Kabinet wil procedure tweede lezing Grondwet aanscherpen
DEN HAAG (PDC i) - Voorkomen moet worden dat er onduidelijkheid kan ontstaan over begin en einde van een tweede lezing voor grondwetsherziening. Daarom moet de regelgeving op dat punt worden aangescherpt. Dat schrijft minister Ollongren i aan de Tweede Kamer naar aanleiding van vragen van SGP-Kamerlid Bisschop i.
Bij zowel het voorstel-Halsema over constitutionele toetsing als bij het initiatiefvoorstel over het correctief referendum ontstond onduidelijkheid over de tweede lezing. Het eerste voorstel was in 2010 ingediend, maar bleef tot 2017 onafgedaan. Bij het tweede voorstel weigerden de oorspronkelijk indieners een vervolg te geven aan de procedure door geen voorstel in tweede lezing in te dienen.
Om die onduidelijkheid te voorkomen moet de Tweede Kamer volgens de minister in haar Reglement van Orde i opnemen dat het voorstel tot tweede lezing ambtshalve door de Kamervoorzitter kan worden ingediend. De procedure daarna moet voortvarend worden afgehandeld. Advisering door de Raad van State kan in de tweede lezing achterwege blijven. Verder zou moeten worden bepaald dat als de na ontbinding gekozen Tweede Kamer het tweedelezingsvoorstel niet afhandelt, het van rechtswege vervalt.
Bron: brief minister van BZK