Onregeerbaar land?
De veelheid aan grote problemen en een gefragmenteerd en schijnbaar instabiel politiek landschap roept begrijpelijkerwijs de vraag op of 'de politiek' nog wel in staat is problemen zo niet direct op te lossen, dan in ieder geval toch voortvarend aan te pakken.
Het vertrouwen in de politiek is laag. Is er normaal gesproken na verkiezingen en het aantreden van een nieuw kabinet sprake van een opleving in vertrouwen, dat bleef nu achterwege. Dat was gezien de lange duur van de formatie, die resulteerde in voortzetting van de zittende coalitie, niet zo gek. Bovendien zijn in de loop van 2022 de problemen toegenomen, met name ten gevolge van de oorlog in Oekraïne. Er kwam een nieuwe stroom vluchtelingen, de energielevering kwam onder druk te staan en de inflatie steeg tot recordhoogte. En dat gevoegd bij eerdere crises: klimaat, stikstof, woningbouw en nasleep aardgaswinning en toeslagenschandaal.
Toch is het de vraag of de politiek zo onmachtig is als wordt gedacht en deels wordt voorgespiegeld. Het is waar dat besluitvorming soms moeizaam is en ook dat er kritiek kan zijn op sommige gekozen oplossingen. De besluitvorming rond het aanbieden van excuses voor het slavernijverleden werd door sommigen aangegrepen om de daadkracht van het kabinet in twijfel te trekken en dat verdiende zeker geen schoonheidsprijs.
Oud-staatssecretaris, oud-Tweede Kamerlid en huidig senator van 50PLUS Martin van Rooijen i retweette op 18 december de kritiek van oud-Tweede Kamervoorzitter Frans Weisglas i op het tamelijk omvangrijke aantal bewindspersonen dat naar de Cariben afreisde om excuses aan te bieden. Nu mag je daar best vraagtekens bij plaatsen. Van Rooijen liet zijn retweet echter vergezeld gaan van de tekst: "Land al langer onregeerbaar." Ik vind, juist van een parlementslid, zo'n reactie - al is het dan op een vluchtig medium als Twitter - afkeurenswaardig. Daarmee voedt hij het wantrouwen.
Belangrijker is dat het bovendien niet klopt. Van Rooijen is hoogst ontevreden over het tussen coalitie en enkele (constructieve) oppositiepartijen gesloten compromis over de nieuwe Pensioenwet. Dat je als Kamerlid kritisch bent over die nieuwe wet (die overigens nog in de Eerste Kamer moet worden behandeld) is goed denkbaar. Maar juist dat compromis laat zien dat het met de regeerbaarheid nogal meevalt.
De nieuwe Pensioenwet is uitvoerig en gedegen behandeld in de Tweede Kamer. Coalitie en oppositie vervulden hun rol en ze deden dat zodanig dat het Tunahan Kuzu i, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, eveneens op Twitter complimenten ontlokte voor de gehele Kamer. De Kamer kwam vanuit verschillende invalshoeken en met uiteenlopende standpunten tot een goede afronding van dit complexe wetgevingstraject. Er was daarbij allesbehalve sprake van onregeerbaarheid; wel van een uitkomst die sommigen blijkbaar niet beviel.
Iedere oppositiepartij mag uiteraard de tactiek kiezen die het beste wordt geacht. Dat kan betekenen dat wetgeving bij voorbaat wordt afgewezen. Tactiek kan evenwel net zo goed zijn, dat - in de wetenschap dat het kabinet op zoek is naar een breder politiek draagvlak - wordt gezocht naar tegemoetkomingen en compromissen, waardoor het eindresultaat wel aanvaardbaar wordt.
Er zijn partijen die vrijwel alle vraagstukken benaderen vanuit wantrouwen, zowel in politiek als wetenschappelijk opzicht: corona was 'een griepje', de toegenomen migratie is het resultaat van een internationaal complot, Nederlandse en Europese politici keren zich tegen de burgers, klimaat- en stikstofproblematiek zijn 'verzonnen'. Gelukkig staan daar in het parlement nog altijd in meerderheid partijen tegenover die willen meedenken over oplossingen. Bovendien is er toch echt een kabinet dat dit - soms moeizaam - eveneens doet: hoe zijn burgers zoveel mogelijk te ontzien bij de gestegen prijzen, hoe kan door onder andere landbouwhervormingen de natuur worden hersteld, waar zijn mogelijkheden om de bouw te stimuleren, hoe kan door nieuwe wetgeving de toekomst van het pensioenstelsel worden veiliggesteld.
Ik heb vertrouwen in constructieve krachten. Daardoor kan wantrouwen worden weggenomen. Het wil uiteraard niet zeggen dat alle partijen altijd overal vóór moeten zijn. Wel is het wenselijk dat intenties niet in twijfel worden getrokken en dat wordt meegedacht over de best mogelijke oplossingen en compromissen.
Deze column verscheen oorspronkelijk op Parlement.com.
Prof.dr. Bert van den Braak is onderzoeker bij PDC en hoogleraar parlementaire geschiedenis aan de Universiteit van Maastricht.