Rapporteurs op rapport: Wat kregen Nederlandse Europarlementariërs in 2022 voor elkaar?
De rol van Nederlandse Europarlementariërs wil nog wel eens ondersneeuwen in de media, met alle rubrieken over ‘Den Haag’. Waar zelfs het kissebissen in de Tweede Kamer vaak de voorpagina haalt, is het soms lastig te volgen wat onze Europarlementariërs inhoudelijk voor elkaar hebben gekregen in Brussel en Straatsburg. En dat terwijl Nederlandse Europarlementariërs, gemiddeld genomen, opvallend vaak actief betrokken zijn bij wetgevende voorstellen die de Commissie heeft aangedragen. Nederlandse Europarlementariërs kiezen vaak voor een rol als rapporteur op een bepaald wetgevingstraject: een positie met veel inhoudelijke invloed. En dat geldt zeker voor afgelopen jaar: er zijn in het Parlement veel stappen gezet voor Europese wetgeving op baanbrekende terreinen, ook met betrekking tot onderwerpen die voorheen geen transparantie genoten of nog niet door lidstaten aan de EU werden overgelaten. Dit artikel geeft een greep uit de prestaties van enkele Nederlandse Europarlementariërs in 2022.
Al drie keer verkozen Europarlementariër Bas Eickhout (GroenLinks, De Groenen), is sinds zijn derde termijn die in 2019 begon maar liefst 22 keer rapporteur of schaduwrapporteur geweest. In 2020 werd hij door Votewatch uitgeroepen tot meest invloedrijke Europarlementariër op het gebied van klimaat en milieu, en door The Parliament Magazine tot meest belangrijke Europarlementariër in de milieucommissie van het EP. Ook in 2022 heeft hij niet stilgezeten. Hij is rapporteur op twee dossiers, waaronder het dossier over de reductie van F-gassen. In het oog springend was zijn rol tijdens de COP27 in Sharm-elSheikh. Als delegatieleider van het Europees Parlement vertegenwoordigde Eickhout tijdens de VN-klimaattop onder andere het standpunt dat ontwikkelingslanden hulp moeten krijgen om de kosten van klimaatschade te dekken. In het slotakkoord zijn de landen het eens geworden dat er een fonds komt voor ontwikkelingslanden, wat wordt gezien als een historisch moment in de geschiedenis van klimaattoppen.
Sophie in 't Veld (D66), die al vanaf 2004 lid is van het Europees Parlement, is onderdeel van de Fractie Renew Europe. Rapporteur en schaduwrapporteur samengenomen, droeg zij sinds 2019 verantwoordelijkheid voor 23 dossiers. In 2022 verschenen er twee invloedrijke rapporten van haar hand. Begin maart pleitte zij voor een verbod op “gouden paspoorten” en EU-regels voor “gouden visa”, om problemen rondom burgerschaps- en verblijfsvergunningen voor investeerders aan te pakken. Het wetgevingsrapport werd goed ontvangen in het Parlement. In het najaar presenteerde Sophie in ’t Veld haar bevindingen over het gebruik van spionagesoftware Pegasus door lidstaten dat zij, als rapporteur van PEGA, sinds april 2022 onderzocht. De behoefte naar overkoepelende EU-regelgeving over het gebruik van spionage software is groot. Het rapport concludeerde namelijk dat meerdere nationale overheden de software misbruikten. Het misbruik leidde tot verstrekkende gevolgen voor de betrouwbaarheid van nationale verkiezingen, privacy, veiligheid en handel van spionagesoftware. Ook Europese instellingen en bewindsleden bleken het doelwit van ‘spyware’ schandalen.
Een andere Nederlander die een belangrijke plaats aan de EU-tafel zetelde in 2022 is Lara Wolters (PvdA). Zij is sinds 2019 Europarlementariër en aangesloten bij de Fractie van Socialisten en Democraten. Als vertegenwoordiger van het Parlement was zij als co- rapporteur een van de drijvende krachten achter het akkoord over de richtlijn voor een vrouwenquotum in raden van bestuur van beursgenoteerde bedrijven. In triloog met de Commissie en de Raad kwam er na tien jaar eindelijk schot in de zaak.
Vicefractievoorzitter van de Europese Socialisten en Democraten, Mohammed Chahim is net als Lara Wolters sinds 2019 Europarlementariër namens de PvdA. Als rapporteur en schaduwrapporteur zette hij zich de afgelopen jaren in voor het milieu. Halverwege december bereikte de Raad en het Parlement een akkoord over het dossier om grensheffing op CO2-emmissies door te voeren. Als rapporteur op dit dossier realiseerde Chahim een belangrijke stap in wetgeving die producenten buiten de EU ook laat betalen voor hun CO2-uitstoot.
Samen met Esther de Lange (CDA, Europese Volkspartij) viert Chahim vlak voor de jaarwisseling ook de doorbraak in het klimaatwetgevingspakket. De Lange is rapporteur op het dossier Sociaal klimaatfonds en, als onderhandelaar namens het Parlement, bereikte ze een akkoord met de Raad. Om de klimaatdoelen te halen gaan inwoners en bedrijven in de EU nu ook betalen voor hun CO2-uitstoot. Tegemoetkomend komt er een fonds dat de kosten voor arme mensen kan dempen en de transitie van inwoners en bedrijven naar bijvoorbeeld een elektrische auto of betere isolatie financieel moet ondersteunen.
Ook noemenswaardig én CO2-gerelateerd is het akkoord over uitstootvrije auto’s waar Jan Huitema (VVD, Renew Europe) zich als rapporteur hard voor maakte. Dit houdt in dat er vanaf 2035 nul brandstofauto’s meer verkocht zullen worden binnen de Unie. Een vooruitstrevend standpunt dat aansluit bij de klimaatambities van de EU. Sinds de huidige termijn van het Parlement waakte Huitema over tien dossiers. Naar aanleiding van Brexit schreef hij in 2022 als schaduwrapporteur ook mee aan een rapport over de toekomst van visserij in de Noordzee.
2022 markeert ook een akkoord tussen de Raad en het Parlement over de ‘fatsoensnorm’ voor minimumlonen in alle lidstaten. De richtlijn geeft lidstaten een kader om zich aan op te trekken. Als corapporteur vertegenwoordigde Agnes Jongerius dit dossier. Zij hoort bij de fractie Socialisten en Democraten en is als lid van de PvdA sinds 2014 Europarlementariër. Het akkoord werd niet geheel zonder slag of stoot bereikt, aangezien veel lidstaten zich verzetten doordat lonen normaal gesproken niet onder Europees beleidsterrein vallen. Misschien maakt dat het akkoord een nog grotere prestatie. Volgens de richtlijn heeft onder andere Nederland nog veel werk aan de winkel.
Tot slot is het van belang Tineke Strik (GroenLinks, De Groenen) te benoemen. Vanwege haar expertise op gebied van asiel en migratie werd Tineke Strik begin 2019 aangewezen als rapporteur van de vakcommissie-onderzoek naar misstanden bij Europees Grensbewakingschap Frontex. Met veel toewijding bracht zij het rapport, dat kritisch commentaar leverde op Frontex’s rol in het illegaal wegsturen van migranten door lidstaten, onder de aandacht. Hierop volgde een onderzoek van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) dat in 2022 concludeerde dat er ook sprake is geweest van wangedrag binnen Frontex zelf. Op aandringen van Strik werd dit rapport openbaar gemaakt, waarop Frontex-directeur Fabrice Leggeri ontslag indiende. De overeenkomende conclusies van de rapporten bevestigden Frontex’s aandeel in het schenden van mensenrechten. Zo droeg ook deze Nederlandse Europarlementariër actief bij aan het verbeteren en beschermen van Europese afspraken.
Isabel van Groenigen is als redacteur bij PDC verbonden aan het Montesquieu Instituut.