“Ik krijg de neiging om de bezem er doorheen te halen” - verslag debat 'Hoofdrol in de EU'
DEN HAAG (PDC i) - "Ik krijg de neiging om de bezem er doorheen te halen," zo stelde Jasper van Dijk i over de werkprocessen van de Europese Unie i. Het SP i-Tweede Kamerlid sprak deze woorden tijdens het debat over de haalbaarheid van de Nederlandse EU i-ambities dat werd georganiseerd door het Montesquieu Instituut i in samenwerking met Nieuwspoort. Die ambities werden bediscussieerd door een panel dat naast Van Dijk bestond uit D66 i-Eerste Kamerlid Joris Backer i, EU-correspondent voor NRC Clara van de Wiel i en onderzoeker en lector Mendeltje van Keulen i. Het debat werd gemodereerd door Stéphane Alonso i, chef buitenlandredactie voor NRC.
Aanleiding voor het debat was het coalitieakkoord van Rutte IV, waarin drie keer wordt benadrukt dat Nederland een voortrekkersrol te vervullen heeft in de Europese Unie. Deze ambities werden aan de kaak gesteld in een IOB-rapport dat dit jaar verscheen, waarin wordt gewaarschuwd dat de Nederlandse wens om een grotere rol te spelen in de EU alleen haalbaar is met extra investeringen in het ambtenarenapparaat.
Van Keulen verzorgde de inleiding van het debat en besprak daar enkele conclusies van het rapport. De werkdruk bij ambtenaren is te hoog vanwege een gebrek aan mankracht en specifieke kennis over de processen van de EU. Nederland zou meer strategische keuzes moeten maken en prioriteiten moeten stellen betreffende zijn ambities in de EU. Er kan veel geleerd worden van de andere lidstaten, die met vergelijkbare problemen kampen, én van lobbyisten. Lobbyisten zitten immers ook niet aan tafel, maar hebben wel invloed. Dit lukt hen door middel van het onderhouden van netwerken en het gebruikmaken van digitale tools, die het makkelijker maken om wetgeving te volgen.
Van Dijk wil Europa zo overzichtelijk mogelijk maken. Hoewel de SP volgens hem voorstander is van Europese samenwerking, moet de invulling “verstandiger” vorm worden gegeven. Daarbij geeft hij aan dat de versplintering in de Tweede Kamer ervoor zorgt dat er veel kleine partijen zijn die te weinig mankracht hebben om zich fatsoenlijk te buigen over Europese kwesties. Backer betoogde daarentegen wel dat Nederland bovenmatig van de EU profiteert doordat onze welvaart in Europa wordt verdiend. Hij stelde dat onze nationale problemen onlosmakelijk verbonden zijn met Europese problemen en dat Europese ambities dus onontkoombaar zijn.
Ten slotte gaven de panelleden aandacht aan de wijze waarop Europakennis verbeterd kan worden. Informatievoorziening speelt een rol in het realiseren van de Nederlandse EU-ambities, voor zowel ambtenaren als het grote publiek. Van de Wiel merkt in haar hoedanigheid als correspondent in Brussel dat er veel belangstelling is voor haar werk en Europese aangelegenheden. Ze ziet dat mensen er dus wel voor open staan meer te leren over Europese besluitvorming, maar dat de uitleg vaak niet goed genoeg is. Backer haakte aan: “er is veel ruimte te winnen via de media, bijvoorbeeld een Europees medium. We moeten meer delen over zaken die iedereen aangaan.” Van Keulen opperde concluderend dat er minder aandacht moet worden besteed aan “grijze instituties”, omdat discussies over de inhoud en dilemma’s in beleid het publiek nu eenmaal meer prikkelen.