschap dat de VVD de loop der dingen nu al ruim dertien jaar bepaalt.
Haar eigen positie was op zich helder. De omstandigheden beperkten domweg de speelruimte voor de VVD-ministers om het uiterste compromis te accepteren. De druk, zowel uit de eigen partij als uit het (potentiële) electoraat (met concurrenten als BBB en JA21), was te groot. Het ging voor de VVD om triomferen met een hard pakket of de stekker eruit trekken.
Dat de partij zichzelf daarmee op termijn mogelijk met een probleem opzadelt, is voor lief genomen. Vraag is wat de gevolgen zijn voor de (onderlinge) verhoudingen, wat het effect is op het sentiment (dat ook bestaat): we kunnen ons dit nu helemaal niet veroorloven en, tenslotte, wat het electorale effect is?
Ik denk dat dit laatste risico voor de VVD meevalt. Kiezersgedrag is onvoorspelbaar, maar schommelingen vinden grotendeels binnen 'blokken' plaats. Zij kan de rechterzijde nu 'afdekken' door te wijzen op de inzet op een strenger migratiebeleid. Dat het niet lukte, lag aan andere partijen. De kans lijkt mij daarom groot dat de VVD in november opnieuw als de grootste uit de bus zal komen.
Nu er een andere kandidaat komt voor het lijsttrekkerschap, staat de kiezer voor de vraag: uit welke partij zie ik het liefst de premier komen. BBB, JA21 en PVV hebben zo'n natuurlijke kandidaat niet; ook de onervaren Caroline van der Plas is dat niet.
De vraag bij de verkiezingen van november wordt: behoudt de VVD die spilpositie? De premiersvraag zal nadrukkelijk ter tafel komen: wilt u een sterke VVD die de premier levert, of wilt u het risico lopen dat BBB, PVV en JA21 die positie zo aantasten, dat er kans is op een centrumlinks kabinet met een andere premier. Die uitgangspositie van de VVD lijkt mij sterk.
Dat er na de verkiezingen moeilijk tot een werkbare meerderheid zal zijn te komen, is zeker. De uitkomst met een minderheidskabinet, dat moet werken met wisselende meerderheden, komt dichterbij. Met kiezers die hun voorkeur zo 'versplinteren' en voortdurend in stemgedrag wisselen, zou zo'n nauwelijks werkbare uitkomst overigens geen verrassing zijn.
De problemen zijn in november zeker niet verdwenen - integendeel - en de marges om die op te lossen zijn klein. Voor veel maatregelen geldt dat bestaande Europese of internationale regels nu al grenzen stellen. Of de VVD na november, los nog van de verkiezingsuitslag, echt (inhoudelijk) de grote winnaar zal zijn, valt daarom evenzeer te bezien.