Conclusies van de Raad over Belarus

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op maandag 15 februari 2016.
  • Herinnerend aan de conclusies van de Raad van 31 januari 2011, 20 juni 2011, 23 maart 2012 en 15 oktober 2012, wijst de Raad op het belang dat hij hecht aan de betrekkingen met de Republiek Belarus en de Belarussische bevolking.
  • Tegelijkertijd blijft de Raad bezorgd over de situatie van de mensenrechten in Belarus en herinnert hij eraan dat de betrekkingen tussen de EU en Belarus gebaseerd moeten zijn op gemeenschappelijke waarden, met name eerbiediging van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat.
  • De Raad onderkent de stappen die Belarus de afgelopen twee jaar heeft gezet, en die hebben bijgedragen tot een verbetering van de betrekkingen tussen de EU en Belarus, zoals de proactieve deelname van Belarus aan het Oostelijk Partnerschap en in de overgangsfase rond moderniseringsvraagstukken, de hervatting van de mensenrechtendialoog tussen de EU en Belarus, de start van de onderhandelingen over visumfaciliterings- en overnameovereenkomsten, en over een mobiliteitspartnerschap, de actieve samenwerking bij de harmonisatie van de digitale markten en de ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst betreffende een mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing in de energiesector. De Raad heeft ook waardering voor de constructieve rol van Belarus in de regio.
  • De vrijlating van alle resterende politieke gevangenen op 22 augustus 2015 was een stap waar de EU al lang systematisch op had aangedrongen. Naar aanleiding van de vrijlatingen en de presidentsverkiezingen van 11 oktober 2015, die hebben plaatsgevonden in een klimaat van geweldloosheid, en rekening houdend met de stand van de relaties tussen de EU en Belarus, bereikte de Raad in oktober 2015 overeenstemming over het opschorten van de meest restrictieve maatregelen gedurende vier maanden.

    De Raad oordeelt dat er een kans is om de betrekkingen tussen de EU en Belarus te ontwikkelen volgens een meer positieve agenda, en dat op tal van gebieden sneller vooruitgang kan worden gemaakt door middel van betere communicatiekanalen.

  • In deze context besluit de Raad dat de EU de beperkende maatregelen tegen 170 personen en drie ondernemingen die momenteel van de lijst zijn geschrapt, niet zal verlengen. De Raad komt voorts overeen het wapenembargo alsmede de beperkende maatregelen tegen vier personen die op de lijst zijn geplaatst in verband met de onopgeloste verdwijning van twee politici uit de oppositie, een zakenman en een journalist, met twaalf maanden te verlengen.
  • Met het oog op de parlementsverkiezingen van 2016 in Belarus, dringt de Raad er bij de Belarussische autoriteiten op aan snel werk te maken van de aanbevelingen van de OVSE/ODIHR naar aanleiding van het eindrapport over het verloop van de presidentsverkiezingen van 11 oktober 2015, met inbegrip van het juridische en procedurele kader. De Raad verheugt zich over de groeiende bereidheid tot dialoog en samenwerking met de OVSE/het ODIHR. De Raad herinnert aan het belang dat hij hecht aan verbetering op dit gebied en de eerbiediging van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat in Belarus.
  • De Raad veroordeelt de toepassing van de doodstraf in Belarus, en betreurt met name de twee recente doodvonnissen, en verzoekt de Belarussische autoriteiten een moratorium in te stellen als eerste stap naar de afschaffing van de doodstraf. De Raad ziet uit naar de komende deskundigenbijeenkomsten en publieke evenementen over de doodstraf die voor 2016 gepland staan.

    De Raad herhaalt zijn oproep tot het herstel van de burgerlijke en politieke rechten van voormalige politieke gevangenen en benadrukt dat de vrijheid van vereniging en vergadering gegarandeerd moet worden, door onder meer de registratie van politieke en maatschappelijke organisaties toe te staan. De Raad onderstreept het belang van een dynamisch maatschappelijk middenveld voor het sociale en economische welzijn van een land, en verzoekt de Belarussische autoriteiten om het maatschappelijk middenveld meer te betrekken bij de discussies over het regeringsbeleid. De Raad dringt er bij de Belarussische autoriteiten op aan een einde te maken aan alle belemmeringen voor het functioneren van vrije en onafhankelijke media, onder meer via de registratie van nieuwe media en de accreditatie van journalisten. De Raad dringt er bij Belarus op aan de rechten van mensen uit nationale minderheden te eerbiedigen. De Raad zal de situatie in dit opzicht nauwlettend blijven volgen.

  • De Raad is verheugd over de hervatting van de dialoog over de mensenrechten tussen de EU en Belarus en ziet uit naar de volgende ronde, die Belarus heeft aangeboden in het late voorjaar in Minsk te organiseren. Samen met de betrokkenheid van Belarus bij de universele periodieke doorlichting van 2015 zijn dit positieve stappen, en de Raad spoort de Belarussische autoriteiten ertoe aan het werk op deze terreinen voort te zetten en dat samen met het maatschappelijk middenveld te doen.

    De EU dringt er voorts bij Belarus op aan gevolg te geven aan de aanbevelingen van VN-verdragsorganen en zijn volledige medewerking te verlenen aan de speciale procedures van de VN, met inbegrip van de speciale VN-rapporteur voor de mensenrechtensituatie in Belarus, en andere mechanismen. De Raad spoort aan tot nauwere samenwerking tussen Belarus en de Raad van Europa met het oog op volwaardig lidmaatschap.

    De Raad herhaalt dat de EU Belarus graag wil helpen te voldoen aan zijn verplichtingen op het vlak van democratisering en volledige inachtneming van mensenrechten, en ziet uit naar een spoedige bespreking van deze thema's op bilateraal niveau.

  • De Raad blijft ten zeerste bereid de banden van de EU met het Belarussische volk en het maatschappelijk middenveld te versterken. De EU hecht groot belang aan interpersoonlijke contacten met Belarus, die kunnen worden aangemoedigd door middel van programma’s als Erasmus + en ziet uit naar de snelle afronding van de onderhandelingen en de ondertekening van een overeenkomst inzake versoepeling van de visumplicht, de overnameovereenkomst en het mobiliteitspartnerschap.
  • De Raad herhaalt dat betrekkingen van goed nabuurschap en regionale samenwerking belangrijke elementen zijn voor een verbetering van de samenwerking van de EU met Belarus. Herinnerend aan zijn conclusies van 20 juli 2015 over energiediplomatie, wijst de Raad nogmaals op het belang van nucleaire veiligheid buiten de grenzen van de EU en roept Belarus op tot constructieve samenwerking met de bevoegde internationale instanties op dit gebied.
  • De Raad blijft openstaan voor de verdere ontwikkeling van de betrekkingen tussen de EU en Belarus, en voor het nemen van verdere maatregelen ter versterking van de politieke betrekkingen en van de sectorale samenwerking in de juiste context. De Raad is ingenomen met het voornemen van de Commissie om dit jaar te gaan samenwerken met Belarus in het kader van een twinning-relatie. Hij onderstreept het belang van de evaluatie van het ENB en merkt op dat Belarus geschikt is voor een gedifferentieerde benadering. De Raad heeft derhalve besloten om vaart te zetten achter de uitvoering van maatregelen die gericht zijn op het versterken van de samenwerking tussen de EU en Belarus op een aantal gebieden (economie, handel en hulpverlening), om Belarus en zijn economie te moderniseren, ten behoeve van de gehele Belarussische bevolking, mede met het oog op de toetreding tot de WTO en in samenwerking met internationale financiële instellingen, met name de EIB en de EBWO conform hun respectieve mandaten. De Raad moedigt Belarus voorts aan de broodnodige economische hervormingen te bespoedigen. Het nemen van concrete stappen door Belarus naar de eerbiediging van universele fundamentele vrijheden, de rechtsstaat en de mensenrechten blijft cruciaal voor de vormgeving van het toekomstige EU-beleid ten aanzien van Belarus.
  • De Raad zal zich op de hoogte laten houden van de werkzaamheden van de coördinatiegroep tussen de EU en Belarus in aansluiting op de tussentijdse fase over moderniseringsvraagstukken, waaronder een agenda met mensenrechtenkwesties, en ziet uit naar de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld.