Tekorten van Malta en Polen opnieuw lager dan 3% van het bbp, Raad beëindigt procedures

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op vrijdag 19 juni 2015.

De Raad heeft op 19 juni 2015 een einde gemaakt aan de buitensporigtekortprocedures voor Malta en Polen, aangezien die landen hun tekort tot onder de 3% van het bbp, de referentiewaarde voor de EU, hadden teruggedrongen.

Hij heeft eerdere besluiten betreffende het bestaan van buitensporige tekorten in beide landen ingetrokken.

Als gevolg daarvan blijven nog 9 van de 28 lidstaten van de EU onderworpen aan de buitensporigtekortprocedure. Gedurende een periode van 12 maanden in de jaren 2010-2011 waren er dat nog 24. De meeste van deze procedures werden ingeleid als gevolg van de wereldwijde financiële crisis en de recessie in 2008-2009. De buitensporigtekortprocedure moest een terugkeer naar gezonde begrotingsposities mogelijk maken.

Malta

Malta was tussen juli 2009 en december 2012 onderworpen aan een buitensporigtekortprocedure. In juni 2013 werd de procedure heropend, nadat het tekort van Malta in 2012 naar schatting was gestegen tot 3,3% van het bbp. Toen de procedure in december 2012 werd beëindigd, werd voor 2012 een tekort van 2,6% van het bbp verwacht.

De Raad beval Malta in juni 2013 aan zijn tekort uiterlijk in 2014 te corrigeren. Daartoe drong hij erop aan het structureel evenwicht in 2013 en 2014 met 0,7% van het bbp te verbeteren.

Malta bracht zijn overheidstekort terug tot 2,6% van het bbp in 2013 en 2,1% in 2014. De voorjaarsprognose 2015 van de Commissie voorspelt tekorten van 1,8% van het bbp in 2015 en 1,5% in 2016. Bijgevolg zal het tekort van Malta gedurende de prognoseperiode onder de referentiewaarde van 3% van het bbp blijven.

Als gevolg van een tijdelijke stock-flow adjustment steeg de schuldquote van Malta van 67,4 % in 2012 tot 69,2 % in 2013. In 2014 nam de schuldquote opnieuw af tot 68,0%, en hij zal naar verwachting verder dalen om in 2016 65,4% te bereiken, deels dankzij gunstige macroeconomische omstandigheden.

De Raad kwam tot de conclusie dat het begrotingstekort van Malta is gecorrigeerd.

Polen

Polen is onderworpen aan een buitensporigtekortprocedure sinds juli 2009, toen in een aanbeveling van de Raad werd opgeroepen om dit tekort uiterlijk in 2012 te corrigeren.

In juni 2013 verlengde de Raad de termijn voor het corrigeren van het tekort met twee jaar, tot en met 2014. Hoewel Polen de termijn van 2012 had overschreden, had het in 2010-2012 een begrotingsinspanning geleverd die het aanbevolen niveau oversteeg. In december 2013 verlengde de Raad de termijn met nog eens een jaar, tot en met 2015.

Het Poolse overheidstekort bedroeg in 2014 3,2 % van het bbp, en lag daarmee boven de referentiewaarde van 3% van het bbp. De Raad heeft evenwel besloten dat Polen in aanmerking komt voor de toepassing van specifieke bepalingen uit hoofde van de buitensporigtekortprocedure die betrekking hebben op structurele pensioenhervormingen, omdat:

  • zijn tekort dicht bij de referentiewaarde ligt;
  • zijn schuldquote lager is dan de referentiewaarde van 60% voor de overheidsschuld.

Polen maakte in december 2013 de pensioenhervorming van 1999 ongedaan, maar de nettokosten van die hervorming liepen door tot eind juli 2014. Het totaal van deze nettokosten voor de periode van januari tot en met juli 2014 werd geraamd op 0,4 % van het bbp. De Raad was van oordeel dat dit volstond om te verklaren dat het tekort voor 2014 de referentiewaarde van 3% oversteeg.

Wat de toekomst betreft, voorspelt de voorjaarsprognose 2015 van de Commissie een tekort van 2,8% van het bbp voor 2015 en, bij gelijkblijvend beleid, 2,6% voor 2016. Bijgevolg zal het tekort van Polen gedurende de prognoseperiode onder de referentiewaarde van 3% van het bbp blijven.

De overheidsschuld van Polen bedroeg in 2014 50,1% van het bbp. De voorjaarsprognose 2015 van de Commissie voorspelt dat die zal evolueren tot 50,9% van het bbp in 2015 en 50,8% in 2016.

De Raad kwam tot de conclusie dat het begrotingstekort van Polen is gecorrigeerd.