Vragen en antwoorden over de nieuwe EU-regels voor gasopslag

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 23 maart 2022.
  • 1. 
    Waarom stelt de Commissie een minimumverplichting voor gasopslag voor?

De huidige EU-regels inzake gasvoorzieningszekerheid werden opgesteld met het oog op uitzonderlijk koude winters of kleinschalige verstoringen van de voorziening. Met deze regels kunnen we echter onvoldoende inspelen op de huidige risico's van voorzieningszekerheid en volatiliteit van de gasmarkten. Opgeslagen gas is in een normale winter goed voor 25-30 % van het gasverbruik in de EU en is dus belangrijk om de voorzieningszekerheid van de EU te waarborgen.

Door de grote wereldwijde vraag naar gas, die groter was dan het aanbod, waren de opslagniveaus afgelopen winter ongekend laag. Met name gasopslaglocaties die eigendom zijn van een aantal exploitanten uit derde landen, werden onvoldoende aangevuld. De lage gasopslagniveaus, in combinatie met de escalatie van het gewapende conflict in Oekraïne vanaf februari 2022, hebben bijgedragen tot toenemende onzekerheid op de markt en hebben zich vertaald in een grotere volatiliteit van de energieprijzen. Daarom heeft de Commissie een minimumverplichting voor gasopslag voor de EU-lidstaten voorgesteld. Doel is de gasvoorzieningszekerheid in aanloop naar volgende winter te versterken en beter voorbereid te zijn op onverwachte en potentieel langer durende voorzieningsmoeilijkheden.

  • 2. 
    Hoe heeft de Commissie het doel van 80 % en de tussenstappen bepaald?

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de ondergrondse infrastructuurvoorzieningen voor gasopslag op hun grondgebied uiterlijk op 1 november 2022 tot ten minste 80 % van hun capaciteit op lidstaatniveau worden gevuld, en de daaropvolgende jaren tot ten minste 90 %. Dat doel van 90 % weerspiegelt de gemiddelde historische opslagniveaus in de EU (met een gemiddelde van 87 % in de afgelopen jaren). Dit is ook het doel dat de transmissiesysteembeheerders en het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas nastreven in hun noodplannen.

Met het oog op de komende winter zijn voor elke lidstaat tussentijdse doelen vastgesteld voor augustus, september en oktober 2022. Vanaf 2023 moeten de lidstaten ervoor zorgen dat tussentijdse doelen voor februari, mei, juli en september worden gehaald. Die nationale trajecten houden rekening met de specifieke technische kenmerken, zoals de injectiecapaciteit van elke opslaglocatie, en zijn geaggregeerd per lidstaat.

  • 3. 
    Hoe zal de opslag van gas worden gewaarborgd voor lidstaten zonder eigen opslagcapaciteit?

Dat er voldoende gas in opslagfaciliteiten in de hele EU wordt opgeslagen, is een gezamenlijke verantwoordelijkheid en zal iedereen ten goede komen. Met haar voorstel streeft de Commissie ernaar dat opgeslagen gas in de hele EU kan worden gedeeld, in een geest van solidariteit. Daarom moeten lidstaten zonder opslagfaciliteiten ervoor zorgen dat er uiterlijk op 1 november in andere EU-landen een hoeveelheid gas wordt opgeslagen die overeenkomt met ten minste 15 % van het jaarlijkse gasverbruik van de lidstaat zonder opslagfaciliteiten.

Als alternatieve optie kunnen lidstaten zonder opslagfaciliteiten samen met een of meer lidstaten mét opslagfaciliteiten een lastenverdelingsmechanisme ontwikkelen op basis van risicobeoordelingen waarin hun behoeften worden vastgesteld. Wanneer lidstaten niet onderling verbonden zijn of de grensoverschrijdende transmissie beperkt is, moet de opslagverplichting dienovereenkomstig worden beperkt.

De EU beschikt over een goed ontwikkeld netwerk van onderling verbonden pijpleidingen, waardoor gasvoorraden kunnen worden gedeeld. De lidstaten zullen alle nodige maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen dat deze bestaande infrastructuur op nationaal en regionaal niveau efficiënt wordt benut. Het voorstel maakt ook duidelijk dat er geen beperkingen kunnen worden opgelegd aan de grensoverschrijdende toegang tot en het gebruik van opslag- of LNG-installaties.

