Inbreukenpakket voor juni: voornaamste beslissingen
Overzicht per beleidsterrein
Het maandelijkse pakket inbreukbeslissingen betreft de gerechtelijke stappen van de Europese Commissie i ("de Commissie") tegen lidstaten die hun verplichtingen uit hoofde van het EU i-recht niet zijn nagekomen. De beslissingen betreffen diverse sectoren en beleidsterreinen van de EU en moeten ervoor zorgen dat het EU-recht correct wordt toegepast. Daar hebben zowel burgers als bedrijven baat bij.
De voornaamste beslissingen van de Commissie worden hieronder weergegeven, gegroepeerd per beleidsterrein. Ook sluit de Commissie 97 procedures waarin de problemen met de betrokken lidstaten zijn opgelost, zodat de Commissie de procedure niet hoeft voort te zetten.
Zie voor nadere informatie over de EU-inbreukprocedure MEMO/12/12. Zie voor meer details over alle beslissingen het register van inbreukbeslissingen.
-
1.Milieu
(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172, Ana Crespo Parrondo - tel. +32 229-81325)
Aanmaningsbrieven:
Afval: Commissie dringt bij 9 lidstaten aan op volledige naleving van EU-voorschriften inzake scheepsrecycling
De Commissie heeft vandaag besloten inbreukprocedures tegen Cyprus, Duitsland, Griekenland, Italië, Kroatië, Portugal, Roemenië i, Slovenië en Zweden in te leiden in verband met hun verplichting om volledig uitvoering te geven aan de wettelijke voorschriften van de EU inzake scheepsrecycling (de scheepsrecyclingverordening, Verordening (EU) nr. 1257/2013). De EU-verordening beoogt scheepsrecycling groener en veiliger te maken. De voornaamste doelstelling van de verordening is ervoor te zorgen dat de schepen die onder het gezag van de EU opereren (zij die onder de vlag van een EU-lidstaat varen) op een veilige en duurzame manier worden gerecycled. Het is van essentieel belang dat de lidstaten voldoen aan hun kernverplichtingen inzake de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten en administraties en van contactpersonen en inzake de vaststelling van nationale wettelijke bepalingen betreffende de handhaving van deze EU-voorschriften en de toepasselijke sancties. Al deze verplichtingen hadden uiterlijk op 31 december 2018 moeten zijn nagekomen en de lidstaten hadden de Commissie uiterlijk op dezelfde datum in kennis moeten stellen van de desbetreffende aanwijzingen en nationale handhavingsmaatregelen. Deze lidstaten hebben echter tot op heden niet of niet volledig aan hun desbetreffende verplichtingen voldaan. Daarom stuurt de Commissie alle betrokken lidstaten aanmaningsbrieven. Zij hebben twee maanden de tijd om te reageren; anders kan de Commissie een met redenen omkleed advies sturen.
Marien milieu: Commissie verzoekt PORTUGAL zijn mariene wateren te beschermen
De Commissie dringt er bij Portugal op aan te voldoen aan de verplichtingen van verslaglegging over de milieutoestand van mariene wateren overeenkomstig de EU-voorschriften tot vaststelling van een kader voor de mariene strategie (Richtlijn 2008/56/EG). De richtlijn voorziet in een uitgebreid kader ter bescherming van de zeeën en oceanen van de EU, en zorgt ervoor dat de hulpbronnen duurzaam worden beheerd. De lidstaten dienden uiterlijk op 15 oktober 2018 hun beoordeling van de milieutoestand van de betrokken wateren en van de milieueffecten van menselijke activiteiten, hun omschrijving van de goede milieutoestand alsmede hun milieudoelen te toetsen en te actualiseren. Portugal heeft vóór het verstrijken van die termijn geen verslagen ingediend bij de Commissie. Daarom heeft de Commissie vandaag besloten Portugal een aanmaningsbrief te sturen. De Portugese autoriteiten hebben nu twee maanden de tijd om te reageren; anders kan de Commissie een met redenen omkleed advies sturen.
-
2.Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf
(meer informatie: Lucia Caudet - tel. +32 229-56182, Victoria von Hammerstein-Gesmold - tel. +32 229-55040)
Aanmaningsbrieven:
Eengemaakte markt: Commissie verzoekt 28 lidstaten om naleving van EU-voorschriften inzake diensten
De Commissie heeft vandaag besloten alle 28 lidstaten aanmaningsbrieven te sturen, met het verzoek hun één-loketten (points of single contact, PSC) te verbeteren en te voorzien in gebruiksvriendelijke één-loketsystemen voor dienstverrichters en beroepsbeoefenaren. De één-loketten dragen bij tot een moderne eengemaakte markt voor bedrijven, die behoefte hebben aan gemakkelijk toegankelijke informatie en die administratieve procedures online willen kunnen afhandelen. Conform de dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG) moeten de lidstaten één-loketten opzetten om dienstverrichters en beroepsbeoefenaren te helpen administratieve obstakels bij de toegang tot dienstenactiviteiten te overwinnen. Deze één-loketten zijn van groot belang voor het vrij verkeer van diensten op de eengemaakte markt. In de aanmaningsbrieven wijst de Commissie op tekortkomingen bij de wijze waarop de 28 lidstaten uitvoering hebben gegeven aan de vereisten waaraan de één-loketten moeten voldoen en die zijn neergelegd in de dienstenrichtlijn alsmede de richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (Richtlijn 2005/36/EG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2013/55/EU). In de brieven worden problemen aan de orde gesteld met betrekking tot de online beschikbaarheid en de kwaliteit van de informatie over de vereisten en de procedures die van belang is voor de dienstverrichters en beroepsbeoefenaren die gebruik willen maken van hun rechten in het kader van de eengemaakte markt. In de brieven wordt tevens bezorgdheid geuit over de toegang tot onlineprocedures en de afhandeling daarvan via de één-loketten, ook waar het grensoverschrijdende gebruikers betreft. Daarom is het evenzeer van belang dat Verordening (EU) nr. 910/2014 betreffende elektronische identificatie wordt nageleefd. De lidstaten hebben twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten die de Commissie heeft aangevoerd. Doen zij dat niet, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.
E-facturering: Commissie verzoekt 12 lidstaten om omzetting van nieuwe voorschriften
De Commissie heeft op 21 mei 2019 besloten aanmaningsbrieven te sturen naar 12 lidstaten (Cyprus, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Litouwen, Luxemburg, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Spanje) die de EU-voorschriften inzake elektronische facturering bij overheidsopdrachten (Richtlijn 2014/55/EU) nog niet hebben omgezet of de Europese norm inzake e-facturering nog niet naleven. De overheidsinstanties in de EU hadden voor hun openbare aanbestedingen uiterlijk op 17 april 2019 moeten voldoen aan de Europese norm inzake e-facturering en daarom over capaciteit moeten beschikken om elektronische facturen te ontvangen en te verwerken. De EU-norm helpt ervoor te zorgen dat e-facturen en -betalingen van ondernemingen tijdig en automatisch worden verwerkt, maakt het voor ondernemingen gemakkelijker om hun opdrachten in om het even welke lidstaat te beheren en maakt openbare aanbestedingen aantrekkelijker voor het bedrijfsleven. Om de lidstaten bij de naleving van de nieuwe norm te helpen, heeft de Commissie voor meer dan 33 miljoen euro aan subsidies verstrekt ter ondersteuning van de invoering van innovatieve e-factureringsoplossingen, zoals eind-tot-eind-automatisering, robottechnologie en het gebruik van kunstmatige intelligentie, onder meer via de Connecting Europe Facility (CEF) en de bouwsteen "e-facturering". De 12 lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten die de Commissie heeft aangevoerd; anders kan de Commissie besluiten hun een met redenen omkleed advies te sturen. In de tussentijd staat de Commissie klaar om de lidstaten te blijven helpen bij dit proces.
