Nationale ombudsman wil dat burgerparticipatie serieus wordt genomen
DEN HAAG (PDC i) - De overheid moet écht luisteren naar de burger. Dat betekent dat de overheid aan de slag moet met wat burgers te vertellen hebben, en niet alleen maar aanhoort wat de burger wil. Dat is de kern van de kritiek van de Nationale ombudsman i in het jaarrapport "Tijd voor de burger" over diens werkzaamheden in 2022.
De ombudsman waarschuwt er voor dat de overheid realistisch moet zijn in de beloften die ze maakt richting de burger. Als de overheid teveel belooft maar dat niet kan waarmaken, dan verliest de burger het geloof in de overheid. In een echte dialoog met de burger wordt aan de ene kant duidelijker wat de burger nodig heeft, en aan de andere kant wat de overheid voor de burger kan betekenen.
Een andere oorzaak waardoor burger en overheid meer tegenover elkaar zijn komen te staan, is een toenemende juridisering bij de aanpak van problemen door de overheid. In plaats van steeds meer regels en procedures in het leven te roepen zou juist participatie kunnen helpen om problemen soepel op te lossen.
Het laatste grote punt van kritiek op het functioneren van de overheid is dat het te lang duurt voor de overheid problemen erkent en aanpakt. Het rapport gaat daarnaast specifiek in op een aantal thema's zoals armoede, leefbaarheid, fundamentele rechten en Caribisch Nederland.
Het rapport is een samenwerking van drie Ombudspersonen: de Nationale ombudsman Reinier van Zutphen i, de Veteranenombudsman en de Kinderombudsman. De Ombudsman moet als onafhankelijk instituut de burger helpen te beschermen tegen wangedrag van de overheid. Jaarlijks brengt de Nationale ombudsman verslag uit van zijn werkzaamheden aan de Tweede Kamer.
Bron: Nationale ombudsman