Minister Bruins Slot wil integriteitsbeleid openbaar bestuur verbeteren
DEN HAAG (PDC i) - Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Hanke Bruins Slot i heeft in een brief aan de Tweede Kamer haar plannen gedeeld voor de aanscherping van het huidige integriteitsbeleid voor het openbaar bestuur. De plannen gaan over zowel ambtenaren als politieke bestuurders en hebben als doel het integriteitsbeleid effectiever en samenhangender te maken.
Onder dat overkoepelende integriteitsbeleid vallen ook bewindspersonen. Voor hen werd in december 2022 al een gedragscode i ingesteld. Volgens de planning die de minister bij haar brief heeft gevoegd worden daar in de loop van dit jaar regels aan toegevoegd over het vervolgen van de loopbaan van voormalige bewindspersonen. In het wetsvoorstel, waarvan de consultatie net is afgerond, staat onder andere een tweejarig lobbyverbod dat ingaat na het aftreden als bewindspersoon.
Volksvertegenwoordigers zijn door hun verkozen positie zelfstandig en daardoor in principe verantwoordelijk voor hun eigen integriteit. Via de politieke partij, waarbij de meeste volksvertegenwoordigers zijn aangesloten, vallen ook zij voor een deel onder het overkoepelende integriteitsbeleid van het ministerie van BZK. Politieke partijen worden namelijk ondersteund met richtlijnen, voorbeelden en instrumenten om de integriteit onder politieke ambtsdragers te bevorderen. Bovendien wordt er momenteel gewerkt aan de Wet op de Politieke Partijen i (Wpp), waarin bestaande en nieuwe regels over politieke partijen worden gebundeld.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor voor het overkoepelende integriteitsbeleid voor zowel politieke ambtsdragers in alle bestuurslagen als rijksambtenaren. In het aangepaste integriteitsbeleid wordt meer samenhang gecreëerd tussen de verschillende bestuurslagen en de ambtenaren. Zo komen er verplichte kwaliteitseisen voor integriteitsonderzoek en worden de verschillen in de screening voor bewindspersonen, decentrale ambtsdragers en ambtenaren meer gelijk getrokken.
Bron: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties