Conclusies van de Raad over de Gedragscode inzake de belastingregeling voor ondernemingen
Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op dinsdag 8 maart 2016.
"De Raad:
-
1.ONDERSTREEPT nogmaals zijn vastberadenheid om belastingfraude, belastingontduiking en agressieve fiscale planning binnen de EU i en wereldwijd te bestrijden;
-
2.HERINNERT eraan dat de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, in december 1997 een resolutie hebben aangenomen betreffende een gedragscode inzake de belastingregeling voor ondernemingen (hierna '"de Code");
-
3.MEMOREERT de daaropvolgende instelling in maart 1998 van een Groep gedragscode (hierna "de Groep") om de belastingmaatregelen waarop de Code van toepassing is, te onderzoeken en om toezicht te houden op de verstrekking van informatie over deze maatregelen;
-
4.MEMOREERT zijn conclusies van 8 december 2015 over de toekomst van de Code, waarin hij bevestigt "dat bij de besprekingen over de toekomst en de aanscherping van de gedragscode bijzondere aandacht moet gaan naar een beter gebruik van het bestaande mandaat in verband met de Code; naar het verkennen van de mogelijkheden en voorwaarden om dat mandaat te verlengen en de criteria bij te werken, en naar de eventuele noodzaak om het beheer van de Code dienovereenkomstig aan te passen" alsmede "de Groep op hoog niveau belastingvraagstukken (GHN) wordt verzocht om conclusies te formuleren over de noodzaak om het algehele bestuur, de transparantie en de werkmethoden te verbeteren en de hervorming van de Groep tijdens het Nederlandse voorzitterschap af te ronden";
-
5.IS VAN MENING dat de organisatorische structuur van de Groep alsmede haar werkmethoden zouden moeten worden herzien om de Groep nog efficiënter te maken;
-
6.BEVESTIGT dat de regels ten aanzien van de benoeming van de voorzitter van de Groep ongewijzigd moeten worden gelaten en dat deze voorzitter ook in de toekomst door twee vicevoorzitters moet worden bijgestaan;
-
7.SPOORT de Groep aan de voorbereidingen voor de verkiezing van de voorzitter begin 2017 nu reeds ter hand te nemen, met het oog op een soepele overdracht wanneer eenmaal het moment daar is;
-
8.VERZOEKT de Groep nogmaals de richting te duiden voor de interpretatie van het instapcriterium en de toepassing daarvan;
-
9.VERZOEKT de Groep bestaande subgroepen actief in te zetten en waar nodig nieuwe subgroepen op te richten;
-
10.BEPAALT dat één subgroep de verduidelijking van het derde en het vierde criterium van de Code ter hand moet nemen en dat een andere subgroep zich over de dialoog met relevante derde landen moet buigen;
-
11.VERZOEKT de Groep op hoog niveau belastingvraagstukken (GHN) om zich te beraden op de noodzaak om laatstgenoemde subgroep in een later stadium te verzoeken kwesties met betrekking tot de communicatie over een externe strategie voor effectieve belastingheffing (doc. 5637/16 FISC 8) ter hand te nemen;
-
12.ACHT het van groot belang dat als onderdeel van de jaarlijkse standstill- en terugdraaiingsprocedure belastingmaatregelen gemeld worden bij de Groep, dit onder gebruikmaking van duidelijke en objectieve criteria, MERKT OP dat het werkpakket van de Groep gedragscode voor 2015 voorziet in de ontwikkeling van dergelijke richtsnoeren en VERZOEKT de Groep deze zo spoedig mogelijk definitief uit te werken;
-
13.IS VAN MENING dat het besluitvormingsproces moet worden versneld door van het stadium van "overeengekomen beschrijving" over te gaan naar het stadium van "beoordeling" zonder dat daarvoor een nieuw breed consensusbesluit nodig is, wat onverlet laat dat de definitieve beoordeling van de Groep wel met brede consensus tot stand moet komen;
-
14.IS VOORSTANDER van verbetering van de politieke zichtbaarheid van de werkzaamheden van de Groep door de Raad (Ecofin) meer systematisch erbij te betrekken, des te meer wanneer er geen brede consensus kan worden bereikt over individuele maatregelen, over ontwerprichtsnoeren of over de evaluatie van bestaande richtsnoeren, alsmede door in voorkomend geval sommige algemene gedragscodekwesties openbaar in Ecofin te bespreken;
-
15.BENADRUKT dat de Groep gedragscode de transparantie voor wat betreft voorgaande en lopende werkzaamheden moet vergroten, maar geeft tegelijkertijd aan dat de resultaatgerichte samenwerking binnen de Groep moet kunnen worden voortgezet op basis van vertrouwelijkheid;
-
16.PLEIT VOOR omvangrijkere halfjaarlijkse schriftelijke verslaglegging door de Groep aan Ecofin met daarin de voornaamste in de Groep besproken elementen en standpunten ten aanzien van specifieke kwesties, alsmede met de stand van zaken van de monitoring van de (niet-) naleving van overeengekomen richtsnoeren;
-
17.VERZOEKT de Groep te onderzoeken welke initiatieven er kunnen worden ontplooid om het publiek nader te informeren over de uitkomsten van haar bijeenkomsten en verzoekt om Ecofin uiterlijk in juni 2017 verslag uit te brengen over deze verkenning;
-
18.IS ER VOORSTANDER VAN, waar nodig, dat de voorzitter van de Groep regelmatig mondeling verslag uitbrengt aan de Raad Ecofin, en dat de instellingen onderling informatie uitwisselen;
-
19.SPREEKT DE WENS UIT dat informatie over lopende en eerdere werkzaamheden van de Groep beter toegankelijk wordt gemaakt; dit betreft tevens reeds openbare documenten en zou moeten worden vormgegeven middels een speciale pagina op de website van de Raad alsmede middels - voor zover mogelijk - vrijgave van documenten die verband houden met algemene richtsnoeren en definitieve besluiten over individuele maatregelen;
-
20.VERZOEKT de Groep op hoog niveau belastingvraagstukken (GHN) om in 2017 de nieuwe organisatorische structuur, de transparantie en de werkmethoden te evalueren, vooral qua doeltreffendheid van het besluitvormingsproces en mede in relatie tot de toepassing van de brede-consensusregel; alsmede om in december 2017 daarover verslag uit te brengen aan Ecofin;
-
21.VERZOEKT de Groep op hoog niveau belastingvraagstukken (GHN) om de kwestie van herziening van haar mandaat te onderzoeken, opdat vóór het einde van het Nederlands voorzitterschap i de mogelijkheden en modaliteiten voor de mandaatsverlenging kunnen worden vastgesteld en de criteria geactualiseerd."