EU-top Oostelijk Partnerschap 2017: twintig concrete doelen gesteld
DEN HAAG (PDC i) - Tijdens de top top van het Oostelijk Partnerschap i op 24 november zijn twintig concrete doelen gesteld die de 28 lidstaten i van de Europese Unie i en de zes landen van het Oostelijk Partnerschap bereikt willen hebben in 2020. Het gaat hier voornamelijk om politieke en economische doelen zoals bijvoorbeeld het ontwikkelen van een nieuwe communicatiestrategie en het investeren in efficiënte energieprojecten. De slotverklaring waarin de deelnemende landen hun inzet vastleggen, is door iedereen ondertekend.
Ook zijn er tijdens deze top een aantal overeenkomsten gesloten, zoals een bilaterale partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst met Armenië. Met dat land is daarnaast ook de aanzet gegeven voor een luchtvaartovereenkomst (Common Aviation Area Agreement). Als laatste zijn de deelnemende landen overeengekomen de connectiviteit in de transportsector te verbeteren en daarbij gemeenschappelijke prioriteiten op dit gebied te identificeren (TEN-T).
Het Oostelijk Partnerschap is gericht op het aangaan van politieke samenwerking en economische integratie met Armenië, Azerbeidzjan, Wit-Rusland, Georgië, Moldavië en Oekraïne. Centraal staan de gedeelde Europese waarden. Eens in de twee jaar vindt een speciale top plaats. De regeringsleiders van de deelnemende landen waren aanwezig bij deze top. Namens Nederland was Halbe Zijlstra i bij de top in plaats van Mark Rutte i. Ook waren namens de EU Jean-Claude Juncker i, Donald Tusk i, Federica Mogherini i, Johannes Hahn i en Cecilia Malmström i aanwezig.