Vragen en antwoorden over de nieuwe EU-regels inzake de behandeling van stedelijk afvalwater
Waarom herziet de EU de regels inzake de behandeling van stedelijk afvalwater?
Indien stedelijk afvalwater niet correct wordt opgevangen en behandeld, is het een van de belangrijkste bronnen van waterverontreiniging. De huidige richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater is meer dan dertig jaar oud. De waterkwaliteit van de Europese rivieren, meren en zeeën is sinds de vaststelling ervan drastisch verbeterd. De EU-landen hebben met behulp van EU-financiering opvangsystemen en afvalwaterzuiveringsinstallaties opgezet. De richtlijn wordt in de hele EU goed nageleefd: 98 % van het afvalwater wordt opgevangen en 92 % wordt op bevredigende wijze behandeld, overeenkomstig het huidige toepassingsgebied van de richtlijn.
Er bestaat echter nog steeds verontreiniging die niet onder de huidige regels valt en waarvoor een oplossing moet komen om tegen 2050 een vervuilingsvrij milieu tot stand te kunnen brengen. Hieronder valt ook verontreiniging afkomstig van buiten het toepassingsgebied van de richtlijn vallende kleinere steden en verontreiniging door overstorting van hemelwater. Momenteel vallen microverontreinigingen zoals residuen van geneesmiddelen en cosmetica eveneens buiten het toepassingsgebied van de richtlijn. Deze residuen worden vaak aangetroffen in al onze waterlichamen en hebben een schadelijk effect op de natuur. Wanneer deze microverontreinigingen in het milieu terechtkomen, is echter een aanvullende behandeling nodig om ze opnieuw te verwijderen.
De behandeling van afvalwater is een van de grootste energieverbruikers in de publieke sector. De herziene richtlijn bevat daarom ook een doelstelling inzake energieneutraliteit voor de sector.
Tot slot is uit recente ervaring gebleken dat virussen met hoge betrouwbaarheid in afvalwater kunnen worden opgespoord: dit biedt waardevolle informatie voor besluiten op het gebied van de volksgezondheid. Ook om de nodige gegevens te kunnen verzamelen is een bijwerking van de richtlijn vereist.
De huidige herziening van de richtlijn is in overeenstemming met de resultaten van een evaluatie in 2019 en past de richtlijn aan de nieuwste wetenschappelijke inzichten aan.
Wat wil de Commissie met dit voorstel bereiken?
Het voorstel voor de herziening van de regels inzake de behandeling van afvalwater is erop gericht het milieu en de gezondheid van de Europeanen te verbeteren. De herziening is er met name op gericht om:
-
-de afvalwatersector energieneutraal te maken en op weg naar klimaatneutraliteit te zetten door het energieverbruik te verminderen, de grotere oppervlakken van sommige afvalwaterzuiveringsinstallaties te gebruiken om wind- of zonne-energie te genereren, hergebruik van water te stimuleren en slib te gebruiken om biogas te maken, wat aardgas kan vervangen;
-
-de industrie verantwoordelijk te maken voor de behandeling van toxische microverontreinigingen die in het milieu terechtkomen door het gebruik van hun producten (het beginsel “de vervuiler betaalt”). Hierbij gaat het met name om schadelijke residuen afkomstig van de farmaceutische en cosmeticasector;
-
-ervoor te zorgen dat de 2 miljoen mensen in de EU die het kwetsbaarst en het meest gemarginaliseerd zijn, betere toegang tot sanitaire voorzieningen in de openbare ruimte krijgen;
-
-monitoring van gezondheidsparameters in het afvalwater te vereisen, zoals momenteel voor COVID-19 gebeurt, om de paraatheid van de EU bij pandemieën of andere grote bedreigingen voor de volksgezondheid te vergroten.
Wat zijn de belangrijkste maatregelen die de Commissie voorstelt?
In de herziening worden verschillende maatregelen voorgesteld die tot 2040 geleidelijk zullen worden toegepast.
Om de vervuiling verder terug te dringen, wordt het toepassingsgebied van de huidige richtlijn (die op steden met meer dan 2 000 inwoners van toepassing is) door de nieuwe regels vergroot zodat de richtlijn op alle steden met meer dan 1 000 inwoners betrekking zal hebben. De nieuwe regels zullen ook betrekking hebben op regenwater en zullen de EU-landen ertoe verplichten om geïntegreerde beheersplannen voor stedelijk afvalwater op te stellen voor grote steden (aanvankelijk voor steden met meer dan 100 000 inwoners en, indien nodig, later ook voor steden met 10 000 of meer inwoners). Dit zal de directe emissies van organisch materiaal, stikstof en fosfor in waterlichamen verminderen, maar ook de hoeveelheid zwerfvuil en microplastics die door stadsrioleringen wordt opgevangen. Met de richtlijn worden een betere controle van individuele systemen zoals septische tanks, strengere normen voor nutriënten en normen voor microverontreinigingen geïntroduceerd. De richtlijn vereist ook de monitoring van microplastics en de uitstoot van broeikasgassen.
Om ervoor te zorgen dat de afvalwatersector niet alleen de waterkwaliteit verbetert, maar ook naar klimaatneutraliteit en circulariteit evolueert, bevat de herziening op het niveau van de lidstaten een bindende energieneutraliteitsdoelstelling voor de hele sector. Dit betekent dat installaties voor de behandeling van stedelijk afvalwater hun energieverbruik aanzienlijk moeten verminderen en hernieuwbare bronnen moeten gebruiken om energie te produceren (bv. zonne-energie, windenergie en in het bijzonder biogasproductie). Om deze doelstelling te bereiken moeten energie-audits worden verricht en moeten fossiele brandstoffen door hernieuwbare energie worden vervangen. De EU-landen zullen ook worden verplicht om industriële verontreiniging bij de bron op te sporen en zo de mogelijkheden voor hergebruik van slib en behandeld afvalwater te vergroten en er op die manier voor te zorgen dat er geen waardevolle hulpbronnen verloren gaan. Het voorstel voorziet ook in een mandaat voor de Commissie om voor fosfor minimumpercentages voor nuttige toepassing vast te stellen.
Door de governance in de afvalwatersector te verbeteren en voor transparantie tussen de exploitanten en het publiek te zorgen, zullen de nieuwe regels waarborgen dat exploitanten kernprestatie-indicatoren openbaar zullen maken. Producenten van geneesmiddelen en cosmetische producten zullen ook de kosten op zich moeten nemen van het verwijderen van microverontreinigingen die afkomstig zijn van hun producten en in het afvalwater terechtkomen, zodat het beginsel “de vervuiler betaalt” wordt toegepast.
Een belangrijk onderdeel van het voorstel is gericht op het verbeteren van de toegang tot sanitaire voorzieningen, met name voor kwetsbare en gemarginaliseerde groepen in heel de EU. Daartoe moeten de lidstaten overwegen in openbare ruimten sanitaire voorzieningen in te richten en de toegang ertoe gratis of goedkoop te maken voor de mensen die er het meest behoefte aan hebben.
Tot slot is uit de COVID-19-crisis gebleken dat virussen zeer betrouwbaar in afvalwater kunnen worden opgespoord, dus worden in het voorstel gezondheidsparameters geïntroduceerd om pandemieën te monitoren.
Indien de nieuwe regels correct worden uitgevoerd, wordt verwacht dat zij tegen 2040 verschillende positieve effecten zullen hebben. Naar verwachting zullen zij in de hele EU voor een jaarlijkse besparing van bijna 3 miljard euro zorgen, de uitstoot van broeikasgassen in vergelijking met 1990 met 62,5 % verlagen, de waterverontreiniging verminderen door een afname van meer dan 365 000 ton aan organisch materiaal, stikstof en fosfor, en emissies van microplastics met 9 % verlagen door beter regenwaterbeheer.
Wat zijn de gevolgen van de nieuwe regels voor de exploitanten?
Exploitanten van afvalwater blijven verantwoordelijk voor het opvangen, behandelen, monitoren en naar behoren lozen van stedelijk afvalwater.
Het aanscherpen van de transparantievereisten zal het aantal mogelijkheden voor belanghebbenden om met de sector samen te werken, vergroten.
De sectoren voor water- en behandelingstechnologie zullen direct voordeel hebben bij aangescherpte normen en ook bij maatregelen waardoor het toepassingsgebied van de richtlijn naar kleinere agglomeraties wordt uitgebreid, zodat activiteiten worden geoptimaliseerd en het energiegebruik en de uitstoot van broeikasgassen worden verminderd. Er zullen zakelijke kansen ontstaan op het gebied van de ontwikkeling van nieuwe behandelingstechnieken, waarbij tegelijkertijd het energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen wordt verminderd.
Er zullen extra investeringen nodig zijn, vooral voor een beter beheer van nutriënten (zowel wat de preventie van eutrofiëring betreft als wat ondersteuning voor terugwinning en hergebruik betreft) maar ook voor de behandeling van microverontreinigingen. Om de energieneutraliteitsdoelstelling te halen zullen ook investeringen nodig zijn. Deze zullen echter op de middellange tot lange termijn winstgevend zijn, vooral gezien de huidige, sterk stijgende energieprijzen.
Er wordt niet verwacht dat waterdiensten door de veranderingen duurder zullen worden en in het algemeen wordt geschat dat de voordelen ruimschoots op zullen wegen tegen de kosten.
Waarom wordt het beginsel “de vervuiler betaalt” ingevoerd?
Met de herziene richtlijn wordt een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid ingevoerd. Dit betekent dat de industrie zal worden gevraagd te betalen voor de behandeling van de schadelijke verontreinigende stoffen die bij het gebruik van hun producten vrijkomen. Momenteel zijn de farmaceutische en cosmeticasector gezamenlijk verantwoordelijk voor 92 % van de toxische belasting in het afvalwater. Er is voor beide sectoren voldoende bewijs dat er van deze producten afkomstige microverontreinigingen aanwezig zijn in het afvalwater en er bestaan behandelingen om de schadelijke residuen te verwijderen. De Commissie zal op de lange termijn beoordelen of er andere sectoren aan de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid kunnen worden toegevoegd.
Waarom bevat de nieuwe richtlijn de toegang tot sanitaire voorzieningen als vereiste?
Volgens Eurostat heeft ongeveer 2 % van de bevolking in de EU geen toegang tot een spoeltoilet binnenshuis en hebben 10 miljoen mensen geen toegang tot sanitaire basisvoorzieningen. Dit gebrek aan toegang tot sanitaire voorzieningen heeft onevenredig grote gevolgen voor de kwetsbaarste en meest gemarginaliseerde mensen en het betekent dat de EU de duurzameontwikkelingsdoelstelling 6, die voor “toegang tot behoorlijke en eerlijke sanitaire voorzieningen en hygiëne voor iedereen” zou moeten zorgen, niet uitvoert. EU-landen moeten daarom op grond van de nieuwe regels vaststellen wie de gemarginaliseerde en kwetsbare mensen zijn die geen toegang hebben tot sanitaire voorzieningen, en ze moeten maatregelen nemen om deze situatie te verbeteren. De EU-landen worden ook aangemoedigd om in alle steden de openbare toiletten voor iedereen toegankelijk te maken.
Hoe kan het monitoren van gezondheidsparameters in afvalwater helpen bij het monitoren van pandemieën?
Uit recente ervaringen met het SARS-CoV-2-virus is gebleken dat het virus zeer betrouwbaar in afvalwater kan worden opgespoord, wat waardevolle informatie oplevert voor het beheer van pandemieën of andere bedreigingen voor de volksgezondheid. De herziene richtlijn zal wat betreft het monitoren van pandemieën voor een ommekeer zorgen. De EU-landen zullen erdoor verplicht worden om monitoring van gezondheidsparameters in stedelijk afvalwater op te zetten voor: het SARS-CoV-2-virus en varianten daarvan, maar ook voor polio- en influenzavirussen, nieuwe pathogenen, contaminanten waarover de bezorgdheid toeneemt, en andere volksgezondheidsparameters waarvan de nationale bevoegde autoriteiten vinden dat het belangrijk is om ze te monitoren.
Wat is het verband tussen deze herziene regels en de herziene lijst van verontreinigende stoffen in het oppervlakte- en grondwater?
Deze herziening is naast de herziene lijst van verontreinigende stoffen in het oppervlakte- en grondwater een essentiële stap bij de verwezenlijking van de ambitie van de Europese Green Deal om de verontreiniging tot nul terug te dringen. De twee voorstellen vullen elkaar aan.
Door middel van de eis voor aanvullende behandeling van microverontreinigingen, wordt in de regels inzake afvalwater een zeer brede aanpak gehanteerd om een oplossing voor de microverontreinigingen in afvalwater te zoeken. Deze regels bieden de EU-landen en hun lokale overheden de mogelijkheid om zich op alle andere chemische stoffen te richten die zij relevant vinden. In de nieuwe richtlijn inzake de verontreiniging van oppervlaktewater worden verdere drempelwaarden vastgesteld voor een aantal chemische stoffen die niet allemaal afkomstig zijn uit stedelijk afvalwater.
De huidige herziening vormt ook een aanvulling op het voorstel voor een herziene richtlijn industriële emissies door in een betere aanpak te voorzien van industriële lozingen die in openbare rioleringssystemen terechtkomen.
Meer informatie
Factsheet over de herziening van de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater
Voorstel voor een herziening van de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater
Vragen en antwoorden over de herziening van de EU-wetgeving inzake luchtkwaliteit
Vragen en antwoorden over verontreinigende stoffen in het oppervlakte- en grondwater