Inbreukenpakket voor januari: voornaamste beslissingen
Het maandelijkse pakket inbreukbeslissingen betreft de gerechtelijke stappen van de Europese Commissie ("de Commissie") tegen lidstaten die hun verplichtingen uit hoofde van het EU-recht niet zijn nagekomen. De beslissingen betreffen diverse sectoren en beleidsterreinen van de EU en moeten ervoor zorgen dat het EU-recht correct wordt toegepast. Daar hebben zowel burgers als bedrijven baat bij.
De voornaamste beslissingen van de Commissie worden hieronder weergegeven, gegroepeerd per beleidsterrein. Ook sluit de Commissie 86 procedures waarin de problemen met de betrokken lidstaten zijn opgelost, zodat de Commissie de procedure niet hoeft voort te zetten.
Zie voor nadere informatie over de EU-inbreukprocedure MEMO/12/12. Zie voor meer details over alle beslissingen het register van inbreukbeslissingen.
-
1.Landbouw en plattelandsontwikkeling
(meer informatie: Daniel Rosario - tel. +32 229-56185, Clémence Robin - tel. +32 229-52509)
Aanmaningsbrieven
Geografische aanduidingen: Commissie verzoekt BULGARIJE nationaal kader inzake geografische aanduidingen af te schaffen
De Commissie heeft besloten Bulgarije een aanmaningsbrief te sturen met betrekking tot zijn wet inzake merken en geografische aanduidingen van 1 september 1999. Zij is van oordeel dat een nationale bescherming van geografische aanduidingen niet verenigbaar is met de EU-voorschriften inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (Verordening (EU) nr. 1151/2012). Volgens vaste rechtspraak - het arrest Budĕjovický Budvar uit 2009 (C-478/07) en het arrest EUIPO/Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto uit 2017 (C-56/16 P) - voorziet deze EU-verordening in een uniforme en uitputtende beschermingsregeling voor geografische aanduidingen die binnen de werkingssfeer ervan vallen. Bulgarije had deze nationale registratieregeling met ingang van de datum van toetreding tot de EU in 2007 moeten intrekken en had de bestaande nationale geografische aanduidingen slechts gedurende 12 maanden na de datum van de toetreding kunnen beschermen als het gedurende deze korte periode daartoe een aanvraag op EU-niveau had ingediend. Bulgarije heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.
Geografische aanduidingen: Commissie verzoekt DENEMARKEN om handhaving van bescherming van oorsprongsbenaming "Feta"
De Commissie heeft besloten Denemarken een aanmaningsbrief te sturen omdat volgens haar de Deense autoriteiten hun verplichtingen uit hoofde van de verordening inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (Verordening (EU) nr. 1151/2012) niet naar behoren nakomen. Zij is van mening dat er in Denemarken onrechtmatig gebruik van de geregistreerde beschermde oorsprongsbenaming (BOB) "Feta" wordt gemaakt, aangezien sommige ondernemingen de door hen geproduceerde of ingevoerde witte kaas met de misleidende etikettering "Feta" naar derde landen uitvoeren. "Feta" is sinds 2002 een geregistreerde BOB. Artikel 13 van de EU-verordening beschermt geregistreerde benamingen tegen verschillende soorten misbruik, waaronder direct of indirect commercieel gebruik van een geregistreerde naam voor producten die vergelijkbaar zijn met de onder deze naam geregistreerde producten, of gebruik van een naam waarmee misbruik van de faam van deze naam wordt beoogd.
-
2.Digitale eengemaakte markt
(meer informatie: Nathalie Vandystadt -tel. +32 229-67083, Inga Höglund - tel. +32 229-50698)
Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie en sluitingen
Richtlijn verlaging kosten voor breedband: Commissie daagt BULGARIJE en NEDERLAND voor Hof en sluit twee zaken
De Europese Commissie heeft vandaag besloten Bulgarije en Nederland voor het Hof van Justitie van de EU te dagen voor de vertraging die is opgelopen bij het omzetten van de richtlijn betreffende de verlaging van de kosten voor breedband (Richtlijn 2014/61/EU). Tegelijkertijd heeft de Commissie de zaken tegen Oostenrijk en Luxemburg gesloten, aangezien zij kennis hebben gegeven van de volledige omzetting van deze richtlijn. De lidstaten hadden tot 1 januari 2016 de tijd om de richtlijn in hun nationale wetgeving om te zetten.
De Commissie vraagt het Hof om Bulgarije en Nederland een dwangsom van 22 226,40 euro per dag respectievelijk 87 091,20 euro per dag op te leggen. De inbreukprocedure tegen deze landen is in maart 2016 ingeleid en de met redenen omklede adviezen in het kader daarvan zijn in september 2016 uitgebracht. Tot dusver hebben deze lidstaten de Commissie niet in kennis gesteld van alle nodige maatregelen tot omzetting van de richtlijn in nationaal recht.
In juli 2017 heeft de Commissie besloten om België en Slowakije voor het Hof van Justitie te dagen voor de vertraging die is opgelopen bij het omzetten van de richtlijn betreffende de verlaging van de kosten voor breedband. Het doel van de richtlijn betreffende de verlaging van de kosten voor breedband is het stimuleren van samenwerking tussen sectoren en het tot stand brengen van synergie-effecten (bijv. op het gebied van energie, water en vervoer) ten bate van de burgers door voorwaarden te scheppen voor een efficiëntere aanleg van nieuwe fysieke infrastructuur, waardoor netwerken goedkoper kunnen worden uitgerold. Civieltechnische werkzaamheden, zoals het opbreken van straten om breedband met hoge snelheid aan te leggen, maken tot 80 % van de kosten voor de aanleg van breedbandnetwerken uit. Zie voor meer informatie het volledigepersbericht.
Collectief beheer van rechten: Commissie daagt POLEN voor Hof en sluit acht zaken
De Europese Commissie heeft vandaag beslist Polen voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat het land geen kennis heeft gegeven van de volledige omzetting in nationaal recht (gedeeltelijke niet-omzetting) van de EU-regels betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het online gebruik ervan (Richtlijn 2014/26/EU). De Commissie verzoekt het Hof om Polen een dwangsom van 87 612,00 euro per dag op te leggen. De lidstaten hadden tot 10 april 2016 de tijd om de richtlijn in nationaal recht om te zetten. Daarnaast heeft de Commissie besloten tot sluiting van de inbreukprocedures tegen acht landen (België, Cyprus, Frankrijk, Griekenland, Kroatië, Letland, Portugal en Tsjechië) wegens zogenoemd "verzuim van kennisgeving" aan de Commissie van de nationale maatregelen tot omzetting van de richtlijn collectief beheer in nationaal recht. Deze zaken hadden betrekking op het ontbreken van uitvoeringsmaatregelen, en niet op de inhoud van de nationale uitvoeringswetgeving, waarover de Commissie geen standpunt heeft ingenomen. De acht lidstaten hebben de Commissie nu meegedeeld dat de nodige wetgeving is aangenomen om de richtlijn volledig om te zetten in nationale wetgeving. De richtlijn collectief beheer wil de wijze waarop alle organisaties voor collectief beheer worden geleid, verbeteren door de vaststelling van gemeenschappelijke normen inzake bestuur, transparantie en financieel beheer. Zij bevat ook gemeenschappelijke normen voor de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het onlinegebruik ervan op de interne markt. De richtlijn is een essentieel onderdeel van de Europese wetgeving inzake auteursrechten. Alle organisaties voor collectief beheer moeten hun normen inzake bestuur en transparantie verbeteren. Zie voor meer informatie het volledigepersbericht.
-
3.Energie
(meer informatie: Anna-Kaisa Itkonen - tel. +32 229-56186, Nicole Bockstaller - tel. +32 229-52589)
Verwijzing naar Hof van Justitie van de Europese Unie
Commissie daagt ROEMENIË voor Hof wegens onvolledige naleving van aardolievoorradenrichtlijn
De Europese Commissie heeft besloten Roemenië voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat het de aardolievoorradenrichtlijn (Richtlijn 2009/119/EG van de Raad) niet correct heeft omgezet en toegepast. Volgens de aardolievoorradenrichtlijn moeten de lidstaten een minimumvoorraad ruwe aardolie en/of aardolieproducten aanhouden en beschikbaar houden met het oog op de voorzieningszekerheid voor aardolie in de EU. De Commissie heeft Roemenië op 20 november 2015 herinnerd aan zijn verplichtingen uit hoofde van de aardolievoorradenrichtlijn; deze betreffen onder meer de verplichting over noodprocedures te beschikken en een crisisplan in gereedheid te hebben in geval van een belangrijke onderbreking van de voorziening, en de verplichting te zorgen voor een duidelijk en doeltreffend kader dat het de marktdeelnemers mogelijk maakt hun opslagverplichtingen te delegeren. De Commissie heeft ook vraagtekens geplaatst bij het feit dat de Roemeense wettelijke regeling een verbod inhoudt op het gebruik van olievoorraden als zekerheid, dat wil zeggen op het gebruik daarvan als activa die als zekerheid voor een krediet worden gesteld, wat het voor de marktdeelnemers moeilijker zou kunnen maken aan hun verplichting tot het aanhouden van voorraden te voldoen. Aangezien Roemenië niet aan deze bewaren is tegemoetgekomen, heeft de Commissie op 18 november 2016 een met redenen omkleed advies gestuurd. De Commissie heeft thans besloten Roemenië voor het Hof van Justitie van de EU te dagen. Zie voor meer informatie het volledigepersbericht.
Met redenen omklede adviezen
Interne energiemarkt: Commissie verzoekt BULGARIJE om volledige naleving van richtlijnen van derde energiepakket
De Commissie heeft Bulgarije verzocht om correcte omzetting van de elektriciteitsrichtlijn (Richtlijn 2009/72/EG) en de gasrichtlijn (Richtlijn 2009/73/EG). De richtlijnen maken deel uit van het derde energiepakket en bevatten belangrijke bepalingen voor de goede werking van de energiemarkten, waaronder voorschriften inzake de ontvlechting van transmissiesysteembeheerders en energieleveranciers en -producenten, inzake de versterking van nationale regulators en inzake beter functionerende kleinhandelsmarkten in het voordeel van de consument. Volgens de beoordeling van de Commissie heeft Bulgarije verschillende ontvlechtingsvoorschriften met betrekking tot het eigendomsontvlechtingsmodel, het model voor de ontvlechting van onafhankelijke transmissiebeheerders en de distributiesysteembeheerders niet correct omgezet. Bulgarije heeft de voorschriften inzake de aansluiting op het net evenmin correct omgezet, aangezien het de gastransmissiesysteembeheerder toestaat de aansluiting te weigeren op grond van gebrek aan systeemcapaciteit. Bulgarije heeft nu twee maanden de tijd om aan zijn verplichtingen te voldoen; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.
Energie-efficiëntie: Commissie verzoekt SLOVENIË volledig te voldoen aan richtlijn energieprestatie van gebouwen
De Europese Commissie heeft Slovenië verzocht om een correcte omzetting van alle bepalingen van de richtlijn energieprestatie van gebouwen (Richtlijn 2010/31/EU) in nationaal recht. In de EU zijn gebouwen goed voor 40 % van het energieverbruik en 36 % van de CO 2 -emissies. De correcte omzetting van de richtlijn is van essentieel belang om de energie- en klimaatdoelstellingen van de EU te verwezenlijken, de consument te helpen om geld te besparen op zijn energierekening en zijn comfort te verbeteren. Op grond van deze richtlijn moeten de lidstaten minimumeisen voor de energieprestatie van nieuwe en bestaande gebouwen invoeren en toepassen, moeten zij ervoor zorgen dat gebouwen een energieprestatiecertificering krijgen en moeten zij een regelmatige keuring van verwarmings- en airconditioningsystemen voorschrijven. Daarnaast moeten de lidstaten ervoor zorgen dat alle nieuwe gebouwen met ingang van 2021 "bijna energieneutraal" zijn. Volgens de beoordeling van de Commissie is in Slovenië niet aan alle voorschriften van de richtlijn voldaan. Meer in het bijzonder bepaalt de nationale wettelijke regeling nog niet dat in alle gebouwen die veelvuldig door het publiek worden bezocht, energieprestatiecertificaten moeten worden geafficheerd, zoals is vereist. Slovenië heeft nu twee maanden de tijd om aan zijn verplichtingen te voldoen; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.
-
4.Milieu
(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172, Iris Petsa - tel. +32 229-93321)
Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie
Milieueffectbeoordeling: Commissie daagt IERLAND opnieuw voor Hof en stelt voor financiële sancties op te leggen
De Europese Commissie daagt Ierland opnieuw voor het Hof van Justitie van de EU omdat het geen uitvoering heeft gegeven aan een deel van het arrest Commissie/Ierland van het Hof van 3 juli 2008 (C-215/06) door geen milieueffectbeoordeling voor het windturbinepark te Derrybrien, County Galway, te verrichten. Hoewel het windturbinepark te Derrybrien reeds meer dan 13 jaar geleden is aangelegd, is een echte effectbeoordeling tot dusver achterwege gebleven. Een dergelijke milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten wordt door de EU-regels voorgeschreven voordat met de aanleg mag worden begonnen. Door de omvang en de locatie ervan - op een heuveltop in kwetsbaar heidegebied - blijft het park effecten op lokaal niveau hebben. Er zouden voor het gebied nog impactbeperkende en corrigerende maatregelen kunnen worden getroffen, maar pas nadat een milieueffectbeoordeling heeft plaatsgevonden. Ierland moet er daarom voor zorgen dat een dergelijke beoordeling wordt uitgevoerd. Het Hof van Justitie van de EU heeft in zijn arrest van 3 juli 2008 onder meer vastgesteld dat Ierland geen milieueffectbeoordeling heeft verricht voor het 70 windturbines tellende park, het grootste in Ierland en op de datum van het arrest een van de grootste in de EU. Voor de aanleg ervan moesten op de top van de berg Cashlaundrumlahan grote bosgebieden worden gerooid en tot op 5,5 meter diepte turf worden afgegraven, waardoor in oktober 2003 over een breedte van 2 km een aardverschuiving met catastrofale gevolgen voor het milieu werd veroorzaakt. De Commissie verzoekt het Hof van Justitie van de EU een minimale forfaitaire som van 1 685 000,00 euro (1 343,20 euro per dag) op te leggen. De Commissie verzoekt ook om oplegging van een dwangsom van 12 264,00 euro per dag als op de datum van de uitspraak van het Hof niet volledig aan de voorschriften wordt voldaan. De definitieve beslissing over de sancties berust bij het Hof van Justitie van de EU. Zie voor meer informatie het volledigepersbericht.
Commissie daagt PORTUGAL voor Hof wegens ontoereikende bescherming van natuurlijke habitats en soorten
De Europese Commissie daagt Portugal voor het Hof van Justitie van de EU omdat het geen speciale beschermingszones (SBZ's) heeft aangewezen met het oog op de bescherming van natuurlijke habitats en soorten die zijn opgenomen in het Natura 2000-netwerk en niet de noodzakelijke instandhoudingsmaatregelen voor deze gebieden heeft vastgesteld. Portugal had uiterlijk op 7 december 2010 zeven SBZ's in de Atlantische regio en uiterlijk op 19 juli 2012 54 SBZ's in het Middellandse Zeegebied moeten aanwijzen. Portugal heeft evenmin de noodzakelijke maatregelen vastgesteld om de beschermde habitats en soorten in deze gebieden in stand te houden of te herstellen. De huidige maatregelen die zijn vastgesteld in het kader van het Portugese sectorplan voor Natura 2000 (PSRN2000) en de andere sectorale en speciale plannen (bv. de plattelandsontwikkelingsplannen (PRODER) en de gemeentelijke plannen) zijn niet volledig en nauwkeurig genoeg om een adequaat niveau van bescherming te kunnen garanderen en SBZ's te kunnen aanwijzen. Zoals Portugal heeft erkend, vereist de aanwijzing van de SBZ's dat voor elk gebied tevoren de natuurlijke habitats en soorten in kaart worden gebracht en voor elk gebied beheersplannen worden opgesteld. De Commissie heeft er bij Portugal herhaaldelijk op aangedrongen zijn verplichtingen na te komen. In februari 2015 heeft zij een aanmaningsbrief en in mei 2016 een met redenen omkleed advies verstuurd. Portugal is er tot dusver niet in geslaagd aan zijn verplichtingen met betrekking tot de aanwijzing van SBZ's en de vaststelling van instandhoudingsmaatregelen te voldoen. Zie voor meer informatie het volledigepersbericht.
Met redenen omklede adviezen
Milieueffecten: Commissie verzoekt BELGIË en GRIEKENLAND om volledige omzetting van nieuwe EU-voorschriften in nationale wetgeving
De Europese Commissie dringt er bij België en Griekenland op aan hun nationale wettelijke voorschriften af te stemmen op de bij de milieueffectbeoordelingsrichtlijn (Richtlijn 2014/52/EU) ingevoerde wijzigingen. De richtlijn beoogt te waarborgen dat projecten die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben, terdege worden beoordeeld alvorens zij worden goedgekeurd. De Commissie heeft zowel België als Griekenland in juli 2017 een aanmaningsbrief gestuurd. Uit het antwoord van België blijkt dat de ontbrekende bepalingen nog niet volledig in de nationale wetgeving zijn opgenomen. Wat Griekenland betreft, is momenteel wetgeving in voorbereiding met het oog op de volledige omzetting van de richtlijn. Aangezien België en Griekenland de EU-voorschriften nog niet volledig in nationaal recht hebben omgezet, stuurt de Commissie een met redenen omkleed advies. België en Griekenland hebben nu twee maanden de tijd om aan hun verplichtingen te voldoen; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.
Water: Commissie dringt bij IERLAND aan op naleving van EU-voorschriften inzake water
De Commissie verzoekt Ierland te voldoen aan de verplichting een tweede ronde van de stroomgebiedsbeheersplannen uit hoofde van de kaderrichtlijn water (Richtlijn 2000/60/EG) voor te bereiden. Die plannen hebben tot doel een volledig overzicht van de belangrijkste problemen voor elk stroomgebiedsdistrict te geven en moeten de specifieke maatregelen vermelden die nodig zijn om de opgelegde milieukwaliteitsdoelstellingen te halen. Tot dusver heeft Ierland geen herziening en aanpassing van zijn eerste stroomgebiedsbeheersplannen aangenomen, bekendgemaakt of aan de Commissie meegedeeld, wat voor alle zeven stroomgebiedsdistricten uiterlijk op 22 oktober 2015 had moeten gebeuren. Bijgevolg heeft de Commissie Ierland in april 2017 een aanmaningsbrief doen toekomen en brengt zij nu een met redenen omkleed advies uit. Ierland heeft nu twee maanden de tijd om aan zijn verplichtingen te voldoen; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.
Water: Commissie verzoekt SPANJE om naleving van EU-voorschriften inzake winningsafval en water
De Commissie heeft vandaag besloten Spanje een met redenen omkleed advies te sturen omdat zij zich zorgen maakt over de behandeling van zoute afvalstoffen in Súria en Sallent. Volgens haar moeten de regionale autoriteiten erop toezien dat de faciliteiten voor de behandeling van winningsafval volledig in overeenstemming zijn met de richtlijn beheer winningsafval (Richtlijn 2006/21/EG), en moeten zij de maatregelen nemen die noodzakelijk zijn ter verbetering van de waterkwaliteit in het stroomgebied van de rivier Llobregat, zoals is vereist op grond van de kaderrichtlijn water (Richtlijn 2000/60/EG). De huidige situatie leidt nog steeds tot ernstige milieuproblemen als gevolg van de winning van kaliumcarbonaat. De Spaanse autoriteiten hebben nu twee maanden de tijd om te reageren. Als er geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.
