Feiten en cijfers: Europees Parlement 2014-2019
Hoe zag het Europees Parlement eruit tijdens het termijn van 2014-2019? Ontdek vóór de verkiezingen in mei de interessantste feiten die het volgende Parlement zullen vormgeven.
Minder dan de helft van de Parlementsleden die in juli 2014 arriveerden was nieuw. Zo'n 51,5% was al eerder in dienst. Griekenland had het grootste aantal nieuwe leden in het Europees Parlement, namelijk 90,5%.
Het aantal vrouwelijke Parlementsleden was 36,9% aan het begin van de looptijd. Eind maart 2019 daalde dat percentage lichtjes naar 36,5%.
De gemiddelde leeftijd van de Parlementsleden was 55 aan het eind van het vorige termijn. Bij de constituerende zitting in juli 2014 was het gemiddelde 53. Tussen juli 2014 en maart 2019 vertrokken 108 Parlementsleden: 43 Parlementsleden trokken zich terug, 59 begaven zich naar andere kantoren en zes zijn overleden.
Langere plenaire zittingen
Plenaire zittingen zijn het hoogtepunt van het werk van leden van het Europees Parlement. Tijdens deze zittingen stemmen zij over wetgevingen en debatteren ze over actuele onderwerpen.
Tussen 2009 en 2014 werden op 260 dagen plenaire vergaderingen gehouden, wat gelijk staat aan 2.160 uur. Van juli 2014 tot en met december 2018 hadden Parlementsleden reeds 255 dagen vergaderd, oftewel 2.187 uur. Tegen het einde van 2018 was er meer dan 27.000 keer gestemd, tegenover 23.553 in het vorige termijn.
Hoe lang duurt het om wetgeving goed te keuren?
De Europese Commissie stelt de wetgeving voor. Voordat een wet in werking kan treden, moet het voorstel door het Europees Parlement en de Raad van de EU worden goedgekeurd.
Parlementsleden onderhandelen met EU-regeringen om een overeenstemming te bereiken over de definitieve wettekst. Afhankelijk van hoe zwaar de onderhandelingen zijn, kunnen er maximaal drie lezingen zijn in zowel het Parlement als de Raad.
In het termijn 2014-2019 werden de meeste wetgevingshandelingen aangenomen tijdens de eerste lezing, wat gemiddeld 18 maanden duurt. Mocht een wetgevingshandeling naar een tweede lezing moeten gaan, stijgt de gemiddelde duur van de procedure naar 39 tot 40 maanden.
Politieke partijen op nationaal en Europees niveau
Nationale politieke partijen nemen het eerst tegen elkaar op bij de Europese verkiezingen. Zodra de verkozen leden van het Europees Parlement in het Parlement arriveren, vormen ze multinationale parlementaire fracties. Het aantal parlementaire fracties is in de loop der jaren vrij stabiel gebleven. Tussen 2004 en 2014 waren er zeven fracties in het Parlement. Dit aantal steeg naar acht tijdens het termijn van 2014-2019.
Daarentegen is het aantal vertegenwoordigers van nationale politieke partijen wel gestaag gegroeid. Het termijn van 2004-2009 bestond uit Parlementsleden van 168 nationale partijen. Dat aantal steeg naar 191 aan het begin van het vorige termijn in 2014. Tegen eind maart 2019 waren er 201 Parlementsleden van 232 nationale partijen.
Europees Parlement 2014-2019 in cijfers
-
-2.134 teksten werden aangenomen in de plenaire vergaderingen, waarvan 708 wetgevingsbesluiten
-
-52 openbare hoorzittingen door commissies van het Europees Parlement
-
-6.880 petities van EU-burgers werden ontvangen
-
-Zo'n 1,6 miljoen mensen bezochten de plenaire vergaderzalen van het Parlement
Meer informatie
Productinformatie
REF.: 20190415STO40362
Gecreëerd: 26-04-2019 - 11:04