Nieuwe tijden: herziening van de betrekkingen EU-Turkije
Van handel tot de NAVO i, de EU i en Turkije hebben decennialang vruchtbare betrekkingen onderhouden op vele gebieden. Deze zijn echter onlangs bekoeld met de zorg over de staat van de democratie in het land als gevolg van het sluiten van kranten, het gevangenzetten van journalisten en het ontslaan van veel ambtenaren. Het Parlement i volgt deze ontwikkelingen en vragen zich af of het wellicht tijd is om de samenwerking met Turkije te heroverwegen. Lees verder voor een overzicht van de opties.
De betrekkingen bereikten op 16 april een nieuw dieptepunt met het referendum in Turkije om de president extra bevoegdheden te geven, wat het machtsevenwicht in het land zou kunnen verstoren.
Lidmaatschap van de EU
Turkije is in 1963 associatielid van de Europese Economische Gemeenschap i geworden en diende in 1987 een aanvraag in om EU-lid te worden. Het land werd erkend als kandidaat-lid in 1999. De onderhandelingen begonnen in 2005. Tot nu zijn de besprekingen over 16 van de 35 hoofdstukken geopend en is er slechts één hoofdstuk gesloten.
In november heeft het Parlement een resolutie aangenomen waarin wordt geadviseerd om de onderhandelingen tijdelijk te onderbreken gezien de voortzetting van onderdrukking in Turkije.
Tijdens een debat over de situatie in Turkije op 26 april, zei EP-Voorzitter i Antonio Tajani i: "De Europese Unie is niet van plan om de deur te sluiten voor het Turkse volk, die onze vrienden blijven. Tegelijkertijd kunnen we niet de andere niet opkijken wanneer de gebeurtenissen de tegengestelde kant van Europese waarden opgaan. Persvrijheid en vrijheid van meningsuiting, zijn vitale rechten voor iedereen die wil toetreden tot de Europese Unie en de doodstraf is een niet te overtreden rode lijn."
Sommige EP-leden hebben voorgesteld om nog verder te gaan. De voorzitter van de EVP-fractie, Manfred Weber, zei: "Turkije gaat in de verkeerde richting. Het is tijd om onze relatie te heroverwegen. Voor het EVP is volledig lidmaatschap van de EU voor Turkije niet meer realistisch. We moeten een einde maken aan elke vorm van hypocrisie.” Syed Kamall, voorzitter van ECR-fractie, zei: "We moeten eerlijk zeggen tegen Turkije dat het nooit lid van de EU kan worden."
De Nederlandse Kati Piri i (S&D), rapporteur over de toetreding van Turkije, pleitte tegen het formele beëindigen van toetredingsgesprekken. "Er zijn miljoenen mensen in Turkije die dezelfde Europese waarden delen. Miljoenen die willen dat de EU het anker blijft voor hervormingen in hun land."
De EU heeft de mogelijkheid om associatieovereenkomsten te sluiten met naburige landen zoals IJsland en Tunesië. Deze overeenkomsten vormen een kader voor samenwerking op verschillende terreinen en de EU heeft er al één met Turkije. Tijdens het debat op 26 april stelde de voorzitter van de ALDE-fractie, Guy Verhofstadt i, voor een nieuwe associatieovereenkomst met Turkije te creëren die zich richt op de handel en het herstel van het maatschappelijk middenveld. "Ik vind het nu cruciaal om een nieuwe samenwerking aan te gaan en een nieuw voorstel aan Turkije te doen," zei hij daarover.
In december heeft de Europese Commissie i voorgesteld de bestaande douane-unie met Turkije bij te werken en de bilaterale handelsbetrekkingen uit te breiden. Zodra de onderhandelingen zijn voltooid, moet de overeenkomst nog door het Parlement worden goedgekeurd voordat zij in werking kan treden.
Ska Keller, medevoorzitter van De Groenen/EVA, zei dat de besprekingen over de douane-unie moeten worden gebruikt om de mensenrechtensituatie in Turkije te verbeteren: "We moeten de douane-unie niet upgraden voordat we de mensenrechten aanzienlijk hebben verbeterd."
De EU is veruit de grootste exportmarkt van Turkije (44,5%), terwijl Turkije de vierde grootste exportmarkt van de EU is (4,4%).
Andere vormen van samenwerking
Zowel Turkije als de meeste EU-landen i zijn lid van de NAVO. Daarnaast werken zij samen aan kwesties zoals migratie. In maart 2016 hebben de EU en Turkije een akkoord gesloten om de migratiecrisis aan te pakken. De overeenkomst leidde tot aanzienlijk minder migranten die illegaal Europa bereiken.
REF. : 20170426STO72401