Vragen en antwoorden: Voorstel voor een richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 23 februari 2022.

Waarom presenteert de Commissie dit initiatief?

De overgang naar een duurzame economie is een belangrijke politieke prioriteit van de EU en is van essentieel belang voor het welzijn van onze samenleving en onze planeet. Ondernemingen spelen een sleutelrol bij de totstandbrenging van een duurzame en eerlijke economie en dito samenleving, maar zij hebben steun nodig in de vorm van een duidelijk kader. Wetgeving op EU-niveau inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid zal de groene transitie bevorderen en de mensenrechten in Europa en daarbuiten beschermen.

Naast het Europees Parlement i en de Raad i roepen ook het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven op tot actie. Ongeveer 70 % van de ondernemingen die deelnamen aan de voorlopige studie over passende zorgvuldigheid van 2020, en aan de openbare raadpleging van 2021, was het erover eens dat een geharmoniseerd EU-rechtskader inzake passende zorgvuldigheid voor de mensenrechten en milieueffecten noodzakelijk is. Op basis van een consumentenenquête van 2020 geven bijna acht van de tien respondenten aan dat duurzaamheid voor hen belangrijk is.

Waarom volstaan vrijwillige maatregelen van ondernemingen niet om de gevolgen voor de mensenrechten en het milieu aan te pakken?

Veel ondernemingen zijn al bezig met de invoering van duurzaamheidsinstrumenten. In de studie over zorgvuldigheidsvereisten in de toeleveringsketen van 2020 verklaarde bijvoorbeeld een derde van de respondenten uit ondernemingen uit alle sectoren dat hun ondernemingen op dit gebied actief zijn en dat zij daarbij rekening houden met alle gevolgen voor de mensenrechten en het milieu. Dergelijke eigen verbintenissen of vrijwillige initiatieven zijn lofwaardig en hebben tot op zekere hoogte geholpen om duurzaamheidsproblemen aan te pakken.

Uit onderzoek blijkt echter dat wanneer ondernemingen vrijwillige maatregelen nemen, zij zich richten op de eerste schakel in de toeleveringsketens, terwijl mensenrechten- en milieuschade zich vaker verderop in de waardeketen voordoet. Vorderingen verlopen bovendien vaak traag en ongestadig.

Daarom is het tijd om duidelijke regels in te voeren.

Wat moeten ondernemingen doen?

Het nieuwe voorstel bevat een zorgvuldigheidsplicht voor ondernemingen om negatieve effecten op de mensenrechten en het milieu in de eigen activiteiten, in die van dochterondernemingen en in de waardeketens van de onderneming te identificeren, te voorkomen, te doen ophouden, te beperken en te verantwoorden. Het bouwt voort op de richtsnoeren van de VN inzake bedrijfsleven en mensenrechten en de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen inzake verantwoord ondernemerschap en is in overeenstemming met internationaal erkende mensenrechten- en arbeidsnormen.

In de praktijk zal het nieuwe voorstel ondernemingen die binnen de werkingssfeer vallen, ertoe verplichten:

  • passende zorgvuldigheid te integreren in het beleid;
  • feitelijke of potentiële negatieve gevolgen voor de mensenrechten en het milieu in kaart te brengen;
  • potentiële effecten te voorkomen of te beperken;
  • een einde te maken aan de daadwerkelijke effecten of deze tot een minimum te beperken;
  • een klachtenprocedure in te stellen en te handhaven;
  • toezicht te houden op de doeltreffendheid van het beleid en de maatregelen inzake passende zorgvuldigheid;
  • publiekelijk te communiceren over passende zorgvuldigheid.

Om een betekenisvolle bijdrage aan de duurzaamheidstransitie te leveren, moet in het kader van deze richtlijn passende zorgvuldigheid worden betracht met betrekking tot alle negatieve effecten op de mensenrechten en het milieu die in de bijlage bij de richtlijn worden genoemd.

Dit betekent dat ondernemingen passende maatregelen moeten nemen om de gevolgen voor rechten en verboden in internationale mensenrechtenovereenkomsten te voorkomen, te beëindigen of te beperken, bijvoorbeeld met betrekking tot de toegang van werknemers tot adequate voeding, kleding, water en sanitaire voorzieningen op het werk. Ondernemingen moeten ook maatregelen nemen om negatieve milieueffecten die in strijd zijn met een aantal multilaterale milieuverdragen, te voorkomen, te beëindigen of te beperken.

