Inbreukenpakket voor mei – Deel 1: voornaamste beslissingen

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 17 mei 2017.

Overzicht per beleidsterrein

Het maandelijkse pakket inbreukbeslissingen betreft de gerechtelijke stappen van de Europese Commissie i ("de Commissie") tegen lidstaten die hun verplichtingen uit hoofde van het EU-recht i niet zijn nagekomen. De beslissingen betreffen diverse sectoren en beleidsterreinen van de EU i en moeten ervoor zorgen dat het EU-recht correct wordt toegepast. Daar hebben zowel burgers als bedrijven baat bij.

De voornaamste beslissingen van de Commissie worden hieronder weergegeven, gegroepeerd per beleidsterrein. Ook sluit de Commissie 65 procedures waarin de problemen met de betrokken lidstaten zijn opgelost, zodat de Commissie de procedure niet hoeft voort te zetten.

Daarnaast heeft de Commissie vandaag besloten een aantal aanmaningsbrieven te versturen. Nadere gegevens hierover vindt u in deel 2: MEMO/17/1281.

Zie voor nadere informatie over de EU-inbreukprocedure MEMO/12/12. Zie voor meer details over alle beslissingen het register van inbreukbeslissingen.

  • 1. 
    Onderwijs, jongeren, sport en cultuur

(meer informatie: Nathalie Vandystadt - tel. +32 229-67083, Joseph Waldstein - tel. +32 229-56184)

Afsluiting

Vrij verkeer van studenten: Commissie sluit inbreukprocedure tegen OOSTENRIJK

De Commissie bekrachtigt de door Oostenrijk toegepaste quotaregeling voor de studie geneeskunde, die zij noodzakelijk acht voor de bescherming van het Oostenrijkse gezondheidszorgstelsel, maar verzoekt het land de voor de studie tandheelkunde geldende quota af te schaffen. Zij heeft vandaag besloten de al geruime tijd tegen Oostenrijk gevoerde inbreukprocedure in verband met de beperkte toegang van studenten uit andere lidstaten tot de studies genees- en tandheelkunde te sluiten, en staat Oostenrijk alleen toe de quota voor de studie geneeskunde te handhaven, maar niet die voor de studie tandheelkunde. Op basis van de door de Oostenrijkse autoriteiten verstrekte gegevens heeft zij geconcludeerd dat de huidige quotaregeling voor de studie geneeskunde gerechtvaardigd en evenredig is ter bescherming van het Oostenrijkse stelsel van openbare gezondheidszorg, en kan blijven bestaan. Desondanks verzoekt zij Oostenrijk de situatie van nabij te blijven volgen en haar om de vijf jaar verslag uit te brengen over de noodzaak om de beperkingen te handhaven. Daarentegen is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de geldende beperkingen voor de studie tandheelkunde niet gerechtvaardigd zijn omdat een tekort aan tandartsen in Oostenrijk niet waarschijnlijk is. De inbreukprocedure wordt dan ook gesloten, op voorwaarde dat deze beperkingen tijdig vóór de aanvang van het academisch jaar 2019-2020 worden opgeheven. Is dat niet het geval, dan behoudt de Commissie zich het recht voor de inbreukprocedure voort te zetten. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

  • 2. 
    Milieu

(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172, Iris Petsa - tel. +32 229-93321)

Verwijzing naar het Hof van Justitie van de Europese Unie i

Afval: Commissie daagt ITALIË voor Hof in verband met verzuim 44 stortplaatsen te saneren of te sluiten

De Commissie daagt Italië voor het Hof van Justitie van de EU omdat het 44 stortplaatsen, die een ernstig risico voor de menselijke gezondheid en het milieu vormen, heeft gesaneerd noch gesloten. Ondanks eerdere aanmaningen van de Commissie heeft Italië geen maatregelen genomen om 44 niet-conforme stortplaatsen te saneren of te sluiten, zoals wordt voorgeschreven door artikel 14 van de stortplaatsrichtlijn (Richtlijn 1999/31/EG van de Raad). Net als andere lidstaten moest Italië uiterlijk op 16 juli 2009 de stortplaatsen waarvoor een vergunning was afgegeven of die vóór 16 juli 2001 reeds in gebruik waren ("bestaande stortplaatsen") hetzij saneren om ze in overeenstemming te brengen met de in de richtlijn neergelegde veiligheidsnormen, hetzij sluiten. Aangezien er onvoldoende vooruitgang werd geboekt bij het aanpakken van deze problematiek heeft de Commissie Italië in juni 2015 een aanvullend met redenen omkleed advies gestuurd met het dringende verzoek om passende maatregelen te nemen voor 50 stortplaatsen die nog altijd een bedreiging voor de menselijke gezondheid en het milieu vormden. Ondanks enige vooruitgang zijn de maatregelen die nodig zijn om de 44 stortplaatsen te verbeteren of te sluiten, in mei 2017 nog steeds niet afgerond. Om meer vaart achter het proces te zetten, daagt de Commissie Italië voor het Hof van Justitie van de EU. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omkleed advies

Stedelijk afvalwater: Commissie maant ITALIË voor laatste keer aan erop toe te zien dat stedelijk afvalwater adequaat wordt opgevangen en behandeld

De Commissie heeft vandaag besloten Italië een aanvullend met redenen omkleed advies te sturen omdat het niet heeft voldaan aan zijn verplichting om erop toe te zien dat alle agglomeraties met meer dan 2 000 inwoners beschikken over geschikte systemen voor het opvangen en behandelen van stedelijk afvalwater, zoals vereist op grond van de EU-voorschriften (Richtlijn 91/271/EEG van de Raad). Volgens de Commissie handelen 758 agglomeraties in 18 verschillende regio's/autonome provincies met in totaal meer dan 18 miljoen inwoners (Abruzzo, Basilicata, Calabria, Campania, Friuli-Venezia Giulia, Lazio, Liguria, Lombardia, Marche, Piemonte, Puglia, Sardegna, Sicilia, Toscana, Trento, Umbria, Valle d'Aosta en Veneto) in strijd met verschillende bepalingen van de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (Richtlijn 91/271/EEG van de Raad). Bovendien wordt in 32 kwetsbare gebieden niet voldaan aan de verplichting tot vermindering van de hoeveelheid fosfor en stikstof die in zuiveringsinstallaties terechtkomt. Dit aanvullend met redenen omkleed advies biedt Italië de mogelijkheid om actuele informatie in te dienen over de vooruitgang die is geboekt in alle agglomeraties en kwetsbare gebieden ten aanzien waarvan het heeft erkend dat de voorschriften niet worden nageleefd, en om verdere toelichtingen te verstrekken over alle gevallen waarvoor het heeft verklaard dat wel aan de voorschriften wordt voldaan, maar waarvoor uit het door de Commissie verzamelde bewijsmateriaal het tegendeel blijkt. Italië voldoet nu al meer dan tien jaar niet aan de voorschriften. Dit houdt voor een groot aantal agglomeraties significante risico's voor de volksgezondheid en het milieu in. De algemene en voortdurende schending door Italië van de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater wordt bevestigd in twee andere gevallen waarin het Hof Italië in 2012 en 2014 heeft veroordeeld en die betrekking hadden op 80 respectievelijk 24 agglomeraties. In december 2016 heeft de Commissie besloten Italië opnieuw voor het Hof te dagen en in de zaak betreffende 80 agglomeraties met meer dan 15 000 inwonerequivalenten financiële sancties voor te stellen. Italië heeft nu twee maanden de tijd om de situatie te verhelpen; anders kan de Commissie de zaak naar het Hof van Justitie van de EU verwijzen.

  • 3. 
    Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie

(meer informatie: Vanessa Mock — tel. +32 229-56194, Letizia Lupini - tel. +32 229-51958)

Met redenen omkleed advies

Financiële diensten: Commissie verzoekt vijf lidstaten uitvoering te geven aan EU-voorschriften op gebied van verzekeringen

De Commissie heeft Hongarije, Letland, Polen en Portugal verzocht om volledige omzetting van de Solvabiliteit II-richtlijn (Richtlijn 2009/138/EG) en de Omnibus II-richtlijn (Richtlijn 2014/51/EU), en Cyprus om volledige omzetting van de Omnibus II-richtlijn. Deze richtlijnen vervangen de 14 verzekerings- en herverzekeringsrichtlijnen die voorheen werden aangeduid als "Solvabiliteit I". Zij bieden een deugdelijk en solide prudentieel kader voor verzekeringsmaatschappijen in de EU, met inbegrip van kwantitatieve, governance- en rapportagevoorschriften, om de ontwikkeling van een interne markt voor verzekeringsdiensten te bevorderen. Deze nieuwe verzekeringsvoorschriften moeten zorgen voor de financiële soliditeit van verzekeringsmaatschappijen, zodat zij in moeilijke tijden risico's kunnen dekken. Deze richtlijnen zijn op 1 januari 2016 volledig in werking getreden en de uiterste termijn voor de omzetting ervan in nationaal recht was 31 maart 2015. De bovengenoemde lidstaten hebben de Commissie evenwel niet in kennis gesteld van alle maatregelen die nodig waren voor de volledige omzetting van deze voorschriften in nationaal recht. De Commissie doet haar verzoek in de vorm van een met redenen omkleed advies, dat volgt op de aanmaningsbrieven die in mei 2015 aan deze lidstaten zijn toegestuurd. Zij hebben deze brieven weliswaar beantwoord, maar de Commissie is van oordeel dat de richtlijnen in deze lidstaten nog niet volledig zijn omgezet. Als de betrokken lidstaten niet binnen twee maanden aan dit advies gevolg geven, kunnen zij voor het Hof van Justitie van de EU worden gedaagd.

  • 4. 
    Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf

(meer informatie: Lucia Caudet - tel. +32 229-56182, Mirna Talko - tel. +32 229-87278)

Verwijzing naar het Hof van Justitie van de Europese Unie

Concessies voor autosnelwegen: Commissie daagt ITALIË voor Hof van Justitie van de EU

De Commissie heeft vandaag besloten Italië voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat het inbreuk op het EU-recht heeft gemaakt door een concessieovereenkomst voor een autosnelweg te verlengen zonder voorafgaande aanbesteding. De Italiaanse autoriteiten hebben de concessieovereenkomst van de onderneming Società Autostrada Tirrenica p.A. (SAT S.p.A), die momenteel is belast is met de aanleg en het beheer van de autosnelweg A12 Civitavecchia-Livorno, met 18 jaar verlengd. De overeenkomst is verlengd zonder voorafgaande aanbesteding. De Commissie is van oordeel dat Italië zijn verplichtingen uit hoofde van de EU-voorschriften voor het plaatsen van overheidsopdrachten, met name Richtlijn 2004/18/EG, niet is nagekomen. Met de EU-voorschriften voor het plaatsen van overheidsopdrachten moet worden gewaarborgd dat alle marktdeelnemers een eerlijke kans krijgen om aan een aanbestedingsprocedure deel te nemen en een opdracht in de wacht te slepen. Volgens die voorschriften kan een nieuwe concessie slechts worden verleend na een openbare aanbestedingsprocedure, behalve in bijzondere, specifiek door het EU-recht geregelde gevallen. Een verlenging van een concessie is gelijk te stellen met een nieuwe concessie, zodat de verlenging van de geldigheidsduur van een concessieovereenkomst voor autosnelwegen zonder voorafgaande aanbesteding niet in overeenstemming met het EU-recht is, aangezien andere eventueel geïnteresseerde ondernemingen niet kunnen meedingen. De Commissie heeft haar bezorgdheid reeds geuit in een met redenen omkleed advies van oktober 2014 waarin zij Italië met klem heeft verzocht de schending van het EU-recht te verhelpen. Naar aanleiding van intensieve besprekingen met de Italiaanse autoriteiten en aangezien de door hen voorgestelde maatregelen de schending van het EU-recht niet zouden verhelpen, heeft de Commissie besloten Italië voor het Hof van Justitie van de EU te dagen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Aanmaningsbrief

Voertuigemissies: Commissie leidt inbreukprocedure tegen ITALIË in wegens schending van EU-voorschriften inzake voertuigtypegoedkeuring

De Commissie heeft vandaag besloten een inbreukprocedure tegen Italië in te leiden omdat het zijn verplichtingen uit hoofde van de EU-typegoedkeuringswetgeving voor voertuigen ten aanzien van Fiat Chrysler Automobiles niet is nagekomen. Op grond van het EU-recht is het aan de nationale autoriteiten om te controleren of een autotype aan alle EU-normen voldoet voordat het op de interne markt kan worden verkocht. Wanneer een autofabrikant zich niet aan de wettelijke vereisten houdt, moeten de nationale autoriteiten corrigerende maatregelen nemen (zoals het voorschrijven van een terugroepactie) en in het nationale recht voorziene doeltreffende, afschrikkende en evenredige sancties opleggen. De Commissie ziet nauwlettend toe op de naleving van deze voorschriften door de lidstaten en heeft reeds inbreukprocedures ingeleid tegen de lidstaten die typegoedkeuringen hebben afgegeven voor Volkswagen Group in de EU, omdat zij hun nationale bepalingen inzake sancties niet hebben toegepast hoewel de onderneming illegale software voor manipulatie-instrumenten heeft gebruikt. De onderhavige zaak heeft betrekking op informatie waarop de aandacht van de Commissie is gevestigd toen het Duitse ministerie van Vervoer haar in september 2016 heeft verzocht tussen de Duitse en de Italiaanse autoriteiten te bemiddelen in een geschil over NOx-emissies met betrekking tot voertuigen van een door Italië goedgekeurd type. In de loop van de bemiddelingsprocedure heeft de Commissie de door de Duitse typegoedkeuringsinstantie (Kraftfahrt-Bundesamt) overgelegde resultaten van de NOx-emissietests alsmede de uitgebreide technische informatie die Italië heeft verstrekt over de door FCA bij het betrokken autotype toegepaste emissiecontrolestrategieën aan een grondige beoordeling onderworpen. De EU-typegoedkeuringswetgeving verbiedt manipulatie-instrumenten als software, timers of thermische ruiten die buiten de testcyclus tot hogere NOx-emissies leiden, behalve wanneer het gebruik daarvan kan worden gerechtvaardigd door de noodzaak om de motor te beschermen tegen schade of ongevallen en om de veilige werking van het voertuig te verzekeren. Zoals de Commissie herhaaldelijk heeft opgemerkt, is dat precies waar het bij de uitzondering op het verbod om gaat: een uitzondering die restrictief moet worden uitgelegd. De Commissie richt nu een formeel verzoek tot Italië om te reageren op haar bezwaren dat de fabrikant de technische noodzaak - en dus de wettigheid - van de gebruikte manipulatie-instrumenten niet voldoende heeft gemotiveerd, en om te verduidelijken of Italië zijn verplichting niet is nagekomen om corrigerende maatregelen te nemen ten aanzien van het betrokken FCA-type en sancties aan de autofabrikant op te leggen. Italië heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten die de Commissie heeft aangevoerd; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omklede adviezen

Pyrotechnische artikelen: Commissie dringt bij DUITSLAND aan op omzetting van nieuwe voorschriften

De Commissie heeft vandaag besloten Duitsland twee met redenen omklede adviezen te sturen met het verzoek de richtlijn pyrotechnische artikelen (Richtlijn 2013/29/EU) en de uitvoeringsrichtlijn voor het opzetten van een traceerbaarheidssysteem voor pyrotechnische artikelen (Uitvoeringsrichtlijn 2014/58/EU van de Commissie) in nationaal recht om te zetten. De richtlijn pyrotechnische artikelen stelt de essentiële veiligheidseisen vast waaraan pyrotechnische artikelen, waaronder vuurwerk, moeten voldoen voordat zij op de EU-markt kunnen worden aangeboden; de uitvoeringsrichtlijn waarborgt de traceerbaarheid van pyrotechnische artikelen en de etikettering ervan met een registratienummer op basis van een uniform nummeringssysteem en de door de aangemelde instanties bijgehouden registers. Beide richtlijnen stellen duidelijke regels vast voor conformiteitsbeoordelingsinstanties. De richtlijnen hadden uiterlijk op 30 juni 2015 respectievelijk 30 april 2015 in nationaal recht moeten zijn omgezet. Duitsland heeft de omzettingsbepalingen nog niet aan de Commissie meegedeeld. Deze lidstaat heeft nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de omzetting van de richtlijnen; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

Interne markt: Commissie verzoekt IERLAND en PORTUGAL om omzetting van nieuwe voorschriften inzake materieel voor potentieel explosieve omgevingen

De Commissie heeft vandaag besloten Ierland en Portugal een met redenen omkleed advies te sturen met het verzoek om omzetting van de EU-voorschriften betreffende de harmonisatie van de wetgevingen inzake apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (ATEX, Richtlijn 2014/34/EU). Er is sprake van een potentieel explosieve omgeving wanneer een mengsel van atmosferische gassen, dampen, nevels of stof onder bepaalde bedrijfsomstandigheden kan ontvlammen. De zogenoemde ATEX-richtlijn legt de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen vast alsmede de conformiteitsbeoordelingsprocedures die moeten worden gevolgd voordat dergelijke producten op de interne markt van de EU in de handel mogen worden gebracht. De lidstaten hadden de richtlijn uiterlijk op 19 april 2016 volledig in nationaal recht moeten omzetten. De Commissie heeft van Ierland en Portugal nog geen mededeling ontvangen dat deze richtlijn in nationaal recht is omgezet. Deze lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de volledige omzetting van de richtlijn; anders kan de Commissie deze lidstaten voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

Interne markt: Commissie roept VERENIGD KONINKRIJK op nieuwe voorschriften betreffende pleziervaartuigen en motoren daarvan om te zetten

De Commissie heeft vandaag besloten het Verenigd Koninkrijk een met redenen omkleed advies te sturen met het verzoek om omzetting van de richtlijn betreffende pleziervaartuigen en waterscooters (Richtlijn 2013/53/EU). De richtlijn heeft betrekking op de bouw, de veiligheid en andere eisen voor pleziervaartuigen en jetski's die bestemd zijn voor sport- of vrijetijdsdoeleinden. De lidstaten hadden de richtlijn uiterlijk op 18 januari 2016 volledig in nationaal recht moeten omzetten. De Commissie heeft van het Verenigd Koninkrijk nog geen mededeling ontvangen dat deze richtlijn volledig in nationaal recht is omgezet. Het Verenigd Koninkrijk heeft nu twee maanden de tijd om de Commissie van de volledige omzetting van de richtlijn in kennis te stellen; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

  • 5. 
    Migratie, binnenlandse zaken en burgerschap

(meer informatie: Tove Ernst: — tel. +32 229-86764, Katarzyna Kolanko - tel. +32 229-63444)

Aanmaningsbrief

Asiel: Commissie vervolgt inbreukprocedure tegen HONGARIJE in verband met asielwetgeving

De Commissie heeft vandaag besloten de inbreukprocedure tegen Hongarije betreffende de asielwetgeving voort te zetten door een aanvullende aanmaningsbrief te sturen. In aansluiting op een reeks uitwisselingen op zowel politiek als technisch niveau met de Hongaarse autoriteiten gedurende de afgelopen weken, bevat de brief een reeks nieuwe punten van zorg naar aanleiding van de wijzigingen van het Hongaarse asielrecht die in maart van dit jaar zijn ingevoerd; deze brief is een vervolg op de inbreukprocedure die de Commissie in december 2015 heeft ingeleid. De Commissie is van oordeel dat van de vijf kwesties die in de aanmaningsbrief van 2015 worden genoemd, er nog drie moeten worden opgelost, met name op het gebied van asielprocedures. Bovendien wordt in de brief gewezen op nieuwe strijdigheden van het Hongaarse asielrecht, dat in 2017 wijzigingen heeft ondergaan. De strijdigheden betreffen met name drie gebieden: asielprocedures, voorschriften over terugkeer en opvangvoorzieningen. Volgens de Commissie is de Hongaarse wetgeving niet in overeenstemming met het EU-recht, en met name niet met Richtlijn 2013/32/EU inzake asielprocedures, Richtlijn 2008/115/EG inzake terugkeer, Richtlijn 2013/33/EU inzake opvangvoorzieningen en diverse bepalingen van het Handvest van de grondrechten. Wat de asielprocedures betreft, staat de Hongaarse wetgeving niet toe dat aanvragen worden ingediend buiten de bijzondere transitzones aan de grenzen en beperkt deze de toegang tot die zones, en biedt op die manier geen doeltreffende toegang tot asielprocedures op het gehele Hongaarse grondgebied. De procedures aan de grens voldoen niet aan de voorwaarden van het EU-recht, en de bijzondere waarborgen voor kwetsbare individuen worden niet in acht genomen. De verkorte beroepstermijn is in strijd met het fundamentele recht op een doeltreffende voorziening in rechte. De Hongaarse asielwetgeving voldoet ook niet aan de EU-voorschriften inzake de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. De Commissie vreest dat Hongarije momenteel migranten (met inbegrip van asielzoekers) die de grens met Servië illegaal oversteken, terugstuurt zonder de procedures en voorwaarden van het EU-recht inzake terugkeer en asiel toe te passen. Hongarije neemt geen individuele terugkeerbesluiten zoals is vereist. Tot slot is de Commissie van mening dat de systematische en onbeperkte opsluiting van asielzoekers, met inbegrip van minderjarigen ouder dan 14, in gesloten faciliteiten in de transitzone zonder de vereiste procedurele waarborgen, zoals het recht om beroep in te stellen, leidt tot stelselmatige detenties, die in strijd zijn met het EU-recht inzake opvangvoorzieningen en het Handvest van de grondrechten van de EU. De Hongaarse wetgeving verschaft niet de vereiste materiële opvangvoorzieningen voor asielzoekers, hetgeen een schending van de EU-voorschriften in dit verband vormt. Daarom heeft de Commissie vandaag een vervolg gegeven op haar eerste aanmaningsbrief, en de Hongaarse autoriteiten twee maanden de tijd gegeven om te reageren. Tegelijkertijd zal de Commissie bilaterale contacten op politiek en technisch niveau voortzetten om de Hongaarse autoriteiten ondersteuning en hulp te bieden bij het aanpakken van de hangende kwesties. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omklede adviezen

