Commissie breidt tijdelijke kaderregeling uit om micro- en kleine ondernemingen en start-ups verder te ondersteunen en particuliere investeringen aan te moedigen
De Europese Commissie i heeft een derde wijziging aangenomen tot uitbreiding van het toepassingsgebied van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun, die op 19 maart 2020 is aangenomen om de economie te ondersteunen in de context van de uitbraak van het coronavirus.
De tijdelijke kaderregeling is op 3 april 2020 een eerste maal verruimd. Daardoor kregen overheden meer mogelijkheden om steun te verlenen voor onderzoek naar, tests en de aanmaak van producten om de uitbraak van het coronavirus te bestrijden, banen te beschermen en de economie verder te stutten.
Op 8 mei 2020 heeft de Commissie een tweede wijziging goedgekeurd. Toen werd het toepassingsgebied van de tijdelijke kaderregeling uitgebreid naar maatregelen voor herkapitalisatie en achtergestelde schulden.
Margrethe Vestager i, uitvoerend vicevoorzitter, belast met het mededingingsbeleid: “Micro-ondernemingen, kleine ondernemingen en start-ups spelen een vitale rol bij het economische herstel van de Unie. Zij zijn bijzonder hard getroffen door de liquiditeitskrapte die is veroorzaakt door de uitbraak van het coronavirus, en krijgen daardoor moeilijker toegang tot financiering. Vandaag hebben wij de tijdelijke kaderregeling uitgebreid om de lidstaten in staat te stellen deze ondernemingen verder te ondersteunen. Wij hebben ook voorwaarden ingevoerd die particuliere investeerders kunnen stimuleren om samen met de Staat deel te nemen aan herkapitalisaties, om zo de behoefte aan staatssteun en het risico op verstoring van de mededinging te verminderen. Tot slot herinneren wij eraan dat er geen staatssteunmag worden verleend als daaraan de voorwaarde wordt gekoppeld dat de productie of een andere activiteit van de begunstigde van elders in onze Unie wordt verplaatst. De eengemaakte markt is immers ons grootste troef. Wij werken nauw samen met de lidstaten om Europese bedrijven te helpen deze crisis te doorstaan en zich krachtig te herstellen, terwijl wij tegelijkertijd een gelijk speelveld handhaven ten voordele van alle Europese consumenten en bedrijven.”
Steun om micro- en kleine ondernemingen en start-ups te stutten
De centrale doelstelling van de tijdelijke kaderregeling is gericht steun verlenen aan bedrijven die levensvatbaar waren voordat zij door de uitbraak van het coronavirus in financiële problemen terechtkwamen. Daarom komen ondernemingen die al vóór 31 december 2019 in de problemen zaten, niet in aanmerking voor steun op grond van de tijdelijke kaderregeling. Wel kunnen zij steun krijgen op grond van de bestaande staatssteunregels, met name de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun. Die richtsnoeren leggen duidelijk vast hoe goede herstructureringsplannen waarmee dergelijke ondernemingen op lange termijn levensvatbaar willen worden, er precies moeten uitzien.
Tegelijkertijd zijn micro- en kleine ondernemingen (d.w.z. ondernemingen met minder dan 50 werknemers en minder dan 10 miljoen EUR jaaromzet en/of jaarlijks balanstotaal) bijzonder hard getroffen door de liquiditeitskrapte ten gevolge van de uitbraak van het coronavirus, waardoor zij nog moeilijker dan anders toegang tot financiering krijgen in vergelijking met grotere ondernemingen. Als hiervoor geen oplossing zou komen, zouden deze problemen tot een groot aantal faillissementen van micro- en kleine ondernemingen kunnen leiden — met een ernstige verstoring van de hele EU-economie tot gevolg.
Daarom wordt met de wijziging van vandaag de tijdelijke kaderregeling uitgebreid om lidstaten toe te laten binnen de tijdelijke kaderregeling overheidssteun te geven aan alle micro- en kleine ondernemingen, ook als zij op 31 december 2019 als onderneming in moeilijkheden konden worden bestempeld.
Deze mogelijkheid zal echter niet openstaan voor ondernemingen die in een insolventieprocedure zitten, die reddingssteun hebben ontvangen die niet is terugbetaald of waarvoor op grond van staatssteunregels een herstructureringsplan loopt. Vanwege hun beperkte omvang en hun geringe aandeel in grensoverschrijdende transacties is het minder waarschijnlijk dat micro-ondernemingen en kleine ondernemingen met de tijdelijke steun die zij ontvangen, de mededinging op de interne markt verstoren dan grotere ondernemingen die staatssteun krijgen.
Deze wijziging betekent ook een reële verruiming van de mogelijkheden om start-ups - die voor het overgrote deel micro- of kleine ondernemingen zijn - te steunen, met name innovatieve start-ups die misschien verliesgevend zijn in hun fase van sterke groei, maar die van cruciaal belang zijn voor het economische herstel van de Unie.
De Commissie wijst er tevens op dat alle kmo's die op 31 december 2019 minder dan drie jaar bestonden, al in aanmerking kwamen voor de in de tijdelijke kaderregeling vastgestelde steunmaatregelen, tenzij zij zich in een insolventieprocedure bevonden of onderworpen waren aan een herstructureringsplan op grond van de staatssteunregels.
Stimulansen voor particuliere investeerders om deel te nemen aan steunmaatregelen voor herkapitalisatie in het kader van het coronavirus
De Commissie heeft ook de voorwaarden voor herkapitalisatiemaatregelen uit hoofde van de tijdelijke kaderregeling aangepast voor die gevallen waarin particuliere investeerders samen met de Staat bijdragen aan de kapitaalverhoging van ondernemingen.
Deze wijzigingen vormen een aanmoediging voor kapitaalinjecties met een aanzienlijk aandeel voor particuliere partijen in ondernemingen. Daardoor zou er minder staatssteun nodig zijn en zou het risico op concurrentieverstoring worden beperkt. Met name wanneer de Staat besluit herkapitalisatiesteun te verlenen maar particuliere investeerders op significante wijze bijdragen aan de kapitaalverhoging (in beginsel ten minste 30 % van de nieuwe kapitaalinjectie) onder dezelfde voorwaarden als de Staat, zijn het overnameverbod en het plafond voor de vergoeding voor het management beperkt tot drie jaar. Bovendien wordt het verbod op het uitkeren van dividenden voor nieuwe en voor bestaande aandelen opgeheven, op voorwaarde dat het belang in de onderneming van de houders van die bestaande aandelen alles bij elkaar verwaterd is tot minder dan 10 %.
Zo zullen ondernemingen worden gestimuleerd om voor hun kapitaalbehoeften zowel bijdragen vanuit de markt als vanuit de Staat te zoeken, met behoud van garanties voor een daadwerkelijke mededinging op de interne markt.
In overeenstemming met het beginsel van neutraliteit ten aanzien van openbaar of particulier eigendom uit het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, zal deze wijziging ondernemingen waarin de Staat al een belang heeft, ook toelaten kapitaal op te halen bij hun aandeelhouders, net zoals particuliere ondernemingen. Als aan deze voorwaarden met betrekking tot de participatie van particuliere investeerders in de kapitaalverhoging is voldaan en de Staat is een bestaande aandeelhouder (d.w.z. hij was al aandeelhouder vóór de toekenning van de herkapitalisatiesteun) die pro rata van zijn bestaande belang investeert, acht de Commissie het niet noodzakelijk om specifieke voorwaarden voor de exit van de Staat op te leggen.
Bescherming van de eengemaakte markt en waarborging van een gelijk speelveld
Met deze wijziging verduidelijkt de Commissie dat steun niet afhankelijk zou mogen zijn van de verplaatsing van de productieactiviteit of van een activiteit van een begunstigde uit een ander land binnen de Europese Economische Ruimte (EER) naar het grondgebied van de lidstaat die de steun verleent. Een dergelijke voorwaarde zou immers bijzonder schadelijk zijn voor de interne markt.
Achtergrond
Op 19 maart 2020 heeft de Commissie een nieuwe tijdelijke kaderregeling aangenomen inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de uitbraak van het coronavirus, met als rechtsgrondslag artikel 107, lid 3, onder b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De tijdelijke kaderregeling werd op 3 april en 8 mei 2020 gewijzigd. In de tijdelijke kaderregeling wordt erkend dat de hele EU-economie momenteel ernstig wordt verstoord. Zij biedt de lidstaten de mogelijkheid om maximaal gebruik te maken van de flexibiliteit die de staatssteunregels bieden om de economie te stutten. Tegelijkertijd houdt zij de negatieve gevolgen voor het gelijke speelveld in de eengemaakte markt beperkt.
Op 13 maart 2020 heeft de Commissie een mededeling over een gecoördineerde economische respons op de uitbraak van COVID-19 aangenomen, waarin deze mogelijkheden worden uiteengezet. Lidstaten kunnen bijvoorbeeld algemeen geldende wijzigingen doorvoeren ten gunste van bedrijven (bv. betalingsuitstel voor belastingen of subsidiëring van werktijdverkorting in alle sectoren); die wijzigingen vallen niet onder de staatssteunregels. Ook kunnen zij bedrijven voor geleden schade compenseren wanneer die schade het gevolg is van en rechtstreeks veroorzaakt is door de uitbraak van het coronavirus. Dit kan nuttig zijn om sectoren te ondersteunen die bijzonder hard getroffen zijn, zoals het vervoer, het toerisme, de horeca en de detailhandel.