COVID-19 transport measures: Council agrees its position on temporary derogations in support of the rail sector

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op woensdag 9 september 2020.

De EU i werkt aan aanvullende regels van tijdelijke aard om de ernstige gevolgen van de coronapandemie voor de spoorwegsector te verlichten. De ambassadeurs van de lidstaten zijn het eens geworden over een mandaat voor een voorstel dat de lidstaten toestaat de sector te helpen door bepaalde infrastructuurheffingen voor spoorwegondernemingen te verlichten en tegelijkertijd aanbieders van infrastructuur tijdig te compenseren.

Deze gerichte noodmaatregelen moeten de continuïteit van het spoorvervoer waarborgen door het risico op COVID-19-gerelateerde faillissementen te beperken in een sector die al zwaar getroffen is door de tijdelijke geringe vraag naar vervoersdiensten. De herstelmaatregelen zullen op een strikt neutrale, economisch gerechtvaardigde en transparante wijze worden toegepast, zodat exploitanten eerlijk worden behandeld. Een duurzame spoorwegsector is cruciaal voor het halen van de EU-klimaatdoelen en te zorgen voor connectiviteit in heel Europa. Dit is een topprioriteit van het Duitse voorzitterschap.

Andreas Scheuer, Duits minister van Verkeer en Digitale Infrastructuur, voorzitter van de Raad i

Mandaat van de Raad

De tijdelijke maatregelen voor het verlichten van de heffingen op spoorweginfrastructuur zullen van toepassing zijn van 1 maart 2020 tot en met 31 december 2020, en kunnen zo nodig worden verlengd. Ze versoepelen de verplichtingen die gelden voor heffingen voor toegang tot het spoor, reserveringsheffingen en extra heffingen.

In zijn tekst heeft de Raad verduidelijkt dat de lidstaten de afwijking inzake toegangsheffingen zo nodig op transparante, objectieve en niet-discriminerende wijze kunnen toepassen op marktsegmenten, zoals passagiers- of goederenvervoer.

Elke lidstaat kan zelf beslissen of hij een van deze afwijkingen al dan niet toepast. De Raad verplicht de lidstaten bovendien om de Commissie in te lichten over de maatregelen die ze nemen, en de Commissie is dan verplicht deze informatie openbaar te maken.

De Commissie kan deze afwijkingen zo nodig verlengen door middel van gedelegeerde handelingen. Volgens het mandaat van de Raad kan de referentieperiode telkens met 6 maanden worden verlengd, tot maximaal 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening.

De ontwerpverordening zal in werking treden de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de EU.

De onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement i worden met spoed gevoerd.

Volgende stappen

Dankzij het mandaat waarover de permanente vertegenwoordigers overeenstemming hebben bereikt, kan het voorzitterschap eerst met het Europees Parlement over de definitieve tekst overleggen, voordat het EP zijn standpunt in eerste lezing vaststelt.