Inbreukenpakket voor december: voornaamste beslissingen

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op donderdag 10 december 2015.

Overzicht per beleidsterrein

 
1
Bron: Europese Commissie: Rapid persberichten

Het maandelijkse pakket inbreukbeslissingen betreft de gerechtelijke stappen van de Europese Commissie i tegen lidstaten die hun verplichtingen uit hoofde van het EU-recht niet zijn nagekomen. De beslissingen betreffen vele sectoren en beleidsterreinen van de EU (zie bijlage) en moeten ervoor zorgen dat het EU-recht correct wordt toegepast. Daar hebben zowel burgers als bedrijven baat bij.

De voornaamste beslissingen van de Commissie (waaronder 4 aanmaningsbrieven, 34 met redenen omklede adviezen en 9 verwijzingen naar het Hof van Justitie van de Europese Unie i) volgen hieronder, gegroepeerd per beleidsterrein. Ook beëindigt de Commissie 83 procedures waarin de problemen met de betrokken lidstaten zijn opgelost, zodat de Commissie de procedure niet hoeft voort te zetten.

Voor nadere informatie over de EU-inbreukprocedure, zie MEMO/12/12. Zie voor meer details over alle beslissingen het register van inbreukbeslissingen.

1. Landbouw en plattelandsontwikkeling

(meer informatie: Daniel Rosario - tel. +32 229-56185, Clémence Robin - tel. +32 229-52509)

Met redenen omkleed advies

Landbouw: Commissie verzoekt CYPRUS te zorgen voor uitvoering van EU-voorschriften inzake etikettering van honing

De Europese Commissie verzoekt Cyprus de nationale maatregelen ter omzetting van Richtlijn 2014/63/EU inzake honing vast te stellen en mee te delen. De voornaamste doelstellingen van de richtlijn zijn te waarborgen dat pollen, als natuurlijk bestanddeel dat specifiek is voor honing, niet als ingrediënt van honing worden beschouwd, en de etiketteringsvoorschriften te verduidelijken voor de gevallen waarin de honing van oorsprong is uit meer dan één lidstaat of derde land. Deze richtlijn had uiterlijk op 24 juni 2015 moeten zijn omgezet. Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, heeft Cyprus, ondanks de aanmaningsbrief die op 22 juli 2015 is toegezonden, ofwel de Commissie niet in kennis gesteld van de nationale maatregelen ofwel nog geen wettelijke voorschriften vastgesteld om aan de richtlijn te voldoen. Het verzoek is toegezonden in de vorm van een met redenen omkleed advies. Cyprus heeft nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die het heeft genomen om de richtlijn toe te passen; anders kan de Commissie besluiten deze zaak voor te leggen aan het Hof van Justitie van de EU.

2. Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie

(meer informatie: Christian Wigand - tel. +32 229-62253, Justyna Milanowska - tel. +32 229-94246)

Met redenen omklede adviezen

Gezondheid en veiligheid: Commissie verzoekt IERLAND, ITALIË en LUXEMBURG om omzetting van CLP-richtlijn in nationaal recht

De Europese Commissie heeft Ierland, Italië en Luxemburg vandaag verzocht de richtlijn betreffende de indeling, etikettering en verpakking (classification, labelling and packaging, CLP) van stoffen en mengsels (Richtlijn 2014/27/EU) in nationaal recht om te zetten. De CLP-verordening is een EU-verordening die op 20 januari 2009 in werking is getreden en waarmee het EU-systeem voor de indeling, etikettering en verpakking van chemische stoffen en mengsels wordt aangepast aan het wereldwijd geharmoniseerde VN-systeem (GHS) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008. De lidstaten moesten uiterlijk op 1 juni 2015 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking doen treden om aan deze richtlijn te voldoen, en de Commissie daarvan onverwijld in kennis stellen. Op 22 juli 2015 heeft de Commissie een aanmaningsbrief gestuurd naar drie lidstaten die dergelijke maatregelen niet hadden meegedeeld. Lidstaten hebben twee maanden de tijd om te antwoorden op een aanmaningsbrief. Aangezien de betrokken lidstaten binnen die termijn geen antwoord hebben verstrekt, heeft de Commissie geconcludeerd dat zij nog steeds niet alle maatregelen hebben genomen die nodig zijn in verband met de CLP-richtlijn. Daarom heeft zij vandaag besloten Ierland, Italië en Luxemburg een met redenen omkleed advies te sturen. De betrokken lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om aan hun verplichtingen te voldoen; anders kan de Commissie besluiten deze landen voor het Hof van Justitie van de EU te dagen.