Sluiting
Overheidsopdrachten op defensiegebied: Commissie sluit zaak tegen ITALIË
De Commissie heeft vandaag besloten een inbreukprocedure tegen Italië betreffende de toepassing van de EU-voorschriften voor overheidsopdrachten op defensiegebied (Richtlijn 2009/81/EG) te sluiten. De Commissie heeft de inbreukprocedure in januari 2018 ingeleid met een aanmaningsbrief. In de aanmaningsbrief heeft zij haar bezorgdheid geuit over de rechtstreekse gunning van een aantal defensieopdrachten, wat zij als een inbreuk op de EU-voorschriften voor overheidsopdrachten op defensiegebied beschouwde. Na een constructieve dialoog met de Italiaanse autoriteiten en na de door Italië getroffen maatregelen en verschafte opheldering heeft de Commissie besloten de zaak te sluiten.
-
3.Belastingen en douane-unie
(meer informatie: Vanessa Mock - tel. +32 229-56194, Patrick Mc Cullough - tel. +32 229-87183)
Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie
Belastingen: Commissie daagt OOSTENRIJK voor Hof wegens niet-aanpassing aan btw-regels van EU voor reisbureaus
De Commissie heeft vandaag besloten Oostenrijk voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat het de bijzondere btw-regels voor reisbureaus niet correct heeft toegepast. De bijzondere btw-regeling voor reisbureaus houdt in dat uitsluitend over de winstmarge op de verkoop van reisdiensten aan klanten btw moet worden voldaan. Daar staat echter tegenover dat de reisbureaus geen btw mogen aftrekken voor diensten die zij bij andere ondernemingen inkopen. Oostenrijk past deze regel niet correct toe omdat aan andere ondernemingen verkochte reisdiensten er momenteel van de regeling zijn uitgesloten. Een dergelijke uitsluiting is volgens de huidige EU-regels niet toegestaan en kan tot concurrentievervalsing leiden. Oostenrijk handelt ook in strijd met de desbetreffende voorschriften (de btw-richtlijn, Richtlijn 2006/112/EG van de Raad) omdat de door reisbureaus te betalen btw wordt berekend op basis van de in een bepaald belastingtijdvak behaalde totale omzet. Uit de EU-rechtspraak (Commissie/Spanje, zaak C-189/11) komt duidelijk naar voren dat de maatstaf van heffing voor elke individuele verkoop moet worden vastgesteld en niet op basis van een reeks verkopen mag worden berekend. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.
Belastingen: Commissie daagt SPANJE voor Hof wegens opleggen van onevenredig zware sancties voor niet melden van buitenlandse activa
De Commissie heeft vandaag besloten Spanje voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat het onevenredig zware sancties oplegt aan Spaanse belastingplichtigen die activa in andere EU- of EER-landen niet hebben gemeld ("Modelo 720"). Momenteel verlangt Spanje van ingezeten belastingplichtigen dat zij informatie verstrekken over de activa die zij in het buitenland aanhouden. Hieronder vallen onroerende goederen, bankrekeningen en financiële activa. Voor het niet tijdig of niet volledig indienen van deze informatie gelden zwaardere sancties dan voor soortgelijke overtredingen in een zuiver binnenlandse situatie, die zelfs de waarde van de in het buitenland aangehouden activa kunnen overschrijden. De Commissie acht dergelijke sancties voor onjuiste of laattijdige nakoming van deze wettelijke informatieplicht onevenredig en discriminerend. Hierdoor kunnen bedrijven en particulieren worden weerhouden van grensoverschrijdende investeringen of mobiliteit op de eengemaakte markt. Deze bepalingen zijn bijgevolg onverenigbaar met de fundamentele vrijheden van de EU, zoals het vrij verkeer van personen, het vrij verkeer van werknemers, de vrijheid van vestiging, het vrij verrichten van diensten en het vrij verkeer van kapitaal. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.
Met redenen omklede adviezen:
Belastingen: Commissie verzoekt POLEN om aanpassing van nationale praktijk inzake vrijstelling voor ten behoeve van geneesmiddelenproductie ingevoerde alcohol aan EU-voorschriften
De Commissie heeft vandaag besloten Polen een met redenen omkleed advies te sturen omdat het de importeurs van voor geneesmiddelen gebruikte alcohol niet de mogelijkheid biedt gebruik te maken van een verplichte accijnsvrijstelling ingeval zij niet voor de accijnsschorsingsregeling opteren. De huidige Poolse voorschriften laten geen ruimte voor de teruggaaf van de accijns die is geheven bij de invoer van ethylalcohol die voor de geneesmiddelenproductie wordt gebruikt, nadat de accijns eenmaal is betaald. Deze praktijk druist in tegen de EU-voorschriften betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken (Richtlijn 92/83/EEG van de Raad) en tegen het evenredigheidsbeginsel. Als Polen binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.
Belastingen: Commissie verzoekt HONGARIJE om aanpassing van tarief voor accijns op sigaretten aan minimumtarief van EU
De Commissie heeft vandaag besloten Hongarije een met redenen omkleed advies te sturen omdat het niet voldoet aan het minimumtarief van de EU voor accijns op sigaretten dat is vastgelegd in de EU-voorschriften inzake tabaksfabrikaten (Richtlijn 2011/64/EU van de Raad). De lidstaten zijn op grond van de huidige voorschriften, die beogen de goede werking van de interne markt en een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid te waarborgen, verplicht op sigaretten een accijns te heffen van ten minste 60 % van de toepasselijke gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs van sigaretten. Hongarije kreeg een lange overgangsperiode tot en met 31 december 2017 om de accijns op sigaretten geleidelijk te verhogen en het vereiste minimumtarief te bereiken. Tot op heden blijft de door Hongarije geheven accijns onder dit tarief, wat tot concurrentievervalsing ten opzichte van andere lidstaten leidt en onverenigbaar met het EU-gezondheidsbeschermingsbeleid is. Als Hongarije binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.
Aanmaningsbrieven:
Belastingen: Commissie verzoekt CYPRUS om wijziging van regels voor ingevoerde auto's
De Commissie heeft besloten Cyprus een aanmaningsbrief te sturen in verband met het opleggen van een rijverbod voor motorvoertuigen. Volgens de Cypriotische wettelijke voorschriften wordt voor motorvoertuigen waarvoor niet is voldaan aan de voorschriften inzake tijdelijke invoer en registratie zonder voorafgaande waarschuwing een rijverbod opgelegd. In bepaalde gevallen kunnen ook administratieve boetes worden opgelegd, die hoger kunnen zijn dan de waarde van het voertuig. De lidstaten zijn verplicht het EU-recht en de algemene beginselen daarvan, waaronder het evenredigheidsbeginsel, te eerbiedigen, en het Hof van Justitie van de EU heeft herhaaldelijk verklaard dat administratieve maatregelen of sancties niet verder mogen gaan dan strikt noodzakelijk is en in overeenstemming moeten zijn met de vrijheden die verankerd zijn in artikel 45 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Als Cyprus binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie de Cypriotische autoriteiten een met redenen omkleed advies toesturen.
Belastingheffing op auto's: Commissie verzoekt MALTA om wijziging van wettelijke voorschriften inzake jaarlijkse verkeersbelasting voor auto's
De Commissie heeft besloten Malta een aanmaningsbrief te sturen met het verzoek om de regels inzake belastingheffing op auto's te wijzigen. Volgens de huidige Maltese wettelijke voorschriften worden uit andere lidstaten in Malta ingevoerde auto's die aldaar na 1 januari 2009 zijn geregistreerd, zwaarder belast dan auto's die vóór die datum in Malta zijn geregistreerd, ook al waren de ingevoerde auto's reeds in een andere lidstaat geregistreerd. De Commissie is van oordeel dat de Maltese wettelijke voorschriften niet met het EU-recht verenigbaar zijn. Volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU met betrekking tot artikel 110 VWEU is er sprake van schending van het EU-recht wanneer bij de berekening van de verkeersbelasting verschillende criteria worden gehanteerd, waardoor uit andere lidstaten ingevoerde auto's zwaarder worden belast dan niet-ingevoerde auto's. De Maltese autoriteiten hebben nu twee maanden de tijd om te reageren; anders kan de Commissie een met redenen omkleed advies sturen.
MEMO/19/2772
Contactpersoon voor de pers:
Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail |