Vermijdende communicatie kenmerkt de Troonredes van Rutte III
De Troonrede is niet alleen een goede indicatie van de beleidsagenda voor het komende jaar, maar geeft ook een indruk van de politieke gevoeligheden in de coalitie. Wanneer onderwerpen niet besproken worden die je wel zou verwachten of wanneer de Majesteit zinnen uitspreekt zonder veel concrete voornemens, dan kan dat duiden op een gebrek aan interne consensus. Beter zwijgen of vaag zijn dan de poppen in de coalitie aan het dansen maken.
Van zulke onuitgesproken gevoeligheden leek dit jaar sprake te zijn. In ons onderzoek naar de politiek van de aandacht coderen wij alle zinnen van de troonrede op onderwerp en geven wij ook aan of deze zinnen daadwerkelijk beleidsvoornemens bevatten. Het percentage zinnen zonder concrete beleidsinhoud bepaalt de score van de Troonrede op onze wolligheidsindex.
De kabinetten-Rutte scoorden de afgelopen jaren gemiddeld al hoog op wolligheid, maar de door de Majesteit uitgesproken zinnen van dit jaar zullen waarschijnlijk niet meer worden overtroffen in vaagheid en symboliek. De troonrede scoorde bijna 75 procent op de wolligheidsindex (zie figuur 1). Nooit eerder vertoond sinds 1945. Veel van de beleidsarme zinnen gingen over het sociale klimaat in Nederland (figuur 2). De regering hield het bij maatschappelijke beschouwingen.
In ieder geval was Buitenlandse Zaken geen politiek gevoelig onderwerp. De minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok kon als designated survivor in geval van een aanslag op het kabinet gerust wegblijven op Prinsjesdag. Zijn beleidsterrein kreeg traditiegetrouw een behoorlijke portie aandacht. Nederland in de wereld is altijd een centraal thema in de Troonrede. Nederland in Europa blijft daarbij meestal wel wat achter. Opvallend was ook dat de regering ruime aandacht besteedde aan het functioneren van het openbaar bestuur en de democratie (15%) – met name de Belastingdienst en het UWV werden genoemd. Er klonken meer beschouwingen en zorgen over dit thema dan vele decennia ervoor.
Verwacht was dat er aan de economie, nu het goed gaat, minder woorden werden besteed. Onverwacht waren de dalers in de aandacht dit jaar: onderwijs en landbouw. Wij interpreteren deze daling in de aandacht als een aanwijzing dat de regering daaraan liever niet publiekelijk haar vingers wil branden. Het bleef bij vage uitspraken zoals: ‘De regering blijft bevorderen dat nog meer mensen voor dit mooie beroep [van leraar] kiezen’. Het hoger onderwijs kreeg amper aandacht.
Vergeleken met de kabinetten van Balkenende, klonken er tot nu toe wat meer beschouwingen, zorgen en een paar verspreide voornemens in de Troonredes van Rutte-III. Maar vergeleken met de periode van de Paarse kabinetten is alles de afgelopen jaren een stuk korter gehouden en is de boodschap uiterst wollig. De toehoorders stonden al snel weer buiten, met het binnen in de Ridderzaal opgedane inzicht dat ‘Nederland niet statisch is’.
Het is opvallend: in een tijd van professionele woordvoerders, spinsdoctors en eigen nieuwsmakers van bewindspersonen, klinken de politieke boodschappen die worden gedaan namens het hele kabinet verenigd in de Ridderzaal vaag en niet erg overtuigend. Het kabinet lijkt schuw te zijn voor de publieke tribune. En dit ondanks de alom bewonderde taalkundige lenigheid van de premier. Maar ook op zijn wekelijkse persconferenties is de eerste woordvoerder van het kabinet ingetogen over de koers en plannen. Ook daar wordt door communicatief vermijdingsgedrag om gevoelige onderwerpen heen gemanoeuvreerd.
Misschien komt dit opvallende manco in de communicatie van het kabinet wel door de drukte van de vier coalitiepartijen met hun eigen communicatie. Bewindspersonen die ongelukkige uitspraken doen, leden van regeringsfracties die de grens opzoeken of er over heen gaan. De partijen in het kabinet hebben er communicatief hun handen al vol aan.
Arco Timmermans is Bijzonder Hoogleraar Public Affairs aan de Universiteit Leiden. Gerard Breeman is Universitair Docent beleidsvorming, medialogica en de governance van duurzaamheid aan de Universiteit Leiden.