Water: Commissie dringt bij ZWEDEN aan op wijziging van waterwetgeving
De Commissie heeft vandaag besloten Zweden een met redenen omkleed advies te sturen omdat de omzetting door Zweden van de kaderrichtlijn water (Richtlijn 2000/60/EG) in een aantal gevallen nog steeds niet-conform is of tekortkomingen vertoont. Deze gevallen betreffen het verzuim om kostenterugwinning in overweging te nemen voor activiteiten die effecten op de waterkwaliteit kunnen hebben. Bovendien speelt volgens de huidige Zweedse wettelijke regeling de verplichting om verslechtering van de waterkwaliteit te voorkomen geen rol bij de vergunningverlening voor projecten zoals waterkrachtinstallaties. In Zweden is een nieuwe wettelijke regeling op laatstbedoeld punt in voorbereiding, maar nog niet aangenomen. De Commissie stuurt daarom een met redenen omkleed advies en geeft Zweden twee maanden de tijd om te antwoorden. Als er geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.
Lawaai: Commissie dringt bij ITALIË aan op goedkeuring van geluidsbelastingkaarten en actieplannen inzake omgevingslawaai
De Commissie roept Italië op de kernbepalingen van de richtlijn omgevingslawaai (Richtlijn 2002/49/EG) te eerbiedigen. Omgevingslawaai - veroorzaakt door het weg-, spoorweg- en luchtverkeer - is na luchtverontreiniging de belangrijkste milieugerelateerde oorzaak van voortijdige sterfte. Op grond van de richtlijn moeten de lidstaten geluidsbelastingkaarten aannemen waaruit de blootstelling aan lawaai in de grotere agglomeraties, langs belangrijke spoorwegen en wegen alsook op belangrijke luchthavens blijkt. Op basis van die kaarten worden vervolgens maatregelen in het kader van geluidsactieplannen vastgesteld. Aangezien Italië geen mededeling had gedaan van alle door haar verlangde inlichtingen, heeft de Commissie in april 2013 een eerste aanmaningsbrief verstuurd. In februari 2016 heeft de Commissie een aanvullende aanmaningsbrief verstuurd omdat er nog steeds geen vooruitgang was geboekt. Aangezien voor 17 agglomeraties en 22 wegen nog steeds strategische kaarten ontbreken en voor 32 agglomeraties, 858 wegen en één belangrijke spoorweg nog actieplannen moeten worden vastgesteld, brengt de Commissie thans een met redenen omkleed advies uit. Italië heeft nu twee maanden de tijd om te reageren; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.
Aanmaningsbrieven
Biodiversiteit: EU dringt bij 9 lidstaten aan op omzetting van EU-voorschriften inzake gebruik van genetische rijkdommen
De Commissie stuurt België, Cyprus, Griekenland, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Oostenrijk en Tsjechië een aanmaningsbrief. De Commissie is van oordeel dat de 9 lidstaten geen bevoegde instanties hebben aangewezen die zijn belast met de uitvoering van de EU-voorschriften betreffende voor gebruikers bestemde nalevingsmaatregelen uit het Protocol van Nagoya inzake toegang tot genetische rijkdommen (zogeheten "EU-verordening inzake toegang en verdeling van voordelen" Verordening (EU) nr. 511/2014). Elke lidstaat moet een of meer bevoegde instanties aanwijzen die zijn belast met de uitvoering van deze verordening inzake de toegang tot genetische rijkdommen. De lidstaten moeten tevens regels vaststellen voor doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening. De wereldwijde biodiversiteit wordt beschermd door het internationale Verdrag inzake biologische diversiteit en het daarbij gevoegde Protocol van Nagoya. Met de verordening wordt het EU-recht afgestemd op deze internationale verplichtingen. Deze EU-voorschriften vormen tevens een kader voor onderzoekers en bedrijven die toegang hebben tot en gebruikmaken van genetische rijkdommen in de EU en traditionele kennis met betrekking tot genetische rijkdommen. Aangezien deze lidstaten de Commissie geen informatie hebben verstrekt over een aantal uitvoeringsbepalingen, stuurt de Commissie deze landen een aanmaningsbrief. Zij hebben nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.
Water: Commissie roept POLEN op te voldoen aan EU-voorschriften voor behandeling van stedelijk afvalwater
De Commissie heeft vandaag besloten Polen een aanmaningsbrief te sturen met het verzoek erop toe te zien dat stedelijk afvalwater adequaat wordt opgevangen en behandeld. De richtlijn behandeling stedelijk afvalwater (Richtlijn 91/271/EEG van de Raad) schrijft voor dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat alle agglomeraties met meer dan 2 000 inwoners hun stedelijk afvalwater naar behoren opvangen en behandelen. Alle Poolse agglomeraties hadden uiterlijk op 31 december 2015 aan de voorschriften moeten voldoen. Ondanks de door Polen geleverde inspanningen en de door de EU verstrekte financiële steun uit het Cohesiefonds is de naleving van de richtlijn nog steeds erg gebrekkig. Polen heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.
Milieueffecten: Commissie dringt bij POLEN aan op volledige naleving van EU-voorschriften
De Commissie roept Polen op om te voldoen aan de EU-voorschriften inzake de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (Richtlijn 2011/92/EU). De richtlijn voorziet in een ruime toegang tot de rechter bij beslissingen op milieugebied waarbij ook het publiek inspraak heeft. Voor bepaalde projecten is het milieuorganisaties in Polen niet toegestaan de rechter te verzoeken voorlopige maatregelen te gelasten of de definitieve vergunning aan te vechten op grond dat die niet in overeenstemming met de EU-voorschriften is. Daarnaast zijn voor bepaalde infrastructuurprojecten, zoals de aanleg van wegen of luchthavens, de gevolgen van de rechterlijke toetsing beperkt. De Poolse autoriteiten zijn hiervan op de hoogte en moeten de nationale wettelijke voorschriften tot omzetting van de richtlijn wijzigen om het probleem op te lossen. Aangezien deze kwestie echter nog steeds niet is opgelost, stuurt de Commissie een aanvullende aanmaningsbrief aan de Poolse autoriteiten. Polen heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.
-
5.Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie
(meer informatie: Vanessa Mock - tel. +32 229-56194, Letizia Lupini - tel. +32 229-51958)
Met redenen omklede adviezen
Financiële diensten: Commissie verzoekt lidstaten om toepassing van EU-regels inzake financiële markten
De Europese Commissie heeft Bulgarije, Griekenland, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Spanje en Zweden vandaag verzocht de herziene richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten (MiFID II, Richtlijn 2014/65/EU) volledig om te zetten in hun nationale wetgeving. De richtlijn werd samen met een verordening (MiFIR, Verordening (EU) nr. 600/2014) aangenomen als antwoord op de financiële crisis om transparantere, competitievere en meer geïntegreerde financiële markten in de EU te helpen ontwikkelen en zodoende te zorgen voor minder handel buiten de gereglementeerde markten om, betere bescherming voor investeerders en consumenten en uiteindelijk meer financiële stabiliteit. De richtlijn harmoniseert het EU-regelgevingskader wat betreft de organisatorische vereisten voor beleggingsondernemingen, gereglementeerde markten, de markten van kleine en middelgrote ondernemingen en datarapporteringsdiensten. Ook bevat de richtlijn geharmoniseerde gedragsregels voor beleggingsdiensten, met inbegrip van inducements, openbaarmakingsvereisten en regels voor productgovernance. Hoewel de oorspronkelijke termijn voor omzetting van de richtlijn met één jaar is verlengd, van 3 juli 2016 tot en met 3 juli 2017, hebben bovengenoemde lidstaten de bepalingen ervan niet volledig of in het geheel niet in nationaal recht omgezet. In dit verband heeft de Commissie Bulgarije, Griekenland, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië en Spanje eveneens verzocht om volledige omzetting van Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2017/593 van de Commissie van 7 april 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU (of MiFID II) met betrekking tot het vrijwaren van financiële instrumenten en geldmiddelen die aan cliënten toebehoren, productgovernanceverplichtingen en de regels die van toepassing zijn op het betalen of het ontvangen van provisies, commissies en geldelijke of niet-geldelijke tegemoetkomingen. Indien binnen twee maanden geen kennisgeving wordt gedaan van de maatregelen tot volledige omzetting van deze richtlijnen, kan de Commissie besluiten deze lidstaten voor het Hof van Justitie van de EU te dagen.
Financiële diensten: Commissie verzoekt SPANJE om toepassing van prudentiële regels van EU voor banken en beleggingsondernemingen
De Europese Commissie heeft vandaag Spanje verzocht volledig uitvoering te geven aan de richtlijn kapitaalvereisten (Richtlijn 2013/36/EU). Samen met de verordening kapitaalvereisten (Verordening (EU) nr. 575/2013) voorziet de richtlijn in de prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen in de EU en bevat zij regels over de hoeveelheid kapitaal waarover instellingen moeten beschikken voor het afdekken van potentiële verliezen als gevolg van de risico's waaraan zij zijn blootgesteld. De richtlijn bevat ook regels over de vergunningverlening voor en het toezicht op instellingen, over samenwerking op het gebied van toezicht, risicobeheer, corporate governance (inclusief beloning) en kapitaalbuffers. De lidstaten hadden tot 31 december 2013 de tijd om de richtlijn in nationaal recht om te zetten. Tot dusver heeft Spanje deze EU-regels niet volledig omgezet, en sommige bepalingen ontbreken nog steeds in de nationale wetgeving. Deze betreffen vooral de discretionaire bevoegdheden van de bevoegde nationale autoriteiten, administratieve sancties of andere maatregelen die van toepassing zijn op de instellingen die schuldig zijn bevonden aan een ernstige inbreuk op de anti-witwaswetgeving. Zij omvatten ook klokkenluidersmechanismen en regels over de integriteit en de onafhankelijkheid van de bestuursleden. Indien binnen twee maanden geen kennisgeving wordt gedaan van de maatregelen tot volledige omzetting van de richtlijn, kan de Commissie besluiten Spanje voor het Hof van Justitie van de EU te dagen.
Financiële diensten: Commissie verzoekt SPANJE te zorgen voor juiste toepassing van EU-voorschriften voor beleggingsfondsen
De Commissie heeft Spanje verzocht zijn nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met de Europese wetgeving op het gebied van instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe-richtlijn) (Richtlijn 2014/91/EU). Beleggingsfondsen zijn beleggingsvehikels waarvan het uitsluitende doel bestaat in het bij het publiek aantrekken van kapitaal om dat vervolgens in een gediversifieerde pool van activa opnieuw te beleggen. De richtlijn heeft als doel te voorzien in gemeenschappelijke voorschriften voor de werking van icbe's in de lidstaten. Als deze richtlijn niet correct wordt omgezet, kan daarom de bescherming van de belegger in de markt voor retailbeleggingsfondsen worden aangetast. Met name verzoekt de Commissie Spanje bepalingen in te voeren die duidelijkheid verschaffen over het beloningsbeleid van de icbe-beheerders en over procedures bij inbreuken op de voorschriften van de richtlijn. Indien er binnen twee maanden geen bevredigend antwoord komt van de nationale autoriteiten, kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.
Sluitingen
Verzekering: Commissie sluit vier procedures omdat lidstaten voorschriften voor verzekering en herverzekering hebben omgezet
De Europese Commissie is ingenomen met de omzetting van de voorschriften betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II - Richtlijn 2009/138/EG, en Omnibus II - Richtlijn 2014/51/EU) door Cyprus, Ierland, Letland en Portugal. Solvabiliteit II, een op risico gebaseerd prudentieel kader voor toezicht op verzekerings- en herverzekeringsondernemingen, heeft als doel polishouders en begunstigden te beschermen door de financiële soliditeit van verzekeringsmaatschappijen te garanderen. De Commissie heeft vandaag besloten de inbreukprocedures die in mei 2015 tegen deze lidstaten waren ingeleid, te sluiten.
Financiële diensten: Commissie sluit procedure omdat POLEN EU-voorschriften inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen heeft omgezet
De Commissie is ingenomen met de omzetting door Polen van de richtlijn inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (AIFMD) (Richtlijn 2011/61/EU). De richtlijn betreft beheerders van alternatieve beleggingsregelingen voor professionele beleggers. Het begrip "alternatieve beleggingsinstellingen" omvat hedgefondsen, private-equityfondsen, vastgoedfondsen en een breed scala van andere soorten institutionele fondsen. De Commissie heeft vandaag besloten de inbreukprocedure die in november 2014 tegen Polen was ingeleid, te sluiten.
-
6.Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf
(meer informatie: Lucia Caudet - tel. +32 229-56182, Maud Noyon - tel. +32 229-80379)
Aanmaningsbrieven
Overheidsopdrachten: Commissie verzoekt OOSTENRIJK belemmeringen voor toegang van marktdeelnemers tot doeltreffende rechterlijke toetsingsprocedure op te heffen
De Commissie heeft vandaag besloten Oostenrijk een aanmaningsbrief te sturen over belemmeringen voor toegang van marktdeelnemers tot een doeltreffende rechterlijke toetsing in procedures met betrekking tot overheidsopdrachten. In de huidige praktijk zijn bedrijven in Niederösterreich verplicht om het bemiddelingsorgaan te raadplegen voordat zij een verzoek om rechterlijke toetsing van een beslissing van een aanbestedende dienst indienen. De Oostenrijkse wetgeving maakt het voor de indiener van de klacht ook onmogelijk om tijdens de bemiddelingsprocedure doeltreffende voorlopige maatregelen te vragen, en staat de aanbestedende dienst toe om na vier weken het contract te sluiten, zelfs indien er geen akkoord is bereikt. De Commissie is van mening dat deze praktijken in strijd zijn met de EU-voorschriften betreffende de toepassing van beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken (richtlijn betreffende beroepsprocedures - Richtlijn 89/665/EEG van de Raad). Oostenrijk heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie besluiten Oostenrijk een met redenen omkleed advies te sturen.
Overheidsopdrachten op defensiegebied: Commissie start inbreukprocedures tegen 5 lidstaten
Vanaf het begin van haar mandaat heeft de Commissie-Juncker zich ingespannen om een sterk Europa te bouwen dat in staat is zijn burgers te beschermen, thuis en in het buitenland - een ambitie die niet kan worden verwezenlijkt zonder de defensie-uitgaven te bundelen en de voorwaarden voor een open en concurrerende Europese defensiemarkt te verbeteren. Tegen deze achtergrond en zoals aangekondigd in het Europees defensieactieplan ziet de Europese Commissie erop toe dat de regels inzake overheidsopdrachten op defensiegebied doeltreffend worden toegepast, om ondernemingen te helpen grensoverschrijdend zaken te doen en lidstaten te helpen de beste prijs-kwaliteitsverhouding te krijgen. Vandaag heeft de Europese Commissie besloten aanmaningsbrieven te zenden aan Denemarken, Italië, Nederland, Polen en Portugal omdat zij de EU-regels inzake overheidsopdrachten op de defensie- en de veiligheidsmarkt niet of onjuist toepassen. De vandaag ingeleide inbreukprocedures hebben betrekking op de rechtstreekse gunning door Italië, Polen en Portugal van een aantal defensiecontracten aan nationale leveranciers in strijd met de richtlijn overheidsopdrachten op defensiegebied. Op grond van deze richtlijn zijn aanbestedende diensten verplicht om — afgezien van nauwkeurig omschreven uitzonderingen — contracten toe te kennen door toepassing van één van de procedures voor het plaatsen van opdrachten die zijn vastgesteld in artikel 25 van Richtlijn 2009/81/EG en hun voornemen bekend te maken door middel van een bericht van openbare inschrijving in de database Tenders Electronic Daily (TED).Wat Denemarken en Nederland betreft, maakt de Commissie zich zorgen over het feit dat deze twee landen ongerechtvaardigde compensatieverplichtingen hebben ingevoerd waardoor van niet-nationale leveranciers compensatie wordt verlangd wanneer defensiematerieel van hen wordt aangekocht. Compensatieverplichtingen zijn restrictieve maatregelen die een belemmering voor het vrije verkeer van goederen en diensten vormen en zijn onverenigbaar met het EU-Verdrag en met de juiste omzetting en toepassing van de richtlijn. De lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten die de Commissie heeft aangevoerd. Zie voor meer informatie het volledigepersbericht.
-
7.Justitie, consumentenzaken en gendergelijkheid
(meer informatie: Christian Wigand - tel. +32 229-62253, Melanie Voin - tel. +32 229-58659)
Met redenen omklede adviezen
Strafrecht: Commissie verzoekt 4 lidstaten om omzetting van regels ter facilitering van uitwisseling van bewijzen in EU
Vandaag heeft de Europese Commissie Bulgarije, Luxemburg, Oostenrijk en Spanje een met redenen omkleed advies gestuurd wegens niet-omzetting van de EU-regels betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken (Richtlijn 2014/41/EU) in nationaal recht. Op basis van wederzijdse erkenning verplicht de richtlijn de lidstaten om een verzoek om bewijs vanuit een andere lidstaat op dezelfde wijze en onder dezelfde voorwaarden te erkennen en uit te voeren als een verzoek van een nationale autoriteit. Hierdoor wordt de strijd tegen misdaad en terrorisme op Europees niveau veel sneller en efficiënter. De lidstaten moesten de EU-voorschriften inzake het Europees onderzoeksbevel uiterlijk 22 mei 2017 in hun nationale wetgeving hebben omgezet. De Commissie heeft in juli 2017 aanmaningsbrieven naar de betrokken lidstaten verzonden. Als de betrokken lidstaten hun verplichtingen niet binnen twee maanden nakomen, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.
Procedurele rechten: Commissie dringt bij BULGARIJE aan op omzetting van EU-wetgeving betreffende recht op toegang tot advocaat
De Commissie heeft een met redenen omkleed advies uitgebracht waarin zij Bulgarije oproept om informatie te verstrekken over de wijze waarop de richtlijn betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures (Richtlijn 2013/48/EU) wordt omgezet in nationaal recht. In de EU heeft eenieder die wordt verdacht van een strafbaar feit een fundamenteel recht op een eerlijk proces en op verdediging. De richtlijn betreffende het recht op toegang tot een advocaat draagt ertoe bij dat dit grondrecht wordt gerespecteerd. De richtlijn moest uiterlijk op 27 november 2016 in nationaal recht zijn omgezet. De Commissie heeft Bulgarije in januari 2017 een aanmaningsbrief toegezonden. Tot dusverre heeft Bulgarije de Commissie nog niet in kennis gesteld van nationale regels ter uitvoering van deze EU-regelgeving. Daarom heeft de Commissie besloten Bulgarije een met redenen omkleed advies te sturen. Als Bulgarije zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.
Commissie verzoekt FINLAND om correcte omzetting van EU-voorschriften inzake oneerlijke handelspraktijken
De Commissie verzoekt Finland snel maatregelen te nemen om de EU-wetgeving betreffende oneerlijke handelspraktijken (Richtlijn 2005/29/EG) op een correcte manier om te zetten in nationaal recht. De richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken beschermt consumenten tegen oneerlijke handelspraktijken en waarborgt dat zij niet worden misleid of blootgesteld aan agressieve marketing. Deze voorschriften leggen aan handelaren hoge professionele normen bij hun handelspraktijken jegens consumenten op. De Commissie heeft Finland in april 2014 een aanmaningsbrief gestuurd, en in maart 2015 een aanvullende aanmaningsbrief, over een aantal kwesties met betrekking tot de richtlijn. Eén kwestie is echter nog niet opgelost. Het aanbieden van gesponsorde redactionele inhoud in de media, zonder vermelding dat een onderneming ervoor heeft betaald, moet duidelijk worden gedefinieerd als een praktijk die op de zwarte lijst is geplaatst. Dit is niet het geval in de Finse wetgeving, en Finland heeft hiervoor geen bevredigende verklaring gegeven. Daarom heeft de Commissie besloten Finland een met redenen omkleed advies te sturen. Indien Finland binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.
Rechten van burgers: Commissie verzoekt LITOUWEN EU-burgers gelijke rechten te verlenen om zich aan te sluiten bij politieke partij
De Commissie heeft in een met redenen omkleed advies Litouwen opgeroepen om de nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met de politieke rechten van EU-burgers. Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (de artikelen 20 en 22 VWEU) verleent EU-burgers het recht om te stemmen en zich verkiesbaar te stellen bij gemeentelijke en Europese verkiezingen in het EU-land waar zij woonachtig zijn, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die lidstaat. De Litouwse wetgeving laat momenteel niet toe dat burgers van andere EU-landen die in Litouwen wonen, zich aansluiten bij een politieke partij onder dezelfde voorwaarden als Litouwers. Dit is een duidelijke vorm van discriminatie van EU-burgers, in het bijzonder van degenen die er minder dan vijf jaar zijn gevestigd of van wie de periode van vestiging is onderbroken. In het kader van de inspanningen om de rechten die voortvloeien uit het EU-burgerschap te bevorderen, verzoekt de Commissie de Litouwse autoriteiten om actie te ondernemen en heeft zij besloten Litouwen een met redenen omkleed advies te sturen. Als de Litouwse autoriteiten hun verplichtingen niet binnen twee maanden nakomen, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU. De Commissie hoopt dat deze kwestie kan worden opgelost vóór de volgende gemeenteraadsverkiezingen, die in februari 2019 plaatsvinden, zodat alle EU-burgers die in Litouwen wonen deel kunnen nemen aan het democratische leven in Litouwen.
-
8.Maritieme zaken en visserij
(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172, Iris Petsa - tel. +32 229-93321)
Met redenen omkleed advies
Behoud van biologische rijkdommen van de zee: Commissie verzoekt PORTUGAL exclusieve bevoegdheid van EU voor gemeenschappelijk visserijbeleid te respecteren
De Commissie heeft vandaag besloten Portugal een met redenen omkleed advies te sturen wegens niet-naleving van de exclusieve interne en externe bevoegdheid van de EU voor de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee. De EU heeft een exclusieve bevoegdheid op het gebied van de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (artikel 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, VWEU). De bevoegdheden van de EU op intern niveau geven de EU tevens de exclusieve bevoegdheid tot het aangaan van internationale verbintenissen met andere staten en/of internationale organisaties met het oog op de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee. De initiatieven die Portugal heeft genomen jegens de Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) en de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) zijn in strijd met de exclusieve bevoegdheid van de EU. Zij zijn genomen in het kader van een reeds lopende procedure bij de NEAFC, die is ingeleid met de volledige steun van de EU en die is gericht op het voorkomen van significante effecten van bodemvisserijactiviteiten op kwetsbare mariene ecosystemen. De Commissie is van mening dat een dergelijke aanpak in strijd is met het EU-recht. Als Portugal niet binnen twee maanden een bevredigend antwoord geeft, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.
-
9.Mobiliteit en vervoer
(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172, Alexis Perier - tel. +32 229-69143)
Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie
Duurzaam vervoer: Commissie daagt MALTA en ROEMENIË voor Hof wegens niet-omzetting van de EU-voorschriften betreffende uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen
De Europese Commissie heeft vandaag besloten Malta en Roemenië voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat zij geen kennis hebben gegeven van hun nationale beleidskaders ter uitvoering van Richtlijn 2014/94/EU betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen. De nationale beleidskaders zijn het voornaamste instrument om te zorgen dat er op gecoördineerde wijze voldoende infrastructuur voor alternatieve brandstoffen wordt aangelegd, met inbegrip van oplaadpunten voor elektrische voertuigen en tankpunten voor aardgas en waterstof. De vaststelling van die kaders draagt er tevens toe bij versnippering van de interne markt te voorkomen dankzij een gecoördineerde invoering van alternatieve brandstoffen. De lidstaten moesten de Commissie uiterlijk op 18 november 2016 kennis geven van hun nationale beleidskader. Tot dusverre hebben Malta en Roemenië dit nog niet gedaan, ondanks een aanmaningsbrief en een met redenen omkleed advies die de Commissie op respectievelijk 15 februari en 13 juli 2017 heeft verstuurd. Het versnellen van de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen is essentieel om resultaten te kunnen voorleggen op het vlak van schone en concurrerende mobiliteit voor alle Europeanen, zoals door de Commissie is aangekondigd in het in november 2017 vastgestelde pakket "schone mobiliteit". Zie voor meer informatie het volledigepersbericht.
Met redenen omklede adviezen
Technische controle: Commissie dringt bij lidstaten aan op omzetting van nieuwe voorschriften voor verbetering van verkeersveiligheid
De Commissie heeft vandaag 6 lidstaten verzocht om volledige omzetting van het "pakket inzake technische controles", dat in 2014 is vastgesteld en dat als doel heeft de technische controle van voertuigen in de EU, en daarmee ook de verkeersveiligheid, te verbeteren. Dit pakket bestaat uit drie EU-richtlijnen die uiterlijk op 20 mei 2017 door de lidstaten moesten zijn omgezet. Tot nu toe is dit echter niet - of slechts gedeeltelijk - gebeurd in Cyprus, Duitsland, Ierland, Roemenië, Slowakije en Tsjechië. In de eerste plaats hebben Roemenië, Slowakije en Tsjechië nagelaten nationale maatregelen ter omzetting van de herziene voorschriften voor de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangers (Richtlijn 2014/45/EU) vast te stellen, bekend te maken en aan de Commissie mee te delen. De richtlijn geldt voor personenauto's, vrachtwagens, bussen, motorrijwielen, trekkers en opleggers, en bepaalt de bij de technische controle te controleren punten, de testmethoden en de gebreken en de beoordeling daarvan. De richtlijn bevat tevens minimumvoorschriften voor de controlefaciliteiten, de opleiding van inspecteurs en de toezichthoudende organen. In de tweede plaats hebben Cyprus, Ierland en Slowakije geen nationale maatregelen ter omzetting van de herziene voorschriften betreffende de registratiedocumenten voor voertuigen (Richtlijn 2014/46/EU) vastgesteld, bekendgemaakt of aan de Commissie meegedeeld. De richtlijn verplicht de lidstaten om elektronische voertuigregisters met geharmoniseerde inhoud op te zetten, en stelt de procedure vast die moet worden gevolgd wanneer een voertuig bij een periodieke technische controle wordt afgekeurd. Tot slot hebben Duitsland, Ierland, Slowakije en Tsjechië nagelaten nationale maatregelen ter omzetting van de herziene voorschriften voor technische controles van bedrijfsvoertuigen lang de weg (Richtlijn 2014/47/EU) vast te stellen, bekend te maken en aan de Commissie mee te delen. Deze richtlijn voorziet in gemeenschappelijke regels voor de technische controle langs de weg van vrachtwagens, bussen, trekkers en opleggers. De Commissie heeft deze verzoeken verstuurd in de vorm van een met redenen omkleed advies. Alle betrokken lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te antwoorden; anders kan de Commissie hen voor het Hof van Justitie van de EU dagen.
Wegvervoer: Commissie verzoekt 3 lidstaten uitvoering te geven aan EU-voorschriften betreffende maximaal toegestane gewichten en afmetingen van voertuigen
De Commissie heeft Cyprus, Roemenië en Tsjechië vandaag verzocht haar in kennis te stellen van de nationale maatregelen ter uitvoering van de herziene Europese voorschriften betreffende de maximaal toegestane gewichten en afmetingen van voertuigen (Richtlijn (EU) 2015/719). Deze voorschriften, die betrekking hebben op het internationale verkeer, spelen een belangrijke rol bij de werking van de interne markt en het vrije verkeer van goederen in Europa. De richtlijn voorziet onder meer in afwijkingen voor zware vrachtwagens met verbeterde aerodynamische prestaties, of die met alternatieve brandstoffen worden aangedreven. Dit stimuleert het gebruik van schonere voertuigen, die langer of zwaarder kunnen zijn dan conventionele voertuigen. Deze richtlijn moest uiterlijk op 7 mei 2017 door de lidstaten zijn omgezet. Alle betrokken lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van alle maatregelen die zij hebben genomen om te zorgen voor de volledige omzetting van de richtlijn. Als zij dat niet doen, kan de Commissie deze zaken voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.
Aanmaningsbrieven
Binnenvaart: Commissie verzoekt BELGIË aan EU-voorschriften inzake bevrachting en prijsvorming te voldoen
De Commissie heeft vandaag besloten België een aanmaningsbrief te sturen omdat de nationale vereisten met betrekking tot de bevrachting en prijsvorming in de binnenvaart niet verenigbaar zijn met het EU-recht (Richtlijn 96/75/EG van de Raad). Volgens de richtlijn mogen op het gebied van het nationale en internationale goederenvervoer door de betrokken partijen vrij overeenkomsten worden gesloten en mag vrij over de prijzen worden onderhandeld. België heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.
-
10.Belastingen en douane-unie
(meer informatie: Vanessa Mock - tel. +32 229-56194, Patrick Mc Cullough - tel. +32 229-87183)
Met redenen omkleed advies
Belastingen: Commissie verzoekt ITALIË om opheffing van beperkingen op vrij kapitaalverkeer bij beleggingen in onroerend goed
De Europese Commissie heeft vandaag besloten Italië een met redenen omkleed advies te sturen omdat niet-Italiaanse EU-burgers die niet van plan zijn zich in Italië te vestigen, worden uitgesloten van het verlaagde tarief voor hun eerste aankoop van een niet-luxueuze woning op Italiaans grondgebied. Deze beperking is in strijd met de EU-voorschriften betreffende het vrije verkeer van kapitaal (artikel 63 VWEU) dat het recht op het vrije verkeer van kapitaal in de EU waarborgt. Indien Italië binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.
Aanmaningsbrief
Belastingen: Commissie verzoekt VERENIGD KONINKRIJK zijn nationale praktijken inzake btw-mini-éénloketsysteem aan te passen aan EU-voorschriften
De Commissie heeft vandaag besloten het Verenigd Koninkrijk een aanmaningsbrief te sturen omdat het nalaat de bankgegevens van iedere belastingplichtige die zich heeft ingeschreven voor het onlangs overeengekomen EU-brede systeem voor de inning van btw over de online verkoop van e-diensten (btw-mini-éénloketsysteem) te verzamelen en door te geven aan de andere lidstaten. Deze praktijk is in strijd met de voorschriften van de EU over administratieve samenwerking (Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 815/2012 van de Commissie). Momenteel moeten lidstaten die een teruggaaf aan belastingplichtigen in het VK willen verrichten, per geval aanvullende informatie verzamelen, waardoor vertraging optreedt. Als het Verenigd Koninkrijk binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie de autoriteiten van deze lidstaat een met redenen omkleed advies toesturen.
-
11.Beginselen van de Verdragen
(meer informatie: Alexander Winterstein - tel. +32 229-93265, Uldis Šalajevs - tel. +32 229-67560)
Met redenen omkleed advies
Overheidsaansprakelijkheid: Commissie dringt bij SPANJE aan op naleving van EU-voorschriften inzake gelijkwaardigheids- en doeltreffendheidsbeginsel
De Commissie heeft vandaag besloten Spanje een met redenen omkleed advies te sturen omdat de Spaanse voorschriften in strijd zijn met het gelijkwaardigheids- en/of doeltreffendheidsbeginsel. De huidige nationale bepalingen inzake de wettelijke regeling en de gemeenschappelijke administratieve procedures voor de publieke sector beperken de procedurele en materiële autonomie van de lidstaten met betrekking tot de voorwaarden voor de vergoeding van schade veroorzaakt door wetgevingshandelingen. De Spaanse wetgeving kent minder gunstige voorwaarden voor aansprakelijkstelling wegens schending van het EU-recht dan voor aansprakelijkstelling wegens schending van de Spaanse grondwet. Voorts bevat zij procedurevoorschriften die niet in overeenstemming zijn met de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU. De litigieuze nationale bepalingen maken het dus uiterst moeilijk de overheid aansprakelijk te stellen wegens schending van het EU-recht, wat negatieve gevolgen voor de doeltreffendheid van het recht van de Unie heeft. De Commissie heeft met een aanmaningsbrief aan de Spaanse autoriteiten in juni 2017 een inbreukprocedure ingeleid. Spanje heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.
MEMO/18/349
Contactpersoon voor de pers:
Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail |