Third-country certificates in inland navigation: Coreper confirms agreement with the European Parliament
De ambassadeurs bij de EU hebben een politiek akkoord met het Europees Parlement i bekrachtigd dat ervoor zorgt dat werkers uit derde landen in dienst kunnen blijven in de binnenvaart. Hiermee wordt een lacune in de wetgeving opgevuld.
Bemanningsleden met een certificaat uit een niet-EU-land maken - vooral op bepaalde waterwegen in de EU - een groot deel van de arbeidskrachten uit in een sector die reeds te kampen heeft met een tekort aan gekwalificeerde werknemers en met vergrijzing.
Als een van de meest CO2-efficiënte vervoerswijzen speelt de binnenvaart een centrale rol bij de inspanningen van de EU om het vervoer koolstofvrij te maken. Daarom moeten we elke kans aangrijpen om dit te ondersteunen. Dankzij de wijziging kunnen onderdanen van derde landen, die van cruciaal belang zijn om de sector draaiende te houden, aan het werk blijven. Ik wil het Europees Parlement bedanken voor de samenwerking, waardoor dit dossier snel kon worden afgerond.
Pedro Nuno Santos, minister van Infrastructuur en Huisvesting van Portugal en voorzitter van de Raad i
Volgens het akkoord mogen de lidstaten certificaten die vóór 18 januari 2024 door een niet-EU-land worden afgegeven, blijven erkennen tot en met 17 januari 2032.
Na informele contacten tussen het voorzitterschap van de Raad en het Europees Parlement bleek dat het Raadsstandpunt ("algemene oriëntatie"), waarover de Raad Vervoer i op 3 juni overeenstemming had bereikt, identiek is aan de amendementen die de Commissie vervoer en toerisme van het Parlement heeft aangenomen.
Na bijwerking door de juristen-vertalers zal de tekst eerst worden aangenomen door het Europees Parlement en vervolgens door de Raad, waarschijnlijk in juli.