Caroline van der Plas en Derk Jan Eppink willen de EU gewoon niet begrijpen
Nederland gaat gebukt onder de stikstofcrisis en dus gingen onlangs vier ministers naar Brussel om te vragen om meer coulance voor de Nederlandse situatie. Christianne van der Wal i, Hugo de Jonge i, Mark Harbers i en Henk Staghouwer i kwamen met lege handen thuis. Kamerleden Caroline van der Plas i (BBB) en Derk Jan Eppink i (JA21) zijn er boos over. Rutte had persoonlijk met zijn vuist op tafel moeten slaan. Dit is een mooie illustratie dat als je de EU niet wilt begrijpen, je telkens tot de conclusie zult komen dat de EU niet luistert. Dat zit zo.
Volgens Van der Plas en Eppink werden de vier ministers afgescheept met een EU-Commissaris die meteen nee zei op alle coulance-verzoeken. De ministers zouden nul kennis van Europese wetgeving hebben. Eurocommissaris Frans Timmermans i zou vinden dat de Nederlandse stikstofdoelen prima zijn en dus verandert er niets, al zijn de Nederlandse regels veel strenger dan elders. Nederland heeft zichzelf deze stikstofdoelen opgelegd en dan zegt de EU: daar moet je dan ook aan voldoen.
Van der Plas en Eppink vinden dat Rutte naar de voorzitter van de Europese Commissie moet gaan om aan de bel te trekken. Hij zou tegen Ursula von der Leyen i moeten zeggen dat Nederland netto-betaler is en 21 miljard aan Zuid-Europa heeft overgemaakt. Hij zou daarmee tijd kunnen vragen voor een reparatiewet, zodat Nederland weer van het slot kan. Maar in plaats daarvan, aldus Van der Plas en Eppink, stuurt Rutte wat ministers, waar in Brussel natuurlijk niemand van onder de indruk is. Zo blijft alles zoals het was.
Rekening houden
Hoe werkt de EU eigenlijk, vraag je je af. Die vraag is essentieel bij elke klacht over hoe Brussel zaken beslist en dus ook bij de vraag of men uitzonderingen wil maken bij de Nederlandse stikstofregels. Het maakt niet uit wat je als nationaal politicus van de EU vindt: deze functioneert gewoon op een bepaalde manier. Of je dat nou leuk vindt of niet, de beleidsmachine draait gewoon verder. Je kunt er – ook als je een grondige hekel aan de EU hebt – maar beter rekening mee houden.
In ons boek Retourtje Brussel spreken we met Nederlanders die in Brussel werken, al dan niet op basis van wat Nederlandse politici graag in Brussel willen bereiken. Misschien moeten Eppink en Van der Plas het eens lezen. Je kunt Brussel makkelijk samenvatten: er zijn meerdere instellingen en die moeten het met elkaar eens worden. In dat proces zitten onder andere Europarlementariërs en ministers aan tafel. Hun gesprek, maar ook de inbreng van bijvoorbeeld lobbyisten, levert Europese regels op.
Die regels moeten gelden in de hele EU, zoals de door Van der Plas en Eppink verfoeide ‘habitatrichtlijn’. Al dertig jaar geleden moest Nederland die richtlijn zelf implementeren. Een voordeel bij richtlijnen is dat landen vrijheid hebben hoe ze aan de doelen ervan tegemoet komen. Daar gaan Van der Plas en Eppink als Kamerleden dus bij uitstek over, over het feit dat die richtlijn bestaat is na de Brusselse besluitvorming geen discussie meer.
Kansloze acties
Landen moeten zich aan de Europese regels houden omdat ze overal in de EU hetzelfde moeten zijn. Als je denkt dat een regel niet uniform wordt uitgevoerd, kun je daarover klagen bij het Hof van Justitie. Daar kijken Europese rechters of je klacht klopt en of er geen verschillen tussen landen zijn. Eigenlijk kun je hier al stoppen met het uitleggen van de EU: naar Brussel gaan om te zeggen dat de regels – waarover je zelf hebt meegepraat – je bij nader inzien toch niet uitkomen, is kansloos.
Dit is een van de redenen waarom sommige politieke partijen een hekel aan de EU hebben: de regels liggen, na al dat meepraten, op een gegeven moment vast. En: je krijgt als Nederland niet altijd je zin. Dan zit je met die lastige regels die toch gelden en die misschien pas jaren later weer eens worden herzien. Als je heel hard gaat roepen dat de EU maar een uitzondering voor je moet maken, zal dat al snel op een muur van onbegrip stuiten. Je was er toch zelf bij?
Kamerleden kunnen beter nadenken hoe ze iets kunnen veranderen aan Europese regels op het moment dat ze op de politieke agenda staan. Dat begint met de EU goed volgen. Dan hoef je wellicht niet achteraf te klagen. Als je dat toch doet, wil je de EU gewoon niet begrijpen. Dat mag natuurlijk, maar je hebt er niets aan. Net als de boeren en de bouwers trouwens.
Chris Aalberts en Mendeltje van Keulen, ‘Retourtje Brussel. Hoe Nederlanders werken aan de Europese Unie.’ Den Haag, Boom Bestuurskunde, 2022.