3. Energie

(meer informatie: Anna-Kaisa Itkonen - tel. +32 229-56186, Nicole Bockstaller - tel. +32 229-52589)

Met redenen omkleed advies

Commissie verzoekt PORTUGAL te voldoen aan richtlijn energieprestatie van gebouwen

De Europese Commissie heeft Portugal bij een met redenen omkleed advies verzocht alle bepalingen van de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (Richtlijn 2010/31/EU) juist om te zetten. Op grond van deze richtlijn moeten de lidstaten minimumeisen voor de energieprestatie van nieuwe en bestaande gebouwen invoeren en toepassen, zorgen voor de energieprestatiecertificering van gebouwen en een regelmatige keuring van verwarmings- en airconditioningsystemen voorschrijven. Daarnaast verplicht de richtlijn de lidstaten ervoor te zorgen dat alle nieuwe gebouwen met ingang van 2021 (2019 voor openbare gebouwen) "bijna energieneutraal" zijn. Uit een uitvoerig onderzoek van de nationale wettelijke voorschriften tot omzetting van de richtlijn is in de eerste plaats gebleken dat sommige daarvan niet golden voor de Portugese Azoren. In de tweede plaats waren in de nationale wettelijke voorschriften zelf vrijstellingen van energieprestatie-eisen opgenomen waarin deze richtlijn niet voorziet. In de derde plaats heeft Portugal besloten alternatieve maatregelen vast te stellen voor de regelmatige keuring van verwarmings- en airconditioningsystemen, maar heeft het niet de nodige bewijzen verstrekt dat met de alternatieve maatregelen dezelfde hoeveelheid energiebesparingen kan wordt bereikt, zoals de richtlijn vereist. Daarom heeft de Commissie Portugal vandaag een met redenen omkleed advies doen toekomen met het verzoek ervoor te zorgen dat alle voorschriften van de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen correct worden omgezet. Portugal heeft nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die zijn genomen om deze situatie te verhelpen, waarna de Commissie de zaak kan voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU. Meer informatie over de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen is beschikbaar op de website van DG Energie.

4. Milieu

(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172, Iris Petsa - tel. +32 229-93321)

Verwijzingen naar Hof van Justitie van Europese Unie

Afvalbeheer: Commissie daagt GRIEKENLAND voor Hof van Justitie van EU in verband met illegale stortplaats

De Europese Commissie daagt Griekenland voor het Hof van Justitie van de EU in verband met ontoereikend afvalbeheer op het Griekse eiland Corfu. De stortplaats Temploni, die al zeker sinds 2007 wordt geëxploiteerd in strijd met de EU-regelgeving inzake afvalstoffen en stortplaatsen (Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad, en Richtlijn 1999/31/EG van de Raad) en een ernstig risico voor de gezondheid van de mens en het milieu oplevert, baart de Commissie zorgen. Om Griekenland aan te sporen de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de stortplaats Temploni correct functioneert, daagt de Commissie deze lidstaat voor het Hof van Justitie van de EU. Verschillende inspecties ter plaatse door de nationale autoriteiten hebben aan het licht gebracht dat de exploitatie van de stortplaats Temploni veel te wensen overlaat en dat de stortplaats wordt geëxploiteerd in strijd met de EU-wetgeving. Zo is er onder meer sprake van slecht beheer van biogas, wordt water dat door het afval heenstroomt (percolatiewater) er niet behandeld en bevinden zich er afvalstoffen die op de stortplaats niet mogen worden behandeld. De Commissie heeft haar bezorgdheid geuit in een aanmaningsbrief die zij in maart 2011 heeft verzonden en een met redenen omkleed advies dat zij in januari 2012 heeft uitgebracht. Hoewel de Griekse autoriteiten het probleem hebben erkend en het proberen aan te pakken, zijn de nodige maatregelen nog steeds niet genomen en wordt de stortplaats nog steeds geëxploiteerd in strijd met de EU-afvalwetgeving, zodat zij een ernstige bedreiging voor het milieu vormt. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Luchtkwaliteit: Commissie daagt POLEN voor Hof van Justitie van EU in verband met slechte luchtkwaliteit

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Polen voor het Hof van Justitie van de EU te dagen in verband met aanhoudend hoge niveaus van stofdeeltjes, die een ernstig risico voor de volksgezondheid vormen. In Polen zijn de dagelijkse grenswaarden voor zwevende deeltjes (PM10) in 35 van de 46 luchtkwaliteitszones ten minste in de laatste vijf jaar, dus ook in 2014, bij voortduring overschreden. Daarnaast zijn in negen zones ook de jaarlijkse grenswaarden voortdurend overschreden. De vervuiling door PM10 wordt in Polen voornamelijk veroorzaakt door de emissies van verwarmingen van woningen die via lage schoorstenen (van minder dan 40 m hoog) in de lucht terechtkomen. De Commissie acht de tot dusver getroffen wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen om deze aanhoudende overschrijding te beperken, ontoereikend. Het besluit van vandaag volgt op een aanvullend met redenen omkleed advies dat Polen in februari 2015 is toegezonden. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omklede adviezen

Hout: Commissie verzoekt SPANJE EU-houtverordening en FLEGT-verordening toe te passen

De Europese Commissie verzoekt Spanje om intensievere inspanningen om aan het EU-recht te voldoen teneinde de handel in illegaal gekapt hout tegen te gaan. De EU-houtverordening (EUTR; Verordening (EU) nr. 995/2010), die van toepassing is sinds 3 maart 2013, verbiedt illegaal gekapt hout op de Europese markt te brengen; bij de verordening inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT) (Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad), die van toepassing is sinds 2005, is een vergunningensysteem ingesteld om na te gaan of de invoer van hout in de EU uit landen waarmee in het kader van dat systeem een partnerschapsovereenkomst is gesloten, legaal is. De Commissie heeft haar bezorgdheid over de toepassing van beide verordeningen voor het eerst geuit in een aanmaningsbrief die in juni 2015 aan Spanje is gezonden. Hoewel Spanje aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt, moet nog een aantal maatregelen worden genomen om de tekortkomingen bij de naleving weg te werken. Met name moet Spanje de bevoegde autoriteiten voor de uitvoering van beide verordeningen nog aanwijzen. Daarom brengt de Commissie een met redenen omkleed advies uit. Als Spanje niet binnen twee maanden reageert, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.

Commissie verzoekt BELGIË, CYPRUS en GRIEKENLAND EU-voorschriften inzake preventie van industriële ongevallen om te zetten

De Europese Commissie dringt bij België, Cyprus en Griekenland aan op de verstrekking van informatie over de omzetting van de Seveso-III-richtlijn (Richtlijn 2012/18/EU) in nationaal recht, wat uiterlijk op 31 mei 2015 moest zijn geschied. De richtlijn heeft evenals de daaraan voorafgaande Seveso-I-richtlijn en Seveso-II-richtlijn tot doel zware ongevallen met gevaarlijke stoffen te voorkomen en de gevolgen daarvan voor burgers en het milieu te beperken. Deze nieuwe richtlijn, die op 1 juni 2015 in werking is getreden, houdt rekening met een aantal wijzigingen in de EU-wetgeving, waaronder over de indeling van chemische stoffen, en de ruimere rechten van de burgers op toegang tot informatie en tot de rechter. Aangezien België, Cyprus en Griekenland de oorspronkelijke termijn hebben laten verstrijken, heeft de Commissie die landen op 22 juli 2015 een schriftelijke aanmaning gezonden. Zij verstuurt nu een met redenen omkleed advies. Als de betrokken lidstaten niet binnen twee maanden reageren, kunnen zij voor het Hof van Justitie van de EU worden gedaagd.

5. Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie

(meer informatie: Vanessa Mock - tel. +32 229-56194)

Met redenen omklede adviezen

Financiële diensten: Commissie verzoekt CYPRUS uitvoering te geven aan EU-voorschriften op gebied van verzekeringen

De Europese Commissie heeft Cyprus verzocht de Solvabiliteit II-richtlijn (Richtlijn 2009/138/EG) alsmede de wijzigingen daarvan in nationaal recht om te zetten. De Solvabiliteit II-richtlijn biedt voor het eerst een gemeenschappelijk, deugdelijk en solide prudentieel kader voor verzekeringsmaatschappijen in de EU, met inbegrip van kwantitatieve, governance- en rapportagevoorschriften, om de ontwikkeling van een interne markt voor verzekeringsdiensten te bevorderen. Deze nieuwe verzekeringsvoorschriften moeten zorgen voor de financiële soliditeit van verzekeringsmaatschappijen, zodat zij risico’s kunnen dekken in moeilijke periodes. De Solvabiliteit II-richtlijn wordt met ingang van 1 januari 2016 volledig van toepassing. De uiterste datum voor de omzetting van deze richtlijn in nationaal recht was 31 maart 2015. Cyprus heeft de Commissie echter niet in kennis gesteld van maatregelen tot omzetting van deze voorschriften in nationaal recht. De Commissie doet haar verzoek in de vorm van een met redenen omkleed advies, dat volgt op een aanmaningsbrief die Cyprus in mei 2015 is toegestuurd. Als deze lidstaat niet binnen twee maanden aan het verzoek tegemoetkomt, kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

Financiële diensten: Commissie verzoekt HONGARIJE, LUXEMBURG en POLEN uitvoering te geven aan EU-voorschriften op gebied van financiële conglomeraten

De Europese Commissie heeft Hongarije, Luxemburg en Polen verzocht om uitvoering van de eerste wijziging van de richtlijn financiële conglomeraten (Richtlijn 2011/89/EU, "FICOD1"). Bij deze richtlijn zijn de oorspronkelijke FICOD (Richtlijn 2002/87/EG) alsmede de Richtlijnen 98/78/EG, 2006/48/EG en 2009/138/EG gewijzigd wat betreft het aanvullende toezicht op financiële entiteiten in een financieel conglomeraat. Hierbij gaat het om financiële groepen met omvangrijke activiteiten in zowel de bank-/beleggingssector als de verzekeringssector. Met de FICOD1-richtlijn wordt beoogd een "pasklare oplossing" te bieden voor lacunes in het aanvullende toezicht die tijdens de crisis aan het licht zijn gekomen; in het bijzonder krijgen toezichthouders de mogelijkheid om gelijktijdig zowel sectoraal als aanvullend toezicht uit te oefenen. De lidstaten moesten de wijzingen uiterlijk in juni 2013 doorvoeren, met uitzondering van de bepalingen betreffende beheerders van alternatieve beleggingsfondsen, waarvoor de uiterste termijn juli 2013 was. De Commissie is door deze drie landen echter niet in kennis gesteld van alle noodzakelijke maatregelen, zodat zij er niet van kan uitgaan dat deze voorschriften volledig in nationaal recht zijn omgezet. De Commissie doet haar verzoek in de vorm van een met redenen omkleed advies, nadat zij in april 2014 aanmaningsbrieven had verstuurd. Als deze lidstaten niet binnen twee maanden aan het verzoek tegemoetkomen, kan de Commissie hen voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

Financiële diensten: Commissie verzoekt 10 lidstaten uitvoering te geven aan EU-voorschriften op gebied van depositogarantiestelsels

De Europese Commissie heeft België, Cyprus, Estland, Griekenland, Italië, Luxemburg, Polen, Roemenië, Slovenië en Zweden formeel verzocht volledig uitvoering te geven aan de richtlijn inzake depositogarantiestelsels (Richtlijn 2014/49/EU, RDGS). Deze richtlijn, die voortbouwt op de eerdere Richtlijn 94/19/EG uit 1994, zorgt voor een betere bescherming van deposito's. Deposanten zullen in het genot komen van snellere uitbetaling en een steviger vangnet aangezien door de uniformere financieringsvereisten wordt gewaarborgd dat de depositogarantiestelsels worden voorgefinancierd en hun verplichtingen jegens de deposanten op doeltreffendere wijze kunnen waarmaken. Het is een stap in de richting van een volwaardige bankenunie om in de nasleep van de financiële crisis een veiligere en gezondere financiële sector te creëren. Voor de lidstaten die aan de bankenunie deelnemen, is de uitvoering van de RDGS een voorwaarde om in de toekomst gebruik te kunnen maken van het door de Commissie voorgestelde Europees depositogarantiestelsel (zie IP/15/6152). Dit toekomstige stelsel zou spaarders met een bankdeposito in de bankenunie een hoger en meer uniform dekkingsniveau bieden, zodat zij evenveel vertrouwen in hun bank kunnen hebben, waar die ook is gevestigd. De uiterste datum voor omzetting van deze voorschriften in nationaal recht was 3 juli 2015 (zie MEMO/13/1176). Tien EU-lidstaten hebben evenwel verzuimd deze voorschriften te implementeren. De Commissie doet haar verzoek in de vorm van een met redenen omkleed advies. Als deze lidstaten niet binnen twee maanden aan het verzoek tegemoetkomen, kan de Commissie hen voor het Hof van Justitie van de EU dagen.Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

6. Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf

(meer informatie: Lucia Caudet - tel. +32 229-56182, Heli Pietila - tel. +32 229-64950)

Verwijzingen naar Hof van Justitie van Europese Unie

Overheidsopdrachten: Commissie daagt OOSTENRIJK voor Hof van Justitie van EU in verband met rechtstreekse gunning van diensten op gebied van beveiligd drukwerk

De Europese Commissie heeft besloten Oostenrijk voor het Hof van Justitie van de EU te dagen in verband met de instructie voor de federale overheid om contracten voor diensten op het gebied van het beveiligd drukken van officiële documenten als paspoorten, rijbewijzen of identiteitskaarten rechtstreeks aan de Österreichische Staatsdruckerei GmbH (OESD), een particuliere onderneming, te gunnen. Volgens de Commissie is de rechtstreekse gunning van diensten op het gebied van beveiligd drukwerk aan een particuliere onderneming, zonder dat een openbare aanbesteding heeft plaatsgevonden, in strijd met de EU-voorschriften inzake overheidsopdrachten. Deze voorschriften hebben tot doel eerlijke mededinging te waarborgen en de aanbestedende diensten en de belastingbetalers een betere prijs-kwaliteitverhouding te bieden. Aangezien de Oostenrijkse autoriteiten geen maatregelen hebben genomen om de situatie te verhelpen en niet hebben aangetoond waarom een particuliere onderneming een overheidsopdracht zou moet worden gegund zonder dat andere ondernemingen de kans krijgen om mee te dingen, heeft de Commissie besloten deze zaak voor te leggen aan het Hof van Justitie van de EU. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Industrie: Commissie daagt DUITSLAND voor Hof van Justitie van EU wegens niet-toepassing van richtlijn inzake klimaatregeling in voertuigen

