Vier keer niets
Voorzitter, liefst vier kandidaten hebben zich gemeld voor het voorzitterschap van de Tweede Kamer. Maar het is eigenlijk vier keer niets.
Allereerst mevrouw Arib. Bij de vorige verkiezing van de Kamervoorzitter sprak ik mij al uit tegen haar dubbele nationaliteit. Het kan leiden tot conflicterende belangen. Een Marokkaanse Kamervoorzitter, die opgetreden heeft als een adviseur van de Marokkaanse koning, zo’n Kamervoorzitter heeft niet onze voorkeur.
Dan de heer Elias. Wij denken niet dat Nederland weer zit te wachten op een VVD’er met een grote mond. Gewoon liever niet, Voorzitter.
Net als de huidige kandidaten uit het Presidium, wilde ook mevrouw Van Toorenburg de spreektijden en financiën van kleine fracties beperken. Zij trad vorig jaar vol dedain op tijdens het debat over de raming. Van afgesplitste Kamerleden moesten eigenlijk tweederangs Kamerleden worden gemaakt. Wij steunen natuurlijk geen kandidaten die enkel dienstbaar zijn aan de grotere fracties.
Tenslotte, Voorzitter, de heer Bosma. Voor ons staat hij niet bekend om zijn onpartijdigheid. Zo draaide hij tijdens een debat over de EU mijn microfoon dicht tijdens een interruptie op PVV-woordvoerder Beertema. De reden: ik was kritisch over de samenwerking van zijn partij met Le Pen senior, die zich wederom antisemitisch had uitgelaten.
Aan een Kamervoorzitter met gekleurde, nare trekjes hebben we niets.
Voorzitter, u hoort het al. Over alle vier de kandidaten zijn we niet positief. Ik zeg dan ook vandaag tegen dit gezelschap: op onze stem hoeven jullie niet te rekenen.
Dank u wel.