Vragen BIJ1 over het bericht 'Woonwagenbewoners op de zwarte lijsten bij gemeenten: nationale waakhond doet onderzoek'
Kamer | Tweede Kamer |
---|---|
Kamerleden | S.H. (Sylvana) Simons i |
partijen | BIJ1 i |
beantwoord door | Justitie en Veiligheid i |
vraag datum | 10 juni 2022 |
antwoord datum | 13 juli 2022 |
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
Vragen van het lid Sylvana Simons (BIJ1) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Woonwagenbewoners op de zwarte lijsten bij gemeenten: nationale waakhond doet onderzoek» (ingezonden 10 juni 2022).
Antwoord van Minister Yesilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 13 juli 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021-2022, nr. 3341.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Woonwagenbewoners op zwarte lijst bij gemeenten: nationale waakhond doet onderzoek»?1
Antwoord 1 Ja.
Vraag 2
Kunt u een overzicht geven van alle gemeenten die met deze checklist werken en hebben gewerkt?
Antwoord 2
Er wordt - voor zover ik weet - niet bijgehouden welke gemeenten met deze checklist werken of hebben gewerkt. De checklist maakt onderdeel uit van het Model Privacy Protocol Binnengemeentelijke gegevensdeling bij de aanpak van ondermijning (hierna: modelinformatieprotocol). Dit modelinformatiepro-tocol is bedoeld als handleiding en maakt inzichtelijk op welke wijze op dit terrein binnen een gemeente rechtmatig de informatiedeling kan worden ingericht. Aan de hand van de checklist kunnen signalen (op grond van een aantal kenmerken en indicatoren) worden beoordeeld. De checklist kan worden aangepast aan de eigen gemeentelijke praktijk. Het is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van gemeenten - om desgewenst met behulp van het modelinformatieprotocol en de checklist - binnen de bestaande wettelijke kaders gegevens uit te wisselen.
1 AD, 7 juni 2022, «Woonwagenbewoners op zwarte lijst bij gemeenten: nationale waakhond doet onderzoek», https://www.ad.nl/binnenland/woonwagenbewoners-op-zwarte-lijst-bij-gemeenten-nationale-waakhond- doet-onderzoek~a5c9a7f3/
ah-tk-20212022-3529 ISSN 0921 - 7398 's-Gravenhage 2022
Klopt het dat de «checklist ten behoeve van de signaalanalyse» is opgesteld door uw ministerie? Zo niet, was u wel op de hoogte van het bestaan van deze checklist?
Antwoord 3
In het kader van de aanpak van ondermijning heeft uw Kamer gevraagd naar de mogelijkheden van binnengemeentelijke informatiedeling. Mijn voorganger heeft uw Kamer in het plenair debat Drugs (11 september 2019, Handelingen II 2019/20, nr. 107, items 6 en 9) toegezegd die mogelijkheden in kaart te brengen en het daaruit voortvloeiende modelinformatieprotocol aan uw Kamer te zenden. Het modelinformatieprotocol, inclusief checklist, is op 20 februari 2020 met uw Kamer gedeeld.1
De checklist is niet door mijn ministerie opgesteld. Wel was uiteraard mijn departement op de hoogte van het bestaan. Het modelinformatieprotocol, inclusief de checklist, is opgesteld door de landsadvocaat in opdracht van het Strategisch Beraad Ondermijning (SBO)2 en besproken in een klankbordgroep waarin gemeenten, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en mijn eigen departement hebben deelgenomen. Aan de basis van het modelinformatieprotocol staat het privacy protocol dat eerder door de gemeente Rotterdam is vastgesteld. De checklist is overgenomen uit het privacy protocol van de gemeente Rotterdam.
Vraag 4
Wanneer is deze werkwijze en registratie begonnen? Was er voor de ingebruikname van deze checklist een voorloper van deze registratie?
Antwoord 4
Er zijn mij geen signalen bekend dat het gebruik van de checklist heeft geleid tot een werkwijze van gemeenten waarbij individuele burgers zijn opgenomen in een registratie. Noch dat het modelinformatieprotocol in bredere zin daaraan heeft bijgedragen of dat hiervan voorheen sprake was. Het is uitdrukkelijk ook niet de bedoeling dat op basis van het modelinformatieprotocol individuele burgers worden geregistreerd, de checklist geeft daartoe aanleiding noch grondslag. Het modelinformatieprotocol is juist bedoeld als handleiding voor gemeenten en maakt de wettelijke mogelijkheden tot gegevensdeling binnen een gemeente bij de aanpak van ondermijning inzichtelijk.
Vraag 5
Hoe staat u tegenover het feit dat woonwagenbewoners, bestaande uit Sinti, Roma, Yenishe en Reizigers, als specifieke groep genoemd worden als indicator voor ondermijnende criminaliteit?
Antwoord 5
Aan de hand van de checklist kan worden stapsgewijs worden beoordeeld of een signaal mogelijk betrekking heeft op ondermijning. In stap 1 wordt een aantal categorieën personen benoemd die onderdeel zouden kunnen zijn van een signaal. De categorieën personen zijn neutraal geformuleerd in begrippen als «huurder», «geldschieter», «tussenpersoon». Woonwagencentra worden onder het kopje «overig» genoemd als een voorbeeld van een regionaal thema of handhavingsknelpunt. Hierbij wordt tussen haakjes een korte opsomming van voorbeelden genoemd, namelijk: eigenaren woonwagens, huurders en bewoners. Dat woonwagenbewoners als specifieke groep worden genoemd op de checklist is verkeerd, want dit kan stigmatiserend werken. De checklist dient wat betreft dit punt dan ook aangepast te worden.
Kunt u uitleggen waarom u woonwagenbewoners als specifieke groep heeft uitgezonderd en toegevoegd aan deze checklist als een indicator voor ondermijnende criminaliteit?
Antwoord 6
Het modelinformatieprotocol is opgesteld naar het voorbeeld van het privacy protocol van de gemeente Rotterdam. De checklist, inclusief de verwijzing naar woonwagenbewoners (en eigenaren en huurders van woonwagens), is ook overgenomen uit het privacy protocol van de gemeente Rotterdam. De reden waarom de gemeente Rotterdam deze specifieke groep heeft opgenomen in hun checklist, is omdat destijds woonwagencentra in Rotterdam golden als een handhavingsknelpunt.3 Dit betekende dat het in Rotterdam van belang was om alert te zijn ten aanzien van signalen die hierop betrekking hadden. De Rotterdamse checklist is vervolgens overgenomen in het modelinformatieprotocol. Overigens met de uitdrukkelijke kanttekening dat de checklist «vanzelfsprekend» kan worden aangepast al naar gelang de eigen gemeentelijke praktijk en ervaringen.
Vraag 7
Kunt u precies uitleggen hoe en waarom het bewonen van een woonwagen indicatief is van ondermijnende criminaliteit? Zo ja, kunt u dit uitgebreid uiteenzetten? Zo nee, waarom worden woonwagenbewoners dan specifiek genoemd als indicator voor ondermijnende criminaliteit?
Antwoord 7
Het bewonen van een woonwagencentrum is op zichzelf niet «indicatief» van ondermijnende criminaliteit. Aan de hand van de checklist wordt stapsgewijs beoordeeld of een signaal betrekking heeft op ondermijning. Voor de beoordeling van een signaal is van belang wat het signaal inhoudt en of het betrekking heeft op ondermijning. Dat betreft de eerste weging. Een signaal wordt bij de intake beoordeeld op grond van een aantal kenmerken en indicatoren. Personen betrokken bij een regionaal thema of een handhavingsknelpunt (zie antwoord op vraag4 kunnen een relevant onderdeel zijn van een signaal. Een deel van ondermijnende criminele activiteiten kan gebiedsgebonden zijn. Dat betekent dat bepaalde gebieden of knooppunten kwetsbaar zijn voor criminaliteit, zogenoemde «vrijplaatsen». Daarbij kan gedacht worden aan (jacht)havens, bepaalde winkelgebieden, bedrijventerreinen, vakantieparken en - als daar lokaal een handhavingsknelpunt ligt - woonwagencentra. Daarna zijn er volgens de checklist nog twee stappen om de beoordeling van het signaal te voltooien. Daarbij wordt eerst gekeken naar bepaalde verdere kenmerken van het signaal en ten slotte naar concrete indicatoren («red flags»). Pas daarna kan eventueel gesproken worden van een signaal (indicatief) van ondermijnende criminaliteit. Het mag duidelijk zijn dat het verkeerd is dat de focus op een specifieke groep personen wordt gelegd. Het is onjuist en draagt bij aan stigmatisering. Ik ben dan ook voornemens om het modelinformatieprotocol aan te laten passen.
Vraag 8
Hoe duidt u het uitzonderen van een specifieke groep mensen, op basis van etniciteit, als indicator voor ondermijnende criminaliteit?5 Bent u van mening dat dergelijke uitzondering voldoet aan het artikel 1 van de Nederlandse Grondwet? Waarom wel, of waarom niet?
Antwoord 8
Bij brief van 14 december 20216 bent u geïnformeerd over het mensenrechtelijk toetsingskader dat het College voor de Rechten van de Mens (het College) heeft opgesteld. Daarin staan de juridische maatstaven om te bepalen wanneer risicoprofielen leiden tot (directe of indirecte) discriminatie op grond van de ras (waaronder etniciteit valt) of nationaliteit.
Het College hanteert volgens dit toetsingskader een ruime definitie van het begrip «ras». Zo vallen woonwagenbewoners die zich «van generatie op generatie als zodanig manifesteren en die zich beschouwen als een bevolkingsgroep met een van andere bevolkingsgroepen te onderscheiden cultuur» volgens het College ook onder het begrip «ras».
Uit het toetsingskader komt duidelijk naar voren dat etniciteit nooit als enige of doorslaggevende criterium gebruikt mag worden en dat een onderscheid dat mede gebaseerd is op etniciteit slechts in uitzonderlijke situaties objectief gerechtvaardigd kan zijn. Daar moeten volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zeer zwaarwegende redenen voor zijn. Onomstotelijk moet worden aangetoond dat het onderscheid niet alleen geschikt is om een legitiem doel te bereiken, maar tevens noodzakelijk is.
Daar waar risicoprofielen in de praktijk noodzakelijk worden geacht, zullen overheidsorganisaties moeten toetsen of in dat specifieke geval wordt voldaan aan de juridische maatstaven zoals weergegeven in dit toetsingskader. De mogelijke gevolgen voor burgers van risicoprofilering zijn groot en daarom kunnen afkomstgerelateerde criteria niet of alleen in uitzonderlijke gevallen en met de grootst mogelijke zorgvuldigheid worden toegepast. Overheidsorganisaties die gebruik maken van risicoprofielen moeten zich ervan bewust zijn dat dit onderscheid het risico van discriminatie met zich mee brengt. En discriminatie is verboden. Het non-discriminatiebeginsel uit het eerste artikel van onze Grondwet is daar heel helder over.
Vraag 9
Bent u van mening dat dergelijke uitzondering bijdraagt aan de jarenlange stigmatisering en discriminatie van woonwagenbewoners, en dus Sinti,
Roma, Yenishe en Reizigers, in Nederland, en zelfs versterkt? Waarom wel, of waarom niet?
Antwoord 9
Dat woonwagenbewoners, maar ook huurders en eigenaren, als groep worden genoemd op de checklist ten behoeve van signaalanalyse is verkeerd. Het is onjuist en draagt bij aan stigmatisering. Ik ben dan ook voornemens om het modelinformatieprotocol aan te laten passen, waarbij ook het mensenrechtelijke toetsingskader van het College zal worden betrokken.
Vraag 10
Klopt het dat woordvoerders van het ministerie deze werkwijze blijven onderschrijven en er geen probleem in zien? Hoe verhoudt die houding zich tot de verplichting van de overheid om alle burgers gelijk te behandelen?
Antwoord 10 Nee, dit klopt niet.
Vraag 11
Bent u voornemens om de checklist te veranderen en verdere stigmatisering en verdachtmaking van woonwagenbewoners een halt toe te roepen? Zo ja, wanneer kunnen we verwachten dat woonwagenbewoners als groep van de checklist zijn afgehaald? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Ja, ik zal de checklist aan laten passen in samenspraak met het Strategisch Beraad Ondermijning (SBO) - de opdrachtgever van het modelinformatieprotocol - en gemeenten. Hierbij zal de focus gelegd worden op gebieden die kwetsbaar zijn voor criminaliteit (de «vrijplaatsen») en waarbij getoetst zal worden aan het mensenrechtelijke toetsingskader van het College. Ik verwacht dat dit tijdens de eerstvolgende bijeenkomst van het SBO in september 2022 afgerond kan worden.
Vraag 12
Bent u bereid de vergaarde gegevens te wissen? Zo ja, per wanneer? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Zoals aangegeven zijn mij geen signalen bekend dat er gemeenten zijn die een werkwijze hebben (gehanteerd) waarbij individuele burgers zijn opgenomen in een registratie. Voor de zekerheid zal ik in samenspraak met de VNG en gemeenten erop wijzen dat dit uitdrukkelijk niet bedoeling is.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, Aanhangsel 5
Kamerstuk 29 911 i, nr. 272 i.
Het Strategisch Beraad Ondermijning bestaat uit vertegenwoordigers van diverse ministeries, uitvoeringsorganisaties en het lokaal bestuur en geeft advies aan de Minister van JenV over de aanpak van ondermijning. Het SBO werd in die tijd voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter.
Handhavingsknelpunten zijn door lokaal of regionaal (in RIEC-verband) als zodanig aangewezen personen of een groep personen, gebied of branche, waarover verschillende overheden of bestuursorganen concrete signalen bereiken dat de regelgeving structureel niet wordt nageleefd, hetgeen mogelijk leidt tot een maatschappij ondermijnende situatie, bestaand uit bestuursrechtelijk of strafrechtelijk te sanctioneren gedragingen.
AD, 7 juni 2022, «Woonwagenbewoners op zwarte lijst bij gemeenten: nationale waakhond doet onderzoek», https://www.ad.nl/binnenland/woonwagenbewoners-op-zwarte-lijst-bij-gemeenten-nationale-waakhond-doet-onderzoek~a5c9a7f3/
NRC, 19 februari 2019, «Woonwagenbewoners zijn juridisch gezien een ras», https:// www.nrc.nl/nieuws/2018/02/19/woonwagenbewoners-zijn-juridisch-gezien-een-ras- a1592694