Staatssteun: Commissie geeft groen licht voor het pan-Europees garantiefonds om in 21 lidstaten tot 200 miljard euro aan financiering mogelijk te maken voor bedrijven die getroffen zijn door de uitbraak van het coronavirus*

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op maandag 14 december 2020.

De Europese Commissie is tot de conclusie gekomen dat de oprichting van een pan-Europees garantiefonds van 25 miljard euro dat door de Europese Investeringsbank i (EIB) wordt beheerd, om door de uitbraak van het coronavirus getroffen bedrijven te ondersteunen, in overeenstemming is met de EU-staatssteunregels. Het garantiefonds zal in de 21 deelnemende lidstaten naar verwachting tot 200 miljard EUR aan aanvullende financiering vrijmaken ter ondersteuning van voornamelijk kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's/mkb'ers) die door de uitbraak zijn getroffen.

Uitvoerend vicevoorzitter Margrethe Vestager i, belast met het mededingingsbeleid: “Het pan-Europees garantiefonds zal naar verwachting 200 miljard euro aan steun vrijmaken voor Europese bedrijven — met name kmo's/mkb'ers — die zwaar door deze crisis zijn getroffen. Het garantiefonds bundelt de steun van 21 lidstaten en zal worden beheerd door de Europese Investeringsbank en het Europees Investeringsfonds. Het vormt een aanvulling op de nationale steunregelingen. We blijven nauw samenwerken met de lidstaten en de andere Europese instellingen om werkbare oplossingen te vinden om de economische gevolgen van de uitbraak van het coronavirus voor Europese bedrijven te beperken, en tegelijkertijd het gelijke speelveld in de eengemaakte markt te behouden.”

Valdis Dombrovskis i, uitvoerend vicevoorzitter voor Een economie die werkt voor de mensen: “Tijdens deze crisis hebben wij ernaar gestreefd EU-bedrijven, en dan vooral kmo's/mkb'ers, zoveel mogelijk te ondersteunen. Het besluit van de Commissie van vandaag maakt de volledige operationalisering van het EIB-fonds mogelijk en nu komt financiering vrij ter ondersteuning van de EU-bedrijven die het echt nodig hebben. Dit is het derde van de vangnetten waarover de Raad overeenstemming had bereikt. De lidstaten moeten de drie crisisinstrumenten maximaal inzetten om hun werknemers en bedrijven te ondersteunen, met name nu tijdens de tweede golf van de pandemie.”

Het pan-Europees garantiefonds

In april 2020 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de oprichting van een pan-Europees garantiefonds onder leiding van de groep van de Europese Investeringsbank, als onderdeel van de algemene reactie van de EU op de uitbraak van het coronavirus. Het is een van de drie vangnetten waarover de Europese Raad overeenstemming had bereikt om de economische gevolgen voor werknemers, bedrijven en landen te beperken.

Het garantiefonds zal garanties verstrekken voor schuldinstrumenten (zoals leningen) en eigenvermogensinstrumenten. Het is bedoeld om op gecoördineerde wijze in heel Europa tegemoet te komen aan de financieringsbehoeften van Europese ondernemingen (voornamelijk kmo's/mkb'ers) die naar verwachting op lange termijn levensvatbaar zijn, maar die in de huidige crisis met moeilijkheden kampen. De EIB en het Europees Investeringsfonds (EIF) verwachten dat via het garantiefonds tot 200 miljard EUR aan aanvullende financiering zal worden vrijgemaakt.

Alle lidstaten hebben de mogelijkheid om aan het garantiefonds deel te nemen. Tot dusver hebben 21 lidstaten besloten deel te nemen. De deelnemende lidstaten zijn België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Kroatië, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slowakije, Spanje en Zweden.

De verrichtingen van het garantiefonds zullen gezamenlijk door de deelnemende lidstaten worden gegarandeerd uit hun nationale begrotingen. De bijdrage van elke deelnemende lidstaat aan het garantiefonds staat in verhouding tot zijn bijdrage aan het kapitaal van de EIB. Deze bijdragen, die in totaal maximaal 25 miljard EUR bedragen, nemen de vorm aan van garanties ter dekking van een deel van verliezen die de begunstigden zouden lijden in de door het garantiefonds ondersteunde transacties. Door het kredietrisico over alle deelnemende lidstaten te spreiden, kan het totale effect van het garantiefonds worden gemaximaliseerd, terwijl de gemiddelde kosten van het garantiefonds aanzienlijk lager zullen liggen dan de kosten van nationale regelingen.

Het garantiefonds zal worden door de EIB en het EIF beheerd. De deelnemende lidstaten zullen deelnemen aan de beheer van het garantiefonds via het zogenaamde comité van contribuanten, dat zal beslissen over het gebruik van de garantie. Het garantiefonds is als tijdelijke constructie opgezet en zal garanties kunnen geven voor leningen die tot 31 december 2021 zijn verstrekt.

De beoordeling van staatssteun door de Commissie

De 21 deelnemende lidstaten hebben hun respectieve bijdragen aan het garantiefonds en de downstreaminterventies van het garantiefonds in de vorm van garanties voor leningen bij de Commissie aangemeld op grond van de EU-staatssteunregels.

De Commissie heeft de oprichting van het garantiefonds en de aangemelde garanties voor leningen die het zal verstrekken, getoetst aan artikel 107, lid 3, punt b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), op grond waarvan de Commissie steunmaatregelen moet goedkeuren die door lidstaten ten uitvoer worden gelegd om een ernstige verstoring in hun economie op te heffen.

De Commissie is tot de bevinding gekomen dat de oprichting van het garantiefonds en de aangemelde garanties voor leningen die het zal verstrekken, verenigbaar zijn met de beginselen van het EU-Verdrag en gericht zijn op het opheffen van een ernstige verstoring van de economie van de deelnemende lidstaten. Met name om de volgende redenen: i) het garantiefonds heeft een tijdelijk karakter; ii) de garanties dekken tot 70-90 % van de onderliggende leningen; iii) de looptijd ervan is beperkt tot maximaal 6 jaar; en iv) de financiële intermediairs zijn verplicht het voordeel zoveel mogelijk aan de eindbegunstigden door te berekenen.

De Commissie heeft geconcludeerd dat de steun die het garantiefonds zal verstrekken, zal bijdragen tot het beheersen van de economische gevolgen van het coronavirus in de 21 deelnemende lidstaten. De maatregelen zijn noodzakelijk, passend en evenredig om een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat op te heffen, en zijn zo in overeenstemming met artikel 107, lid 3, punt b), VWEU en de algemene beginselen van de tijdelijke kaderregeling.

Op basis hiervan heeft de Commissie, op grond van de EU-staatssteunregels, de steunmaatregelen goedgekeurd.

De garanties die het garantiefonds kan geven voor eigenvermogensinstrumenten vallen buiten de aanmelding van de lidstaten en dus buiten dit besluit.

Achtergrond

Wanneer zich een bijzonder ernstige economische situatie voordoet - zoals momenteel in alle lidstaten en het Verenigd Koninkrijk het geval is als gevolg van de uitbraak van het coronavirus - bieden de EU-staatssteunregels de lidstaten de mogelijkheid steun te verlenen om een ernstige verstoring in hun economie op te heffen. Artikel 107, lid 3, punt b), VWEU voorziet in die mogelijkheid.

De Commissie heeft op 19 maart 2020 een tijdelijke kaderregeling aangenomen waarmee de lidstaten de ruimte krijgen om maximaal gebruik te maken van de flexibiliteit die de staatssteunregels bieden om de economie te stutten bij deze uitbraak van het coronavirus.

De tijdelijke kaderregeling biedt een aanvulling op de vele andere mogelijkheden die de lidstaten nu reeds hebben om, met inachtneming van de EU-staatssteunregels, de sociaal-economische gevolgen van de uitbraak van het coronavirus te verlichten. Op 13 maart 2020 heeft de Commissie een mededeling over een gecoördineerde economische respons op de uitbraak van COVID-19 aangenomen, waarin deze mogelijkheden worden uiteengezet. Lidstaten kunnen bijvoorbeeld algemeen geldende wijzigingen doorvoeren ten gunste van bedrijven (bijv. betalingsuitstel voor belastingen of subsidiëring van werktijdverkorting in alle sectoren); die wijzigingen vallen niet onder de staatssteunregels. Ook kunnen zij bedrijven compenseren voor geleden schade wanneer die schade het gevolg is van en rechtstreeks veroorzaakt is door de uitbraak van het coronavirus.

De tijdelijke kaderregeling zal van kracht blijven tot eind juni 2021. Aangezien solvabiliteitsproblemen zich misschien pas voordoen naarmate de crisis verder evolueert, heeft de Commissie deze termijn alleen voor herkapitalisatiemaatregelen verlengd tot eind september 2021. Om de nodige rechtszekerheid te garanderen, zal de Commissie vóór die datums nagaan of de tijdelijke kaderregeling moet worden verlengd.

Zodra eventuele vertrouwelijkheidskwesties zijn opgelost, komt de niet-vertrouwelijke versie van het besluit onder zaaknummers SA.58218, SA.58219, SA.58221, SA.58222, SA.58224, SA.58225, SA.58226, SA.58227, SA.58228, SA.58229, SA.58230, SA.58232, SA.58233, SA.58235, SA.58236, SA.58237, SA.58238, SA.58239, SA.58242, SA.58243 en SA.58244 beschikbaar in het staatssteunregister op de website van DG Concurrentie van de Commissie.

  • gewijzigd 14/12/2020, 18 uur