Kabinet positief over werkprogramma 2023 Europese Commissie
DEN HAAG (PDC i) - Het kabinet is positief over de plannen van de Europese Commissie i voor 2023. Dat blijkt uit de kabinetsappreciatie van het werkprogramma die door minister Hoekstra naar de Kamer is gestuurd.
Het werkprogramma van de Commissie is op 18 oktober 2022 gepresenteerd. In het programma maakt de Commissie onderscheid tussen zes prioriteiten, die ieder ook in de appreciatie naar voren komen. In het kader van de huidige crises waar Europa mee kampt is er veel ruimte voor de energiecrisis en geopolitiek.
Zo steunt het kabinet het plan van de Commissie om te analyseren hoe de elektriciteitsmarkt beter kan functioneren en welke hervormingen hiervoor nodig zijn. Ook is het kabinet voorstander van een verdere verdieping van internationale partnerschappen op terreinen als klimaat en duurzame handel, multilateralisme en internationaal recht, veiligheid en grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit. Ook de digitale euro, waar nog veel discussie over is, krijgt de steun van het kabinet mits er sprake is van een stevige democratische basis en politieke betrokkenheid.
Op het gebied van de rechtsstaat, die de afgelopen periode een grote rol heeft gespeeld in de Europese besluitvorming, onderschrijft het kabinet ook de plannen van de Commissie. De Europese grondrechten en gedeelde waarden, zoals gelijkheid en de democratische rechtsstaat, moeten worden verdedigd en de fundamenten van onze vrije en democratische samenleving, zoals pluralisme en vrijheid van media, beschermd.
Er zijn ook een aantal punten waarop het kabinet kritisch is op de plannen van de Commissie. Zo betreurt het kabinet het besluit om de herziening van de wetgeving inzake de registratie, beoordeling en autorisatie van chemische stoffen (REACH i) uit te stellen tot het vierde kwartaal van 2023. Ook stelt het kabinet vast dat er tot op heden nog geen concrete uitwerking is voor de door de Commissie voorgestelde “one in, one out”-aanpak voor Betere Regelgeving. Dit moet ervoor zorgen dat in geval van lasten uit nieuwe wetgeving, de lasten uit bestaande wetgeving worden verminderd.
Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken