Inbreukenpakket voor februari: voornaamste beslissingen

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op donderdag 18 februari 2021.

Overzicht per beleidsterrein

Het periodieke pakket inbreukbeslissingen betreft de gerechtelijke stappen van de Europese Commissie tegen lidstaten die hun verplichtingen uit hoofde van het EU-recht niet zijn nagekomen. De beslissingen betreffen diverse sectoren en beleidsterreinen van de EU en moeten ervoor zorgen dat het EU-recht correct wordt toegepast. Daar hebben zowel burgers als bedrijven baat bij.

De voornaamste beslissingen van de Commissie worden hieronder weergegeven, gegroepeerd per beleidsterrein. Ook sluit de Commissie 100 zaken waarin de problemen met de betrokken lidstaten zijn opgelost, zodat de Commissie de procedure niet hoeft voort te zetten.

Zie de vragen en antwoorden (Q&A) voor nadere informatie over de EU-inbreukprocedure. Zie het register van inbreukbeslissingen voor meer details over alle beslissingen.

  • 1. 
    Milieu

(meer informatie: Vivian Loonela - tel. +32 229-66712, Daniela Stoycheva - tel. +32 229-53664)

Aanmaningsbrieven (artikel 260 VWEU)

Natuurbescherming: Commissie verzoekt POLEN om uitvoering arrest Hof inzake natuurbescherming in bos van Białowieża

De Commissie vervolgt de procedure waarin Polen wordt verzocht uitvoering te geven aan het arrest van het Hof van Justitie van de EU inzake de niet-nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG) en de vogelrichtlijn (Richtlijn 2009/147/EG) wat betreft de bescherming van het bos van Białowieża. Die richtlijnen bevatten verschillende verplichtingen voor de lidstaten: zo moeten zij maatregelen nemen om de verslechtering van habitats en storende factoren voor dier- en plantensoorten te voorkomen, nagaan of een project significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied voordat hiervoor een vergunning wordt afgegeven, en een systeem van strikte bescherming van een aantal soorten instellen. Daarnaast benadrukt zowel de Europese Green Deal als de Europese biodiversiteitsstrategie dat het van cruciaal belang is dat de EU het biodiversiteitsverlies een halt toeroept door de biodiversiteit te beschermen en te herstellen.

In zijn arrest van 17 april 2018 heeft het Hof Polen veroordeeld omdat het land niet heeft gewaarborgd dat het bosbeheerplan voor het bosgebied Białowieża de natuurlijke kenmerken van de Natura 2000-gebieden niet aantast. Polen had ook verzuimd de nodige instandhoudingsmaatregelen voor de beschermde soorten en habitats vast te stellen en de strikte bescherming van beschermde soorten en van vogels te waarborgen met betrekking tot het opzettelijk doden of storen ervan of de beschadiging of vernietiging van hun voortplantingsgebieden of nesten in het bosgebied Białowieża.

Polen heeft het arrest nog steeds niet volledig uitgevoerd. In het bijzonder heeft Polen de bijlage bij het bosbeheerplan voor het bosgebied Białowieża, dat in 2016 is ingevoerd, niet ingetrokken en vervangen door maatregelen die de natuurlijke kenmerken van het gebied in stand houden en de instandhouding en de bescherming van soorten en habitats waarborgen. De door Polen voorgenomen maatregelen zijn niet in overeenstemming met de richtlijnen, noch met het arrest van het Hof. Ondanks vergaderingen en gedachtewisselingen op technisch niveau, tijdens welke de Commissie haar bezorgdheid heeft geuit en advies heeft gegeven over de correcte uitvoering van het arrest, is de situatie in Polen niet veranderd.

Daarom verzoekt de Commissie Polen vandaag in een aanmaningsbrief alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om de situatie te verhelpen. Polen heeft nu twee maanden de tijd om op de bezwaren van de Commissie te reageren, anders kan de Commissie de zaak opnieuw voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU en voorstellen financiële sancties op te leggen.

Aanmaningsbrieven (artikel 258 VWEU)

Luchtkwaliteit: Commissie vraagt ROEMENIË om verbetering regels inzake industriële emissies

De Commissie verzoekt Roemenië zijn nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met de EU-richtlijn inzake industriële emissies (Richtlijn 2010/75). Industriële activiteiten hebben aanzienlijke gevolgen voor het milieu. De richtlijn inzake industriële emissies heeft tot doel schadelijke industriële emissies in de hele EU te voorkomen en te beperken, en tegelijkertijd het gebruik te bevorderen van technieken waarmee de uitstoot van verontreinigende stoffen wordt beperkt en die energie- en hulpbronnenefficiënt zijn. In de Europese Green Deal, met de daarin geformuleerde ambitie om alle vervuiling tot nul terug te brengen, wordt de nadruk gelegd op het terugdringen van de luchtverontreiniging, die een van de ernstigste bedreigingen voor de menselijke gezondheid vormt. Volledige toepassing van de in de EU-wetgeving vastgelegde luchtkwaliteitsnormen is cruciaal om de menselijke gezondheid en het natuurlijk milieu doeltreffend te beschermen.

Het Roemeense rechtsstelsel waarborgt niet dat de belangrijkste doelstellingen van de richtlijn worden verwezenlijkt, met name het vereiste dat installaties alleen in bedrijf mogen zijn als ze beschikken over een vergunning. Enerzijds kent het Roemeense rechtsstelsel in zijn huidige vorm zeer lage en ontoereikende sancties, waarmee de door de richtlijn vereiste doeltreffendheid, evenredigheid en afschrikking niet worden gewaarborgd. Anderzijds geven de Roemeense autoriteiten op administratief niveau geen coherente uitvoering aan de bestaande wetgeving (bv. door de exploitatie van installaties zonder vergunning op te schorten), terwijl de Roemeense rechterlijke macht nalaat de sancties af te dwingen, waardoor van doeltreffendheid en afschrikkende werking geen sprake is.

De Commissie stuurt Roemenië daarom een aanmaningsbrief, waarna het land twee maanden de tijd heeft om de door de Commissie aan de orde gestelde tekortkomingen te verhelpen; doet het dat niet, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Natuur: Commissie verzoekt LITOUWEN ervoor te zorgen dat EU-wetgeving inzake natuurbescherming wordt nageleefd

De Commissie roept Litouwen op meer maatregelen te nemen om zijn Natura 2000-netwerk te beschermen en te beheren, en aldus zijn verplichtingen uit hoofde van de habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG van de Raad) na te komen.

Volgens zowel de Europese Green Deal als de Europese biodiversiteitsstrategie is het van cruciaal belang dat de EU biodiversiteitsverlies een halt toeroept door de natuur te beschermen en te herstellen. Krachtens de habitatrichtlijn moeten de lidstaten EU-gebieden van communautair belang (GCB's) voorstellen, die vervolgens worden toegevoegd aan de biogeografische lijsten van de EU. Binnen zes jaar moeten de lidstaten dan instandhoudingsdoelstellingen en -maatregelen vaststellen om de beschermde soorten en habitats in stand te houden of in een gunstige staat van instandhouding te herstellen, waarbij de GCB's als speciale beschermingszones worden aangewezen. Dit zijn essentiële vereisten voor de bescherming van de biodiversiteit in de EU.

In Litouwen is voor 406 gebieden van communautair belang in de boreale biogeografische regio de termijn voor het voltooien van de benodigde stappen verstreken. Daarnaast heeft Litouwen voor alle 406 gebieden geen voldoende gedetailleerde en gekwantificeerde gebiedsspecifieke instandhoudingsdoelstellingen en de nodige instandhoudingsmaatregelen vastgesteld.

De Commissie stuurt Litouwen daarom een aanmaningsbrief, waarna het land twee maanden de tijd heeft om de door de Commissie aan de orde gestelde tekortkomingen te verhelpen; doet het dat niet, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Natuur: Commissie verzoekt SPANJE te voldoen aan verplichting tot bescherming Delta del Llobregat

De Commissie roept Spanje op meer maatregelen te nemen om zijn Natura 2000-netwerk te beschermen en te beheren, en aldus zijn verplichtingen uit hoofde van de habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG van de Raad) na te komen. Spanje moet met name de nodige maatregelen nemen om te voorkomen dat het Natura 2000-gebied “Delta del Llobregat” verdere schade oploopt door de uitvoering van grote infrastructuurprojecten, zoals de uitbreiding van de internationale luchthaven en de zeehaven van Barcelona.

Volgens de Europese Green Deal en de Europese biodiversiteitsstrategie is het van cruciaal belang dat de EU biodiversiteitsverlies een halt toeroept door de natuur te beschermen en te herstellen.

Hoewel zij een van de dichtst bevolkte regio's van het Iberisch schiereiland vormen, herbergen de kwetsbare ecosystemen met stilstaand water van de Llobregat-delta een buitengewone biodiversiteit en spelen zij een cruciale rol in de migratieroutes van vele Europese vogelsoorten, waarmee zij bijdragen tot het behoud van de algehele samenhang van het Natura 2000-netwerk.

De verslechtering en de mogelijkheden om de milieuschade als gevolg van grote infrastructuurprojecten te beperken en te compenseren, zijn sinds 2013 voorwerp van overleg met de Spaanse autoriteiten. De toezeggingen van de autoriteiten inzake beperking en compensatie, bijvoorbeeld de vaststelling en uitvoering van een speciaal plan voor de bescherming van de natuurgebieden en het landschap van de Llobregat-delta en de uitbreiding van de speciale beschermingszone om de voor het behoud van de vogelstand meest geschikte gebieden te beschermen, hebben echter onvoldoende follow-up gekregen.

De Commissie stuurt Spanje daarom een aanmaningsbrief, waarna het land twee maanden de tijd heeft om de door de Commissie aan de orde gestelde tekortkomingen te verhelpen; doet het dat niet, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Aanvullende aanmaningsbrieven

Milieueffectbeoordeling: Commissie vraagt FRANKRIJK om verbetering nationale regels

De Commissie verzoekt Frankrijk zijn nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met de milieueffectbeoordelingsrichtlijn (Richtlijn 2011/92/EU), die voorschrijft dat openbare en particuliere projecten aan een milieueffectbeoordeling moeten worden onderworpen voordat een vergunning wordt verleend. In april 2014 hebben de EU-lidstaten nieuwe EU-wetgeving vastgesteld (Richtlijn 2014/52/EU) die de administratieve lasten vermindert en het niveau van milieubescherming verhoogt, en tegelijkertijd economische beslissingen over openbare en particuliere investeringen voorspelbaarder en duurzamer maakt. In de Europese Green Deal wordt benadrukt hoe belangrijk het is dat Europa op schema blijft om zijn milieudoelstellingen te verwezenlijken.

De Commissie had Frankrijk op 7 maart 2019 al een aanmaningsbrief gestuurd. Een analyse van de daaropvolgende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen heeft een aantal bijkomende omzettingsproblemen aan het licht gebracht. De Franse wetgeving tot omzetting van de gewijzigde richtlijn vertoont een aantal tekortkomingen. Dit geldt met name voor de omzetting van de verplichting voor de bevoegde autoriteit om rekening te houden met de criteria van bijlage III bij de richtlijn wanneer zij vaststelt of een project met betrekking tot een aan registratie onderworpen installatie aan een milieueffectbeoordeling moet worden onderworpen. Ook problematisch is de omzetting van de verplichting voor de lidstaten om te waarborgen dat de bevoegde autoriteiten hun taken objectief uitvoeren en zich niet in een situatie van belangenconflict bevinden.

Omdat milieugovernance een essentiële rol speelt om de goede werking van de verschillende sectorale regels mogelijk te maken, heeft de Commissie besloten Frankrijk een aanvullende aanmaningsbrief te sturen. Het land heeft twee maanden de tijd om te antwoorden, anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Met redenen omklede adviezen

Luchtkwaliteit: Commissie vraagt BELGIË, POLEN en TSJECHIË hun bevolking te beschermen tegen luchtverontreiniging

De Commissie roept België, Polen en Tsjechië op te voldoen aan de eisen van Richtlijn 2008/50/EG betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa. Wanneer de in de richtlijn vastgestelde grenswaarden worden overschreden, moeten de lidstaten plannen met betrekking tot de luchtkwaliteit vaststellen en ervoor zorgen dat passende maatregelen worden genomen om de overschrijding zo kort mogelijk te houden. In de Europese Green Deal, met de daarin geformuleerde ambitie om alle vervuiling tot nul terug te brengen, wordt een sterke nadruk gelegd op het terugdringen van de luchtverontreiniging, die een van de ernstigste bedreigingen voor de menselijke gezondheid vormt. Stikstofdioxide (NO2) komt grotendeels voort uit menselijke activiteiten, zoals het wegverkeer - met name dieselvoertuigen - en de industrie. Dit soort verontreiniging is de oorzaak van ernstige aandoeningen zoals astma en verminderde longfunctie. Volledige toepassing van de in de EU-wetgeving vastgelegde luchtkwaliteitsnormen is cruciaal om de menselijke gezondheid en het natuurlijk milieu doeltreffend te beschermen. De EU-wetgeving inzake omgevingslucht laat de lidstaten vrij in hun keuze van de instrumenten om aan de overeengekomen luchtkwaliteitsnormen te voldoen. Hoewel de lidstaten moeten zorgen voor een goede luchtkwaliteit voor hun burgers, blijft luchtverontreiniging op veel plaatsen een probleem, waarbij de situatie met name in stedelijke gebieden bijzonder ernstig is.

In België worden de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) in de luchtkwaliteitszone Brussel sinds 2010 overschreden, en sinds 2015 in de luchtkwaliteitszone Antwerpen. Daarnaast moet in de luchtkwaliteitszone Charleroi een bemonsteringspunt worden ingericht dat gericht is op door het verkeer veroorzaakte luchtverontreiniging.

In Tsjechië worden de jaarlijkse grenswaarden voor NO2 overschreden in de agglomeratie Praag, terwijl er voor diezelfde agglomeratie momenteel geen geldig luchtkwaliteitsplan bestaat.

In Polen worden de jaarlijkse grenswaarden voor NO2 overschreden in vier agglomeraties (Warszawska, Krakowska, Wrocławska en Górnośląska). Uit verslagen blijkt dat de maatregelen die zijn genomen om de NO2-overschrijdingen aan te pakken, niet volstaan om de perioden van overschrijding zo kort mogelijk te houden.

Aangezien de landen hun verplichtingen nog niet zijn nagekomen, stuurt de Commissie hun nu een met redenen omklede advies. België, Polen en Tsjechië hebben twee maanden de tijd om te antwoorden en de nodige maatregelen te nemen, anders kan de Commissie de zaken aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Milieueffectbeoordeling: Commissie verzoekt CYPRUS om verbeterde nationale regels inzake milieueffect van openbare en particuliere projecten

De Commissie dringt bij Cyprus aan op volledige omzetting van de milieueffectbeoordelingsrichtlijn (Richtlijn 2011/92/EU) betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten. In de Europese Green Deal wordt benadrukt hoe belangrijk het is dat Europa op schema blijft om zijn milieudoelstellingen te verwezenlijken.

Cyprus heeft enkele onderdelen van de richtlijn niet correct omgezet, wat ertoe leidt dat projecten in Cyprus waarvoor een milieueffectbeoordeling moet worden uitgevoerd, kunnen worden goedgekeurd zonder dat volledig aan de richtlijn is voldaan. Zo heeft Cyprus zijn verplichting om ervoor te zorgen dat het publiek praktische informatie krijgt over de toegang tot beroepsprocedures bij bestuursrechtelijke en rechterlijke instanties, niet omgezet. Ook de verplichting tot vaststelling van een gedetailleerde regeling voor raadpleging is niet omgezet.

Aangezien het land nog niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, stuurt de Commissie nu een met redenen omkleed advies. Cyprus heeft twee maanden de tijd om te antwoorden en de nodige maatregelen te nemen, anders kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Luchtkwaliteit: Commissie daagt SLOWAKIJE voor Hof van Justitie wegens slechte luchtkwaliteit

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Slowakije voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen wegens slechte luchtkwaliteit als gevolg van hoge concentraties fijnstof (PM10). Wanneer de in de EU-wetgeving inzake luchtkwaliteit (Richtlijn 2008/50/EG) vastgestelde grenswaarden worden overschreden, moeten de lidstaten plannen met betrekking tot de luchtkwaliteit vaststellen en ervoor zorgen dat passende maatregelen worden genomen om de duur van de overschrijding zo kort mogelijk te houden. In de Europese Green Deal, met de daarin geformuleerde ambitie om alle vervuiling tot nul terug te brengen, wordt de nadruk gelegd op het terugdringen van de luchtverontreiniging, die een van de ernstigste bedreigingen voor de menselijke gezondheid vormt. Volledige toepassing van de in de EU-wetgeving vastgelegde luchtkwaliteitsnormen is cruciaal om de menselijke gezondheid en het natuurlijk milieu doeltreffend te beschermen. Slowakije heeft zich niet gehouden aan de dagelijkse grenswaarden voor PM10-concentraties, die sinds 2005 juridisch bindend zijn. De door Slowakije verstrekte gegevens bevestigen systematische overschrijdingen van de dagelijkse grenswaarden voor PM10 in de luchtkwaliteitszone Banskobystrický kraj in de periode 2005-2019 (behalve in 2016) en in de agglomeratie Košice in de periode 2005-2019 (behalve in 2015 en 2016). De door Slowakije voorgestelde luchtkwaliteitsmaatregelen zijn niet tijdig en doeltreffend gebleken om de verontreiniging binnen de overeengekomen grenzen terug te dringen en ertoe bij te dragen dat de perioden van overschrijding zo kort mogelijk worden gehouden, zoals vereist uit hoofde van het EU-recht. Slowakije heeft derhalve geen passende maatregelen genomen om de PM10-concentraties in de luchtkwaliteitszone Banskobystrický kraj, de agglomeratie Košice en de luchtkwaliteitszone Košický kraj te verlagen. Daarom daagt de Commissie Slowakije voor het Hof van Justitie van de EU. Zie voor meer informatie het persbericht.

Natuurbescherming: Commissie daagt DUITSLAND voor Hof van Justitie wegens niet naar behoren omzetten van habitatrichtlijn

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Duitsland voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat het zijn verplichtingen uit hoofde van de habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG) inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna niet is nagekomen. Krachtens de richtlijn moeten de lidstaten speciale beschermingszones aanwijzen waar zij gebiedsspecifieke instandhoudingsdoelstellingen en overeenkomstige instandhoudingsmaatregelen vaststellen om een gunstige staat van instandhouding van de soorten en habitats te behouden of te herstellen. Zowel in de Europese Green Deal als in de Europese biodiversiteitsstrategie wordt aangegeven dat het van cruciaal belang is dat de EU biodiversiteitsverlies een halt toeroept door de biodiversiteit te beschermen en te herstellen. De termijn waarbinnen de nodige stappen voor alle locaties in Duitsland moesten zijn gezet, is in sommige gevallen al meer dan tien jaar geleden verstreken. Volgens de meest recente informatie die door de autoriteiten is verstrekt, heeft Duitsland voor ongeveer 15 % van zijn gebieden van communautair belang nog steeds geen instandhoudingsmaatregelen vastgesteld, hetgeen doorgaans gebeurt in beheersplannen voor afzonderlijke gebieden. Naast bovengenoemde vertragingen is de Commissie van mening dat de instandhoudingsdoelstellingen voor de afzonderlijke gebieden van communautair belang niet voldoende gekwantificeerd, meetbaar en rapporteerbaar zijn. Concluderend is de Commissie van mening dat er een algemene en aanhoudende praktijk is om voor alle 4606 gebieden van communautair belang, in alle deelstaten en op federaal niveau, onvoldoende gedetailleerde en gekwantificeerde instandhoudingsdoelstellingen vast te stellen. Dit heeft grote invloed op de kwaliteit en de doeltreffendheid van de vastgestelde instandhoudingsmaatregelen. Daarom daagt de Commissie Duitsland voor het Hof van Justitie van de EU. Zie voor meer informatie het persbericht.

Lawaai: Commissie daagt POLEN voor Hof van Justitie wegens niet-naleving van lawaairichtlijn

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Polen voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens niet-nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de lawaairichtlijn (Richtlijn 2002/49/EG). In de Europese Green Deal is de ambitie vastgesteld om vervuiling in de EU tot nul terug te brengen, wat zowel de volksgezondheid als het milieu ten goede komt en bijdraagt aan het streven naar klimaatneutraliteit. In dit verband is het noodzakelijk actieplannen vast te stellen ter bestrijding van lawaai dat schadelijk is voor de menselijke gezondheid. De Poolse nationale wetgeving garandeert niet dat er actieplannen worden opgesteld die, ongeacht of de geluidsgrenswaarden in het gebied worden overschreden, op grond van de richtlijn verplicht zijn. Er ontbreken nog steeds actieplannen voor 20 grote spoorwegbaanvakken en voor 290 grote weggedeelten, ondanks het feit dat de termijn voor de goedkeuring van dergelijke actieplannen is verstreken. Bovendien vereist de nationale wetgeving niet dat de actieplannen alle noodzakelijke elementen bevatten waarin de richtlijn voorziet, met name een register van openbare raadplegingen, maatregelen om stille gebieden in stand te houden en een langetermijnstrategie. Door middel van openbare raadplegingen over de actieplannen kan het publiek nagaan en beoordelen of de autoriteiten passende maatregelen nemen om lawaainiveaus te verminderen waar deze schadelijk kunnen zijn of om te voorkomen dat bestaande niveaus schadelijk worden. Daarom moeten niet alleen actieplannen worden vastgesteld, maar moet in de nationale wetgeving worden vereist dat alle elementen erin worden opgenomen. Aangezien Polen geen aandacht heeft besteed aan de in het met redenen omklede advies van de Commissie geformuleerde bezwaren, legt de Commissie de zaak voor aan het Hof van Justitie van de EU. Zie voor meer informatie het persbericht.

Stedelijk afvalwater: Commissie daagt SLOVENIË voor Hof van Justitie wegens behandeling van afvalwater

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Slovenië voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen wegens niet-naleving van de vereisten van de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (Richtlijn 91/271/EEG). De richtlijn verplicht de lidstaten ervoor te zorgen dat stedelijke agglomeraties (gemeenten, steden en woongebieden) hun afvalwater naar behoren opvangen en behandelen, zodat al hun ongewenste effecten worden geëlimineerd of beperkt. Onder impuls van de Europese Green Deal heeft de EU de ambitie om verontreiniging tot nul terug te dringen. Volledige toepassing van de in de EU-wetgeving vastgelegde normen is belangrijk om de menselijke gezondheid en het milieu doeltreffend te beschermen. Slovenië had sinds 2016 volledig moeten voldoen aan de vereisten van de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater, zoals het in het Toetredingsverdrag is overeengekomen. Vier agglomeraties met meer dan 10 000 inwonerequivalenten (Ljubljana, Trbovlje, Kočevje en Loka) voldoen echter niet aan deze vereisten omdat stedelijk afvalwater dat in opvangsystemen terechtkomt vóór lozing niet aan het passende niveau van behandeling wordt onderworpen. Bovendien voldoen de agglomeraties Kočevje, Trbovlje en Loka niet aan aanvullende eisen van de richtlijn met betrekking tot kwetsbare gebieden, aangezien stedelijk afvalwater dat in opvangsystemen terechtkomt niet aan een strengere behandeling wordt onderworpen voordat het in die gebieden wordt geloosd. Hoewel de Sloveense autoriteiten toezichtgegevens hebben gedeeld om aan te tonen dat aan de vereisten van de richtlijn is voldaan, is de Commissie op basis van de vastgestelde tekortkomingen en lacunes tot de conclusie gekomen dat de autoriteiten niet hebben aangetoond dat de bovengenoemde agglomeraties aan de voorschriften voldoen. De Commissie daagt Slovenië dan ook voor het Hof van Justitie van de Europese Unie. Zie voor meer informatie het persbericht.

  • 2. 
    Interne markt, Industrie, Ondernemerschap en Midden- en kleinbedrijf

(meer informatie: Sonya Gospodinova - tel. +32 229-66953; Federica Miccoli - tel. +32 229-58300)

Aanmaningsbrieven

Betalingsachterstanden: Commissie dringt er bij BELGIË, GRIEKENLAND en SLOWAKIJE op aan de richtlijn betalingsachterstand na te leven en ervoor te zorgen dat bedrijven en kmo's tijdig worden betaald

De Commissie neemt verdere stappen tegen België, Griekenland en Slowakije om ervoor te zorgen dat de richtlijn betalingsachterstand (Richtlijn 2011/7/EU) correct wordt toegepast en om verliezen voor ondernemingen, met name kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), in deze landen te voorkomen. Betalingsachterstanden hebben negatieve gevolgen voor bedrijven, aangezien zij hun liquiditeit verminderen en verhinderen dat zij groeien. Bedrijven en kmo's zijn afhankelijk van regelmatige betalingen om te werken en werkgelegenheid te behouden, wat nog meer waar is in de huidige context van gezondheidscrisis en economische problemen. De richtlijn betalingsachterstand verplicht overheidsinstanties hun facturen binnen 30 dagen (of 60 dagen voor openbare ziekenhuizen) te betalen. Overheidsinstanties zijn verplicht hun leveranciers tijdig te betalen en het goede voorbeeld te geven bij de bestrijding van de cultuur van betalingsachterstanden in het bedrijfsleven. In dit verband stuurt de Commissie Slowakije een met redenen omkleed advies wegens buitensporige betalingsachterstanden in de volksgezondheidssector, Griekenland een aanmaningsbrief wegens buitensporige betalingstermijnen in de gezondheidssector en België een aanmaningsbrief wegens buitensporige betalingsachterstanden in de overheidssector. Deze drie lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten die de Commissie heeft aangevoerd. Anders kan de Commissie besluiten Slowakije voor het Hof van Justitie te dagen en Griekenland en België een met redenen omkleed advies te sturen.

Met redenen omklede adviezen

Erkenning beroepskwalificaties: Commissie verzoekt TSJECHIË aan EU-voorschriften te voldoen

De Commissie heeft Tsjechië vandaag een aanvullend met redenen omkleed advies gestuurd in verband met de niet-naleving van de EU-regels inzake de erkenning van beroepskwalificaties (Richtlijn 2005/36/EG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2013/55/EU). In juli 2020 heeft de Commissie besloten Tsjechië voor het EU-Hof te dagen wegens het niet verhelpen van inbreuken op het EU-recht inzake beroepskwalificaties, met name wat betreft de regels inzake vestiging, tijdelijke verrichting van diensten en specifieke vereisten voor bepaalde beroepen in de gezondheidszorg en de status van beroepsbeoefenaars. De Commissie stuurt vandaag een aanvullend met redenen omkleed advies om een aantal van de in de eerste fase van de inbreukprocedure opgeworpen grieven te onderbouwen en te verduidelijken. Ondertussen is de uitvoering van de verwijzing naar het EU-Hof uitgesteld in afwachting van het antwoord van de Tsjechische autoriteiten. Tsjechië heeft nu twee maanden de tijd om op de argumenten van de Commissie te reageren.

  • 3. 
    Financiële Stabiliteit, Financiële Diensten en Kapitaalmarktenunie

(meer informatie: Daniel Ferrie - tel. +32 229-86500, Aikaterini Apostola - tel. +32 229-87624)

Aanmaningsbrieven

Bestrijding van witwassen van geld: Commissie verzoekt DUITSLAND, PORTUGAL en ROEMENIË 4e antiwitwasrichtlijn correct om te zetten

De Commissie heeft Duitsland, Portugal en Roemenië vandaag aanmaningsbrieven gestuurd wegens onjuiste omzetting van de 4e antiwitwasrichtlijn. De omzettingstermijn liep af op 27 juni 2017. Na onderzoek van de door deze lidstaten aangemelde omzettingsmaatregelen is de Commissie tot de conclusie gekomen dat verschillende bepalingen van de richtlijn niet correct zijn omgezet in nationaal recht. De strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme is van essentieel belang om de financiële stabiliteit en zekerheid in Europa te waarborgen. Om deze inspanningen op te voeren heeft de Commissie op 7 mei een actieplan met zes punten bekendgemaakt om de strijd van de EU tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme verder te versterken. Recentelijk is uit witwasschandalen echter gebleken dat er behoefte is aan strengere regels op EU-niveau. Lacunes in de wetgeving in een lidstaat hebben gevolgen voor de EU als geheel. Daarom moeten de EU-regels doeltreffend worden toegepast en gecontroleerd om de misdaad te bestrijden en ons financiële systeem te beschermen. In dit verband heeft de Commissie vandaag besloten dat de betrokken lidstaten fundamentele aspecten van het antiwitwaskader moeten aanpakken, zoals de juiste uitwisseling van informatie tussen financiële-inlichtingeneenheden (FIE's), vereisten inzake cliëntenonderzoek (“customer due diligence”) en adequate samenwerking tussen FIE's, of de transparantie van de centrale registers van uiteindelijk begunstigden. Duitsland, Portugal en Roemenië hebben twee maanden de tijd om met een bevredigend antwoord op de argumenten van de Commissie te reageren; doen ze dat niet, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

  • 4. 
    Mobiliteit en Vervoer

(meer informatie: Stefan de Keersmaecker - tel. +32 229-84680, Stephan Meder - tel. +32 229-13917)

Aanmaningsbrieven

Wegvervoer: Commissie verzoekt SLOVENIË om Europese aanbieders van elektronische tolheffingsdiensten toegang te geven tot zijn markt

De Commissie heeft vandaag besloten Slovenië een aanmaningsbrief te sturen wegens niet-nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2004/52/EG en Besluit 2009/750/EG met betrekking tot de aanvaarding van aanbieders van de Europese elektronische tolheffingsdienst (EETS) in de Sloveense tolgebieden. De Europese regels hebben betrekking op de toegang tot de markt van aanbieders van elektronische tolheffing en spelen een sleutelrol bij de totstandbrenging van een gemeenschappelijke markt voor EETS-diensten in Europa en interoperabiliteit voor de gebruikers. Zij vereisen dat de onderhandelingen tussen de tolheffende instanties en de dienstverleners snel worden afgerond, zodat een eerlijke en niet-discriminerende toegang tot de tolmarkt voor de EETS-aanbieders gewaarborgd is. Slovenië heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie een met redenen omkleed advies sturen.

Vervoer per spoor: Commissie verzoekt LITOUWEN om correcte omzetting prioriteitsregels in geval van overbelasting uit hoofde van Richtlijn 2012/34/EU

De Commissie heeft vandaag besloten Litouwen een aanmaningsbrief te sturen betreffende de onjuiste omzetting en tenuitvoerlegging van de artikelen inzake prioriteitsregels in geval van overbelasting die vervat zijn in Richtlijn 2012/34/EU tot instelling van één Europese spoorwegruimte. Prioriteitsregels zijn de regels die de infrastructuurbeheerder in staat stellen treinpaden toe te wijzen wanneer de infrastructuur overbelast is. Vastgesteld is dat de litigieuze prioriteitsregels verder gaan dan hetgeen krachtens de richtlijn is toegestaan en discriminerend zijn omdat zij de gevestigde spoorwegonderneming bevoordelen. Litouwen heeft nu twee maanden de tijd om op de bezwaren van de Commissie te reageren; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Gemeenschappelijk Europees luchtruim: Commissie dringt bij acht lidstaten aan op naleving EU-regels voor verlening datalinkdiensten

De Commissie heeft besloten Bulgarije, Cyprus, Frankrijk, Griekenland, Litouwen, Malta, Portugal en Slowakije een aanvullende aanmaningsbrief te sturen wegens het niet verlenen en gebruiken van datalinkdiensten voor alle exploitanten van luchtvaartuigen die onder hun verantwoordelijkheid vliegen en die in staat zijn tot datalinkcommunicatie. Dit volgt op de aanmaningsbrieven van 15 mei 2020. Krachtens Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2009 van de Commissie, in samenhang met artikel 4, lid 3, VEU, is elke lidstaat verplicht, de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de verleners van luchtverkeersdiensten in staat zijn deze diensten te verlenen en te gebruiken. Bij datalinkdiensten gaat het om communicatie tussen luchtvaartuigen en de grond die via datalinks wordt overgebracht, als aanvulling op de spraakcommunicatie die traditioneel bij luchtverkeersleiding wordt gebruikt. De invoering van deze interoperabele technologie in Europa is essentieel voor het verbeteren van de efficiëntie van de communicatie tussen piloten en verkeersleiders, waardoor de capaciteit van de luchtverkeersleiding wordt vergroot. De termijn voor de verlening en het gebruik van datalinkdiensten door verleners van luchtverkeersdiensten is op 5 februari 2018 verstreken. Door een gebrek aan apparatuur in bepaalde luchtverkeerscentra kunnen vliegtuigexploitanten daadwerkelijk geen gebruik maken van datalinkdiensten. Daarom werd het voor de exploitanten vanaf 5 februari 2020 verplicht zich uit te uitrusten. De betrokken lidstaten hebben nu één maand de tijd om op de bezwaren van de Commissie te antwoorden; doen ze dat niet, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Met redenen omklede adviezen

Zeevarenden: Commissie verzoekt SPANJE EU-voorschriften inzake minimumopleidingsniveau voor zeevarenden na te leven

De Commissie heeft vandaag besloten Spanje een met redenen omkleed advies te sturen omdat het niet de nodige maatregelen heeft genomen om te voldoen aan de EU-voorschriften inzake het minimumopleidingsniveau voor zeevarenden (Richtlijn 2008/106/EG, zoals gewijzigd). Doel van deze voorschriften is ervoor te zorgen dat de opleidingsnormen voor zeevarenden in de hele EU worden geëerbiedigd en in overeenstemming zijn met de reeds op internationaal niveau overeengekomen normen. De Commissie dringt er bij Spanje op aan corrigerende maatregelen te nemen met betrekking tot: de diplomering van zeevarenden; het kwaliteitsbeheer van maritieme onderwijs- en opleidingsinstellingen; de opzet, beoordeling en goedkeuring van zeevaartprogramma's en -cursussen; het toezicht op en de evaluatie van opleidingen en de beoordeling door de maritieme instanties; de kwalificatie en opleiding van beoordelaars, instructeurs en mentors; opleiding aan boord; en het gebruik van simulatoren. Spanje heeft nu twee maanden de tijd om op de bezwaren in het met redenen omklede advies te reageren, anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

  • 5. 
    Justitie en binnenlandse zaken

(meer informatie: Christian Wigand - tel. +32 229-62253; Adalbert Jahnz - tel. +32 229-53156; Katarzyna Kolanko - tel. +32 229-63444; Jordis Ferroli - tel. +32 229-92729; Laura Bérard - tel. +32 229-55721; Ciara Bottomley - tel. +32 229-69971)

Aanmaningsbrieven (artikel 260 VWEU)

Ngo-wetgeving: Commissie verzoekt Hongarije te voldoen aan arrest Hof van Justitie over Hongaarse wet inzake ngo's met buitenlands kapitaal

De Commissie stuurt Hongarije een aanmaningsbrief wegens niet-naleving van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in zaak C-78/18, Commissie/Hongarije. Dit is een inbreukprocedure op basis van artikel 260, lid 2, VWEU, wat betekent dat de Commissie de zaak kan doorverwijzen naar het Hof en om financiële sancties kan verzoeken, na de lidstaat in de gelegenheid te hebben gesteld zijn zienswijze toe te lichten. In haar arrest van 18 juni 2020 bevond het Hof de Hongaarse wet inzake ngo's (de “transparantiewet”) in strijd met de EU-regels inzake het vrije verkeer van kapitaal (artikel 63 VWEU) en de grondrechten op bescherming van persoonsgegevens en vrijheid van vereniging, die worden beschermd door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het Hof benadrukte met name dat het recht op vrijheid van vereniging een van de essentiële grondslagen van een democratische en pluralistische samenleving is en het recht van maatschappelijke organisaties omvat om middelen te zoeken, veilig te stellen en te gebruiken. Het Hof heeft geoordeeld dat de Hongaarse wetgeving een bedreiging vormt voor de rol van het maatschappelijk middenveld als onafhankelijke speler in democratische samenlevingen, waardoor hun recht op vrijheid van vereniging wordt ondermijnd, een klimaat van wantrouwen jegens hen ontstaat en de privacy van donoren wordt beperkt. Arresten van het Europees Hof van Justitie zijn rechtstreeks bindend voor de betrokken lidstaat. De Commissie is van oordeel dat Hongarije niet de nodige maatregelen heeft genomen om aan het arrest te voldoen, ondanks herhaalde verzoeken van de Commissie om dit met spoed te doen. Met name heeft Hongarije de transparantiewet, die in strijd met het EU-recht werd bevonden, niet ingetrokken. Daarom verzoekt de Commissie Hongarije vandaag door middel van een aanmaningsbrief alle maatregelen te nemen en uit te voeren die nodig zijn om de toestand te verhelpen. Hongarije heeft nu twee maanden de tijd om op de bezwaren van de Commissie te reageren; anders kan de Commissie de zaak opnieuw voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU en voorstellen financiële sancties op te leggen.

Aanmaningsbrieven

Bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat: Commissie verzoekt BELGIË, BULGARIJE, FINLAND, POLEN en ZWEDEN om volledige omzetting EU-wetgeving waarin haatuitingen en haatmisdrijven strafbaar worden gesteld

De Commissie heeft vandaag besloten België, Bulgarije, Finland, Polen en Zweden aanmaningsbrieven te sturen omdat in hun nationale wetgeving de EU-regels inzake de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht (Kaderbesluit 2008/913/JHA) niet volledig of niet nauwkeurig zijn omgezet. Het kaderbesluit beoogt ervoor te zorgen dat ernstige uitingen van racisme en vreemdelingenhaat in de hele EU strafbaar worden gesteld met doeltreffende, evenredige en afschrikkende strafrechtelijke sancties. De Belgische en Bulgaarse rechtskaders staan er niet voor garant dat nationale rechtbanken racistische en xenofobe motieven voor alle gepleegde misdrijven als verzwarende omstandigheid in aanmerking nemen, en waarborgen dus niet dat haatmisdrijven doeltreffend en adequaat worden vervolgd. Bulgarije heeft de strafbaarstelling van specifieke vormen van uitlatingen die aanzetten tot geweld of haat, namelijk het publiekelijk vergoelijken, ontkennen of verregaand bagatelliseren van internationale misdrijven en de holocaust, niet correct omgezet. Het Poolse strafrechtelijk kader voorziet niet in een correcte omzetting met betrekking tot haatzaaiende uitlatingen die aanzetten tot racistisch en xenofoob geweld en beperkt de reikwijdte van de strafbaarstelling van het aanzetten tot haat. Daarnaast heeft Polen de strafbaarstelling van specifieke vormen van haatzaaiende uitlatingen onjuist omgezet door grove bagatellisering van internationale misdrijven en de holocaust niet te noemen, en door de strafbaarstelling van het ontkennen en vergoelijken van die misdrijven te beperken tot gevallen waarin dergelijke misdrijven tegen Poolse burgers zijn gepleegd. In de Finse en Zweedse wetgeving wordt het begrip haatzaaiende uitlatingen die aanzetten tot geweld onjuist omgezet en worden haatzaaiende uitlatingen niet strafbaar gesteld wanneer zij gericht zijn op individuele leden van een groep die wordt gedefinieerd op basis van ras, huidskleur, godsdienst, afstamming of nationale of etnische afkomst. Bovendien hebben Finland en Zweden specifieke vormen van uitlatingen die aanzetten tot geweld of haat, namelijk het publiekelijk vergoelijken, ontkennen of verregaand bagatelliseren van internationale misdrijven en de holocaust, niet strafbaar gesteld. Finland heeft er ook niet voor gezorgd dat strafbare feiten in verband met racisme en vreemdelingenhaat kunnen worden onderzocht en vervolgd zonder dat het slachtoffer aangifte heeft gedaan of een beschuldiging heeft ingediend. België, Bulgarije, Finland, Polen en Zweden hebben twee maanden de tijd om op de argumenten van de Commissie te reageren; doen zij dat niet, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen. De Commissie heeft Estland en Roemenië in oktober 2020 aanmaningsbrieven gestuurd over deze kwestie, en deze zaken zijn nog niet afgesloten. De Commissie blijft de omzetting van dit kaderbesluit in andere lidstaten beoordelen.

Europees aanhoudingsbevel: Commissie start inbreukprocedures tegen CYPRUS, DUITSLAND en ZWEDEN

De Commissie heeft vandaag besloten Cyprus, Duitsland en Zweden aanmaningsbrieven te sturen wegens de onvolledige en/of onjuiste omzetting van het kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel (2002/584/JBZ). Met het Europees aanhoudingsbevel worden de grensoverschrijdende gerechtelijke procedures voor overlevering vereenvoudigd: een door een rechter of magistraat van een lidstaat uitgevaardigd bevel tot aanhouding en vrijheidsbeneming van een verdachte van een ernstig misdrijf is op het gehele grondgebied van de EU geldig. Het aanhoudingsbevel bestaat sinds 1 januari 2004 en is in de plaats gekomen van de eerdere langdurige uitleveringsprocedures tussen de EU-lidstaten. Met het oog op het correct functioneren van het Europees aanhoudingsbevel is het van essentieel belang dat alle lidstaten alle bepalingen van het kaderbesluit volledig en correct in nationaal recht omzetten. Cyprus, Duitsland en Zweden hebben dat niet gedaan; met name behandelen die landen hun burgers gunstiger dan EU-burgers uit andere lidstaten of voeren zij voor de weigering van aanhoudingsbevelen aanvullende gronden aan waarin het kaderbesluit niet voorziet. Daarom heeft de Commissie vandaag besloten deze drie lidstaten een aanmaningsbrief te sturen. Zij hebben nu twee maanden de tijd om de nodige maatregelen te nemen om de tekortkomingen te verhelpen; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen. De Commissie heeft een aanmaningsbrief gestuurd aan Ierland in oktober 2020 en aan Oostenrijk, Tsjechië, Estland, Italië, Litouwen en Polen in december 2020. De Commissie blijft nagaan of het kaderbesluit in andere lidstaten volledig en juist is omgezet. Meer informatie over het Europees aanhoudingsbevel vindt u hier.

Strafrecht Commissie verzoekt ESTLAND, FINLAND en POLEN EU-regels inzake vermoeden van onschuld volledig om te zetten

De Commissie heeft besloten Estland, Finland en Polen aanmaningsbrieven te sturen omdat zij de EU-regels betreffende de versterking van het vermoeden van onschuld en van het recht om in strafprocedures bij de terechtzitting aanwezig te zijn (Richtlijn (EU) 2016/343) niet volledig hebben omgezet. De richtlijn is een van de belangrijkste elementen in het rechtskader van de EU inzake gemeenschappelijke minimumnormen voor een eerlijk proces dat ervoor zorgt dat de rechten van verdachten en beklaagden voldoende worden beschermd. De richtlijn versterkt het vertrouwen van de lidstaten in elkaars strafrechtsstelsels en vergemakkelijkt daarmee de wederzijdse erkenning van strafrechtelijke beslissingen. De Commissie is van mening dat Estland, Finland en Polen de richtlijn slechts gedeeltelijk hebben omgezet en dat sommige bepalingen helemaal niet in de nationale wetgeving zijn verwerkt. De Commissie heeft met name tekortkomingen vastgesteld met betrekking tot publieke verwijzingen naar schuld, bijvoorbeeld wanneer overheidsinstanties voortijdig of ten onrechte een persoon in openbare verklaringen als schuldig aanmerken, en de beschikbaarheid van passende maatregelen indien dit gebeurt. Deze drie lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om op de aanmaningsbrief te antwoorden; doen zij dat niet, dan kan de Commissie besluiten met redenen omklede adviezen te sturen. Meer informatie over de richtlijn is te vinden in deze factsheet.

Drugsbeleid: Commissie start inbreukprocedure tegen HONGARIJE wegens tegenstem tegen standpunt van de Unie in VN-Commissie Verdovende Middelen

De Commissie heeft vandaag besloten een inbreukprocedure in te leiden door Hongarije een aanmaningsbrief te sturen wegens het niet volgen van het standpunt van de Unie bij de stemming over de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie inzake cannabis en cannabisgerelateerde stoffen in de Commissie Verdovende Middelen van de Verenigde Naties in december 2020. Het in november 2020 door de Raad vastgestelde standpunt van de Unie is bindend voor de EU-lidstaten, die dienovereenkomstig moeten stemmen in de Commissie Verdovende Middelen, overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU. Hongarije heeft tijdens de stemming over de aanbevelingen van de WHO tweemaal tegen het standpunt van de Unie in gestemd. Cannabis blijft een drug die onder internationale controle staat. De aanbevelingen van de WHO hadden tot doel ervoor te zorgen dat cannabis en daarmee verband houdende stoffen onderworpen worden aan de meest relevante internationale controle, in overeenstemming met de huidige wetenschappelijke en medische kennis. Hongarije heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; doet het dat niet, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Met redenen omklede adviezen

Migratie: Commissie verzoekt HONGARIJE EU-asielwetgeving te eerbiedigen

De Commissie heeft vandaag besloten Hongarije een met redenen omkleed advies te sturen over wetgeving die is aangenomen naar aanleiding van de coronaviruspandemie en die volgens de Commissie de toegang tot de asielprocedure onrechtmatig beperkt. Volgens de wetgeving moeten onderdanen van derde landen, voordat zij in Hongarije om internationale bescherming kunnen verzoeken, vooraf een intentieverklaring afleggen waarin zij hun wens kenbaar maken om asiel aan te vragen bij een Hongaarse ambassade buiten de Europese Unie, en daartoe een speciale inreisvergunning verkrijgen, afgegeven naar goeddunken van de Hongaarse autoriteiten. De Commissie is van mening dat de nieuwe asielprocedures waarin de Hongaarse wetgeving voorziet, in strijd zijn met de richtlijn asielprocedures, uitgelegd in het licht van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Op 30 oktober 2020 heeft de Commissie Hongarije naar aanleiding van de nieuwe wetgeving een aanmaningsbrief gestuurd. In het antwoord van de Hongaarse autoriteiten werd de bezorgdheid van de Commissie niet adequaat weggenomen. De Commissie blijft van mening dat deze wet in strijd is met het EU-recht, aangezien zij personen die zich op Hongaars grondgebied, ook aan de grens, bevinden, belet om internationale bescherming aan te vragen. De Hongaarse autoriteiten hebben twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die zij hebben genomen om deze problemen aan te pakken. Doen zij dat niet, dan kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Rechten van slachtoffers: Commissie dringt bij MALTA aan op omzetting van richtlijn slachtofferrechten

De Commissie heeft besloten Malta een met redenen omkleed advies te sturen omdat het de EU-regels inzake de rechten van slachtoffers (Richtlijn 2012/29/EU) niet heeft omgezet. De richtlijn is van toepassing op de slachtoffers van alle strafbare feiten, ongeacht hun nationaliteit en ongeacht waar in de EU het strafbare feit plaatsvindt. De regels geven slachtoffers duidelijke rechten op toegang tot informatie, deelname aan strafprocedures en aan hun behoeften aangepaste ondersteuning en bescherming. Dit omvat ook extra bescherming voor kwetsbare slachtoffers tijdens een strafprocedure. De Commissie heeft in juli 2019 inbreukprocedures ingeleid tegen Malta wegens het niet uitvoeren van verschillende bepalingen van deze richtlijn. Aangezien de bezwaren van de Commissie nog niet zijn weggenomen, zet de Commissie de volgende stap in de inbreukprocedure door Malta een met redenen omkleed advies te sturen. Ook lopen momenteel inbreukprocedures wegens onvolledige omzetting tegen België, Bulgarije, Letland, Litouwen, Luxemburg, Polen en Roemenië. Malta heeft nu twee maanden de tijd om de nodige maatregelen te nemen, anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU. Tegelijkertijd heeft de Commissie ook besloten de inbreukprocedures tegen Duitsland, Estland, Italië en Tsjechië te beëindigen, aangezien deze landen de richtlijn volledig hebben omgezet.

EU-platform voor ondernemingsregisters: Commissie dringt bij BULGARIJE aan op koppeling van zijn nationale ondernemingsregister

De Commissie heeft Bulgarije vandaag een met redenen omkleed advies gestuurd omdat het land zijn nationale ondernemingsregister nog steeds niet heeft gekoppeld aan het Business Registers Interconnection System (BRIS). Bedrijven opereren steeds vaker over de grenzen heen, waardoor het van essentieel belang is dat zij gemakkelijk toegang hebben tot informatie over bedrijven in verschillende lidstaten. Om nationale ondernemingsregisters aan elkaar te koppelen en zo de grensoverschrijdende handel te vergemakkelijken, heeft de Commissie in juni 2017 een specifiek instrument gelanceerd, dat is opgezet in het kader van Richtlijn 2012/17/EU inzake de onderlinge koppeling van ondernemingsregisters in de EU (Business Registers Interconnection System - BRIS). BRIS maakt transparantie van informatie over ondernemingen mogelijk, waardoor activiteiten op de interne markt worden vergemakkelijkt en onnodige lasten voor bedrijven en ondernemingsregisters worden verminderd. Het ondernemingsklimaat is veiliger geworden voor consumenten, kredietgevers en andere zakenpartners. Doordat Bulgarije geen koppeling met het BRIS heeft gemaakt, is het voor EU-burgers, bedrijven en professionals moeilijk om relevante informatie over Bulgaarse bedrijven te verkrijgen. Bovendien kunnen ondernemingsregisters zonder BRIS niet samenwerken bij grensoverschrijdende fusies waarbij Bulgaarse ondernemingen betrokken zijn of bij procedures in verband met grensoverschrijdende bijkantoren van Bulgaarse vennootschappen. De uiterste termijn voor Bulgarije om de nationale ondernemingsregisters aan het BRIS te koppelen, was 8 juni 2017. Op 2 juli 2020 heeft de Commissie Bulgarije, Frankrijk en Ierland een aanmaningsbrief gestuurd met het verzoek de nodige maatregelen te nemen. Frankrijk en Ierland hebben sindsdien bevredigende maatregelen genomen. Tenzij Bulgarije binnen twee maanden de nodige maatregelen neemt, kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de EU.

Consumentenbescherming: Commissie dringt bij CYPRUS aan op adequate en doeltreffende middelen om consumenten te beschermen tegen oneerlijke bedingen in overeenkomsten

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Cyprus een met redenen omkleed advies te sturen omdat het de EU-wetgeving betreffende oneerlijke bedingen in overeenkomsten (Richtlijn 93/13/EEG van de Raad) en oneerlijke handelspraktijken (Richtlijn 2005/29/EG) niet naar behoren heeft uitgevoerd en gehandhaafd. De Commissie heeft deze inbreukprocedure in 2013 ingeleid op basis van een reeks klachten van EU-burgers die onroerend goed in Cyprus hadden gekocht en naar hun zeggen waren misleid door vastgoedontwikkelaars, banken en advocaten. De Commissie heeft vastgesteld dat de Cypriotische autoriteiten geen van de twee relevante EU-richtlijnen effectief hebben gehandhaafd. In het kader van de inbreukprocedure hebben de Cypriotische autoriteiten constructief gereageerd op verschillende bezwaren van de Commissie met betrekking tot de omzetting en uitvoering van de twee richtlijnen. De kwestie is tot nu toe echter niet volledig opgelost. Cyprus beschikt nog steeds niet over adequate en doeltreffende middelen om het gebruik van oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten te voorkomen. De beslissingen van de Cypriotische dienst voor consumentenbescherming zijn niet uitvoerbaar en het Law Office (openbaar ministerie) van de Republiek heeft geen gevolg gegeven aan de beslissingen van die dienst, aangezien het geen vorderingen wegens inbreuk indient bij de bevoegde civiele rechtbanken. Bovendien zijn advocaten niet onderworpen aan de voorschriften inzake oneerlijke handelspraktijken. Cyprus heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie. Als het dat niet doet, kan de Commissie besluiten Cyprus voor het Europees Hof van Justitie te dagen.

  • 6. 
    Energie

(meer informatie: Tim McPhie - tel. +32 229-58602; Ana Crespo Parrondo - tel. +32 229-81325)

Aanmaningsbrieven

Euratom-drinkwaterrichtlijn: Commissie verzoekt BULGARIJE en MALTA om omzetting EU-wetgeving inzake stralingsbescherming

De Commissie heeft vandaag besloten Bulgarije en Malta aanmaningsbrieven te sturen wegens niet-naleving van alle voorschriften van de Euratom-drinkwaterrichtlijn (Richtlijn 2013/51/Euratom van de Raad) met betrekking tot de controle op radioactieve stoffen. Voor de bescherming van de volksgezondheid worden in de richtlijn voorschriften vastgesteld voor radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water. De richtlijn bevat parameterwaarden, frequenties en methoden voor de controle op deze stoffen en voorziet in de vaststelling van monitoringprogramma's om te controleren of drinkwater aan de eisen van de richtlijn voldoet. Bovendien vereist deze richtlijn ook dat de burgers adequaat en naar behoren worden geïnformeerd over de kwaliteit van het water dat zij verbruiken. De betrokken lidstaten hebben twee maanden de tijd om op de argumenten van de Commissie te reageren; doen zij dat niet, dan kan de Commissie besluiten hun een met redenen omkleed advies te sturen.

Basisveiligheidsnormen: Commissie verzoekt TSJECHIË en DENEMARKEN om omzetting EU-wetgeving inzake stralingsbescherming

De Commissie heeft vandaag besloten Tsjechië en Denemarken een aanmaningsbrief te sturen met het verzoek de herziene richtlijn basisveiligheidsnormen (Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad) volledig in hun nationale wetgeving om te zetten. De lidstaten moesten de richtlijn uiterlijk op 6 februari 2018 hebben omgezet, maar de Commissie is van mening dat de bovengenoemde landen dit niet volledig hebben gedaan. De richtlijn, waarmee de EU-wetgeving inzake stralingsbescherming wordt gemoderniseerd en geconsolideerd, stelt basisveiligheidsnormen vast om de bevolking, werknemers en patiënten te beschermen tegen de gevaren die samenhangen met de blootstelling aan ioniserende straling. De richtlijn bevat ook bepalingen voor de voorbereiding en reactie op noodsituaties, die naar aanleiding van het nucleaire ongeval in Fukushima werden aangescherpt. De betrokken lidstaten hebben twee maanden de tijd om op de argumenten van de Commissie te reageren; doen zij dat niet, dan kan de Commissie besluiten hun een met redenen omkleed advies te sturen.

Met redenen omklede adviezen

Veiligstelling van de gaslevering: Commissie verzoekt KROATIË en ROEMENIË EU-regels correct toe te passen

De Commissie heeft vandaag besloten Kroatië en Roemenië met redenen omklede adviezen te sturen wegens niet-naleving van sommige bepalingen van de verordening betreffende de veiligstelling van de aardgasvoorziening (Verordening (EU) 2017/1938), met name wat betreft de kennisgevingsverplichtingen en de toepassing van het solidariteitsmechanisme. De verordening bevat voorschriften om potentiële verstoringen van de gasvoorziening in de EU te voorkomen en erop te reageren. In dit verband is het van essentieel belang dat risicobeoordelingen, preventieve actieplannen en noodplannen voorhanden zijn. De Commissie houdt nauwlettend toezicht op de uitvoering van de verordening in alle lidstaten, met inbegrip van de inspanningen voor de uitvoering van het solidariteitsmechanisme. In mei 2020 heeft de Commissie besloten aan bepaalde lidstaten een aanmaningsbrief te sturen. Sindsdien hebben alle lidstaten hun plannen ingediend, behalve Kroatië en Roemenië. Deze lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om de Commissie te antwoorden. anders kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig te maken bij het Hof van Justitie van de EU.

  • 7. 
    Belastingen en Douane-unie

(meer informatie: Daniel Ferrie - tel. +32 229-86500; Nerea Artamendi Erro - tel. +32 229-90964)

Aanmaningsbrieven

Belastingen: Commissie verzoekt FRANKRIJK om wijziging van bronbelastingregels voor dividenden uitgekeerd aan verzekeringsmaatschappijen in andere EER-lidstaten

De Commissie heeft Frankrijk vandaag een aanmaningsbrief gestuurd waarin zij bij die lidstaat aandringt op wijziging van de regels inzake bronbelasting op dividenden die worden uitgekeerd aan Unit Linked--verzekeringsmaatschappijen die in andere lidstaten van de Europese Economische Ruimte (EER) zijn gevestigd. Unit-linked verzekering is een levensverzekeringsstelsel waarbij de door de verzekeringnemer betaalde premies worden gebruikt voor de aankoop van rechten van deelneming in door hem gekozen beleggingsfondsen en waarbij de door de fondsen uitgekeerde dividenden door de verzekeraar aan de verzekeringnemer worden doorgegeven. Unit Linked-verzekeringsmaatschappijen die in EER-lidstaten zijn gevestigd, zijn verplicht een definitieve bronbelasting over ontvangen Franse dividenden te betalen. De in Frankrijk gevestigde Unit Linked-verzekeringsmaatschappijen betalen echter geen bronbelasting over deze dividenden, of zij kunnen de betaalde bronbelasting crediteren met de Franse vennootschapsbelasting, die gelijk is aan nul. De ontvangen dividenden vormen immers aftrekbare voorzieningen of technische reserves. De Commissie is van oordeel dat deze regels in strijd zijn met het vrije verkeer van kapitaal (artikel 63, lid 1, VWEU en artikel 40 van de EER-Overeenkomst). Frankrijk heeft nu twee maanden de tijd om op de argumenten van de Commissie te reageren; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Belastingen: Commissie verzoekt ZWEDEN zijn voorschriften inzake dividendbelasting voor niet-ingezeten openbare pensioeninstellingen te wijzigen

De Commissie heeft Zweden vandaag een aanmaningsbrief gestuurd waarin zij de aandacht vestigt op de mogelijke onverenigbaarheid van zijn wetgeving met de EU-wetgeving inzake de belasting op dividenden die aan openbare pensioeninstellingen worden uitgekeerd. Zweedse openbare pensioenfondsen zijn als overheidsinstanties volledig vrijgesteld van belastingplicht, maar dividenden die worden uitgekeerd aan gelijkwaardige niet-ingezeten openbare pensioeninstellingen worden onderworpen aan een bronbelasting, doorgaans tegen een verlaagd tarief van 15 %, zoals bepaald in de belastingverdragen tussen Zweden en andere EU/EER-landen. De Commissie is van mening dat een dergelijke fiscale regeling op grond waarvan dividenden die aan buitenlandse openbare pensioeninstellingen worden uitgekeerd, minder gunstig worden behandeld dan soortgelijke uitkeringen in een zuiver binnenlandse situatie, een inbreuk kan vormen op het vrije verkeer van kapitaal (artikel 63, lid 1, VWEU en artikel 40 van de EER-Overeenkomst). Zweden heeft nu twee maanden de tijd om op de argumenten van de Commissie te antwoorden; daarna kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

  • 8. 
    Digitale economie

(meer informatie: Johannes Bahrke - tel. +32 229-58615, Charles Manoury - tel. +32 229-13391)

Met redenen omklede adviezen

Commissie dringt bij POLEN aan te voldoen aan EU-regels inzake elektronische-communicatienetwerken en -diensten

De Commissie heeft Polen vandaag een met redenen omkleed advies gestuurd wegens schending van de EU-wetgeving tot waarborging van de onafhankelijkheid van de nationale regelgevende instantie (NRI), een kernbeginsel van het telecomrecht van de EU. Aanleiding tot de bezorgdheid vormden meer in het bijzonder de wettelijke bepalingen tot wijziging van de Poolse telecommunicatiewet, die hebben geleid tot de vroegtijdige beëindiging van het mandaat van het hoofd van de Poolse NRI - het Bureau voor elektronische communicatie. Op grond van het EU-recht - d.w.z. de toen van toepassing zijnde kaderrichtlijn, onlangs versterkt door het Europees wetboek voor elektronische communicatie - kunnen hoofden van nationale regelgevende instanties alleen worden ontslagen als zij niet langer voldoen aan de voorwaarden voor de uitoefening van hun taken die vooraf in het nationale recht zijn vastgelegd. Deze regels hebben tot doel elke twijfel weg te nemen over de neutraliteit van dat orgaan en de onaantastbaarheid ervan voor externe factoren. Het hoofd van de NRI werd ontslagen als gevolg van wijzigingen in de regels voor de benoeming en het ontslag van de hoofden van de NRI, die de Poolse regering met terugwerkende kracht toepaste op het lopende mandaat van de voorzitter van de NRI. Het mandaat van de heer Cichy werd beëindigd omdat de selectieprocedure niet voldeed aan de eisen die vele jaren na zijn indiensttreding zijn ingevoerd. Het met redenen omklede advies van de Commissie volgt op de aanmaningsbrief van 2 juli 2020. Polen heeft nu twee maanden de tijd om te antwoorden en de nodige maatregelen te nemen, anders kan de Commissie besluiten de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.