Stikstofrapport geeft geen nieuwe inzichten
Het onderzoeksrapport, Review and revision of empirical critical loads of nitrogen for Europe, dat vorige week met veel bombarie door de media is overgenomen geeft geen nieuwe inzichten. Dat nader onderzoek nodig is, zoals de onderzoekers stellen is evident.
Het rapport werd gepresenteerd als nieuwe inzichten, maar blijkt een uitkomst te zijn van een workshop met experts die gekeken zouden hebben naar nieuwe wetenschappelijke inzichten. Het gaat hierbij om een studie van bestaande studies. Er wordt veelvuldig verwezen naar literatuur, waarvan de meesten meer dan tien jaar en soms zelfs dertig jaar oud zijn. De wetenschappelijke inzichten die nu tot nieuwe kritische waarden zouden leiden, waren dus al veel langer bekend. Met andere woorden: ze zijn niet of nauwelijks nieuw.
De uitkomst van deze workshop blijkt te zijn dat er veel nader onderzoek nodig is. Het is voor BBB dan ook niet duidelijk hoe er vanuit dit rapport conclusies te verbinden zijn aan de kritische depositie waarden zoals deze in Nederland gehanteerd worden. De onderzoeksrapporten waarnaar verwezen wordt concludeerden ook al dat er meer onderzoek nodig is.
Meer onderzoek en gegevens zijn volgens de opstellers nodig voor onder andere de volgende ecosystemen: verschillende graslanden en steppeweiden; alle mediterrane vegetatietypen; nat (moeras) bossen; veel moerassen en vennen en verschillende kust-habitats; daarnaast is er meer onderzoek nodig naar stikstof in (gevoelige) zoetwater- en ondiepe mariene ecosystemen (met inbegrip van kustwateren).
Ook is er volgens de samenstellers extra onderzoek nodig naar de werking van stikstof en ammoniak om de “kritische belastingen” in de toekomst afzonderlijk te kunnen bepalen. Daarnaast zijn er langjarige experimenten nodig met een lage achtergronddepositie om de betrouwbaarheid bij het vaststellen van de kritische belasting te verhogen. De samenstellers van het rapport wijzen bovendien op de interactieve effecten van klimaatverandering en stikstofdepositie op ecosystemen. Deze interacties behoeven ook meer onderzoek.
Kortom: er is op allerlei fronten veel meer onderzoek nodig. BBB erkent dat en hamert bijvoorbeeld al langer op het onderscheid tussen ammoniak en stikstof. Het is bekend dat deze stoffen zich anders gedragen in de lucht, ook hebben ze een ander effect op de volksgezondheid. Toch heeft de politiek ervoor gekozen om deze stoffen als gelijken te behandelen, dit heeft het ‘stikstof’ debat vanaf dag één vertroebeld. Het biedt de mogelijkheid om zogenaamde grijze en groene stikstof in te wisselen. De keuze om ammoniak en stikstof als gelijken te behandelen lijkt dan ook een politieke keuze. Nader onderzoek naar de twee stoffen juicht BBB alleen maar toe.
Ook de relatie tussen stikstof en klimaat is voor BBB van groot belang: de eenzijdige focus op stikstof is gevaarlijk en gaat niet leiden tot oplossingen. Het leidt af van een integrale aanpak die nodig is. Ook hier geldt dat BBB extra onderzoek toejuicht. Daarbij is vooral onderzoek dat in Nederland wordt gedaan, met Nederlandse (klimatologische) omstandigheden zinvol. Het doorvertalen van onderzoek uit bijvoorbeeld Zwitserland of Noorwegen(wat in dit rapport gebeurt) kan alleen als omstandigheden vergelijkbaar zijn.
BBB ziet dan ook liever Nederlands veldonderzoek, waarbij er integraal gekeken wordt naar de staat van de natuur. Daarbij is in ieder geval ook aandacht voor zaken als hydrologie en klimaatverandering. Ook het kabinet heeft inmiddels de conclusie getrokken dat het focussen op kritische depositie waarden te eenzijdig is. Het verzamelen en reproduceren van oude rapporten levert geen nieuwe inzichten op. Deze vorm van ‘onderzoek’ helpt het stikstofdossier niet uit de impasse.