Verordening 2016/796 - Spoorwegbureau van de EU
Inhoudsopgave van deze pagina:
officiële titel
Verordening (EU) 2016/796 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 881/2004officiële Engelstalige titel
Regulation (EU) 2016/796 of the European Parliament and of the Council of 11 May 2016 on the European Union Agency for Railways and repealing Regulation (EC) No 881/2004Rechtsinstrument | Verordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Verordening 2016/796 |
Origineel voorstel | COM(2013)27 |
Celex-nummer i | 32016R0796 |
Document | 11-05-2016; datum van ondertekening |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 26-05-2016; PB L 138 p. 1-43 |
Ondertekening | 11-05-2016 |
Inwerkingtreding | 15-06-2016; in werking datum publicatie +20 zie art 85 |
Deadline | 16-06-2019; ten laatste zie art 83 16-06-2020; ten laatste zie art 82 16-06-2023; ten laatste zie art 82 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
26.5.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 138/1 |
VERORDENING (EU) 2016/796 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 11 mei 2016
betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 881/2004
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Met het oog op de geleidelijke totstandbrenging van één Europese spoorwegruimte dient de Unie maatregelen te nemen op het gebied van de regelgeving voor spoorwegen met betrekking tot technische veiligheids- en interoperabiliteitsaspecten, die nauw met elkaar verbonden zijn en een grotere harmonisering op EU-niveau vereisen. De jongste twee decennia is voor de spoorwegen relevante wetgeving vastgesteld, waaronder met name drie spoorwegpakketten, waarvan Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) en Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) de meest relevante zijn. |
(2) |
Om verdere stappen te zetten om de veiligheid en interoperabiliteit te verbeteren, moeten omvangrijke technische werkzaamheden worden verricht, die door een gespecialiseerde instantie moeten worden gestuurd. Om die reden was het in 2004 in het kader van het tweede spoorwegpakket noodzakelijk om binnen het bestaande institutionele kader en zonder te raken aan de bevoegdheidsevenwichten binnen de Unie een Europees bureau voor veiligheid op het spoor en -interoperabiliteit op te richten. |
(3) |
Het Europees Spoorwegbureau („het Bureau”) is opgericht bij Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad (6) teneinde de totstandbrenging van één Europese spoorwegruimte zonder grenzen te bevorderen, en ertoe bij te dragen dat de spoorwegsector nieuw leven wordt ingeblazen en tegelijkertijd de onontbeerlijke veiligheidsvoordelen van de sector te consolideren. Het vierde spoorwegpakket bevat belangrijke wijzigingen om de eengemaakte Europese spoorwegruimte beter te doen functioneren dankzij een herschikking van Richtlijnen 2004/49/EG en 2008/57/EG, die beide direct aan de taken van het Bureau zijn gekoppeld. Deze richtlijnen hebben betrekking op de taken in verband met de afgifte van vergunningen voor voertuigen en de toekenning van veiligheidscertificaten op het niveau van de Unie. De wijzigingen verruimen de rol van het Bureau. Verordening (EG) nr. 881/2004 moet worden ingetrokken en vervangen door een nieuwe rechtshandeling vanwege de ingrijpende wijziging van het takenpakket van het Bureau en van zijn interne organisatie. |
(4) |
Het Bureau moet bijdragen aan de ontwikkeling van een echte Europese spoorwegcultuur en voorzien in een wezenlijk instrument voor dialoog, overleg en gedachtewisselingen tussen alle actoren uit de spoorwegsector, met inachtneming van hun respectieve functies, alsook van de technische kenmerken van de spoorwegsector. Bij het verrichten van zijn taken, en met name bij het opstellen van aanbevelingen en adviezen, moet het Bureau zo veel mogelijk rekening houden met externe spoorwegdeskundigheid, in het bijzonder met die van vakmensen uit de spoorwegsector en de betrokken nationale instanties. Het Bureau moet daarom bekwame en representatieve werkgroepen en andere groepen vormen die overwegend uit deze vakmensen bestaan. |
(5) |
Om inzicht te verschaffen in de economische effecten en de impact van de spoorwegsector op de samenleving, dient het Bureau zijn betrokkenheid bij... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de samenvatting van wetgeving, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers, de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie en tot slot een overzicht van relevante raadplegingen.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.