ECOFIN Council conclusions on the fiscal sustainability report

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op dinsdag 8 maart 2016.

"De Raad (Ecofin)

  • 1. 
    VERWELKOMT het verslag van de Commissie over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën ("Fiscal Sustainability Report") 2015, dat een actualisering en verbetering is van de veelzijdige benadering voor het beoordelen van de budgettaire houdbaarheid, gebaseerd op de uitdagingen op korte, middellange en lange termijn.
  • 2. 
    IS INGENOMEN MET het feit dat de budgettaire kortetermijnrisico's zijn verminderd sedert het Fiscal Sustainability Report 2012, waaruit blijkt dat geen van de 26 onderzochte [1] EU-landen een groot risico loopt. ONDERSTREEPT daarentegen dat de kwetsbaarheid blijft, mede door de recente ontwikkelingen. Met name een aantal EU-landen die hoge of oplopende schulden hebben, blijven erg kwetsbaar. Dat zou budgettaire risico's met zich mee kunnen brengen indien de instabiliteit van de financiële markten toeneemt.
  • 3. 
    IS VERHEUGD OVER de opname van de schuldhoudbaarheidsanalyse, die de conclusies over de houdbaarheid van de overheidsschuld op middellange termijn meer gewicht geeft. WIJST EROP dat 11 van de 26 geanalyseerde EU-landen bij ongewijzigd beleid te maken hebben met grote risico's voor de houdbaarheid van de begroting op middellange termijn, en 5 landen met een middelgroot risico, voornamelijk ten gevolge van de hoge overheidsschulden, in sommige gevallen verergerd door de geraamde overheidsuitgaven die samenhangen met de vergrijzing.
  • 4. 
    MERKT OP dat wat betreft de houdbaarheid op lange termijn, één land van de 26 een groot risico lijkt te lopen en 14 landen een middelgroot risico, voornamelijk door de verwachte toename van de vergrijzingskosten. ZIET IN dat de langetermijnindicator moet worden gezien in samenhang met de andere duurzaamheidsindicatoren, met name omdat er geen specifieke eis in verband met het schuldniveau is opgenomen.
  • 5. 
    BENADRUKT dat de juiste beleidsmix ten aanzien van het probleem van budgettaire houdbaarheid moet worden ingebed in de algemene driesporenstrategie van de EU, te weten verlaging van de overheidsschuld, verhoging van de productiviteit en de werkgelegenheid en hervorming van pensioenstelsels en de stelsels van gezondheidszorg en langdurige zorg, naargelang van de belangrijkste achterliggende redenen voor de specifieke uitdagingen waarmee de lidstaten te maken hebben. BEKLEMTOONT dat meevallers ten gevolge van lage rentevoeten in de eerste plaats dienen te worden aangewend om schuldratio's af te bouwen of om het effect van de lange periode van uitzonderlijk lage inflatie op de schuldratio te compenseren, met name in de lidstaten met een hoge overheidsschuld, maar eventueel ook voor investeringen of structurele hervormingen, afhankelijk van de begrotingspositie van het land.
  • 6. 
    BENADRUKT dat zelfs in gevallen waarin de Commissieanalyses wijzen op een laag risico voor de budgettaire houdbaarheid op middellange en lange termijn, de lidstaten houdbare begrotingsposities moeten innemen waardoor zij mogelijke conjunctuurschokken kunnen weerstaan, conform het stabiliteits- en groeipact. HERHAALT dat de begrotingsregels van de EU, ook de schuldregel, strikt moeten worden nageleefd, zodat houdbare schuldniveaus kunnen worden bereikt.
  • 7. 
    BENADRUKT dat, gelet op de demografische uitdagingen, ingrijpende hervormingen een belangrijk positief effect hebben op de budgettaire langetermijnhoudbaarheid, zoals blijkt uit het vergrijzingsverslag 2015. HERHAALT dat moet worden doorgegaan met het voeren van het nodige beleid ten aanzien van de vergrijzing, rekening houdend met de landspecifieke situaties en zonder maatregelen te nemen waarmee reeds ingezette hervormingen ter verbetering van de houdbaarheid teruggedraaid worden. Dit houdt in dat de landspecifieke aanbevelingen die in het kader van het Europees semester worden gedaan, snel en volledig moeten worden uitgevoerd. BEKLEMTOONT dat de lidstaten nog verdere stappen moeten ondernemen, zij het in meerdere of mindere mate, om de effectieve pensioenleeftijd te verhogen, onder meer door vervroegde uittreding te voorkomen en door de pensioenleeftijd, de periode van premieplicht of de pensioenuitkeringen aan de levensverwachting te koppelen. VERZOEKT voorts, herinnerend aan zijn conclusies van 7 december 2010, de lidstaten om de toenemende behoefte aan universele gezondheidszorg en langdurige zorg de komende decennia in balans te brengen met de noodzaak de hoge overheidsschuld terug te dringen. Daarom moeten de prestaties van de stelsels voor gezondheidszorg en langdurige zorg worden geëvalueerd en moeten de nodige hervormingen worden doorgevoerd die de kwaliteit van de overheidsfinanciën verbeteren, zodat een doelmatiger gebruik van overheidsmiddelen en een kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg en langdurige zorg kunnen worden gerealiseerd.
  • 8. 
    ROEPT de lidstaten, vooral die met een groot risico wat betreft de houdbaarheid op middellange termijn, OP om in hun komende stabiliteits- of convergentieprogramma op houdbaarheid en groei gerichte begrotingsstrategieën centraal te stellen, en VERZOEKT de lidstaten en de Commissie om de bevindingen inzake houdbaarheid te betrekken in hun analyses en aanbevelingen in het kader van het Europees semester. Deze strategieën en ontwikkelingen omtrent de houdbaarheid van de overheidsfinanciën zullen ook in het vervolg geregeld door de Raad en de Commissie worden beoordeeld, onder meer door het meenemen van nieuwe ontwikkelingen in macro-economische omstandigheden, begrotingsbeleid en structurele hervormingen, met name op het terrein van de pensioenen en de stelsels van gezondheidszorg en langdurige zorg.
  • 9. 
    VERZOEKT de Commissie haar periodieke grondige algemene beoordeling van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën uiterlijk begin 2019 te verrichten, aan de hand van de geactualiseerde prognoses omtrent de vergrijzingsuitgaven in het komende vergrijzingsverslag 2018, en tegelijkertijd haar duurzaamheidsbeoordeling regelmatig te actualiseren. VERZOEKT de Commissie en de lidstaten om in samenhang met het vergrijzingsverslag de nieuwe demografische ontwikkelingen verder te analyseren, ook wat betreft de gevolgen van grote migratiestromen op de macro-economische omstandigheden en de overheidsfinanciën. Het Comité voor de economische politiek dient op basis van die grondige algemene beoordeling verslag uit te brengen aan de Raad."

]1] Het Fiscal Sustainability Report 2015 analyseert alle EU-landen die geen macro-economisch aanpassingsprogramma volgen.