De Europese Commissie heeft besloten Duitsland voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens de niet-toepassing vanRichtlijn 2006/40/EG inzake klimaatregelingsapparatuur in motorvoertuigen (MAC-richtlijn), die bepaalt dat in motorvoertuigen koelmiddelen met een geringer aardopwarmingsvermogen moeten worden gebruikt en dat bepaalde gefluoreerde broeikasgassengeleidelijk moeten worden geëlimineerd. De nationale typegoedkeuringsinstanties zijn verplicht te certificeren dat een voertuig voldoet aan alle EU-voorschriften in verband met veiligheid, milieu en productie — ook die in verband met klimaatregelingsapparatuur in motorvoertuigen — alvorens het op de EU-markt toe te laten. Dit wordt geregeld bij Richtlijn 2007/46/EG, waarin het algemene kader voor de typegoedkeuring voor auto's wordt vastgesteld en wordt voorzien in een aantal corrigerende maatregelen, waaronder de mogelijkheid om sancties op te leggen. Volgens de Commissie heeft Duitsland gehandeld in strijd met het EU-recht doordat het de autofabrikant Daimler AG heeft toegestaan motorvoertuigen op de EU-markt te brengen die niet aan de MAC-richtlijn voldeden, en geen corrigerende maatregelen heeft genomen. Daimler AG heeft aangevoerd uit veiligheidsoverwegingen bezwaar te hebben tegen het gebruik van de door de MAC-richtlijn voorgeschreven koelmiddelen. Deze bezwaren werden niet gedeeld door andere autofabrikanten en werden afgewezen door het Kraftfahrt-Bundesamt (KBA, de federale dienst voor motorvoertuigen) en het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC) van de Europese Commissie, dat in 2014 een aanvullende risicoanalyse heeft verricht. Hoewel er in de context van de inbreukprocedure contact is geweest tussen de Commissie en de Duitse autoriteiten, heeft Duitsland geen verdere stappen ondernomen tegen de verlening van typegoedkeuringen voor niet-conforme motorvoertuigen en heeft het geen passende corrigerende maatregelen tegen de fabrikant genomen. Door Duitsland voor het Hof te dagen, wil de Commissie veiligstellen dat de klimaatdoelstellingen van de MAC-richtlijn worden gerealiseerd en dat het EU-recht overal in de EU uniform wordt toegepast, zodat alle marktdeelnemers billijke concurrentievoorwaarden worden gegarandeerd. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omkleed advies

Vrij verkeer van goederen: Commissie verzoekt FRANKRIJK om opheffing van handelsbelemmeringen voor in andere lidstaten vervaardigde en geëtiketteerde "handgemaakte" schoenen

De Europese Commissie heeft Frankrijk formeel verzocht zijn wettelijke voorschriften voor handgemaakte schoenen (wet 48/824) te wijzigen. De Franse wet behoudt de benaming "handgemaakt" ("fait main" in het Frans) uitsluitend voor aan schoenen die zijn vervaardigd op een bepaalde, in de wet beschreven wijze. In andere lidstaten met gebruikmaking van andere procedés vervaardigde handgemaakte schoenen worden niet als zodanig erkend, en voor die schoenen mag de Franse vertaling van benamingen als "handmade" (Engels), "fatto a mano" (Italiaans), "handgemacht" (Duits) of "hecho a mano" (Spaans) op de Franse markt niet worden gebruikt. Hierdoor worden fabrikanten en importeurs van handgemaakte schoenen uit andere lidstaten in Frankrijk commercieel benadeeld. De Franse wet druist in tegen het beginsel van wederzijdse erkenning in en heeft een gelijke werking als kwantitatieve beperkingen van het vrije verkeer van goederen binnen de Europese interne markt (artikel 34 VWEU) De maatregel is niet evenredig en kan niet worden gerechtvaardigd uit hoofde van de bescherming van consumenten. De Commissie verzoekt Frankrijk door middel van een met redenen omkleed advies om een wetswijziging. Frankrijk heeft nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die zijn genomen om de situatie te verhelpen; anders kan de Commissie besluiten deze zaak voor te leggen aan het Hof van Justitie van de EU.

7. Migratie en binnenlandse zaken

(meer informatie: Tove Ernst - tel. +32 229-86764, Markus Lammert - tel. +32 229-80423)

Aanmaningsbrieven en met redenen omklede adviezen

Commissie leidt inbreukprocedure in tegen HONGARIJE in verband met asielwetgeving

De Europese Commissie heeft Hongarije vandaag een aanmaningsbrief gestuurd, waarmee zij een inbreukprocedure inleidt met betrekking tot de onlangs vastgestelde Hongaarse asielwetgeving. De Commissie heeft geconstateerd dat de Hongaarse wettelijke regeling in sommige gevallen onverenigbaar met het EU-recht is (met name de herschikte richtlijn asielprocedures (Richtlijn 2013/32/EU) en de richtlijn betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures (Richtlijn 2010/64/EU)). De Commissie heeft reeds een onderzoek ingesteld naar de wetswijzigingen die het Hongaarse Parlement in juli en september 2015 heeft aangenomen en heeft de Hongaarse autoriteiten een administratieve brief gestuurd waarin zij haar voorlopige bezwaren uiteenzet. Na zorgvuldige bestudering van het antwoord van de Hongaarse autoriteiten is zij van oordeel dat een aantal punten van zorg nog niet is weggenomen. Naar aanleiding hiervan heeft de Commissie vandaag een inbreukprocedure ingeleid en Hongarije een aanmaningsbrief gestuurd. De Hongaarse autoriteiten hebben nu twee maanden de tijd om de Commissie te antwoorden. Naast de aanmaningsbrief die zij met betrekking tot deze specifieke kwesties heeft verstuurd, zal de Commissie de bilaterale contacten met de Hongaarse autoriteiten voortzetten en om nadere verduidelijking verzoeken over andere openstaande kwesties. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Uitvoering van gemeenschappelijk Europees asielstelsel: Commissie leidt in 8 inbreukprocedures volgende fase in

De Europese Commissie heeft vandaag 8 inbreukbeslissingen genomen wegens onvolledige omzetting en uitvoering van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel. De beslissingen hebben betrekking op Griekenland, Kroatië, Italië, Malta en Hongarije (zie IP/15/6228). De maatregelen van vandaag volgen op 40 beslissingen die op 23 september 2015 zijn genomen in verband met mogelijke of feitelijke inbreuken op de EU-asielwetgeving (naast de 34 al aanhangige zaken). De Commissie zal snel en doeltreffend inbreukprocedures blijven opstarten om ervoor te zorgen dat de EU-wetgeving op dit gebied volledig wordt nageleefd. De Commissie dringt vandaag bij Griekenland, Kroatië en Italië aan op correcte uitvoering van de Eurodac-verordening (Verordening (EU) nr. 603/2013), die bepaalt dat van asielzoekers vingerafdrukken moeten worden genomen en dat de gegevens binnen 72 uur aan het centraal systeem van Eurodac moeten worden doorgegeven. De doeltreffende uitvoering van de Eurodac-verordening is van essentieel belang voor de werking van het Dublinsysteem en de EU-herplaatsingsregelingen. De Europese Commissie heeft in oktober administratieve brieven gestuurd naar Griekenland, Kroatië en Italië. Twee maanden later blijken deze kwesties niet te zijn verholpen. De Commissie heeft daarom vandaag besloten aanmaningsbrieven te zenden aan Griekenland, Kroatië en Italië (de eerste stap in de inbreukprocedure). De Commissie dringt er tevens bij Griekenland en Malta op aan de nationale maatregelen mee te delen die zij hebben getroffen voor de volledige omzetting van de richtlijn asielprocedures (Richtlijn 2013/32/EU), die gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming vastlegt, en de richtlijn opvangvoorzieningen (Richtlijn 2013/33/EU), die handelt over de toegang tot opvangvoorzieningen voor asielzoekers tijdens de beoordeling van hun aanvraag. Griekenland en Malta hebben niet de noodzakelijke omzettingsmaatregelen meegedeeld. Op 23 september 2015 zijn in verband met de richtlijn asielprocedures aanmaningsbrieven naar Griekenland, Malta en 16 andere lidstaten gestuurd. Op dezelfde dag zijn in verband met de richtlijn opvangvoorzieningen ook aanmaningsbrieven naar Griekenland, Malta en 17 andere lidstaten gestuurd. Desondanks hebben Griekenland en Malta de Commissie nog niet van hun omzettingsmaatregelen in kennis gesteld. Derhalve heeft de Commissie vandaag besloten deze twee lidstaten in verband met beide richtlijnen een met redenen omkleed advies te sturen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omkleed advies

Commissie verzoekt BELGIË te zorgen voor volledige uitvoering van richtlijn ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie

De Europese Commissie heeft België vandaag een met redenen omkleed advies gestuurd omdat het geen nationale maatregelen tot omzetting van de richtlijn ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie (Richtlijn 2011/92/EU) heeft meegedeeld. Op 27 januari 2014 is een aanmaningsbrief naar België gestuurd wegens niet-uitvoering van deze richtlijn, die in december 2011 is vastgesteld. De Commissie acht de antwoorden van België op deze aanmaningsbrief niet bevredigend en heeft daarom de tweede fase van de inbreukprocedure ingeleid. De richtlijn legt minimumregels vast voor de definitie van strafbare feiten en sancties op het gebied van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen, kinderpornografie en het benaderen van kinderen voor seksuele doeleinden. Deze richtlijn voert tevens bepalingen in die erop zijn gericht te voorkomen dat wegens seksuele misdrijven met kinderen veroordeelde personen beroepsactiviteiten uitoefenen waarbij zij geregeld in aanraking komen met kinderen. België heeft nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van alle maatregelen die het heeft genomen om te zorgen voor de volledige uitvoering van de richtlijn. Indien noodzakelijk kan de Commissie deze zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

8. Justitie en consumentenzaken

(meer informatie: Christian Wigand - tel. +32 229-62253, Melanie Voin - tel. +32 229-58659)

Met redenen omklede adviezen

Commissie verzoekt GRIEKENLAND en ROEMENIË bescherming van slachtoffers van misdrijven in andere EU-landen te garanderen

De Europese Commissie heeft Griekenland en Roemenië verzocht om correcte omzetting van de richtlijn betreffende het Europees beschermingsbevel (Richtlijn 2011/99/EU) in nationaal recht, zodat slachtoffers bij reizen in de EU gebruik kunnen maken van hun recht op ononderbroken bescherming Dankzij deze richtlijn en het daarin geregelde Europees beschermingsbevel zijn slachtoffers en potentiële slachtoffers van strafbare feiten die in hun eigen land bescherming genieten, er zeker van dat zij eveneens in andere EU-landen worden beschermd. Een beschermingsbevel houdt doorgaans in dat het een dader wordt verboden contact met een bepaalde persoon op te nemen of deze persoon te benaderen dan wel specifieke plaatsen te betreden. De voorschriften zijn met name van belang voor slachtoffers van huiselijk geweld, die vaak door de nationale autoriteiten worden beschermd tegen verdere agressie of nieuwe geweldplegingen van een dader. De lidstaten hadden tot 11 januari 2015 de tijd om de richtlijn in nationaal recht om te zetten (zie het volledige persbericht van 9 januari 2015). Op 27 maart 2015 zijn inbreukprocedures ingeleid naar aanleiding van een onderzoek van de nationale wettelijke voorschriften. Griekenland en Roemenië hebben nu twee maanden de tijd om aan hun verplichtingen te voldoen; anders kan de Commissie deze lidstaten voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

9. Mobiliteit en vervoer

(meer informatie: Jakub Adamowicz - tel. +32 229-50595, Alexis Perier - tel. +32 229-69143)

Verwijzingen naar Hof van Justitie van Europese Unie

Vervoer: Commissie daagt OOSTENRIJK, DUITSLAND, FINLAND en POLEN voor Hof van Justitie van EU wegens onjuiste omzetting van EU-voorschriften inzake rijbewijzen

De Europese Commissie heeft besloten Oostenrijk, Duitsland, Finland en Polen voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens onjuiste omzetting van de Europese voorschriften inzake rijbewijzen (Richtlijn 2006/126/EG). Duitsland, Finland en Polen hebben onder meer verzuimd rijbewijzen met de vereiste geldigheidsduur af te geven of bepaalde rijbewijscategorieën correct te omschrijven. Oostenrijk en Duitsland hebben tevens in sommige gevallen bepaalde houders van vrachtwagen- of busrijbewijzen onjuiste rijbevoegdheden verleend. Voorts heeft Polen de regels inzake de gewone verblijfplaats, met name wat betreft personen die achtereenvolgens in verschillende lidstaten verblijven, niet correct omgezet. De Commissie heeft voorts besloten Finland voor het Hof te dagen, omdat het daarnaast niet is aangesloten bij het EU-rijbewijzennetwerk ("RESPER"), zoals voorgeschreven door Richtlijn 2006/126/EG. RESPER kan de lidstaten helpen onderling samen te werken en moet ervoor zorgen dat rijbewijzen in overeenstemming met de EU-voorschriften worden afgegeven. De informatie-uitwisseling via RESPER had op 19 januari 2013 moeten beginnen. De Commissie heeft in juli 2014 inbreukprocedures ingeleid en in februari 2015 de betrokken lidstaten een met redenen omkleed advies doen toekomen. Tot dusverre hebben deze lidstaten (Oostenrijk, Duitsland, Finland en Polen) niet aan hun verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2006/126/EG voldaan, en daarom heeft de Commissie besloten om de zaken voor te leggen aan het Hof van Justitie van de EU. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omklede adviezen

Vervoer: Commissie verzoekt DUITSLAND in Verdragen neergelegde verplichting tot loyale samenwerking te eerbiedigen

De Europese Commissie heeft besloten Duitsland een met redenen omkleed advies te sturen, omdat het bij de stemming tijdens de 25e zitting van de Herzieningscommissie van de Intergouvernementele Organisatie voor het Internationale Spoorwegvervoer (OTIF) een ander standpunt dan dat van de EU heeft ingenomen.De Commissie is van mening dat Duitsland, doordat het bij de stemming een standpunt heeft ingenomen dat afweek van het in Besluit 2014/699/EU van de Raad neergelegde EU-standpunt en doordat het zich openlijk van het EU-standpunt heeft gedistantieerd, zijn verplichtingen uit hoofde van dat besluit niet is nagekomen.Daardoor heeft het tevens gehandeld in strijd met zijn verplichting tot loyale samenwerking die is vastgelegd in artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Dit artikel legt het beginsel van loyale samenwerking vast en onderstreept de verplichting van de lidstaten om de vervulling van de taak van de Unie te vergemakkelijken en zich te onthouden van alle maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie in gevaar kunnen brengen. Duitsland heeft nu twee maanden de tijd om te antwoorden; daarna kan de Commissie deze lidstaat voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

10. Gezondheid en voedselveiligheid

(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172, Aikaterini Apostola - tel. +32 229-87624)

Verwijzing naar Hof van Justitie van Europese Unie

Volksgezondheid: Commissie daagt POLEN voor Hof van Justitie van EU wegens onvolledige omzetting van voorschriften voor kwaliteit en veiligheid van bloed van menselijke oorsprong

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Polen voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens niet-omzetting van een aantal bepalingen van de EU-wetgeving met kwaliteits- en veiligheidsnormen voor bloed van menselijke oorsprong (Richtlijnen 2002/98/EG, 2004/33/EG en 2005/61/EG). Deze richtlijnen bevatten een aantal bepalingen waarmee de veiligheid van bloed moet worden gewaarborgd, waaronder voorschriften voor de minimumleeftijd van donoren, voorwaarden voor de invoer van bloed uit derde landen en rapportageverplichtingen van bloedinstellingen. Tot dusver heeft Polen de Europese Commissie niet in kennis gesteld van de vaststelling van nationale wettelijke voorschriften waarbij de betrokken EU-richtlijnen volledig worden omgezet. Polen had de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking moeten doen treden om uiterlijk op 8 februari 2005 aan de Richtlijnen 2002/98/EG en 2004/33/EG en uiterlijk op 31 augustus 2006 aan Richtlijn 2005/61/EG te voldoen, en de Commissie de tekst van de desbetreffende bepalingen van nationaal recht ter omzetting van deze richtlijnen moeten meedelen. In plaats daarvan bevindt de nieuwe ontwerpwet inzake de donatie en behandeling van bloed zich nog steeds in het wetgevingstraject op regeringsniveau. De Europese Commissie is bijgevolg van oordeel dat Polen niet heeft voldaan aan bepaalde verplichtingen uit hoofde van de Richtlijnen 2002/98/EG, 2004/33/EG en 2005/61/EG betreffende kwaliteits- en veiligheidsnormen voor bloed en bloedbestanddelen van menselijke oorsprong. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

11. Belastingen en douane-unie

(meer informatie: Vanessa Mock - tel. +32 229-56194, Patrick Mc Cullough - tel. +32 229-87183)

Met redenen omklede adviezen

Belastingen: DUITSLAND wordt verzocht accijnsregels te wijzigen voor tabaksproducten die door particulieren worden verzonden via kleine, niet-commerciële zendingen

De Europese Commissie heeft Duitsland vandaag formeel verzocht om wijziging van zijn accijnsregels voor tabaksproducten die door particulieren worden verzonden via kleine, niet-commerciële zendingen uit een ander EU-land. Volgens de huidige regels wordt de accijns in Duitsland vastgesteld voor tabaksproducten die door particulieren worden verzonden via kleine, niet-commerciële zendingen uit andere lidstaten. Aangezien het Duitse fiscale merkteken, dat moet worden aangevraagd en op de producten moet worden aangebracht voordat zij het Duitse grondgebied binnenkomen, ontbreekt, mogen de producten evenwel niet aan de ontvanger worden afgegeven. Bijgevolg worden zij in beslag genomen en vervolgens vernietigd. Volgens de Commissie is de stelselmatige inbeslagneming en daaropvolgende vernietiging van goederen, zonder dat onderscheid wordt gemaakt naargelang de omstandigheden van het geval, in strijd met het evenredigheidsbeginsel krachtens het EU-recht. De Commissie doet haar verzoek in de vorm van een met redenen omkleed advies. Als er binnen twee maanden geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie Duitsland voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

Belastingen: Commissie verzoekt Italië accijnsregels voor benzine en diesel in regio Friuli-Venezia Giulia te wijzigen

De Europese Commissie heeft Italië vandaag formeel verzocht om wijziging van zijn wettelijke voorschriften op grond waarvan inwoners van de Italiaanse regio Friuli-Venezia Giulia korting krijgen op de prijs van benzine en diesel voor hun motorvoertuigen. De Commissie is van mening dat dit voordeel een verlaging van de accijns op brandstof vormt. De energiebelastingrichtlijn (Richtlijn 2003/96/EG van de Raad) voorziet niet in dergelijke verlagingen of vrijstellingen. De Commissie doet haar verzoek in de vorm van een met redenen omkleed advies. Als er binnen twee maanden geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie Italië voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

Bijlage

Overzicht per lidstaat

 

Lidstaat/

EU‑beleids­terrein

Landbouw en plattelandsont

wikkeling

Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie

Energie

Milieu

Financiële stabiliteit,

financiële

diensten en kapitaalmark

tenunie

Gezondheid en voedselveiligheid

Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf

Justitie en consumen

tenzaken

Migratie en binnenlandse zaken

Mobiliteit en vervoer

Belastingen en douane-unie

Totaal

AT

           

1

   

1

 

2

BE

     

1

1

     

1

   

3

CY

1

   

1

2

           

4

DE

           

1

   

2

1

4

EE

       

1

           

1

EL

     

2

1

   

1

3

   

7

ES

     

1

             

1

FI

                 

1

 

1

FR

           

1

       

1

HR

               

1

   

1

HU

       

1

     

1

   

2

IE

 

1

                 

1

IT

 

1

   

1

     

1

 

1

4

LU

 

1

   

2

           

3

MT

               

2

   

2

PL

     

1

2

1

     

1

 

5

PT

   

1

               

1

RO

       

1

   

1

     

2

SE

       

1

           

1

SL

       

1

           

1

Totaal

1

3

1

6

14

1

3

2

9

5

2

47

MEMO/15/6223

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail