EU stelt krachtige multilaterale handelsrespons op COVID-19-pandemie voor

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op vrijdag 4 juni 2021.

Vandaag heeft de EU haar voorstel ingediend om bij de leden van de Wereldhandelsorganisatie i (WTO) steun te krijgen voor een multilateraal handelsactieplan om de productie van COVID-19-vaccins en -behandelingen op te voeren en universele en eerlijke toegang te garanderen. Met dit voorstel aan de WTO, verdeeld over twee mededelingen, onderstreept de EU de centrale rol van de WTO in de respons op de COVID-19-crisis en dringt zij er bij de andere WTO-leden op aan overeenstemming te bereiken over een reeks toezeggingen, onder meer op het vlak van intellectuele-eigendomsrechten.

Voorzitter Ursula von der Leyen i lichtte toe: “De EU heeft sinds het begin van de pandemie actief blijk gegeven van solidariteit met de wereld. De Europese Unie heeft de uitvoer van rond de helft van de totale hoeveelheid in Europa geproduceerde vaccins toegestaan. Ons onmiddellijke, dringende doel is te zorgen voor billijke toegang voor lage- en middeninkomenslanden, om vaccins ruimer en sneller te delen. En wij blijven het opvoeren van de productie ondersteunen. De EU stelt concrete korte- en middellangetermijnoplossingen voor om universele toegang tegen betaalbare prijzen te waarborgen. Ik kijk ernaar uit om volgende week met de leiders van de G7 te bespreken hoe dit doel kan worden bereikt. Het is belangrijk dat we verder kijken dan de huidige crisis en ervoor zorgen dat de wereldwijde paraatheid voor toekomstige pandemieën gewaarborgd is. Dit doen we door de productie te diversifiëren, zodat deze niet slechts in een handvol landen gecentraliseerd is, en de veerkracht van de gezondheidszorginfrastructuur in de minst ontwikkelde landen te versterken.”

Uitvoerend vicevoorzitter en commissaris voor Handel Valdis Dombrovskis i voegde daaraan toe: “We zijn nog niet uit de pandemie en er mag geen ruimte zijn voor zelfgenoegzaamheid. Wij moeten ons dringend concentreren op voorstellen die de eerlijke verdeling van COVID-19-vaccins over de hele wereld versnellen. In dit verband zou een krachtige multilaterale handelsrespons een enorme impuls kunnen geven aan de strijd tegen COVID-19. In feite is het belangrijkste probleem op dit moment het gebrek aan productiecapaciteit om snel de vereiste hoeveelheden te produceren. Het doel moet zijn, ervoor te zorgen dat alle beschikbare en geschikte productiecapaciteit overal ter wereld wordt gebruikt voor de productie van COVID-19-vaccins.”

Meer informatie over het voorstel van de EU

De EU roept regeringen op om:

  • ervoor te zorgen dat COVID-19-vaccins, -behandelingen en de bestanddelen daarvoor vrij grenzen kunnen overschrijden;
  • producenten aan te moedigen hun productie op te voeren en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de landen die de vaccins het hardst nodig hebben deze tegen een betaalbare prijs kunnen verkrijgen, en
  • het gebruik van dwanglicenties te vergemakkelijken in het kader van de bestaande Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (Trips) van de WTO. In de Trips-Overeenkomst is deze flexibiliteit al voorzien, en tijdens een pandemie is dit een legitiem instrument, dat waar nodig snel kan worden ingezet.

Het eerste element is erop gericht het gebruik van uitvoerbeperkingen in te dammen en de toeleveringsketens open te houden. Vaccinproducerende landen moeten bereid zijn een billijk deel van hun binnenlandse productie voor de uitvoer te bestemmen. De toeleveringsketens zijn onderling sterk verbonden en moeten niet worden verstoord. Daarnaast is de EU van mening dat de leveringen aan de Covax-faciliteit nooit mogen worden beperkt en dat er geen maatregelen mogen worden genomen om de handel in grondstoffen voor COVID-19-vaccins en -behandelingen te beperken.

Bij het tweede element gaat het om een oproep aan regeringen om vaccinfabrikanten en -ontwikkelaars nadrukkelijk aan te moedigen hun productie op te voeren en hen daarbij te ondersteunen, en de betaalbare levering van vaccins aan lage- en middeninkomenslanden te waarborgen. Daarbij kan worden gedacht aan licentieovereenkomsten, het delen van kennis en ervaringen, gedifferentieerde prijsstelling (met inbegrip van verkoop zonder winstoogmerk aan lage-inkomenslanden), productie op contractbasis en nieuwe investeringen in productiefaciliteiten in ontwikkelingslanden. De EU verwacht van alle vaccinproducenten en -ontwikkelaars dat zij concrete toezeggingen doen om de leveringen aan kwetsbare ontwikkelingslanden op te voeren. In dit verband is de EU ingenomen met de toezeggingen van bedrijven als BioNTech en Pfizer, Johnson & Johnson en Moderna, die zich er reeds toe hebben verbonden dit jaar 1,3 miljard doses zonder winstoogmerk te leveren aan lage-inkomenslanden, en tegen gereduceerde prijs aan middeninkomenslanden.

Bij het derde element, dat betrekking heeft op intellectuele eigendom, is het uitgangspunt dat vrijwillige licenties het meest doeltreffende instrument zijn om het opvoeren van de productie en het delen van kennis en ervaringen te vergemakkelijken. Wanneer vrijwillige samenwerking niet tot resultaten leidt, zijn dwanglicenties - waarbij een overheid een gerichte licentie verleent op basis waarvan producenten die dat willen een vaccin mogen vervaardigen zonder toestemming van een octrooihouder - in de context van een pandemie een legitiem instrument. De EU is van oordeel dat alle WTO-leden bereid moeten zijn om:

  • te erkennen dat de COVID-19-pandemie een uitzonderlijke omstandigheid in de vorm van een nationale noodsituatie is en dat, indien nodig, op rechtmatige wijze kan worden afgezien van de verplichting om met de houder van de rechten te onderhandelen;
  • ondersteuning te bieden aan fabrikanten die bereid zijn vaccins en/of behandelingen tegen betaalbare prijzen onder een dwanglicentie te produceren, waarbij de hoogte van de vergoeding die deze fabrikant aan de octrooihouder betaalt in overeenstemming is met die betaalbare prijzen;
  • ermee in te stemmen dat de dwanglicentie betrekking kan hebben op alle vormen van uitvoer naar landen met een ontoereikende productiecapaciteit, onder meer via de Covax-faciliteit.

De EU legt ook een specifieke mededeling over intellectuele eigendom voor aan het WTO-orgaan dat belast is met de uitvoering van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (de Trips-Raad). Daarin verstrekt de EU meer details en duidelijkheid over elk van de drie punten inzake intellectuele eigendom en legt zij daarbij de link met de specifieke bepalingen van de Trips-Overeenkomst. Wat de door een aantal WTO-leden voorgestelde brede vrijgave van patenten betreft, is de Europese Commissie weliswaar bereid elke optie te bespreken die bijdraagt tot een zo spoedig mogelijke beëindiging van de pandemie, maar is zij er niet van overtuigd dat die stap de beste onmiddellijke respons zou vormen voor het bereiken van de doelstelling om te komen tot een zo ruim en snel mogelijke verspreiding van de COVID-19-vaccins waar de wereld dringend behoefte aan heeft. De voorstellen van vandaag zijn erop gericht deze doelstelling snel en doeltreffend te verwezenlijken*.

Nadere informatie

Vragen en antwoorden

Informatieblad

Mededeling van de EU aan de Algemene Raad van de WTO

Mededeling van de EU aan de Trips-Raad van de WTO

Gewijzigd op 4-6-2021 om 13.21 uur