Staatssteun: Commissie geeft groen licht voor Nederlandse regeling om ov-bedrijven 1,5 miljard EUR coronacompensatie te geven

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 4 november 2020.

De Europese Commissie i heeft, op grond van de EU-staatssteunregels, goedkeuring gegeven voor een Nederlandse regeling van rond 1,5 miljard EUR. Deze moet ov-bedrijven in het stads- en streekvervoer compenseren voor de schade die ze hebben geleden door de uitbraak van het coronavirus en door de beperkende noodmaatregelen die in Nederland zijn genomen om de verspreiding van het virus in te dammen.

Uitvoerend vicevoorzitter Margrethe Vestager i, belast met het mededingingsbeleid: “Burgers vervoersdiensten blijven aanbieden is van essentieel belang tijdens deze uitbraak van het coronavirus. Met deze regeling van 1,5 miljard EUR kan Nederland bedrijven in het stads- en streekvervoer compenseren voor hun schade als gevolg van de noodmaatregelen die zijn genomen om de verspreiding van het virus in te dammen. We blijven samenwerken met alle lidstaten zodat nationale steunmaatregelen zo snel en doeltreffend als mogelijk kunnen worden uitgerold — met inachtneming van de EU-regels.

Het Nederlandse kabinet heeft noodmaatregelen getroffen om de verspreiding van het coronavirus in te dammen, zoals de sluiting van scholen en de kinderopvang, de sluiting van diverse economische activiteiten zoals de horeca, de uitbreiding van thuiswerkregelingen, regels voor sociale afstand en restricties voor bijeenkomsten en evenementen. Dit was een zware dobber voor de ov-bedrijven in het stads- en streekvervoer: zij zagen hun reizigersaantallen met soms tot 90 % terugvallen tegenover 2019 — met fors inkomensverlies tot gevolg. Tegelijkertijd liepen diverse kosten voor de vervoersbedrijven gewoon door. Zij bleven tijdens de pandemie immers voor een voldoende frequentie in het reizigersvervoer zorgen, zodat ook mensen zonder toegang tot andere vervoersmiddelen mobiel konden blijven. De situatie werd nog verergerd door extra kosten die vervoersbedrijven moesten maken voor maatregelen om de verspreiding van de besmetting in te dijken, zoals meer gezondheids- en hygiënemaatregelen. Dit alles heeft voor ernstige liquiditeitsproblemen gezorgd, waardoor vele vervoersbedrijven uit de markt dreigen te worden gedrukt.

De Nederlandse regeling wil ieder bedrijf dat op basis van een contract met een regionale overheid of de rijksoverheid ov-diensten aanbiedt, compenseren voor de schade die zij hebben geleden bij het nakomen van hun contractuele verplichtingen in de omstandigheden zoals die door de uitbraak van het coronavirus en de daarmee samenhangende beperkende maatregelen zijn ontstaan. Met deze regeling krijgen vervoersbedrijven compensatie in de vorm van directe subsidies voor schade in de periode tussen 15 maart en 31 augustus 2020. Nederland zal erop toezien dat een individueel vervoersbedrijf niet meer compensatie krijgt dan de daadwerkelijk geleden schade, en dat alle betalingen die hoger uitvallen dan die schade, worden teruggevorderd.

De Commissie heeft de maatregel getoetst aan artikel 107, lid 2, punt b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Volgens die bepaling mag de Commissie goedkeuring geven voor staatssteunmaatregelen waarmee lidstaten specifieke bedrijven of specifieke bedrijfstakken compenseren (in de vorm van regelingen) voor de schade veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen.

Volgens de Commissie kan de uitbraak van het coronavirus als een buitengewone gebeurtenis gelden, omdat het een uitzonderlijke, onvoorspelbare gebeurtenis is met een aanzienlijke economische impact. Uitzonderlijke maatregelen van lidstaten om compensatie te verlenen voor schade ten gevolge van de uitbraak zijn dus gerechtvaardigd.

De Commissie is tot de bevinding gekomen dat de Nederlandse steunregeling schade zal compenseren die rechtstreeks het gevolg is van de uitbraak van het coronavirus. Ook bleek de maatregel evenredig te zijn, aangezien de voorgestelde compensatie niet verder gaat dan wat noodzakelijk is om de schade te vergoeden.

De Commissie kon dan ook concluderen dat de regeling in overeenstemming is met de EU-staatssteunregels.

Achtergrond

Financiële steun van de EU of uit nationale middelen voor gezondheidsdiensten of andere openbare diensten om de coronacrisis aan te pakken, valt niet onder het toezicht op staatssteun. Hetzelfde geldt voor alle financiële steun van de overheid die direct naar burgers gaat. Ook overheidssteun die beschikbaar is voor alle ondernemingen (zoals loonsubsidies en opschorting van betalingen van de vennootschapsbelasting, btw of sociale premies) valt niet onder het staatssteuntoezicht en hoeft niet vooraf door de Commissie te worden goedgekeurd op grond van de EU-staatssteunregels. In al deze gevallen kunnen de lidstaten onmiddellijk optreden.

Wanneer de staatssteunregels van toepassing zijn, kunnen de lidstaten uitgebreide steunmaatregelen uitwerken om, met inachtneming van het bestaande EU-staatssteunraamwerk, steun te verlenen aan specifieke ondernemingen of bedrijfstakken die te lijden hebben van de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus. Op 13 maart 2020 heeft de Commissie een mededeling over een gecoördineerde economische respons op de uitbraak van COVID-19 aangenomen, waarin deze mogelijkheden worden uiteengezet.

In dit verband kunnen lidstaten bijvoorbeeld:

  • compensatie verlenen aan specifieke ondernemingen of specifieke bedrijfstakken (in de vorm van regelingen) voor de schade die rechtstreeks is veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen, zoals de uitbraak van het coronavirus. Artikel 107, lid 2, punt b), VWEU biedt die mogelijkheid.
  • De staatssteunregels bieden, op grond van artikel 107, lid 3, punt c), VWEU, de lidstaten de mogelijkheid om bedrijven te helpen die kampen met liquiditeitstekorten en dringend reddingssteun nodig hebben.
  • Een en ander kan worden aangevuld met diverse extra maatregelen, onder meer in het kader van de de-minimisverordening en de algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV). Ook die maatregelen kunnen onmiddellijk door de lidstaten worden ingevoerd, zonder dat daarvoor eerst een akkoord van de Commissie nodig is.

Wanneer zich een bijzonder ernstige economische situatie voordoet - zoals momenteel in alle lidstaten en het Verenigd Koninkrijk het geval is als gevolg van de uitbraak van het coronavirus - bieden de EU-staatssteunregels de lidstaten de mogelijkheid steun te verlenen om een ernstige verstoring in hun economie op te heffen. Deze mogelijkheid is vastgelegd in artikel 107, lid 3, punt b), VWEU.

Op 19 maart 2020 heeft de Commissie op grond van die bepaling een tijdelijk steunkader aangenomen dat de lidstaten de ruimte geeft om maximaal gebruik te maken van de flexibiliteit die de staatssteunregels bieden om de economie te stutten bij deze uitbraak van het coronavirus. Dit tijdelijke steunkader is nadien gewijzigd op 3 april, 8 mei, 29 juni en 13 oktober 2020. Het voorziet in de volgende vormen van steun die de lidstaten kunnen toekennen: i) directe subsidies, kapitaalinjecties, selectieve belastingvoordelen en voorschotten; ii) staatsgaranties voor leningen aangegaan door ondernemingen; iii) overheidsleningen met rentesubsidie voor ondernemingen, met inbegrip van achtergestelde leningen; iv) waarborgen voor banken die staatssteun doorgeven aan de reële economie; v) kortlopende exportkredietverzekeringen; vi) steun voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) rond het coronavirus; vii) steun voor de bouw en opschaling van testfaciliteiten; viii) steun voor de productie van producten om de uitbraak van het coronavirus te bestrijden; ix) gerichte steun in de vorm van betalingsuitstel voor belastingen en/of opschorting van betaling van sociale premies; x) gerichte steun in de vorm van loonsubsidies voor werknemers; xi) gerichte steun in de vorm van eigenvermogens- en/of hybride kapitaalinstrumenten; xii) steun voor niet-gedekte vaste kosten van ondernemingen die hun omzet zien dalen in het kader van de uitbraak van het coronavirus.

Het tijdelijke steunkader zal van kracht blijven tot eind juni 2021. Aangezien solvabiliteitsproblemen zich misschien pas voordoen naarmate de crisis verder evolueert, heeft de Commissie deze termijn alleen voor herkapitalisatiemaatregelen verlengd tot eind september 2021. Om de nodige rechtszekerheid te garanderen, zal de Commissie vóór die data nagaan of het tijdelijke steunkader moet worden verlengd.

De niet-vertrouwelijke versie van het besluit komt, zodra eventuele vertrouwelijkheidskwesties zijn opgelost, onder zaaknummer SA.58738 beschikbaar in het staatssteunregister op de website van DG Concurrentie van de Commissie. Een overzicht van de recentste staatssteunbesluiten die op internet en in het EU-Publicatieblad zijn gepubliceerd, is te vinden in de elektronische nieuwsbrief State Aid Weekly e-News.

Meer informatie over het tijdelijke steunkader en over andere maatregelen die de Commissie heeft genomen om de economische impact van de coronapandemie op te vangen, is hier te vinden.