Commissie verbetert transparantie- en vergunningsmechanisme voor uitvoer COVID-19-vaccins
Vandaag heeft de Europese Commissie de beginselen van wederkerigheid en evenredigheid toegevoegd als nieuwe criteria voor het verlenen van een vergunning in het kader van het transparantie- en vergunningsmechanisme voor de uitvoer van COVID-19-vaccins. Dit systeem heeft de uitvoer veel transparanter gemaakt. De doelstelling om de EU-burgers tijdige toegang tot COVID-19-vaccins te geven, wordt echter nog steeds niet gehaald
Ursula von der Leyen i, voorzitter van de Europese Commissie, zei daarover: “De EU is er trots op dat haar vaccinproducenten niet alleen leveren aan de EU-burgers, maar hun producten ook over de hele wereld uitvoeren. En hoewel onze lidstaten geconfronteerd worden met de derde golf van de pandemie en niet elk bedrijf aan zijn contract voldoet, is de EU de enige grote producent in de OESO die naar tientallen landen grote hoeveelheden vaccins blijft uitvoeren. Open wegen vragen echter om tweerichtingsverkeer. Daarom breidt de Europese Commissie het bestaande vergunningsmechanisme van de EU uit met de beginselen van wederkerigheid en evenredigheid. De EU beschikt over een uitstekende selectie van verschillende vaccins en we hebben ons verzekerd van meer dan genoeg doses voor de hele bevolking. We moeten er echter voor zorgen dat de vaccins de EU-burgers tijdig en in voldoende hoeveelheden bereiken. Elke dag telt.”
Naar meer transparantie, wederkerigheid en evenredigheid
De nieuwe verordening wijzigt het bestaande mechanisme op twee punten. Ten eerste moeten de lidstaten en de Commissie niet alleen rekening houden met de gevolgen van een geplande uitvoertransactie voor de uitvoering van de aankoopovereenkomsten van de EU met vaccinproducenten, maar ook met:
-
-wederkerigheid - beperkt het land van bestemming zijn eigen uitvoer van vaccins of grondstoffen daarvoor, hetzij bij wet, hetzij op andere wijze? en
-
-evenredigheid - zijn de omstandigheden in het land van bestemming beter of slechter dan in de EU, met name als het gaat om de epidemiologische situatie, de vaccinatiegraad en de toegang tot vaccins?
De lidstaten en de Commissie moeten beoordelen of de uitvoertransactie waarvoor een vergunning wordt aangevraagd, geen bedreiging vormt voor de voorzieningszekerheid van vaccins en componenten daarvan in de Unie.
Ten tweede voegt de nieuwe tekst, om een volledig beeld te krijgen van de handel in vaccins, 17 eerder vrijgestelde landen toe aan het toepassingsgebied van de verordening.*
De EU blijft gehecht aan internationale solidariteit en zal daarom vaccinleveringen in het kader van humanitaire hulp of voor de 92 lage- en middeninkomenslanden in het kader van de Covax-aankoopgarantie van deze regeling blijven uitsluiten.
De regeling voor uitvoervergunningen
De uitvoeringsverordening is specifiek, evenredig, transparant en tijdelijk. Zij is volledig in overeenstemming met de internationale verbintenissen van de EU in het kader van de Wereldhandelsorganisatie en de G20, en in overeenstemming met wat de EU heeft voorgesteld binnen het handels- en gezondheidsinitiatief van de WTO. De lidstaten baseren hun besluiten over vergunningsaanvragen op het advies van de Commissie.
Sinds dit mechanisme is opgezet, zijn 380 aanvragen voor uitvoer naar 33 verschillende bestemmingen voor in totaal ongeveer 43 miljoen doses ingewilligd. Slechts één aanvraag werd niet ingewilligd. Tot de belangrijkste uitvoerbestemmingen behoren het Verenigd Koninkrijk (ongeveer 10,9 miljoen doses), Canada (6,6 miljoen), Japan (5,4 miljoen), Mexico (4,4 miljoen), Saudi-Arabië (1,5 miljoen), Singapore (1,5 miljoen), Chili (1,5 miljoen), Hongkong (1,3 miljoen), Korea (1,0 miljoen) en Australië (1,0 miljoen).
Over de vaccinstrategie van de EU
De Europese Commissie heeft op 17 juni 2020 een Europese strategie gepresenteerd om de ontwikkeling, productie en uitrol van doeltreffende en veilige vaccins tegen COVID-19 te versnellen. Als tegenprestatie voor het recht om binnen een bepaalde termijn een bepaald aantal vaccindoses aan te kopen, financiert de Commissie door middel van aankoopovereenkomsten een deel van de aanloopkosten van de vaccinproducenten. De verstrekte financiering wordt beschouwd als een aanbetaling op de vaccins die daadwerkelijk door de lidstaten worden aangekocht. De aankoopovereenkomst is dus een vroegtijdige risicobeperkende investering met als tegenprestatie een bindende toezegging van de onderneming om reeds in een vroeg stadium met de productie te beginnen, zelfs voordat zij een vergunning voor het in de handel brengen heeft gekregen. Dit moet een snelle en constante levering mogelijk maken zodra de vergunning is verleend.
Tot dusver heeft de Commissie met zes ondernemingen (AstraZeneca, Sanofi-GSK, Janssen Pharmaceutica NV, BioNTech-Pfizer, CureVac en Moderna) aankoopovereenkomsten gesloten, waarmee zij zich heeft verzekerd van de toegang tot maximaal 2,6 miljard doses. De onderhandelingen met nog eens twee ondernemingen zijn in een vergevorderd stadium. De vier contracten met de ondernemingen waarvan de vaccins reeds een voorwaardelijke vergunning voor het in de handel brengen hebben gekregen, zijn goed voor meer dan 1,6 miljard doses.
Meer informatie
Uitvoeringsverordening van de Commissie
Persbericht over de verlenging van de maatregel (11 maart 2021)
*Lijst van toegevoegde landen: Albanië, Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Bosnië en Herzegovina, Georgië, IJsland, Israël, Jordanië, Libanon, Libië, Liechtenstein, Montenegro, Noord-Macedonië, Noorwegen, Servië en Zwitserland.