Bescherm werknemers tegen kunstmatige intelligentie op de werkvloer
Steeds vaker gebruiken bedrijven technologie om werknemers te monitoren tijdens werktijd. Kunstmatige intelligentie (AI) wordt gebruikt om productiviteit te meten, mensen te beoordelen of overtreding van regels op te sporen. Voor het eerst sprak het Europarlement zich uit over de toekomst van het gebruik van kunstmatige intelligentie in Europa en wil surveillance op werk verbieden en de rechten van werknemers beter te beschermen.
Kim van Sparrentak @kimvsparrentak
Europarlementariër
Europarlementariër Kim van Sparrentak: “Lang dachten we dat automatisering onze banen over zou nemen, maar in de praktijk zien we juist dat dit soort technologie, onder het mom van, productiviteit wordt ingezet om mensen als robots te behandelen.”
Spionagesoftware
Wat begint met productiviteitsmetingen of dataverzameling, heeft vaak grote gevolgen voor het welzijn en de rechten van werknemers. Het gebruik van kunstmatige intelligentie op de werkvloer neemt dan ook steeds extremere vormen aan: spionagesoftware op computers die monitort hoe lang je online bent, hoe vaak je mailt en zelfs waar je naar kijkt. Maar ook de inzet van emotieherkenning in callcenters om medewerkers te evalueren, tot het constant surveilleren van magazijnmedewerkers, zoals Amazon doet, zijn steeds vaker aan de orde van de dag.
Transparantie
De Europarlementariërs willen onder andere dat er altijd een mens aan de knoppen zit, in plaats van AI. Daarnaast moeten werkgevers transparant zijn over de manier waarop kunstmatige intelligentie wordt gebruikt en hoe dat de werkomstandigheden beïnvloedt. En moeten werknemers informatie en inspraak krijgen voorafgaand aan het gebruik van een AI-systeem. Wat GroenLinks betreft mogen belangrijke beslissingen als ontslag of promotie helemaal niet door algoritmen worden gemaakt.
Van Sparrentak: “We moeten nu ingrijpen met sterke Europese regels om de rechten en het welzijn van werknemers te beschermen. Dit gaat niet alleen om privacy, maar ook om het waarborgen van sociale rechten, autonomie en menselijke waardigheid.”