Vragen en antwoorden: Index van de digitale economie en samenleving (DESI) 2022

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op donderdag 28 juli 2022.

Wat is de index van de digitale economie en samenleving en wat wordt ermee gemeten?

De index van de digitale economie en samenleving (DESI) is een jaarlijks verslag van de Europese Commissie waarin de verdere ontwikkelingen van de EU-lidstaten op digitaal gebied worden gemonitord. Dit verslag bevat landprofielen die de lidstaten helpen gebieden in kaart te brengen waarop prioritaire actie vereist is. Het bevat ook thematische hoofdstukken waarin op EU-niveau wordt gekeken naar vier belangrijke beleidsterreinen: menselijk kapitaal, connectiviteit, integratie van digitale technologie en digitale overheidsdiensten. Daarnaast wordt in de DESI-landverslagen het nationale digitale beleid beoordeeld en wordt een overzicht gegeven van de digitale investeringen en hervormingen in het kader van de herstel- en veerkrachtplannen.

Wat is het verband tussen de DESI en het digitale decennium?

Het voorgestelde beleidsprogramma "Traject naar het digitale decennium" zal gebruik maken van DESI-indicatoren om de vorderingen op weg naar de doelstellingen voor 2030 te monitoren. De doelstellingen van het voorgestelde beleidsprogramma voor het digitale decennium zijn onderverdeeld in vier hoofdpunten: een digitaal vaardige bevolking en hooggekwalificeerde digitale professionals, beveiligde en duurzame digitale infrastructuur, de digitale transformatie van bedrijven en de digitalisering van overheidsdiensten. De structuur van de DESI en de indicatoren zijn in die zin aangepast. Na de inwerkingtreding van het beleidsprogramma - verwacht voor eind 2022 - zullen de gegevens van de DESI worden verwerkt in een jaarverslag over de toestand van het digitale decennium. Dit verslag zal een uitgebreid overzicht en een beoordeling geven van de digitale transformatie in de EU.

Wat zegt de DESI van dit jaar over de algemene digitale prestaties van de EU-lidstaten?

In de algemene rangschikking behoren Finland, Denemarken, Nederland en Zweden tot de meest geavanceerde digitale economieën in de EU, gevolgd door Ierland, Malta en Spanje. Roemenië, Bulgarije en Griekenland behalen de laagste DESI-scores. Volgens de gegevens hebben Italië, Polen en Griekenland de afgelopen vijf jaar de grootste vooruitgang geboekt.

Voornaamste bevindingen van DESI 2022 op de vier beleidsterreinen

Digitale vaardigheden

Wat digitale vaardigheden betreft beschikt niet meer dan 54 % van de bevolking over ten minste elementaire digitale vaardigheden, hoewel 87 % ten minste eenmaal per week gebruik maakt van het internet (1 procentpunt meer dan vorig jaar). In het traject naar het digitale decennium wordt gestreefd naar ten minste 80 % van de burgers met digitale basisvaardigheden in 2030. De verwachting dat meer gebruik van digitale instrumenten tijdens de pandemie de digitale geletterdheid zou aanwakkeren, is nog niet bewaarheid geworden. Uit gegevens blijkt dat toegang tot het internet nog niet voldoende is om de juiste vaardigheden te verwerven en om digitale instrumenten ten volle te benutten. Finland, Nederland, Ierland en Zweden zijn het meest gevorderd op het gebied van vaardigheden, terwijl Roemenië en Bulgarije met aanzienlijke lacunes af te rekenen hebben. Tegelijkertijd vereisen de meeste banen vandaag de dag digitale vaardigheden, zowel basisvaardigheden als meer gevorderde kennis, en deze lacunes vormen voor EU-ondernemingen een groot knelpunt om vooruitgang te boeken in de digitale economie.

Connectiviteit

Volgens de gegevens over connectiviteit is de EU volledig gedekt met basisbreedbandinfrastructuur en kan 70 % van de huishoudens profiteren van vaste netwerken (VHCN) met zeer hoge capaciteit die potentieel gigabitsnelheden kunnen aanbieden, wat een stijging met 10 procentpunt is ten opzichte van het voorgaande jaar. 50 % is nu gedekt door glasvezelnetwerken (FTTP), tegenover 43 % in het voorgaande jaar. Ondanks enige algemene vooruitgang in 2021 bestaat in veel lidstaten nog steeds een aanzienlijke kloof tussen stad en platteland. Terwijl Malta, Luxemburg, Denemarken, Spanje, Letland, Nederland en Portugal het meest geavanceerd zijn wat betreft de totale VHCN-dekking (meer dan 90 % van de woningen in al deze landen), heeft in Griekenland slechts 1 op 5 huishoudens toegang tot VHCN. De 5G-dekking van bevolkte gebieden is in 2021 sterk gestegen tot 66 %, vergeleken met 14 % in het voorgaande jaar, en heeft in landen als Italië, Denemarken, Nederland en Duitsland een zeer hoog niveau bereikt. Afhankelijk van de gebruikte spectrumbanden variëren de prestatieniveaus echter qua snelheid en capaciteit. In het traject naar het digitale decennium is de doelstelling vastgesteld dat alle eindgebruikers op een vaste locatie (zoals gezinnen en bedrijven) tegen 2030 moeten zijn gedekt door een gigabitnetwerk en alle bewoonde gebieden door draadloze hogesnelheidsnetwerken van de volgende generatie met ten minste 5G-gelijkwaardige prestaties.

Integratie van digitale technologieën

Wat de invoering en integratie van digitale technologieën betreft, blijkt uit de meest recente gegevens dat in 2021 slechts 55 % van de kleine en middelgrote ondernemingen ten minste een basisniveau had bereikt: er zijn aanzienlijke verschillen tussen de lidstaten, gaande van 86 % in Zweden en 82 % in Finland tot 25 % in Bulgarije en 22 % in Roemenië. Om de doelstelling van het digitale decennium te halen, moet ten minste 90 % van de kmo's in de EU tegen 2030 over een basisniveau van digitale intensiteit beschikken. Dit basisniveau houdt in dat een onderneming ten minste 4 van de 12 geselecteerde digitale technologieën gebruikt (zoals de cloud, software voor planning van bedrijfsmiddelen, artificiële intelligentie (AI), sociale media en onlineverkoop). Volgens de gegevens worden bedrijven steeds meer gedigitaliseerd, maar het gebruik van geavanceerde digitale technologieën blijft laag en varieert naargelang van de onderzochte technologie. Terwijl het gebruik van cloud computing in 2021 tot 34 % van de Europese ondernemingen is doorgedrongen, blijven analyse van big data en gebruik van AI-technologieën veel bescheidener: slechts 8 % van de ondernemingen in de EU gebruikte AI (in 2021) en 14 % big data (in 2020). Volgens de politieke overeenkomst over het traject naar het digitale decennium moet ten minste 75 % van de bedrijven tegen 2030 gebruikmaken van technologieën op het gebied van AI, cloud of big data.

Digitale overheidsdiensten

Wat het verlenen van digitale overheidsdiensten betreft, doelt de DESI op essentiële diensten (zoals een ziekenhuisafspraak maken of wijzigen, beroep instellen in rechtszaken, een milieuvergunning aanvragen, een bedrijf oprichten). De scores die de lidstaten voor die dienstverlening halen, hebben betrekking of de vraag of het mogelijk is om elke stap in de dienst volledig digitaal af te ronden en in welke mate ze grensoverschrijdend beschikbaar zijn. De beschrijving van de mate waarin overheidsdiensten volledig online worden aangeboden, leverde een score op van 75 van de 100 diensten voor burgers en 82 van de 100 diensten voor bedrijven. Estland, Denemarken, Finland en Malta hebben de hoogste scores voor digitale overheidsdiensten in de DESI, terwijl Roemenië en Griekenland het laagst scoren. De voorgenomen doelstelling van het traject naar het digitale decennium is dat alle essentiële overheidsdiensten voor burgers en bedrijven tegen 2030 volledig online beschikbaar moeten zijn. Ondanks de vooruitgang zijn er nog veel mogelijkheden om de beschikbaarheid van grensoverschrijdende digitale overheidsdiensten te verbeteren, aangezien de scores voor grensoverschrijdende diensten voor burgers 13 procentpunt lager zijn dan het aanbod van binnenlandse digitale overheidsdiensten; zakelijke grensoverschrijdende diensten scoren 14 procentpunt minder.

Uit welke bronnen zijn de gegevens afkomstig?

De meeste DESI-indicatoren zijn afkomstig van Eurostat, het bureau voor de statistiek van de Europese Unie. Sommige breedbandindicatoren worden door de diensten van de Europese Commissie verkregen van de lidstaten via het Comité voor communicatie. Andere indicatoren, zoals bepaalde e-overheids- en breedbandindicatoren, zijn gebaseerd op afgeleide gegevens die afkomstig zijn van studies in opdracht van de Commissie. De volledige lijst van indicatoren, exacte definities en bronnen vindt u hier.

Hoe kent de Commissie een lidstaat een individuele score toe?

Om de totale DESI-score van een land te berekenen, kent de Commissie een specifiek gewicht toe aan elke reeks en subreeks indicatoren, en aan elk afzonderlijk niveau van de indicator. De meeste afzonderlijke indicatoren binnen elke subdimensie werden als even belangrijk beschouwd en kregen daarom een gelijk gewicht binnen hun respectieve subdimensie. Indicatoren die de verwezenlijking van de doelstellingen van het traject naar het digitale decennium meten, werden echter van groter belang geacht en kregen daarom een dubbel gewicht binnen hun subdimensie. De weging is niet gewijzigd ten opzichte van de laatste editie van het verslag. Meer informatie is beschikbaar in de methodologische nota van de DESI. Bovendien maakt het instrument voor het visualiseren van gegevens het mogelijk het belang van de vier aspecten van de index te wijzigen op basis van de eigen voorkeur.

Hoe worden de nationale herstel- en veerkrachtplannen in aanmerking genomen in de gepubliceerde analyse?

In de DESI-landverslagen worden de prestaties van de EU-lidstaten geanalyseerd op basis van de index, worden per land de belangrijkste initiatieven voor het digitale beleid beschreven en worden vervolgens de belangrijkste uitdagingen voor elk land vastgesteld. De EU-lidstaten hebben zich ertoe verbonden ten minste 20 % van de middelen die hun in het kader van hun herstel- en veerkrachtplan zijn toegekend, te besteden aan de ondersteuning van de digitale transformatie. Tot op heden is samengeteld 127 miljard euro, dit is 26 % van het totale toegewezen bedrag in de 25 plannen, zoals goedgekeurd door de Raad van de Europese Unie, bestemd om de digitale transformatie te ondersteunen. Gezien de omvang en het belang van de faciliteit voor herstel en veerkracht (RRF) en de cruciale rol die deze financiering kan spelen om die uitdagingen aan te pakken, bevatten de DESI-landverslagen een samenvatting van de digitale aspecten van de nationale herstel- en veerkrachtplannen, voor zover deze door de Raad zijn goedgekeurd.

Als er een zo grote kloof is tussen de huidige situatie en de doelstellingen voor 2030, wat zal de Commissie dan doen om deze kloof te dichten?

De herstel- en veerkrachtplannen zullen naar verwachting een grote impact hebben op de plannen voor digitale ontwikkeling, aangezien de EU-lidstaten zich ertoe hebben verbonden ten minste 20 % van hun nationale dotaties aan digitalisering te besteden.

De bestuursregelingen die aangenomen zijn in het kader van het beleidsprogramma voor het digitale decennium, waarover de medewetgevers van de EU onlangs een politiek akkoord hebben bereikt, zullen ook helpen om deze kloof te dichten. De Commissie zal eerst voor elke doelstelling geplande EU-trajecten ontwikkelen om de vooruitgang te volgen. De lidstaten zullen op hun beurt nationale strategische routekaarten indienen: die bevatten de nationale trajecten en de met dat doel te nemen maatregelen, met inbegrip van de geplande regelgeving en de investeringen. De vooruitgang op EU- en nationale trajecten zal worden beoordeeld via de DESI, zoals gepresenteerd in het verslag over het digitale decennium. Daarnaast zijn er meerlandenprojecten om investeringen met EU-middelen, waaronder de faciliteit voor herstel en veerkracht, en ook middelen van de lidstaten te bundelen. Waar passend kunnen andere publieke en private entiteiten in de projecten investeren. De Commissie zal de lidstaten helpen meerlandenprojecten op te stellen, uit te werken en uit te voeren. Dergelijke projecten kunnen ook gemeenschappelijke data-infrastructuur en -diensten, blockchain en high-performance computing omvatten.

Meer informatie

Persbericht - Index van de digitale economie en samenleving 2022: algemene vooruitgang, maar digitale vaardigheden, kmo's en 5G-netwerken lopen achter

Index van de digitale economie en samenleving

Prestaties van de afzonderlijke lidstaten

Methodologische nota

PREDICT-studie 2022 op het gebied van ICT en O&O