Erasmus+: meer en betere mogelijkheden voor Europa’s toekomstige generaties
Erasmus+, het uitgebreide en nóg doelgerichtere programma voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport maakt al in het eerste jaar de verwachtingen waar.
Met een budget van meer dan 2 miljard euro voor het eerste jaar heeft Erasmus+ al meer dan één miljoen mensen de kans gegeven om deel te nemen aan een van de 18 000 gefinancierde projecten. Dankzij flexibelere mogelijkheden voor samenwerking tussen sectoren kunnen Europese organisaties die actief zijn op het vlak van onderwijs, opleiding, jeugd en sport innoverende praktijken uittesten en bijdragen tot hervorming en modernisering.
Tibor Navracsics i, Europees commissaris voor Onderwijs, Cultuur, Jongerenzaken en Sport, reageert verheugd: "In het eerste jaar is Erasmus+ al duidelijk een succes. Het indrukwekkende aantal deelnemers bewijst dat het programma erin slaagt jongeren te helpen om hun werkvooruitzichten te verbeteren en nieuwe vaardigheden te verwerven en bijdraagt tot de modernisering van het Europese onderwijs, opleidingssysteem en jeugdwerk. Wij zullen voortbouwen op dit succes om nog meer mensen te bereiken met uiteenlopende interessegebieden, profielen en sociale achtergronden.”
Uit de vandaag gepubliceerde cijfers blijkt dat in 2014 meer mensen aan Erasmus+ hebben deelgenomen dankzij een breder scala van mogelijkheden. In dit eerste jaar heeft het programma een recordaantal van 650 000 mobiliteitsbeurzen voor studenten, stagiairs, leerkrachten, vrijwilligers en andere jongeren gefinancierd en is het gestart met de eerste studieleningen voor een volledige masteropleiding in het buitenland. Voor het eerst heeft het programma ook steun verleend aan beleidsondersteunende projecten van overheidsinstanties en internationale organisaties en aan projecten op het gebied van sport.
Het versterkte Erasmus+ biedt bovendien een betere ondersteuning van de begunstigden. Dat blijkt onder meer uit het feit dat studenten na terugkeer in hun land van herkomst op een betere erkenning van hun studie in het buitenland kunnen rekenen. Daarnaast wordt de mobiliteit van leerkrachten en personeel beter geïntegreerd in de professionele ontwikkeling binnen hun thuisinstelling.
Het nieuwe Erasmus+ is ook opener, met een sterke nadruk op sociale inclusie, actief burgerschap en tolerantie. Daarom is er meer financiële steun dan ooit uitgetrokken voor deelnemers die over minder financiële middelen beschikken of bijzondere behoeften hebben. Nog eens 13 miljoen euro van het budget voor 2016 gaat naar projecten met speciale aandacht voor kwesties als sociale inclusie van minderheden en migranten en andere kansarme groepen.
Voorts gaat er ook extra steun voor initiatieven die de werkvooruitzichten van jongeren verbeteren en de overstap van onderwijs naar werk vergemakkelijken. Daarom biedt het programma meer mogelijkheden voor stages en leercontracten.
Spanje, Duitsland en Frankrijk zijn nog steeds de populairste bestemmingen voor studenten
In een apart verslag publiceert de Commissie vandaag ook statistieken over de mobiliteit van studenten en personeel tijdens het laatste academische jaar (2013-2014) van het vorige Erasmus-programma voor het hoger onderwijs, dat deel uitmaakte van het overkoepelende programma voor een leven lang leren. Uit deze gegevens blijkt dat het aantal studenten (272 000) en personeelsleden (57 000) dat tijdens dit jaar deelnam een absoluut record was. Spanje, Duitsland en Frankrijk waren ook in 2013-2014 de drie populairste bestemmingen voor Erasmus-studenten die in het buitenland wilden studeren of een opleiding volgen.
Daarnaast toont een nieuwe regionale impactstudie over Erasmus aan dat studenten, en met name studenten uit Zuid- en Oost-Europa, dankzij een Erasmus-uitwisseling hun kansen op een kwalitatief hoogwaardige functie met managementverantwoordelijkheden aanzienlijk vergroten.
Achtergrond
Het Erasmus+-programma heeft als doel de modernisering van het Europese onderwijs, opleidingsysteem en jeugdwerk te ondersteunen, de vaardigheden en werkvooruitzichten van jongeren te verbeteren en hun actieve participatie in de samenleving te bevorderen.
Voor dit zevenjarige programma (2014-2020) is een budget uitgetrokken van 14,7 miljard euro, oftewel 40 % meer dan tevoren, wat illustreert hoeveel waarde de Unie hecht aan investeringen op deze gebieden. Erasmus+ zal meer dan 4 miljoen Europeanen de mogelijkheid bieden om in het buitenland te studeren, opleidingen te volgen, werkervaring op te doen of vrijwilligerswerk te verrichten. Ook ondersteunt het programma transnationale partnerschappen die de samenwerking tussen instellingen actief op het vlak van onderwijs, opleiding of jeugdwerk bevorderen en bruggen slaan tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Voor de eerste keer steunt het programma ook sportinitiatieven, met als bedoeling de Europese dimensie daarvan te ontwikkelen en belangrijke grensoverschrijdende problemen als de manipulatie van wedstrijden en doping aan te pakken. Via de Jean Monnet-acties wordt ook de ontwikkeling van onderwijs en onderzoek op het gebied van Europese integratie gesteund.
Eén jaar na de start van Erasmus+ biedt het vandaag gepubliceerde verslag een overzicht van de eerste resultaten. Het bevat gegevens van de Commissie, de nationale agentschappen en de instanties die het programma uitvoeren.
De twee andere vandaag gepubliceerde verslagen verschaffen inzicht in het laatste jaar van het Erasmus-programma voor het hoger onderwijs. Zij bieden tevens een regionale kijk op de impact van het programma.
Meer informatie
IP/16/141
Contactpersoon voor de pers:
Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail |