Staatssteun: De Commissie verlengt de tijdelijke kaderregeling en breidt deze verder uit om de economie te ondersteunen in de coronacrisis
De Europese Commissie heeft besloten de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun, die op 19 maart 2020 is aangenomen om de economie te ondersteunen in de context van de uitbraak van het coronavirus, te verlengen tot 31 december 2021. De Commissie heeft ook besloten het toepassingsgebied van de tijdelijke kaderregeling te verruimen door de erin bepaalde plafonds te verhogen en door het omzetten van bepaalde terugbetaalbare instrumenten in rechtstreekse subsidies toe te staan tot het einde van volgend jaar.
Uitvoerend vicevoorzitter Margrethe Vestager i, belast met het mededingingsbeleid: “Nu de uitbraak van het coronavirus langer blijft aanhouden dan we hadden gehoopt, moeten we ervoor zorgen dat de lidstaten de nodige steun kunnen verlenen aan ondernemingen zodat zij het kunnen volhouden. Vandaag hebben wij de toepassing van de tijdelijke kaderregeling verlengd tot het einde van het jaar. Wij hebben ook de plafonds voor bepaalde maatregelen uit de tijdelijke kaderregeling verhoogd en stimulansen gegeven om terugbetaalbare instrumenten te gebruiken, door het mogelijk te maken dat bepaalde leningen en andere terugbetaalbare instrumenten achteraf worden omgezet in rechtstreekse subsidies. Zo laten we lidstaten ten volle gebruikmaken van de flexibiliteit van de staatssteunregels om hun economie te ondersteunen en beperken we tegelijkertijd verstoringen van de mededinging.”
Verlenging van de tijdelijke kaderregeling
De Commissie onderzoekt voortdurend of de tijdelijke kaderregeling verder moet worden aangepast. De tijdelijke kaderregeling zou aflopen op 30 juni 2021, met uitzondering van de herkapitalisatiemaatregelen, die tot 30 september 2021 kunnen worden toegekend. Gezien de hardnekkigheid en evolutie van de coronapandemie worden met de wijziging die vandaag wordt ingevoerd, alle maatregelen van de tijdelijke kaderregeling, met inbegrip van de herkapitalisatiemaatregelen, verlengd tot 31 december 2021.
Hogere steunplafonds
Gelet op de aanhoudende economische onzekerheid en de verlenging van overheidsmaatregelen om de economische activiteit te beperken om de verspreiding van het virus te voorkomen, worden met de wijziging die vandaag wordt ingevoerd, ook de plafonds verhoogd die vastgesteld zijn voor een aantal steunmaatregelen:
-
-Voor beperkte steunbedragen die op grond van de tijdelijke kaderregeling worden toegekend, betekent dit een daadwerkelijke verdubbeling van de vroegere plafonds (rekening houdend met de beschikbaarheid van de-minimissteun). De nieuwe plafonds bedragen 225 000 EUR per onderneming die actief is in de primaire landbouwproductie (voorheen 100 000 EUR), 270 000 EUR per onderneming die actief is in de visserij of aquacultuur (voorheen 120 000 EUR) en 1,8 miljoen EUR per onderneming in alle andere sectoren (voorheen 800 000 EUR). Net als voorheen kunnen deze worden gecumuleerd met de-minimissteun van ten hoogste 200 000 EUR per onderneming (ten hoogste 30 000 EUR per onderneming die actief is in de visserij of aquacultuur en ten hoogste 25 000 EUR per onderneming die actief is in de landbouwsector) over een periode van drie boekjaren, op voorwaarde dat wordt voldaan aan de eisen van de relevante de-minimis.
-
-Voor ondernemingen die zwaar getroffen zijn door de coronacrisis, met een omzetverlies van ten minste 30 % in de subsidiabele periode in vergelijking met dezelfde periode van 2019, kan de staat bijdragen aan het deel van de vaste kosten van ondernemingen die niet door hun inkomsten worden gedekt, voor een bedrag van ten hoogste 10 miljoen EUR per onderneming (voorheen 3 miljoen EUR).
Omzetting van terugbetaalbare instrumenten in rechtstreekse subsidies
De Commissie voorziet ook in de mogelijkheid voor de lidstaten om tot 31 december 2022 terugbetaalbare instrumenten (bv. garanties, leningen, terugbetaalbare voorschotten) die op grond van de tijdelijke kaderregeling zijn verleend, om te zetten in andere vormen van steun zoals rechtstreekse subsidies, mits de voorwaarden van de tijdelijke kaderregeling in acht worden genomen. In beginsel mag deze omzetting de nieuwe maxima voor beperkte steunbedragen niet overschrijden (225 000 EUR per onderneming die actief is in de primaire landbouwproductie, 270 000 EUR per onderneming die actief is in de visserij en aquacultuur, en 1,8 miljoen EUR per onderneming in alle andere sectoren). Zo worden de lidstaten ertoe aangezet om in de eerste plaats te kiezen voor terugvorderbare instrumenten als vorm van steun.
Verlenging van de tijdelijke schrapping van alle landen van de lijst van landen met verhandelbare risico's in het kader van de mededeling over de kortlopende exportkredietverzekering
Ten slotte zorgt de wijziging voor een verlenging tot en met 31 december 2021 (momenteel tot 30 juni 2021) van de tijdelijke schrapping van alle landen van de lijst van landen met verhandelbare risico's in het kader van de mededeling over de kortlopende exportkredietverzekering. Er wordt immers rekening gehouden met het aanhoudende algemene gebrek aan voldoende particuliere capaciteit om alle economisch verantwoorde risico's te dekken voor de uitvoer naar de landen die op deze lijst staan.
Achtergrond van de tijdelijke kaderregeling en lopende werkzaamheden ter ondersteuning van de faciliteit voor herstel en veerkracht
Op 19 maart 2020 heeft de Commissie een nieuwe tijdelijke kaderregeling voor staatssteun aangenomen om de economie in de context van de coronacrisis te ondersteunen, op grond van artikel 107, lid 3, punt b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De tijdelijke kaderregeling werd een eerste maal gewijzigd op 3 april 2020. Toen kregen overheden meer mogelijkheden om steun te verlenen voor onderzoek, tests en aanmaak van producten om de uitbraak van het coronavirus te bestrijden, alsook om banen te beschermen en de economie verder te stutten. De regeling werd verder gewijzigd op 8 mei 2020 om herkapitalisaties en achtergestelde schuld mogelijk te maken, en op 29 juni 2020 om micro- en kleine ondernemingen en start-ups verder te ondersteunen en particuliere investeringen aan te moedigen. Op 13 oktober 2020 heeft de Commissie een vierde wijziging vastgesteld om de tijdelijke kaderregeling te verlengen en te voorzien in steun om een deel van de niet-gedekte vaste kosten van getroffen ondernemingen in de crisis te dekken.
In de tijdelijke kaderregeling wordt erkend dat de hele EU-economie momenteel ernstig wordt verstoord. Aan de lidstaten wordt de mogelijkheid geboden om maximaal gebruik te maken van de flexibiliteit die de staatssteunregels bieden om de economie te stutten. Tegelijkertijd blijven de negatieve gevolgen voor het gelijke speelveld in de eengemaakte markt beperkt.
Nu Europa overschakelt van crisisbeheer naar economisch herstel, zal het staatssteuntoezicht bovendien de tenuitvoerlegging van de faciliteit voor herstel en veerkracht begeleiden en vergemakkelijken. In deze context heeft de Commissie op 21 december 2020 een reeks templates met instructies gepubliceerd voor een aantal soorten investeringsprojecten die overeenstemmen met de “Europese vlaggenschipinitiatieven” uit de jaarlijkse strategie voor duurzame groei 2021 van de Commissie. Het gaat hier om templates die de lidstaten moeten helpen om hun nationale herstelplannen vorm te geven conform de EU-staatssteunregels. De Commissie zal alle aanmeldingen van staatssteun die zij van de lidstaten ontvangt in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht, als prioriteit behandelen.
Bovendien kunnen lidstaten die voornemens zijn de bestaande steunmaatregelen te wijzigen om de looptijd ervan te verlengen tot en met 31 december 2021, hun budget te verhogen of in overeenstemming te brengen met de tijdelijke kaderregeling zoals die vandaag is gewijzigd (met inbegrip van hogere maxima per onderneming), voor dergelijke wijzigingen gebruikmaken van een groepsaanmelding. Dit zal de administratieve lasten voor de lidstaten tot een minimum beperken.