Commissie komt met geactualiseerde benadering budgettaire beleidsreactie op coronapandemie
De Commissie heeft vandaag een mededeling goedgekeurd waarin zij de lidstaten algemene aanwijzingen geeft over het in de komende periode te voeren begrotingsbeleid. De mededeling bevat een aantal leidbeginselen voor een goede vormgeving en voor de kwaliteit van begrotingsmaatregelen.
De Commissie formuleert daarin overwegingen over de afbouw of de verdere toepassing van de algemene ontsnappingsclausule. Ook geeft zij algemene aanwijzingen over het algemene begrotingsbeleid voor de komende periode, zoals de vraag wat de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RFF) voor het begrotingsbeleid betekent.
De Commissie blijft zich inzetten voor een gecoördineerde en consistente beleidsreactie op de actuele crisis. Dat vergt een geloofwaardig begrotingsbeleid dat een antwoord biedt op de gevolgen van de coronapandemie op de korte termijn en het herstel ondersteunt, zonder de budgettaire houdbaarheid op de middellange termijn in gevaar te brengen. Deze mededeling wil aan die doelstellingen bijdragen.
Handvatten voor een gecoördineerd begrotingsbeleid
De coördinatie van het begrotingsbeleid van de lidstaten is van cruciaal belang om het economisch herstel te schragen. De mededeling maakt duidelijk dat het begrotingsbeleid wendbaar moet blijven en zich moet aanpassen aan de evoluerende toestand. Zij waarschuwt voor een overhaaste afbouw van budgettaire steun, die dit en volgend jaar behouden zou moeten blijven. Zodra de gezondheidsrisico's afnemen, zouden begrotingsmaatregelen dan stapsgewijs moeten worden omgebogen naar doelgerichtere en toekomstgerichte maatregelen die een veerkrachtig en duurzaam herstel schragen. Ook moet het begrotingsbeleid de effecten van de herstel- en veerkrachtfaciliteit meenemen. Ten slotte moet het begrotingsbeleid rekening houden met de kracht van het herstel en met overwegingen van budgettaire houdbaarheid.
Deze handvatten zullen de lidstaten helpen bij het opstellen van hun stabiliteits- en convergentieprogramma's, die zij in april 2021 bij de Commissie moeten indienen. Deze handvatten zullen door de Commissie verder in detail worden uitgewerkt in het voorjaarspakket van het Europees Semester.
Overwegingen voor de afbouw of de verdere voortzetting van de algemene ontsnappingsclausule
In maart 2020 stelde de Commissie voor om de algemene ontsnappingsclausule te activeren in het kader van haar strategie om snel, krachtdadig en gecoördineerd te reageren op de coronapandemie. Zo zouden de lidstaten maatregelen kunnen nemen om adequaat om te gaan met de crisis, ook al weken ze daarmee af van de begrotingseisen die normaal gesproken zouden gelden in het kader van het Europese begrotingsraamwerk.
De mededeling geeft aan, welke overwegingen de Commissie laat meewegen bij de vraag hoe in de toekomst te beslissen over de vraag of de ontsnappingsclausule in 2022 moet worden gedeactiveerd dan wel verder geactiveerd moeten blijven. Volgens de Commissie moet het besluit daarover worden genomen na een algehele beoordeling van de toestand van de economie op basis van kwantitatieve criteria. Het beslissende kwantitatieve criterium wanneer de Commissie haar algemene beoordeling moet maken over het al dan niet deactiveren van de algemene ontsnappingsclausule, zou het niveau zijn van de economische bedrijvigheid in de EU of de eurozone ten opzichte van de niveaus van vóór de crisis (eind 2019). De huidige, eerste aanwijzingen lijken er dus meer op te wijzen dat de algemene ontsnappingsclausule ook in 2022 van toepassing zou moeten blijven en pas in 2023 zou moeten worden gedeactiveerd.
Na een dialoog met de Raad zal de Commissie nagaan of de algemene ontsnappingsclausule, op basis van de voorjaarsprognoses 2021 (die in de eerste helft van mei zullen worden bekendgemaakt), moet worden gedeactiveerd of verder geactiveerd moet blijven.
Landspecifieke omstandigheden zullen ook na de deactivering van de algemene ontsnappingsclausule verder moeten worden meegewogen. Indien de economische bedrijvigheid in een lidstaat niet is hersteld tot het niveau van vóór de crisis, zullen alle mogelijkheden voor flexibiliteit binnen het stabiliteits- en groeipact ten volle worden benut, met name wanneer aanwijzingen voor het begrotingsbeleid worden gegeven.
De herstel- en veerkrachtfaciliteit (RFF) optimaal gebruiken
De mededeling geeft een aantal algemene aanwijzingen voor het begrotingsbeleid van de lidstaten voor 2022 en voor de middellange termijn, zoals het verband met de middelen van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Deze faciliteit zal een cruciale rol spelen om Europa te helpen zich te herstellen van de economische en sociale gevolgen van de pandemie. Ook zal zij een bijdrage leveren om de economieën en samenlevingen van de EU veerkrachtiger te maken en de groene en digitale transitie waar te maken.
Met de herstel- en veerkrachtfaciliteit komt 312,5 miljard EUR aan subsidies en tot 360 miljard EUR aan leningen beschikbaar voor de lidstaten. Deze middelen moeten de uitvoering van hervormingen en investeringen ondersteunen. Dit zal voor krachtige begrotingsimpulsen zorgen en zal helpen het risico op divergenties binnen de eurozone en de EU te dempen.
De uitrol van de herstel- en veerkrachtfaciliteit zal ook belangrijke gevolgen hebben voor het begrotingsbeleid van de lidstaten. Uitgaven die bekostigd worden met subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit, zullen de economie de komende jaren stevige impulsen geven, zonder dat dit de tekorten en de schuld van lidstaten doet toenemen. Ook zal dit lidstaten ertoe aanzetten om hun begrotingsbeleid groeivriendelijker te maken. Overheidsinvesteringen die met subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit worden bekostigd, moeten bovenop het bestaande investeringspeil komen. Alleen wanneer de herstel- en veerkrachtfaciliteit aanvullende productieve en hoogkwalitatieve investeringen financiert, zal zij bijdragen aan het herstel en zorgen voor een toename van de potentiële groei. Dit zal met name het geval zijn wanneer de steun gepaard gaat met structurele hervormingen in lijn met de landspecifieke aanbevelingen.
De lidstaten moeten optimaal gebruikmaken van de unieke kans die de herstel- en veerkrachtfaciliteit biedt om het economische herstel te ondersteunen, sterkere potentiële groei te stimuleren en hun onderliggende begrotingsposities op de middellange termijn te verbeteren.
Publiek debat over raamwerk economische governance
De crisis die door de coronapandemie is veroorzaakt, heeft laten zien hoe relevant en belangrijk veel van de uitdagingen zijn die de Commissie aan de orde heeft proberen te stellen in het publieke debat over het raamwerk voor de economische governance. Door de publieke consultatie over dat raamwerk opnieuw open te stellen, zal de Commissie kunnen reflecteren over deze uitdagingen en de nodige lessen trekken. De mededeling bevestigt het voornemen van de Commissie om het publieke debat over het raamwerk voor de economische governance opnieuw op gang te trekken zodra het herstel doorzet.
Enkele reacties van Commissieleden:
Valdis Dombrovskis i, uitvoerend vicevoorzitter voor een economie die werkt voor de mensen: “Er gloort hoop aan de horizon voor de EU-economie. Maar voorlopig is de pandemie nog steeds een financiële klap voor mensen en meer algemeen de economie. Om die impact op te vangen en om een veerkrachtig en duurzaam herstel te stimuleren, is onze boodschap duidelijk: budgettaire steun moet doorgaan zolang als dat nodig is. Op basis van de aanwijzingen die we nu hebben, zou de algemene ontsnappingsclausule actief blijven in 2022 en in 2023 worden gedeactiveerd. De lidstaten moeten de herstel- en veerkrachtfaciliteit optimaal benutten. Dit is voor hen immers een unieke kans om hun economie te ondersteunen zonder dat daarmee hun overheidsfinanciën worden belast. Met snelle, tijdelijke en gerichte maatregelen kunnen we soepel terugkeren naar houdbare begrotingen op de middellange termijn.”
Paolo Gentiloni i, commissaris voor Economie: “Met ons besluit van vorig jaar maart om de algemene ontsnappingsclausule te activeren, erkenden we de ernst van de zich toen aftekenende crisis. Dit was ook een uiting van onze vastberadenheid om alles te doen wat nodig is om de pandemie te bestrijden en banen en bedrijven te ondersteunen. Nu één jaar later, is de strijd tegen COVID-19 nog niet gewonnen en moeten we er ons voor hoeden opnieuw de fouten van tien jaar geleden te maken door steun te snel af te bouwen. Voor 2022 is het duidelijk dat budgettaire steun nog nodig zal zijn: liever te veel doen dan te weinig. Tegelijk moeten landen hun begrotingsbeleid differentiëren, afhankelijk van het tempo van hun herstel en hun onderliggende begrotingspositie. Nu de financiering uit NextGenerationEU op gang komt, is het daarbij van cruciaal belang dat regeringen er op toezien dat nationale investeringsuitgaven op peil blijven en worden opgevoerd via EU-subsidies.”
Meer informatie
Vragen en antwoorden: Commissie komt met bijgewerkte handvatten voor budgettaire beleidsreactie op coronapandemie
Mededeling: Een jaar sinds de uitbraak van COVID-19: de respons vanuit het begrotingsbeleid