Inbreukenpakket voor mei: voornaamste beslissingen

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op donderdag 26 mei 2016.

Overzicht per beleidsterrein

Het maandelijkse pakket inbreukbeslissingen betreft de gerechtelijke stappen van de Europese Commissie i tegen lidstaten die hun verplichtingen uit hoofde van het EU-recht niet zijn nagekomen. De beslissingen betreffen diverse sectoren en beleidsterreinen van de EU (zie de bijlagen I en II) en moeten ervoor zorgen dat het EU-recht correct wordt toegepast. Daar hebben zowel burgers als bedrijven baat bij.

De voornaamste beslissingen van de Commissie (waaronder 22 aanmaningsbrieven, 11 met redenen omklede adviezen en 2 verwijzingen naar het Hof van Justitie van de Europese Unie i) volgen hieronder, gegroepeerd per beleidsterrein. Ook beëindigt de Commissie 74 procedures waarin de problemen met de betrokken lidstaten zijn opgelost, zodat de Commissie de procedure niet hoeft voort te zetten.

Voor nadere informatie over de EU-inbreukprocedure zie MEMO/12/12. Zie voor meer details over alle beslissingen het register van inbreukbeslissingen.

1. Energie

(meer informatie: Anna-Kaisa Itkonen - tel. +32 229-56186, Nicole Bockstaller - tel. +32 229-52589)

Verwijzing naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Commissie daagt POLEN voor Hof van Justitie van EU in verband met beperkingen van invoer van bepaalde biobrandstoffen en grondstoffen voor biobrandstof

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Polen voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat het in zijn nationale wetgeving beperkingen heeft ingesteld op de invoer van bepaalde biobrandstoffen en grondstoffen voor biobrandstof.De Poolse wetgeving strookt niet volledig met het EU-recht. Om te beginnen mogen brandstoffen alleen in de handel worden gebracht wanneer voor die brandstoffen specifieke eisen gelden, die evenwel voor waterstofbehandelde plantaardige olie, een in Polen ingevoerde biobrandstof, ontbreken. Daarnaast krijgen brandstofhandelaars een voorkeursbehandeling wanneer zij ten minste 70 % van hun biobrandstoffen - uit biomassa geproduceerde vloeibare of gasvormige transportbrandstoffen - van Poolse producenten betrekken en de biobrandstoffen hoofdzakelijk worden geproduceerd met grondstoffen die uit bepaalde landen afkomstig zijn. Door deze voorkeursbehandeling worden in andere landen gevestigde producenten van biobrandstoffen en grondstoffen gediscrimineerd. Volgens de richtlijn hernieuwbare energie (Richtlijn 2009/28/EG) moet elke lidstaat ervoor zorgen dat uiterlijk in 2020 minstens 10 % van alle energie die in het vervoer wordt verbruikt uit hernieuwbare bronnen afkomstig is. Daarvoor kunnen biobrandstoffen worden ingezet, op voorwaarde dat zij aan de duurzaamheidscriteria van de richtlijn voldoen. De lidstaten moeten duurzame biobrandstoffen en de grondstoffen daarvoor ook op dezelfde wijze behandelen, ongeacht de oorsprong ervan. Dit volgt uit de noodzaak om de doelstellingen voor hernieuwbare energie op één lijn te krijgen met een functionerende markt voor biobrandstoffen zonder toegangsbeperkingen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

2. Milieu

(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172, Iris Petsa - tel. +32 229-93321)

Met redenen omklede adviezen

Habitatrichtlijn: Commissie roept PORTUGAL op natuurbeschermingsmaatregelen te versterken

De Europese Commissie dringt er bij Portugal op aan de bescherming van natuurlijke habitats en inheemse soorten te verbeteren door een passend beschermingsniveau in te voeren voor de gebieden die zijn aangewezen in het kader van het Natura 2000‑netwerk. Overeenkomstig de habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG van de Raad) hebben de lidstaten zes jaar de tijd gehad om in hun nationale wetgeving beschermde gebieden aan te wijzen (technisch gezien ging het erom "gebieden van communautair belang" (GCB's) tot speciale beschermingszones" (SBZ's) om te vormen) en de maatregelen goed te keuren die nodig zijn om de status van de habitats en soorten in deze gebieden te verbeteren. Portugal had uiterlijk op 7 december 2010 zeven SBZ's in de Atlantische regio en uiterlijk op 19 juli 2012 54 SBZ's in het Middellandse Zeegebied moeten aanwijzen. Tot dusver is geen enkel gebied aangewezen. Ook hebben de Portugese autoriteiten voor alle overige gebieden nog niet de vereiste instandhoudingsmaatregelen vastgesteld. Door deze aanzienlijke tekortkoming in de naleving van belangrijkste verplichtingen in het kader van de habitatrichtlijn kunnen deze gebieden niet naar behoren worden beschermd en beheerd, wat een grote bedreiging inhoudt voor de goede werking en de samenhang van het hele Natura 2000‑netwerk. Daarom brengt de Commissie een met redenen omkleed advies uit. Als Portugal zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.

Afval: Commissie verzoekt ROEMENIË maatregelen inzake afvalbeheer en afvalpreventie aan te nemen

De Europese Commissie dringt er bij Roemenië op aan plannen voor afvalpreventie en afvalbeheer op te stellen, in overeenstemming met de doelstellingen van de afvalstoffenwetgeving van de EU (Richtlijn 2008/98/EG) en de circulaire economie. Afvalbeheer- en afvalpreventieplannen zijn ook een noodzakelijke voorwaarde om aanspraak te kunnen maken op EU-middelen. Dergelijke plannen en programma's zijn bedoeld om de impact van afval op de volksgezondheid en het milieu te verminderen en de hulpbronnenefficiëntie in de hele EU te verbeteren. Roemenië beschikte over een afvalbeheerplan voor de periode 2003-2013, maar heeft verzuimd dit aan te passen, uit te breiden of te vervangen met het oog op de periode daarna. Roemenië is ook bij de afvalpreventie achterop geraakt: plannen om de hoeveelheid afvalstoffen aan de bron te verminderen door betere productietechnieken of maatregelen om de vraag naar groenere producten met minder verpakkingsmateriaal te stimuleren, hadden al sinds december 2013 moeten zijn ingevoerd. Daarom brengt de Commissie een met redenen omkleed advies uit. Als Roemenië zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.

3. Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie

(meer informatie: Vanessa Mock - tel. +32 229-56194, Letizia Lupini - tel. +32 229-51958)

Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Financiële diensten: Commissie daagt POLEN voor Hof van Justitie van EU wegens ontoereikende omzetting van EU-voorschriften met betrekking tot depositogarantiestelsels

De Europese Commissie heeft besloten Polen voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen omdat het de richtlijn depositogarantiestelsels (Richtlijn 2014/49/EU) niet correct heeft omgezet. De Commissie heeft Polen op 10 december 2015 een met redenen omkleed advies gezonden met het verzoek de richtlijn om te zetten. De uiterste datum voor de omzetting van deze voorschriften in nationaal recht was 3 juli 2015. Het wetgevingsproces in Polen loopt nog en er is nog steeds geen sprake van volledige omzetting van de nieuwe voorschriften, zodat tegen Polen nu een zaak aanhangig wordt gemaakt bij het Hof van Justitie van de EU. Deze richtlijn, die de eerdere Richtlijn 94/19/EG uit 1994 vervangt, zorgt voor een betere bescherming van spaardeposito's bij banken. De tijdige uitvoering van de richtlijn door de lidstaten is een belangrijke stap om in de nasleep van de financiële crisis een veiligere en gezondere financiële sector te creëren. Ontoereikende omzetting betekent dat de ingrijpende verbeteringen van de financiering en de werking van depositogarantiestelsels in die landen niet worden doorgevoerd. Dat kan ook de gelijke concurrentievoorwaarden in de bankensector in de EU in gevaar brengen, aangezien dit betekent dat een belangrijk onderdeel van het single rulebook niet wordt toegepast in de lidstaten die de richtlijn depositogarantiestelsels niet hebben omgezet. Het single rulebook bestaat uit een reeks wetteksten die alle financiële instellingen (waaronder circa 8 300 banken) in de EU moeten naleven. In de hele EU gelden nu dezelfde minimumnormen, waardoor de consumenten en banken niet aan 28 verschillende regelingen hoeven te voldoen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omklede adviezen

Financiële diensten: Commissie verzoekt BULGARIJE, HONGARIJE, LETLAND, LITOUWEN en SLOWAKIJE te voldoen aan Europese voorschriften inzake verwerving van landbouwgrond

De Europese Commissie heeft Bulgarije, Hongarije, Letland, Litouwen en Slowakije formeel verzocht om wijziging van hun nationale wetgeving inzake de verwerving van landbouwgrond wegens strijd met het vrij verkeer van kapitaal en de vrijheid van vestiging. Het Toetredingsverdrag van 2003 voorzag voor de nieuwe lidstaten in een overgangsperiode waarin zij hun nationale voorschriften inzake de verwerving van landbouwgrond moesten afstemmen op het EU-recht. Na het verstrijken hiervan in 2014 namen Bulgarije, Hongarije, Letland, Litouwen en Slowakije nieuwe wetgeving aan waarbij de verwerving van landbouwgrond werd geregeld. Deze nieuwe nationale wettelijke regelingen bevatten diverse bepalingen die volgens de Commissie het vrij verkeer van kapitaal en de vrijheid van vestiging beperken. Dit kan er weer toe leiden dat grensoverschrijdende investeringen worden ontmoedigd. Hoewel sommige van deze beperkingen gerechtvaardigde doelstellingen kunnen nastreven, aangezien daarmee wordt beoogd speculatieve aankopen tegen te gaan of ruimtelijkeordeningsdoeleinden en doelstellingen van plattelandsbeleid worden gediend, zijn zij evenwel alleen maar rechtmatig wanneer zij evenredig zijn en andere EU-burgers niet discrimineren. Het verzoek van vandaag is gedaan in de vorm van een met redenen omkleed advies. Als Bulgarije, Hongarije, Letland, Litouwen en Slowakije hun nationale wetgeving niet binnen twee maanden in overeenstemming met het EU-recht brengen, kan de Commissie deze lidstaten voor het Hof van Justitie van de EU dagen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

4. Interne Markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf

(meer informatie: Lucia Caudet - tel. +32 229-56182, Heli Pietila - tel. +32 229-64950)

Aanmaningsbrieven

Overheidsopdrachten: Commissie verzoekt 21 lidstaten om omzetting van nieuwe EU-voorschriften inzake overheidsopdrachten en concessies

De Commissie zendt regelmatig aanmaningsbrieven naar lidstaten die niet tijdig hebben voldaan aan hun verplichting om EU-richtlijnen in nationaal recht om te zetten. De Europese Commissie heeft vandaag 21 lidstaten verzocht één of meer van de drie richtlijnen inzake overheidsopdrachten en concessies (Richtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU en 2014/25/EU) volledig in nationaal recht om te zetten. Alle lidstaten hadden uiterlijk op 18 april 2016 kennis moeten geven van de omzetting van de nieuwe voorschriften inzake overheidsopdrachten. De Commissie doet haar verzoek in de vorm van een aanmaningsbrief die is verzonden naar België, Bulgarije, Cyprus, Estland, Finland, Griekenland, Ierland, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Spanje, Tsjechië en Zweden. Door de nieuwe richtlijnen, die slimmere voorschriften bevatten en in meer elektronische procedures voorzien, wordt het plaatsen van overheidsopdrachten in Europa efficiënter. Overheidsinstanties die reeds op eProcurement (e-aanbesteding) zijn overgestapt, maken gewag van besparingen tussen de 5 en 20 %. Nu de EU-lidstaten jaarlijks voor meer dan 1,9 biljoen EUR aan overheidsopdrachten uitschrijven, kan elke 5 % besparingen bijna 100 miljard EUR naar de schatkist doen terugvloeien. De nieuwe voorschriften maken het voor kleine en middelgrote ondernemingen gemakkelijker en goedkoper om mee te dingen naar overheidsopdrachten, met inachtneming van het transparantie- en het concurrentiebeginsel van de EU. Meer transparantie betekent dat beter verantwoording kan worden afgelegd, en helpt corruptie tegen te gaan. Deze voorschriften maken het de overheidsinstanties bovendien mogelijk overheidsopdrachten te gebruiken om bredere beleidsdoelstellingen, zoals op sociaal en milieugebied en op het vlak van innovatie, na te streven. Zie voor meer informatie het Overzicht van de nieuwe aanbestedings- en concessievoorschriften van de EU die op 18 april 2016 zijn ingevoerd (Overview of the new EU procurement and concession rules introduced on 18 April 2016).

Met redenen omklede adviezen

Vrij verkeer van goederen: Commissie roept PORTUGAL en SLOWAKIJE op ongerechtvaardigde beperkingen op uitvoer van geneesmiddelen af te schaffen

De Europese Commissie dringt er bij Portugal en Slowakije op aan de ongerechtvaardigde en onevenredige meldingsvoorschriften in verband met de uitvoer van geneesmiddelen voor menselijk gebruik naar andere lidstaten af te schaffen. Volgens de Commissie belemmeren de voorschriften in deze lidstaten het vrij verkeer van goederen binnen de interne markt van de EU (artikelen 34-36VWEU).Bij parallelhandel in geneesmiddelen worden geneesmiddelen in één lidstaat gekocht om vervolgens in andere lidstaten te worden verkocht. Bij de parallelinvoer en -uitvoer van geneesmiddelen gaat het om een wettige vorm van handel op de interne markt; de lidstaten kunnen de uitvoer van geneesmiddelen naar andere landen evenwel aan banden leggen wanneer dit noodzakelijk is om de volksgezondheid te beschermen. In Portugal geldt voor de groothandelaars in geneesmiddelen voor menselijk gebruik een meldingsplicht wanneer zij geneesmiddelen willen uitvoeren waarvoor volgens de autoriteiten "een risico van tekorten" bestaat, en moeten zij informatie verstrekken over de door hen verrichte uitvoertransacties. In Slowakije moeten de groothandelaars zelfs de uitvoer van alle geneesmiddelen voor menselijk gebruik melden en is voor de uitvoer tevens toestemming van de overheid nodig, die na 30 dagen wordt geacht stilzwijgend te zijn verleend. De Commissie is van mening dat deze meldingsprocedures geen duidelijke en transparante criteria bevatten aan de hand waarvan kan worden vastgesteld bij welke geneesmiddelen het risico van potentiële tekorten als gevolg van parallelhandel bestaat. Voorts leggen de procedures de groothandelaars onevenredige meldingsplichten op en neemt de aanmelding in Slowakije onevenredig veel tijd in beslag. De Commissie brengt twee met redenen omklede adviezen uit waarin zij Portugal en Slowakije verzoekt hun wettelijke voorschriften te wijzigen en minder restrictieve maatregelen voor de handel binnen de EU in overweging te nemen. Als zij niet binnen twee maanden reageren, kan de Commissie Portugal en Slowakije voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

5. Justitie, consumentenzaken en gendergelijkheid

(meer informatie: Christian Wigand - tel. +32 229-62253, Melanie Voin - tel. +32 229-58659)

Aanmaningsbrief

Commissie verzoekt HONGARIJE discriminatie van Roma-kinderen op school te beëindigen

De Europese Commissie verzoekt Hongarije zijn nationale wetgeving inzake gelijke behandeling en onderwijs alsmede de praktische uitvoering van zijn onderwijsbeleid in overeenstemming te brengen met de richtlijn gelijke behandeling ongeacht ras of etnische afstamming (Richtlijn 2000/43/EG van de Raad), die discriminatie op grond van ras of etnische afstamming in het onderwijs verbiedt. Met deze actie beoogt de Commissie de toegang van Roma-kinderen tot kwaliteitsonderwijs onder dezelfde voorwaarden als alle andere kinderen, die doorslaggevend is voor de arbeidskansen en daarmee een onontbeerlijk onderdeel van het streven naar volledige integratie van Roma. Bij de Commissie bestaat aanleiding tot bezorgdheid in verband met de wetgeving en de bestuurlijke praktijken in Hongarije als gevolg waarvan onevenredig veel Roma-kinderen op speciale scholen voor geestelijk gehandicapte kinderen zitten en zij voor een groot deel ook op reguliere scholen apart onderwijs krijgen. De Commissie heeft in het recente verleden met betrekking tot soortgelijke kwesties ook naar twee andere lidstaten, Tsjechië en Slowakije, aanmaningsbrieven gezonden. Als er binnen twee maanden geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie de Hongaarse autoriteiten een met redenen omkleed advies sturen.

6. Mobiliteit en vervoer

(meer informatie: Jakub Adamowicz - tel. +32 229-50595, Alexis Perier - tel. +32 229-69143)

Met redenen omklede adviezen

Veiligheid van vervoer: Commissie dringt bij BELGIË en PORTUGAL aan op uitvoering van EU-voorschriften

De Europese Commissie heeft België en Portugal verzocht uitvoering te geven aan bepaalde EU-voorschriften over verkeersveiligheid en over het vervoer van gevaarlijke goederen over land. Meer in het bijzonder heeft de Commissie de Belgische autoriteiten gevraagd op nationaal en regionaal niveau uitvoering te geven aan Richtlijn 2014/103/EU van de Commissie betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land, en met name aan de bepalingen over het vervoer van explosieven en aan de bijlagen bij de richtlijn betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg en over de binnenwateren. De Commissie heeft er eveneens bij de Portugese autoriteiten op aangedrongen uitvoering te geven aan Richtlijn 2014/85/EU van de Commissie, waarin nieuwe voorschriften zijn te vinden voor de medische geschiktheid van bestuurders die lijden aan het obstructieveslaapapneusyndroom (een veel voorkomende chronische slaapstoornis waarbij tijdens de slaap korte perioden van ademstilstand optreden en die een van de grootste risicofactoren is voor ongevallen met motorrijtuigen), alsmede voorschriften voor rijexamens wat het veilig rijden in tunnels betreft. De verzoeken zijn toegezonden in de vorm van een met redenen omkleed advies. België en Portugal hebben nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die zijn genomen ter uitvoering van de desbetreffende richtlijnen; anders kan de Commissie deze lidstaten voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

MEMO/16/1823

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail