Turkey's illegal drilling activities in the Eastern Mediterranean: Council adopts framework for sanctions

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op maandag 11 november 2019.

Vandaag heeft de Raad i een kader voor beperkende maatregelen aangenomen als reactie op de ongeoorloofde booractiviteiten van Turkije in het oostelijk deel van de Middellandse Zee. Met behulp van dat kader kunnen er sancties worden opgelegd aan personen of entiteiten die verantwoordelijk zijn voor of betrokken zijn bij ongeoorloofde booractiviteiten naar koolwaterstoffen in het oostelijk deel van de Middellandse Zee.

Voor personen zullen de sancties een reisverbod naar de EU i en een bevriezing van tegoeden betekenen, en voor entiteiten een bevriezing van tegoeden. Daarnaast zal het personen en entiteiten uit de EU verboden zijn, middelen ter beschikking te stellen aan personen en entiteiten die op de sanctielijst staan.

Met behulp van het kader voor beperkende maatregelen kunnen er sancties worden opgelegd aan:

  • personen of entiteiten die verantwoordelijk zijn voor of betrokken zijn bij de niet door Cyprus geautoriseerde exploratie en productie van koolwaterstoffen binnen de territoriale zee, de exclusieve economische zone of het continentaal plat van dat land. Ook kunnen er, in gevallen waarin de exclusieve economische zone of het continentaal plat niet is afgebakend overeenkomstig het internationaal recht, sancties worden opgelegd bij booractiviteiten die het bereiken van zo'n afbakeningsovereenkomst kunnen ondermijnen of belemmeren
  • personen of entiteiten die financiële, technische of materiële steun voor de genoemde booractiviteiten verlenen
  • personen of entiteiten die daarmee zijn geassocieerd

Het besluit van vandaag volgt rechtstreeks op de conclusies van de Raad van 14 oktober, die zijn bekrachtigd door de Europese Raad i van 17 en 18 oktober 2019, toen de EU herhaalde dat zij volkomen solidair met Cyprus was wat betreft de eerbiediging van de soevereiniteit en de soevereine rechten van dat land conform het internationaal recht, en de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden i verzocht voorstellen voor een kader van beperkende maatregelen in te dienen.

Achtergrond

In zijn conclusies van 15 juli 2019 betreurde de Raad het dat Turkije, ondanks de herhaalde oproepen van de Europese Unie om te stoppen met zijn illegale activiteiten in het oostelijk deel van de Middellandse Zee, zijn booroperaties in de Cypriotische territoriale wateren had voortgezet. De Raad wees nogmaals op het ernstige onmiddellijke negatieve effect dat dergelijke illegale acties hebben op de betrekkingen tussen de EU en Turkije. De Raad riep Turkije er nogmaals toe op zich te onthouden van dergelijke acties, te handelen in een geest van goed nabuurschap en de soevereiniteit en de soevereine rechten van Cyprus te eerbiedigen overeenkomstig het internationale recht.

Reeds op dat moment had de Raad in het licht van de voortgezette en de nieuwe illegale booractiviteiten van Turkije besloten om de onderhandelingen over de uitgebreide luchtvervoersovereenkomst op te schorten, en om de Associatieraad en andere bijeenkomsten in het kader van de dialogen op hoog niveau tussen de EU en Turkije voorlopig niet te laten plaatsvinden. Hij schaarde zich ook achter het voorstel van de Commissie om de pretoetredingssteun voor Turkije voor 2020 te verminderen, en verzocht de Europese Investeringsbank i haar kredietverstrekkingsactiviteiten in Turkije te herzien, met name wat betreft door de overheid gedekte leningen. De Raad besloot ook dat de hoge vertegenwoordiger en de Commissie moesten blijven werken aan opties voor gerichte maatregelen.

Op 14 oktober 2019 memoreerde en bevestigde de Raad eerdere conclusies van de Raad en de Europese Raad, onder meer de conclusies van de Europese Raad van 22 maart 2018 en van 20 juni 2019, waarin de aanhoudende illegale operaties van Turkije in het oostelijke deel van de Middellandse Zee met klem werden veroordeeld. De Raad sprak zijn ernstige bezorgdheid uit over de illegale booractiviteiten van Turkije in het oostelijk deel van de Middellandse Zee en betreurde het dat Turkije nog geen gehoor had gegeven aan de herhaalde oproepen van de Europese Unie om met die activiteiten te stoppen.

Naar de bladzijde "Vergaderingen"