  • 4. 
    Hoe zullen exploitanten gestimuleerd worden om de opslagfaciliteiten te vullen?

In de nieuwe verordening wordt een korting van 100 % voorgesteld op capaciteitsgebaseerde transmissietarieven op entry- en exitpunten van de opslaginstallaties. Daarnaast staat het de lidstaten vrij om andere maatregelen te nemen om gasopslag te stimuleren, ongeacht of zij al dan niet over opslagfaciliteiten op hun grondgebied beschikken. Zij kunnen bijvoorbeeld, indien zij dat nodig achten, marktdeelnemers financiële steun of compensatie bieden om de doelen te halen. Het is mogelijk dat een dergelijke compensatie een vorm van staatssteun is in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU en dus dienovereenkomstig bij de Commissie moet worden aangemeld. In de mededeling over REPowerEU van 8 maart is al verduidelijkt dat het Unierecht de lidstaten toestaat dergelijke staatssteun aan leveranciers te verlenen op grond van artikel 107, lid 3, punt c), VWEU.

  • 5. 
    Wat gebeurt er als de lidstaten niet op schema liggen of hun doelen niet halen?

Het is aan de lidstaten om de nodige maatregelen te nemen om het vultraject te volgen en het vuldoel te bereiken. Daartoe kunnen zij marktdeelnemers afschrikkende sancties en boetes opleggen, maar ook financiële stimulansen of compensatie bieden.

Voor de Commissie zal een belangrijke rol weggelegd zijn om de vuldoelen te monitoren en ervoor te zorgen dat deze worden behaald. Ze zal daarover verslag uitbrengen aan de Groep coördinatie gas, die een expliciet mandaat zal hebben om toezicht te houden op de prestaties van de lidstaten op het gebied van de gasvoorzieningszekerheid.

De Commissie zal gedurende de volledige vulperiode regelmatig de tussentijdse doelen controleren. Als er sprake is van een groot tekort ten opzichte van dergelijke tussentijdse doelen (meer dan 2 %), zal de Commissie een waarschuwing geven en overleg plegen met de betrokken lidstaat, samen met de Groep coördinatie gas, en zal zij een reeks maatregelen aanbevelen die onmiddellijk door de lidstaat moeten worden genomen.

Indien het vultraject een maand later nog steeds niet op schema is, zal de Commissie als laatste redmiddel een besluit vaststellen om de lidstaat te verplichten maatregelen te nemen om de kloof ten opzichte van het traject daadwerkelijk weg te werken. Deze maatregelen kunnen bijvoorbeeld inhouden dat gasleveranciers worden verplicht minimumvolumes gas op te slaan of dat eigenaars van opslagfaciliteiten hun opslagcapaciteit aan andere marktdeelnemers moeten aanbieden.

  • 6. 
    Hoe zal ervoor worden gezorgd dat lidstaten doeltreffende controle hebben over hun gasopslagreserves?

Gasopslagfaciliteiten zijn kritieke infrastructuurvoorzieningen. Daarom stelt de Commissie voor om exploitanten van opslagfaciliteiten met het oog op de voorzieningszekerheid te certificeren teneinde essentiële veiligheidsbelangen op lidstaat-, regionaal of EU-niveau veilig te stellen.

Indien uit de beoordeling blijkt dat er risico's bestaan die niet met andere maatregelen kunnen worden weggenomen, kan het noodzakelijk zijn exploitanten te verplichten de opslaginstallatie af te stoten. Dit zou dan gepaard gaan met een billijke compensatie voor de waarde van het actief. In voorkomend geval kunnen voorlopige maatregelen worden genomen om de controle over de locatie te beschermen tot de eigendomsoverdracht plaatsvindt.

  • 7. 
    Zullen de aankoop van gas en de opslagstimulansen worden betaald uit de EU-begroting?

Nee. Om de doelstelling te bereiken, kunnen de lidstaten desgewenst financiële steun of compensatie verstrekken aan marktdeelnemers. Lidstaten die een compensatie verstrekken, zullen ook zelf kunnen beslissen hoe zij deze financieren. Zij kunnen ervoor kiezen de steun te financieren uit de nationale begroting of met een heffing die samen met het nettarief wordt geheven.

  • 8. 
    Wanneer treden deze maatregelen in werking?

Deze verordening treedt in werking na de vaststelling ervan in het kader van de gewone wetgevingsprocedure, dat wil zeggen nadat het Europees Parlement en de Raad de verordening hebben aangenomen. De Commissie heeft dit voorstel met spoed ingediend en hoopt dat het door het Parlement en de Raad via een versnelde procedure zal worden aangenomen, zodat het reeds in de tweede helft van dit jaar effect kan sorteren.

Wat de certificering betreft, zijn er ongeveer 160 opslagfaciliteiten in de EU. Er zal in een eerste certificeringsronde prioritair worden gekeken naar installaties met een voldoende grote impact op de voorzieningszekerheid, d.w.z. met een omvang van meer dan 3,5 TWh, en die telkens aan het eind van de winter een laag opslagniveau hebben. Deze opslaglocaties moeten binnen 100 dagen na de inwerkingtreding van de wetgeving worden gecertificeerd. De andere faciliteiten zullen in een tweede golf worden gecertificeerd, binnen 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening.

Feiten en cijfers

Gasverbruik in de EU

 

(bcm)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

EU - 27 landen (vanaf 2020)

361,8

382,0

407,6

399,7

412,2

399,6

Oostenrijk

8,4

8,7

9,4

8,9

9,3

8,8

België

17,2

17,5

17,8

18,4

18,5

18,4

Bulgarije

3,1

3,2

3,3

3,1

2,9

3,0

Tsjechië

7,9

8,5

8,7

8,3

8,7

8,8

Duitsland

78,9

85,1

95,4

92,8

95,5

91,2

Denemarken

3,2

3,0

3,2

3,2

3,1

2,8

Estland

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

0,4

Griekenland

3,2

4,1

5,0

4,9

5,3

5,8

Spanje

28,2

28,8

31,3

31,1

35,5

32,1

Finland

2,7

2,5

2,4

2,6

2,6

2,6

Frankrijk

39,7

43,3

43,5

41,6

42,4

39,5

Kroatië

2,5

2,6

3,0

2,8

2,9

3,0

Hongarije

9,1

9,7

10,4

10,1

10,3

10,6

Ierland

4,4

5,1

5,2

5,4

5,5

5,5

Italië

67,5

70,9

75,2

72,7

74,5

71,3

Litouwen

2,5

2,2

2,3

2,1

2,2

2,4

Luxemburg

0,9

0,8

0,8

0,8

0,8

0,7

Letland

1,3

1,4

1,2

1,4

1,4

1,1

Malta

0,0

0,0

0,3

0,3

0,4

0,4

Nederland

40,1

42,0

43,5

43,0

44,9

44,1

Polen

18,3

19,1

20,1

20,9

21,1

22,1

Portugal

4,7

5,0

6,2

5,8

6,1

5,9

Roemenië

11,3

11,4

12,0

12,0

11,2

11,7

Zweden

0,8

0,9

1,0

1,1

1,0

1,4

Slovenië

0,8

0,9

0,9

0,9

0,9

0,9

Slowakije

4,6

4,7

5,0

4,9

4,9

4,9

Bron: EUROSTAT

Opslagcapaciteit van de EU

De totale ondergrondse opslagcapaciteit in de EU bedraagt 1100 TWh (dit is ongeveer 100 bcm), verdeeld over 160 installaties in 18 lidstaten. Het aantal faciliteiten en de omvang ervan lopen sterk uiteen. 73 % van de totale capaciteit van de EU is geconcentreerd in 5 lidstaten: Duitsland, Italië, Frankrijk, Nederland en Oostenrijk.

 

Land

Capaciteit (TWh)

AT

95,5

BE

9,0

BG

5,8

CZ

36,0

DE

245,3

DK

9,1

ES

34,2

FR

128,5

HR

5,2

HU

67,2

IT

197,7

LV

21,8

NL

143,8

PL

35,8

PT

3,6

RO

33,0

SE

0,0

SK

38,7

TOTAAL EU

1110,7

  • * 
    De opslagfaciliteit in Zweden is momenteel niet operationeel, maar kan dat over een maand volledig zijn.

Meer informatie

Persbericht

Factsheet over het voorstel betreffende gasopslag