Kati Piri: "We hebben behoefte aan een stabieler en democratischer Turkije"
Afgelopen donderdag namen de leden in de plenaire vergadering een verslag aan over de voortgang van kandidaat-lidstaat Turkije. Er zijn zorgen over de situatie in het land wat betreft persvrijheid, de rechtstaat en de migratie-overeenkomst. Wij spraken voorafgaand aan de stemming met rapporteur Kati Piri (S & D, Nederland)
Beweegt Turkije zich richting EU-lidmaatschap? Is de persvrijheid in gevaar?
Over het algemeen kan men zeggen dat Turkije steeds verder verwijderd raakt van het voldoen aan de Europese normen. Als het gaat om de persvrijheid, de rechtsstaat en de situatie in het zuidoosten met de Koerdische minderheid, maken wij ons grote zorgen over bepaalde interne ontwikkelingen.
Brengt de noodzaak van samenwerking wat betreft migratie het risico met zich mee dat dit ten koste gaat van de rechten van de mens?
Dat is uiteraard het risico en het Parlement is heel duidelijk geweest dat dit niet mag gebeuren. We hebben de Europese Commissie bekritiseerd door het uitstellen met een paar maanden van hun kritische verslag vlak voor de Turkse verkiezingen, waarvan wij denken dat het een slecht signaal afgaf.
Het Parlement is het er ook over eens dat samenwerking op het gebied van migratie niet mag worden gekoppeld aan toetreding. Er moet aan de toetredingscriteria worden voldaan. Dit is niet een onderhandelbaar en kan niet worden versoepeld in ruil voor samenwerking op het gebied van migratie. Dit is niet de manier waarop een geloofwaardig uitbreidingsproces moet worden uitgevoerd.
De EU-landen willen graag een doeltreffende oplossing voor de migratiecrisis vinden met behulp van Turkije. Hoe vermijden we het versneld doorvoeren van overeenkomsten zoals visumvrij reizen?
Om een geloofwaardige partner in Turkije te hebben, hebben we een stabieler Turkije en een democratischer Turkije nodig. We kunnen niet zomaar zeggen: er is nu de migratiecrisis dus we bespreken niet alle andere kwesties.
Dat is het signaal dat het Europees Parlement met dit verslag wil overbrengen. Met Turkije als kandidaat-lidstaat zullen we ook moeten kijken naar de interne ontwikkelingen en deze openlijk met de regering bespreken.
Ik denk dat we moeten kijken naar versoepeling van de visumplicht, net zoals we deden met veel andere landen maar alleen wanneer aan de criteria is voldaan.
We werken met duidelijke criteria over kwesties zoals de kwaliteit van de paspoorten en de grenscontroles. In de afgelopen twee jaar heeft Turkije heel veel gedaan, maar aan een derde van de 72 voorwaarden moet nog worden voldaan. Ik denk dat het niet realistisch is om te zeggen dat Turkije erin zal slagen om al deze wetgeving in een maand tijd aan te nemen als het dit niet in de afgelopen twee jaar heeft gedaan.
Maar zodra de wetgeving is aangenomen en aan de criteria is voldaan, zie ik geen belemmeringen voor het opheffen van de visumplicht voor Turkse burgers.
REF. : 20160412STO22652