Bovendien moeten bepaalde grote ondernemingen volgens het nieuwe voorstel een plan goedkeuren om ervoor te zorgen dat hun bedrijfsstrategie verenigbaar is met de beperking van de opwarming van de aarde tot 1,5 °C in overeenstemming met de Klimaatovereenkomst van Parijs.

Wat zijn bestuurders verplicht te doen en hoe zullen deze verplichtingen worden gehandhaafd?

De richtlijn voert ook verplichtingen in voor de bestuurders van EU-ondernemingen die onder de richtlijn vallen. Deze taken omvatten het opzetten van en het toezicht houden op de uitvoering van de zorgvuldigheidsprocessen en het integreren van passende zorgvuldigheid in de bedrijfsstrategie. Wanneer bestuurders in het belang van de onderneming handelen, moeten zij bovendien rekening houden met de gevolgen van hun besluiten voor de mensenrechten, het klimaat en het milieu, en met de waarschijnlijke gevolgen van een besluit op de lange termijn. Ondernemingen moeten bij de vaststelling van variabele beloningen die gekoppeld zijn aan de bijdrage van een bestuurder aan de bedrijfsstrategie en de langetermijnbelangen en duurzaamheid van de onderneming, naar behoren rekening houden met de naleving van de verplichtingen van het klimaatveranderingsplan van de onderneming.

De regels inzake de taken van bestuurders worden gehandhaafd volgens de bestaande wetgeving van de lidstaten.

Zullen deze regels voor alle ondernemingen gelden?

De nieuwe regels zullen alleen van toepassing zijn op grote vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid die over aanzienlijke economische vermogens beschikken. Kleine en middelgrote ondernemingen zijn uitgesloten van het directe toepassingsgebied. De regels betreffen ondernemingen met 500 of meer werknemers en een netto-omzet wereldwijd van 150 miljoen euro of meer. Twee jaar nadat de nieuwe regels van toepassing worden, zullen zij ook worden uitgebreid tot andere vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met 250 of meer werknemers en een netto-omzet wereldwijd van 40 miljoen euro of meer, die actief zijn in sectoren waar een hoog risico op mensenrechtenschendingen of milieuschade is vastgesteld, zoals in de landbouw, textiel of mijnbouw. De richtlijn zal ook van toepassing zijn op ondernemingen van buiten de EU die in de EU actief zijn, waarvan de omzetdrempel in overeenstemming is met het bovenstaande en die in de EU een omzet genereren die in overeenstemming is met bovengenoemde drempelwaarden.

Zullen de nieuwe regels gevolgen hebben voor kleine en middelgrote ondernemingen?

Kleine en middelgrote ondernemingen vallen niet onder het toepassingsgebied van de richtlijn. Niettemin kunnen zij indirect door de nieuwe regels worden getroffen als gevolg van de activiteiten van grote ondernemingen in hun waardeketens. Daarom voorziet het voorstel in specifieke steun voor kleine en middelgrote ondernemingen, zoals richtsnoeren en andere instrumenten om hen te helpen bij de geleidelijke integratie van duurzaamheidsoverwegingen in hun bedrijfsactiviteiten. De lidstaten moeten verdere technische en eventueel financiële steun verlenen aan kleine en middelgrote ondernemingen om de aanpassing te vergemakkelijken. Het voorstel zal ook elementen bevatten om kleine en middelgrote ondernemingen te beschermen tegen buitensporige eisen van grote ondernemingen.

Wat gebeurt er als ondernemingen de nieuwe regels niet naleven?

De lidstaten zullen erop toezien dat ondernemingen hun zorgvuldigheidsverplichtingen nakomen. De lidstaten kunnen ondernemingen boeten opleggen of een onderneming gelasten de zorgvuldigheidsplicht na te leven.

Het is met name belangrijk om slachtoffers in staat te stellen schadevergoeding te krijgen. Daarom zal het voorstel ook degenen die getroffen zijn door schade, de mogelijkheid bieden ondernemingen ter verantwoording te roepen. Dit betekent dat slachtoffers de mogelijkheid zullen hebben om een civielrechtelijke aansprakelijkheidsvordering in te stellen bij de bevoegde nationale rechter. Een dergelijke civielrechtelijke aansprakelijkheid heeft betrekking op de eigen activiteiten van ondernemingen en hun dochterondernemingen en op de gevestigde zakelijke relaties waarmee een onderneming regelmatig en frequent samenwerkt, indien de schade met passende zorgvuldigheidsmaatregelen had kunnen worden vastgesteld, en voorkomen of beperkt.

Hoe zal een doeltreffende handhaving worden gewaarborgd?

De lidstaten wijzen een instantie aan die voor doeltreffende handhaving zal zorgen. De richtlijn verplicht de lidstaten ook hun regels inzake wettelijke aansprakelijkheid aan te passen voor gevallen waarin schade het gevolg is van het niet nakomen van zorgvuldigheidsverplichtingen door een onderneming, voortbouwend op hun bestaande regelingen inzake wettelijke aansprakelijkheid.

Op Europees niveau zal de Commissie een Europees netwerk van toezichthoudende instanties opzetten, dat vertegenwoordigers van de nationale organen samenbrengt om een gecoördineerde aanpak te waarborgen en de uitwisseling van kennis en ervaring mogelijk te maken.

Wat zijn de voordelen voor de burgers?

Burgers zullen zich meer bewust worden van de gevolgen van de producten die zij kopen en de diensten die zij gebruiken. De belangrijkste voordelen zijn:

  • meer transparantie en betrouwbaarheid over de manier waarop producten worden gemaakt en diensten worden geleverd;
  • bescherming van de mensenrechten — duurzame bedrijfsmodellen moeten mensenrechtenschendingen voorkomen;
  • een gezonder milieu en inzet van ondernemingen voor het milieu op langere termijn. De burgers zouden zich ook meer gemotiveerd kunnen voelen om het milieu te beschermen, in de wetenschap dat niet alleen zij een inspanning leveren, maar de ondernemingen ook hun steentje bijdragen.

Wat zijn de voordelen voor ondernemingen?

Voor het eerst zullen ondernemingen die actief zijn op de EU-markt, beschikken over gemeenschappelijke en duidelijke regels inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid. De belangrijkste voordelen zullen de volgende zijn:

  • Voorkomen van juridische fragmentatie. Sommige EU-landen hebben nationale regels ontwikkeld (zoals Frankrijk, Duitsland en Nederland) of willen dit doen (bv. Oostenrijk, België, Finland en Denemarken), maar het toepassingsgebied van deze maatregelen verschilt sterk van land tot land. Bovendien bestaan er veel vrijwillige initiatieven. Dit leidt tot rechtsonzekerheid voor ondernemingen in de hele EU.
  • Voldoen aan de verwachtingen van de consument. De consumenten maken steeds meer gebruik van producten die op ethisch en ecologisch duurzame wijze worden vervaardigd, bijvoorbeeld zonder gebruik te maken van schadelijke stoffen. De consumenten merken ook dat producten die worden verkocht door een maatschappelijk verantwoord bedrijf, zoals ethische cacao, meer voordeel en waarde opleveren.
  • Voldoen aan de verwachtingen van de beleggers. Beleggers zetten aan tot transparantievereisten. Zonder verplichte maatregelen zouden beleggers en consumenten consistente benchmarks over de normen voor de waardeketen missen.
  • Versterking van het risicobeheer. Dankzij de nieuwe regels krijgen ondernemingen een duidelijker beeld van hun activiteiten en toeleveringsketen, waarbij zij zich meer bewust zijn van de negatieve gevolgen ervan, en zullen zij problemen en risico's (inclusief reputatierisico's) in een vroeg stadium kunnen opsporen.
  • Het genereren van economische voordelen. Uit onderzoek blijkt dat ondernemingen die duurzaamheidsfactoren in hun beleid integreren, hogere rendementen genereren.
  • Vergroting van de veerkracht. Onderzoekers stelden vast dat ondernemingen die sociale, milieu- en gezondheidsoverwegingen in hun strategieën integreerden, de COVID-19-crisis beter konden doorstaan en dat hun aandelenkoersen tijdens de pandemie minder sterk zijn gedaald dan die van ondernemingen die dat niet hadden gedaan.

Wat zijn de kosten voor de ondernemingen?

De nieuwe regels inzake passende zorgvuldigheid zullen van toepassing zijn op ondernemingen met een aanzienlijke omvang en economisch vermogen en ondernemingen die actief zijn in sectoren met een grote impact, zoals textiel, landbouw, de winningsindustrie. Hoewel kleine en middelgrote ondernemingen in het voorstel geen directe verplichtingen worden opgelegd, zullen begeleidende maatregelen kleine en middelgrote ondernemingen ondersteunen die mogelijk indirect worden getroffen.

Om aan de nieuwe regels te voldoen, kunnen er voor ondernemingen kosten verbonden zijn aan het opzetten en uitvoeren van zorgvuldigheidsprocessen en -procedures. Daarnaast kunnen er voor ondernemingen ook extra overgangskosten zijn voor investeringen die nodig zijn om hun eigen activiteiten en waardeketens te veranderen om negatieve effecten aan te pakken.

Hoe zal dit voorstel ervoor zorgen dat EU-ondernemingen concurrerend blijven?

Het concurrentievermogen van ondernemingen hangt in toenemende mate af van hun vermogen om duurzame praktijken in hun hele waardeketen te waarborgen. Consumenten zijn zich steeds meer bewust van de keuze die zij maken bij hun aankopen, waardoor de vraag naar duurzame en verantwoorde producten en diensten toeneemt. Tegelijkertijd houden beleggers bij het zoeken naar nieuwe beleggingsmogelijkheden steeds meer rekening met de duurzaamheid van ondernemingen. De uiteenlopende bestaande en geplande nationale zorgvuldigheidsregels en talrijke vrijwillige initiatieven leiden tot rechtsonzekerheid voor ondernemingen in de hele EU, een versnippering van de eengemaakte markt, en extra kosten en complexiteit. Het voorstel heeft dan ook tot doel een geharmoniseerd, duidelijk en samenhangend kader tot stand te brengen. Het zal ook wereldwijd een model voor duurzame waardeketens kunnen worden.

Door ondernemingen te helpen de effecten in hun waardeketens beter aan te pakken, zal het voorstel niet alleen het concurrentievermogen van ondernemingen verbeteren, maar ook hun efficiëntie en financiële prestaties, hun paraatheid en hun veerkracht op lange termijn.

Wat zijn de gevolgen van de nieuwe regels voor ontwikkelingslanden?

De nieuwe regels zullen vele voordelen opleveren voor ontwikkelingslanden, waaronder een betere bescherming van de mensenrechten en het milieu, ruimere aanneming van internationale normen en betere toegang tot rechtsmiddelen voor slachtoffers van schadelijke bedrijfspraktijken.

Het voorstel moet de belangrijkste positieve effecten sorteren bij de belangrijkste handelspartners van de EU in de ontwikkelingslanden. De Commissie ziet uit naar verdere samenwerking met de handelspartners van de EU om te zorgen voor wederzijds versterkende initiatieven, met inbegrip van de ontwikkeling van vrijwillige duurzaamheidsnormen, ondersteuning van allianties met meerdere belanghebbenden en industriële coalities, alsook begeleidende steun via het ontwikkelingsbeleid van de EU en andere instrumenten voor internationale samenwerking.

Het voorstel is ook bedoeld om mogelijke negatieve gevolgen voor handelspartners in ontwikkelingslanden aan te pakken, zoals wanneer ondernemingen zich uit zeer risicovolle gebieden terugtrekken als zij de schade als gevolg van systemische problemen niet kunnen beperken. In dit verband bevat het voorstel begeleidende maatregelen, zoals steun voor capaciteitsopbouw voor kleine en middelgrote ondernemingen, om dergelijke mogelijke gevolgen te beperken. Het is de bedoeling duidelijk te maken dat ondernemingen prioritair zaken moeten blijven doen in de waardeketen, in plaats van af te zien van deelname, hetgeen een laatste redmiddel moet blijven.

Zijn er internationale normen inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid?

In de leidende beginselen inzake bedrijfsleven en mensenrechten van de Verenigde Naties van 2011 is bepaald dat ondernemingen de mensenrechten van anderen niet mogen schenden en de negatieve gevolgen voor de mensenrechten waarmee zij bij hun eigen activiteiten en via hun directe en indirecte zakelijke relaties betrokken zijn, moeten aanpakken. Dit concept van passende zorgvuldigheid wordt nader omschreven en verder ontwikkeld in de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen, de bijbehorende richtsnoeren inzake verantwoord ondernemerschap en sectorale richtsnoeren. Dit concept is ook opgenomen in de aanbevelingen van de tripartiete beginselverklaring van de IAO betreffende multinationale ondernemingen en sociaal beleid. Het OESO-kader breidde de toepassing van passende zorgvuldigheid uit tot milieuschade.

Wat zijn voorbeelden van schadebeperkende maatregelen?

De Commissie heeft een uitgebreide inventarisatie gemaakt van bestaande door de EU gefinancierde acties waarvan de doelstellingen en resultaten de tenuitvoerlegging van de richtlijn begeleiden. De inventarisatie bracht ongeveer 75 relevante lopende acties van de Commissie aan het licht. Een voorbeeld van een dergelijke actie is het traceerbaarheidsproject voor kleding met VN/ECE en ITC. Dit project biedt ondernemingen instrumenten die onmiddellijk relevant zijn voor hun zorgvuldigheidsverplichtingen.

Meer informatie

Persbericht

Voorstel voor een richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid + bijlage

Richtlijn betreffende passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid

Website betreffende passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid