Zeven vragen en antwoorden over het emissiehandelssysteem (ETS)

Met dank overgenomen van GroenLinks i, gepubliceerd op dinsdag 7 november 2017.

Emissiehandel is de hoeksteen van het Europese klimaatbeleid. Maar hoe werkt het nou precies? En hoe draagt het bij aan het behalen van de doelen uit het klimaatakkoord van Parijs? Wij beantwoorden de zeven meestgestelde vragen over EU ETS.

  • 1. 
    Wat is ETS?

ETS staat voor Emissions Trading System en is het Europese handelssysteem voor het recht om CO2 uit te mogen stoten.

In theorie moet een bedrijf voor de uitstoot van CO2 'rechten' op de markt kopen. Een eenheid staat voor een ton CO2. Hoe minder CO2 een bedrijf uitstoot, hoe minder rechten het hoeft te kopen. Het loont dan voor bedrijven om te investeren in een andere manier van produceren die minder CO2-uitstoot veroorzaakt. Ondertussen verminderen we jaar na jaar het totale aanbod van CO2-rechten, waardoor de prijs om CO2 uit te mogen stoten, steeds oploopt.

Op dit moment moeten ongeveer elfduizend energiebedrijven en industriële installaties in meer dan dertig landen CO2-rechten kopen op de Europese markt. Momenteel wordt ongeveer de helft van de beschikbare rechten geveild aan de hoogste bieder, de rest van de rechten wordt gratis weggegeven.

Iets meer dan de helft van onze uitstoot van broeikasgassen valt trouwens niet onder ETS. Voor deze sectoren, bijvoorbeeld de transportsector, hebben we aparte afspraken gemaakt. Ook voor gebouwen (verwarming en isolatie) gelden aparte regels.

  • 2. 
    Wat is er mis met het ETS?

Het ETS heeft als doel om vervuilers te laten betalen voor hun CO2-uitstoot. Het probleem is echter dat er al jaren teveel aanbod aan rechten op de markt is, met als gevolg dat de prijs te laag blijft. In de introductieperiode zijn er zoveel gratis rechten cadeau gedaan, dat de markt helemaal is ingezakt. Vervolgens kwam de economische crisis en was de productie veel lager dan verwacht, waardoor we met een overschot van meer dan twee miljard emissierechten zitten.

Voor de uitstoot van een ton CO2 betaal je onder ETS nu zo'n zes euro, dat is veel te laag om de benodigde innovatie van de grond te krijgen.

Overigens vraagt een deel van het bedrijfsleven ook om een hogere CO2-prijs. De energiesector staat zelfs te springen om een stevige CO2-prijs. Het is een absolute must om de energietransitie, waar de sector middenin zit, door te drukken. Dan gaat het trouwens niet alleen om de overstap naar duurzame energie. Voor de overgang van kolen naar gas is bijvoorbeeld een prijs van dertig euro per ton CO2 nodig. Zelfs Shell maakt zich daarom hard voor een stevige hervorming.

Vanaf 2019 treed een nieuw mechanisme in werking dat langzaam het overschot aan rechten in een apart fonds stopt, het zogenaamde Market Stability Reserve. Dat gaat echter veel te langzaam. Als we dit mechanisme niet aanscherpen, dan zitten we nog jaren met een extreem lage prijs. Ook moeten de rechten niet eeuwig in een fonds boven de markt blijven hangen, GroenLinks wil zoveel mogelijk rechten compleet schrappen. Dat schept duidelijkheid voor investeerders.

  • 3. 
    En hoe zit het met al die gratis rechten die zijn weggegeven?

Naast het grote overschot aan emissierechten in de markt, is er nog een ander probleem. Ongeveer de helft van de rechten wordt gratis weggegeven om de industrie te beschermen tegen oneerlijke concurrentie uit landen waar er geen prijs op CO2-uitstoot staat. Carbon leakage in klimaatjargon.

Dat is veel te veel.

Sectoren die het helemaal niet nodig hebben mogen gratis uitstoten. Zelfs bedrijven die helemaal niet op een internationale markt opereren krijgen standaard een grote hoeveelheid gratis rechten. Daarnaast zijn er voor een heleboel sectoren betere beschermingsmaatregelen in te voeren, zonder dat de gratis rechten de prikkel tot innovatie wegnemen. De industrie ziet dat echter helemaal niet zitten, want met al die gratis rechten hoeven ze nu mooi niets te doen. Sterker nog, in het ergste geval kunnen ze er zelfs geld aan verdienen door hun gratis verkregen rechten weer door te verkopen.

  • 4. 
    Als ETS niet functioneert, moeten we dan niet gewoon een CO2-belasting invoeren?

Nee. Allereerst is emissiehandel economisch gezien het meest efficiënt en geeft het garanties dat de uitstoot ook daadwerkelijk teruggedrongen wordt. Bij een belasting staat de prijs vast en bepaalt de markt de hoeveelheid uitstoot. Je mag kunt immers zoveel uitstoten als je wilt, als je de belasting maar betaalt.

Bij emissiehandel staat de toegestane uitstoot vast en bepaalt de markt de prijs. Met het jaarlijks afnemende emissieplafond van het ETS controleren we dus precies hoeveel CO2 er de lucht ingaat, bij een belasting niet. Bijkomend voordeel: zolang de markt centraal staat, kan je op meer steun van de liberalen rekenen. En dat is hard nodig om de conservatieve meerderheid die op de rem staat bij elke klimaatmaatregel te breken.

Daarnaast zal een betekenisvolle Europese CO2-belasting nooit van de grond komen. Europese belastingvoorstellen vereisen (helaas) unanieme steun van de EU-landen. Polen heeft dan dus volledig vrij spel. Besluiten rondom het emissiehandelssysteem gaan daarentegen via gekwalificeerde meerderheid. Dat maakt de besluitvorming stukken soepeler en de uitkomst ambitieuzer. Verwacht trouwens ook niet dat de industriële tegenlobby die zo actief op ETS is, bij de invoering van een belasting ineens op de handen gaat zitten.

Uiteraard zou je het beleid kunnen nationaliseren. Maar dan gebeurt er helemaal niets in Oost-Europa. Dat zou niet alleen nadelig zijn voor het klimaat, maar ook de concurrentie niet ten goede komen. En daarbij, het één sluit het ander niet uit. Niets staat Nederland in de weg om verder te gaan. Bijvoorbeeld via de invoering van een minimumprijs.

  • 5. 
    Halen we de klimaatdoelen van Parijs met ETS?

In het klimaatakkoord van Parijs staan geen concrete doelen anders dan de belofte om de opwarming van de aarde ruim onder de twee graden - en het liefst anderhalve graad - te houden. Volgens wetenschappers betekent ‘Parijs’ dat we in de ETS sectoren rond 2040 geen broeikasgassen meer mogen uitstoten. De ETS-sectoren hebben namelijk veel mogelijkheden om de uitstoot terug te dringen of op te vangen. Sectoren die buiten ETS vallen, en waar minder relatief eenvoudige oplossingen zijn, zoals landbouw, krijgen op die manier meer tijd.

Met voorstellen die momenteel op tafel liggen is de uitstoot van ETS-sectoren echter pas tot nul gereduceerd rond 2058, achttien jaar te laat dus! GroenLinks zet zich daarom hard in om het percentage waarmee het uitstootplafond in ETS jaarlijks afneemt flink op te hogen, zodat het emissiehandelssysteem Parijs-proef gemaakt wordt. De lage prijs is trouwens ook erg schadelijk, het zorgt ervoor dat de innovatie die nodig is om op de langere termijn de uitstoot voldoende terug te dringen, niet tot stand komt.

  • 6. 
    Dus dat gaan we repareren?

We moeten dus flink aan de bak.

  • Het overschot aan rechten moet uit de markt gehaald worden zodat de prijs omhoog gaat.
  • Het uitstootplafond moet jaarlijks met een hoger percentage naar beneden zodat ETS in lijn komt met onze verplichtingen in het Parijsakkoord.
  • En we moeten ophouden met het weggeven van gratis rechten aan sectoren die het helemaal niet nodig hebben.

Momenteel is er een uitgelezen kans om dat aan te pakken, want Europa werkt nu aan het updaten van de wetgeving voor de periode 2021-2030. Maar het is een zware strijd. De verslaving aan gratis rechten, angst voor verandering, en slappe knieën van veel politici, lijken echte vooruitgang dwars te zitten. In plaats van een grondige hervorming dreigen we dus enkel aan damage control te gaan doen. Een oplapbeurt. Het emissiehandelssysteem zal een bodemprijs garanderen, maar dat zal niet voldoende zijn om de economische omslag teweeg te brengen die klimaatverandering vereist. Daardoor is etxtra beleid enorm belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan bindende doelstellingen voor energiebesparing en duurzame energie. Dat dwingt de industrie om ondanks een lage ETS-prijs, toch te innoveren.

  • 6. 
    Kunnen individuele landen, zoals Nederland, dan meer doen?

Nationale politici roepen graag dat ze meer ambitie willen, en wijzen vervolgens naar Brussel wanneer gevraagd wordt waar die ambitie blijft. Daar moet een einde aan komen. GroenLinks wil daarom dat EU-landen eenvoudig vrijgekomen ETS-rechten kunnen schrappen, bijvoorbeeld wanneer een kolencentrale sluit. Zo voorkomen we dat de prijs van ETS-rechten daalt zodra een land goede klimaatmaatregelen neemt. Het ziet ernaar uit dat het gratis schrappen van rechten door overheden inderdaad mogelijk wordt. Zo kunnen overheden rechten schrappen die ‘overblijven’ na extra klimaatbeleid en voorkomen we dat minder ambitieuze EU-landen profiteren van de extra vrijgekomen rechten en van een mogelijke daling van de ETS-prijs. Dan vormt dat dus geen geldige smoes meer voor de Nederlandse regering om kolencentrales op te houden.

Maar ook nu, onder de huidige regels, zijn landen al volledig vrij om verder te gaan dan de minimumregels die de EU afspreekt. Zo kunnen we in Nederland per direct een minimumprijs voor ETS-rechten invoeren. Dan zetten we pas echt forse stappen.

  • 7. 
    Hoe zit het nu met luchtvaart en ETS?

Vluchten die volledig binnen de EU plaatsvinden vallen onder ETS. Ze krijgen echter teveel rechten, en nog eens gratis ook. Gemiddeld zelf nog veel meer dan de andere sectoren die onder ETS vallen. GroenLinks probeert daar verandering te brengen. Er is trouwens ook al jaren een strijd om vliegverkeer van en naar Europa ook onder ETS te laten vallen. Zo proberen de Groenen in het Europees Parlement druk op internationale onderhandelingen te houden, maar dat is een heel verhaal op zich. Hetzelfde geldt trouwens voor de internationale scheepvaart.