Visumliberalisering: verslag Commissie laat zien dat landen Westelijke Balkan en Oostelijk Partnerschap nog steeds voldoen aan vereisten
De Commissie presenteert vandaag haar vierde verslag over de monitoring van de visumvrije regeling van de EU met Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Noord-Macedonië en Servië alsook met Georgië, Moldavië en Oekraïne. In het verslag wordt vooral ingegaan op de maatregelen die in 2020 zijn genomen om gevolg te geven aan de aanbevelingen van het derde verslag in het kader van het opschortingsmechanisme voor de vrijstelling van de visumplicht.
Voor de landen die nog geen zeven jaar van de visumplicht zijn vrijgesteld (Georgië, Moldavië en Oekraïne), bevat het verslag ook een meer gedetailleerde beoordeling van andere maatregelen die zijn genomen om de voortdurende naleving van de benchmarks te waarborgen.
De conclusie van het verslag luidt dat alle betrokken landen nog steeds aan de vereisten voor visumliberalisering voldoen en vooruitgang hebben geboekt bij het opvolgen van de aanbevelingen van vorig jaar. Tegelijk worden in het verslag domeinen aangewezen waar verdere inspanningen van elk land nodig zijn.
Voorts wordt in het verslag gesteld dat het visumvrij verkeer economische, sociale en culturele voordelen blijft opleveren voor de EU-lidstaten en de partnerlanden.
Commissaris voor Binnenlandse Zaken Ylva Johansson: “Visumvrij reizen tussen de EU en de landen van de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap is een belangrijke verwezenlijking. Hoewel beperkingen in verband met de COVID-19-pandemie een grote impact hadden op de mobiliteit, moeten de visumvrije landen van de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap hun inspanningen op het gebied van het migratie- en asielbeheer en de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad voortzetten en opvoeren.”
Migratie, asiel en samenwerking op het gebied van overname
De COVID-19-pandemie en de naar aanleiding daarvan ingestelde reisbeperkingen hadden grote gevolgen voor de migratie en de mobiliteit naar de EU. De overgrote meerderheid van de personen die naar de EU zijn gereisd, deed dat op legitieme gronden. Hoewel alle beoordeelde landen maatregelen zijn blijven nemen om irreguliere migratie aan te pakken, zijn verdere inspanningen nodig om de huidige problemen aan te pakken:
-
-de asielaanvragen zijn in het voorjaar van 2020 sterk gedaald. Verscheidene landen moeten echter de kwestie van door hun burgers ingediende ongegronde asielaanvragen blijven aanpakken, onder meer door de versterking van hun deelname aan het Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging (Empact) en door de verdere organisatie van gerichte voorlichtingscampagnes;
-
-hoewel de terugkeerpercentages zijn gedaald als gevolg van de beperkte beschikbaarheid van vluchten, blijft tussen de lidstaten en de deelnemende landen een goede samenwerking bestaan op het gebied van terugkeer en overname;
-
-ondanks een algemene daling van het aantal irreguliere grensoverschrijdingen zijn verbeteringen op het gebied van het grens- en migratiebeheer nog steeds nodig. De opvangcapaciteit in sommige landen van de Westelijke Balkan blijft zorgen baren, met name in Bosnië en Herzegovina;
-
-de statusovereenkomsten inzake Frontex met Noord-Macedonië en Bosnië en Herzegovina moeten snel worden afgerond en uitgevoerd;
-
-om te zorgen voor een goed beheerde migratie- en veiligheidsomgeving, wat een noodzakelijke voorwaarde is om aan de criteria voor visumliberalisering te blijven voldoen, moeten de beoordeelde landen zorgen voor een verdere afstemming op het visumbeleid van de EU.
Openbare orde en veiligheid
Alle beoordeelde landen zijn maatregelen blijven nemen om georganiseerde criminaliteit te voorkomen en te bestrijden. Er zijn echter verdere inspanningen nodig om interne veiligheidsproblemen aan te pakken:
-
-de landen moeten actie ondernemen om georganiseerde misdaad, financiële fraude en witwaspraktijken doeltreffend te bestrijden, met name door een betere coördinatie tussen de rechtshandhavingsinstanties;
-
-corruptie op hoog niveau blijft een punt van zorg. In sommige gevallen worden de inspanningen tegen corruptie nog steeds belemmerd door de beperkte capaciteit en de juridische status van de corruptiebestrijdingsinstanties en door het geringe aantal veroordelingen in de corruptiezaken die voor de rechter komen (met name in Moldavië en Oekraïne);
-
-visumvrije landen die in ruil voor investeringen het burgerschap toekennen, moeten dergelijke regelingen daadwerkelijk uitfaseren om te voorkomen dat onderdanen van andere visumplichtige landen de EU-procedure voor visa voor kort verblijf en de grondige beoordeling van de daaraan verbonden migratie- en veiligheidsrisico's omzeilen.
Volgende stappen
De Commissie zal op de vervulling van de vereisten voor visumliberalisering blijven toezien door middel van bijeenkomsten op het niveau van hoge ambtenaren en regelmatige vergaderingen van het subcomité justitie, vrijheid en veiligheid, alsmede bilaterale en regionale dialogen tussen de EU en de van de visumplicht vrijgestelde landen. Voor de Westelijke Balkan zal dit toezicht ook plaatsvinden door middel van regelmatige uitbreidingsverslagen en, in voorkomend geval, onderhandelingen over toetreding tot de EU. De Commissie zal ten minste eenmaal per jaar verslag blijven uitbrengen aan het Europees Parlement en de Raad.
Achtergrond
De EU heeft momenteel een visumvrije regeling met 61 landen. In het kader van deze visumvrije regeling kunnen niet-EU-burgers met een biometrisch paspoort zonder visum het Schengengebied binnenkomen voor een maximale verblijfsduur van 90 dagen binnen een periode van 180 dagen. Vanaf eind 2022 zullen niet-visumplichtige reizigers die het Schengengebied bezoeken, onder het Europees reisinformatie en ‑autorisatiesysteem (ETIAS) vallen.
In het kader van het versterkte opschortingsmechanisme voor de visumvrijstelling, dat in maart 2017 is aangenomen, monitort de Commissie of niet-EU-landen die minder dan zeven jaar geleden een visumvrijstelling hebben gekregen als gevolg van een dialoog over visumliberalisering, de vereisten voor visumliberalisering blijven naleven, en brengt zij minstens eenmaal per jaar verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad.
Het verslag van vandaag is het vierde verslag in het kader van het opschortingsmechanisme voor de visumvrijstelling. Het eerste verslag in dat kader verscheen in december 2017, het tweede in december 2018 en het derde in juli 2020.
De gegevens van dit verslag hebben betrekking op het kalenderjaar 2020, met actualiseringen voor 2021 voor zover die relevant zijn.
Burgers van Montenegro, Servië en Noord-Macedonië kunnen sinds december 2009 zonder visum naar de EU reizen. Voor burgers van Albanië en Bosnië en Herzegovina is de visumvrije regeling eind 2010 in werking getreden. In april 2014, maart 2017 en juni 2017 volgden respectievelijk Moldavië, Georgië en Oekraïne.
Meer informatie
Vierde verslag in het kader van het opschortingsmechanisme voor de visumvrijstelling