Tien observaties over 18 maart
Bert van den Braak, Aalt Willem Heringa, Careljan Rotteveel Mansveld, Jan Schinkelshoek, alle vier op enigerlei manier verbonden aan het Montesquieu Instituut
1. De kans op hervorming van de Senaat blijft gering
De partijen die staatkundige vernieuwing kunnen blokkeren hebben zich gehandhaafd. Die blokkade betreft primair wijzigingen ten aanzien van de rol en positie van de Eerste Kamer. Dat is weliswaar niet iets wat nu al speelt (er is immers geen tweede-lezingsvoorstel aanhangig), maar er zijn op grond van de uitslag van 18 maart geen tekenen dat die blokkerende minderheid spoedig zal verdwijnen. Dat is alleen het geval zijn als CDA-VVD-SGP-CU samen nog veel meer verliezen of als bijv. de VVD van standpunt verandert.
2. Het politieke landschap versnippert
In de Eerste Kamer komen zes partijen met een zetelaantal tussen de 8 en13. Dat is nog nooit vertoond. Dat worden, als dit zo doorzet, en waarom niet, bij de Tweede Kamerverkiezingen, heel lastige coalitiebesprekingen en formaties. Bij de volgende formatie zou een kabinet van VVD-CDA-D66 geen meerderheid hebben en is dus een vierde partij nodig, bij een regeringscombinaties met SP, PvdA en GroenLinks moet zeker nog een vierde en wellicht zelfs een vijfde partij steun toezeggen.
Volatiliteit in het politieke landschap is meer aanwezig dan ooit, maar lijkt gecompenseerd door de kiezerswens dat partijen wel constructief zijn en voor stabiliteit zorgen. Het midden wordt groter dan ooit. PVV en SP profiteren niet echt en de overige partijen klonteren samen in een groot middenveld waar iedereen met iedereen kan (en moet?) samenwerken.
3. Nog nooit was de grootste partij zo klein in de Eerste Kamer
De VVD wordt met 13 zetels de grootste partij in de Eerste Kamer. In 2007 was het CDA met 21 zetels nog de grootste partij. In 1981 haalden zowel CDA als PvdA 28 zetels binnen.
4. Regeren wordt niet beloond, constructief gedogen wel
De kiezer vindt de koers van de coalitie te streng. De kiezer apprecieert en waardeert ook te weinig dat deze wordt bijgebogen. Wél is er waardering voor positivisme en stabiliteit en de partijen die daaraan bijdragen. Dit lijkt ook in lijn te liggen met de uitkomst van enquêtes dat de kiezer niet zit te wachten op nieuwe Tweede Kamerverkiezingen. Daarmee lijkt de positie van premier Rutte als ‘bruggenbouwer’ wel versterkt.
5. Echte oppositie wordt niet echt beloond
De échte oppositiepartijen (PVV, SP en CDA) hebben geen winst weten te halen uit hun oppositie. Dat past in de eerdere observaties. Constructiviteit, stabiliteit, en samenwerking lijken meer beloond, vooral mogelijk in hectische tijden van min of meer crisis, dan échte oppositie en afwijzing van overleg en akkoorden. Weliswaar is de SP de grootste partij op links maar de SP van Roemer is te klein voor het tafellaken en te groot voor een servet.
6. De PvdA wordt te veel met rechts geassocieerd
De PvdA heeft er last van dat de coalitie bij de kiezers meer gepercipieerd wordt als een niet-links kabinet, dan dat de VVD bestraft wordt voor het zitten in een links georiënteerd kabinet. Dat ligt ook wel voor de hand omdat veel van de ingrijpende maatregelen, zoals ten aanzien van de zorg, en de nog hoge werkloosheid, typisch PvdA punten zijn. Daar krijgt de PvdA niet over het voetlicht dat haar medewerking aan deze maatregelen toch goed zijn voor een zorgzame samenleving. Bij de komende Tweede Kamerverkiezingen kan de PvdA alleen nog maar de strijd om het premierschap aangaan als de partij een ‘new kid on the block’ kan vinden.
7. GroenLinks of CDA spelen sleutelrol
GroenLinks en het CDA kunnen elk afzonderlijk de coalitie met de loyale drie aan een meerderheid helpen. Wie van de twee springt in dat gat? Speelt de een ‘too hard to get’ dan kan de ander zijn steun verkopen voor concessies. Goed mee-onderhandelen en regeringsbeleid bijbuigen met daarbij het deels realiseren van het eigen programma valt goed bij de kiezer.
8. D66 dreigt slachtoffer te worden van eigen succes
Wat betekent de sleutelrol van GroenLinks of het CDA voor D66? Zij zijn wel verdubbeld in zetelaantal en willen hun constructivisme niet verspelen. maar krijgen concurrenten in het binnenhalen van concessies.
9. Het CDA dreigt zich op te sluiten in de provincie
Weliswaar heeft het CDA zich van een dalende trend hersteld, het is vooral in de provincie en het platteland dat er voor het CDA gekozen wordt.
10. De macht wordt indirect gekozen
Het blijft merkwaardig dat provinciale verkiezingen zo de nationale politiek op hun kop kunnen zetten en dat indirect verkozen vertegenwoordigers zo belangrijk kunnen zijn. Dat is wel een opvallend kenmerk van onze democratie: de macht wordt bij ons slechts indirect verkozen. Overigens lijkt daar weinig verandering in te komen: de in het verleden bestaande blokkerende minderheid voor hervormingen van de Eerste Kamer bestaat nog steeds.