Veiligheid: Commissie verzoekt lidstaten informatie-uitwisseling te verbeteren om terrorisme en zware criminaliteit te bestrijden

Vandaag heeft de Commissie besloten met redenen omklede adviezen te sturen aan Ierland, Italië en Kroatië, omdat zij niet voldoen aan de Prüm-besluiten (Besluiten 2008/615/JHAen2008/616/JHAvan de Raad), een belangrijk onderdeel van de Europese veiligheidsagenda van 2015. Deze besluiten zijn een essentieel instrument om terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit effectiever te bestrijden en lidstaten in staat te stellen om snel informatie over DNA en vingerafdrukken alsmede gegevens uit nationale kentekenregisters uit te wisselen. De lidstaten hadden tot augustus 2011 de tijd om de Prüm-besluiten volledig uit te voeren. De drie lidstaten die in september 2016 een aanmaningsbrief hebben ontvangen, hebben nog niet gezorgd voor geautomatiseerde uitwisseling van gegevens in alle drie de gegevenscategorieën: DNA, vingerafdrukken en gegevens uit de nationale kentekenregisters. De Commissie heeft de lidstaten vandaag verzocht om snel de noodzakelijke werkzaamheden af te ronden om aan hun wettelijke verplichtingen te voldoen. De lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te reageren; daarna kan de Commissie deze zaken voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

  • 6. 
    Mobiliteit en vervoer

(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172, Alexis Perier - tel. +32 229-69143)

Met redenen omklede adviezen

Duurzaam vervoer: Commissie verzoekt acht lidstaten om omzetting van voorschriften betreffende uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen.

De Commissie heeft bij Cyprus, Finland, Hongarije, Ierland, Letland, Nederland, Portugal en Slovenië aangedrongen op volledige omzetting van de EU-voorschriften betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (Richtlijn 2014/94/EU). Het hoofddoel van de richtlijn is een gemeenschappelijk kader vast te stellen voor de grootschalige uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen in Europa. Dit is van essentieel belang om de afhankelijkheid van olie voor het vervoer te verminderen, de milieueffecten ervan te reduceren en aldus bij te dragen aan de strategie voor emissiearme mobiliteit, die door de Commissie is goedgekeurd op 20 juni 2016. Richtlijn 2014/94/EU bevat de minimumvoorschriften voor de opbouw van de infrastructuur voor alternatieve brandstoffen, met inbegrip van oplaadpunten voor elektrische voertuigen en tankpunten voor aardgas en waterstof. Deze had uiterlijk op 18 november 2016 moeten zijn omgezet. Toch hebben deze lidstaten de Commissie nog niet in kennis gesteld van maatregelen tot omzetting van de richtlijn in nationaal recht. De acht lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om de Commissie van deze maatregelen in kennis te stellen; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

Maritieme veiligheid: Commissie verzoekt CYPRUS, OOSTENRIJK, PORTUGAL en ROEMENIË om omzetting van voorschriften betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen

De Commissie heeft Cyprus, Oostenrijk, Portugal en Roemenië verzocht om de EU-wetgeving betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen (Richtlijn (EU) 2015/2087 van de Commissie) volledig om te zetten. Deze richtlijn hield wijziging in van EU-wetgeving (Richtlijn 2000/59/EG) om schepen te verplichten bepaalde gegevens vóór aankomst in de haven te melden, zoals de af te geven hoeveelheden en soorten afval en de opslagcapaciteit aan boord. Ook is het voorschrift toegevoegd om te melden wat er daadwerkelijk is afgegeven bij de havenontvangstvoorzieningen in de laatste bezochte haven. De richtlijn van de Commissie is vastgesteld met het oog op de consistentie van de maatregelen die op het niveau van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) zijn vastgesteld en om onzekerheid onder de gebruikers van de haven en de havenautoriteiten te vermijden. De richtlijn moest uiterlijk 9 december 2016 in nationaal recht zijn omgezet, maar tot dusverre hebben Cyprus, Oostenrijk, Portugal en Roemenië dit niet gedaan. De vier lidstaten krijgen twee maanden de tijd om de situatie te verhelpen; anders kan de Commissie deze lidstaten voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

Afsluitingen

Havens: Commissie beëindigt inbreukprocedure inzake organisatie van havenarbeid in BELGIË

De Commissie heeft vandaag besloten tot beëindiging van de inbreukprocedure tegen België betreffende de organisatie van de arbeid in Belgische havens. In maart 2014 had de Commissie bezwaren geuit dat het Belgische systeem de vestiging van havenexploitanten beperkte en aldus in strijd was met de in artikel 49 VWEU vastgelegde vrijheid van vestiging. Bij deze beperkingen ging het onder meer om het bestaan van een exclusieve "pool"-regeling voor de aanwerving van havenarbeiders, beperkingen van het type arbeidsovereenkomst en de samenstelling van teams van werknemers. Sindsdien hebben de Belgische autoriteiten naar aanleiding van een actieve dialoog met de Commissie een aantal hervormingen doorgevoerd die deze beperkingen wegnemen en die het restrictieve stelsel geleidelijk opheffen. De nieuwe regeling moet bijdragen aan het concurrentievermogen van de Belgische havens en een passend niveau van bescherming voor havenwerkers bieden. De Commissie heeft dan ook besloten de desbetreffende inbreukprocedure af te sluiten. Zoals altijd zal zij toezien op de correcte tenuitvoerlegging en toepassing van het recht.

Tolheffing: Commissie beëindigt inbreukprocedure tegen DUITSLAND

De Commissie heeft vandaag besloten de in juni 2015 begonnen inbreukprocedure tegen Duitsland te sluiten, die verband hield met de invoering van tol voor personenauto's ("Pkw Maut"). Nadat Duitsland in maart een gewijzigde wet inzake tolheffing had goedgekeurd, heeft de Commissie geconcludeerd dat Duitsland aan haar bezwaren tegemoet was gekomen door de discriminatie op grond van nationaliteit weg te nemen. De Commissie heeft dan ook besloten de desbetreffende inbreukprocedure af te sluiten. Zoals altijd zal de Commissie blijven toezien op de correcte tenuitvoerlegging en toepassing van het recht.

  • 7. 
    Belastingen en douane-unie

(meer informatie: Vanessa Mock — tel. +32 229-56194, Patrick Mc Cullough - tel. +32 229-87183)

Met redenen omkleed advies

Vrij verkeer van kapitaal i: Commissie verzoekt FRANKRIJK om afschaffing van bronbelasting op niet-ingezeten vennootschappen met tekort

De Commissie heeft Frankrijk verzocht een bronbelasting af te schaffen die van toepassing is op dividenden die in Frankrijk worden ontvangen door ondernemingen die zijn gevestigd in een andere lidstaat van de Unie of de Europese Economische Ruimte (EER). Door een bronbelasting op die dividenden te heffen, voldoen de Franse autoriteiten niet aan hun verplichtingen met betrekking tot het vrije verkeer van kapitaal (artikel 63 VWEU en artikel 40 van de EER-overeenkomst). De bronbelasting leidt tot onmiddellijke belastingheffing, zonder mogelijkheid van teruggaaf van de dividenden die worden uitgekeerd aan een vennootschap in de EU en de EER in de volgende situaties: in de eerste plaats wanneer de vennootschap een structureel tekort heeft, terwijl Franse ondernemingen in een vergelijkbare situatie deze belasting niet betalen; in de tweede plaats wanneer een vennootschap tijdelijk verlies maakt, terwijl Franse ondernemingen met deze moeilijkheden alleen aan belasting zijn onderworpen wanneer zij weer winst maken. Een wetswijziging die Frankrijk eind 2015 heeft aangenomen, geldt alleen voor niet-ingezeten vennootschappen die worden geconfronteerd met zowel tekorten als liquidatie. Als de Franse autoriteiten niet binnen twee maanden aan dit met redenen omklede advies voldoen, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.

MEMO/17/1280

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail